Mijn houding tegenover Israël en

mei 6th, 2016

ANTISEMITISME?

De dodenherdenkingen op 4 mei en de bevrijdingsfeesten op 5 mei liggen weer achter ons. Ik was weer op Fort bij Rhijnauwen, waar meer dan vijftig Belgische en Nederlandse verzetsstrijders zijn gefusilleerd. Daarbij ook de vader van een klasgenoot van de HBS. Dat maakt het altijd realistischer. Het zijn niet alleen anonieme mensen, die daar vermoord zijn. Zij hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid. Als je daar over nadenkt, besef je weer wat een geluk wij hebben hier in een vrij Europa te leven. Je zult maar in een land als Syrië of Irak of Jemen leven of onder een dictator in de Russische federatie of Turlije.

Er is één volk, dat elke keer weer in de ellende terecht komt, het Joodse volk. Sommigen spreken over het Joodse ras en menen ook de typische raskenmerken van Joden te kennen. Maar er zijn heel wat Joden, die je niet als Jood zult herkennen en er zijn veel Arabieren, die gemakkelijk voor een Jood zouden kunnen doorgaan. Lang niet alle Joden beschouwen zich in religieus opzicht als Jood. Maar alle joden voelen zich Jood op grond van hun geschiedenis en hun cultuur.

Bij Pauw zaten een aantal Joodse mensen om de tafel en spraken over hun Jood zijn. Sommige van hen worden vaak bedreigd en voelen daardoor angst. Ze durven op straat geen keppeltje meer te dragen. De vraag werd wel gesteld: Waar komt die afkeer van Joden vandaan? Maar ik hoorde geen antwoord. Zouden ze geen antwoorden kennen? Of wilden ze die antwoorden niet noemen, omdat ze die antwoorden liever niet horen? Eeuwenlang zijn de Joden gezien als een volk van Godsmoordenaars. Zij werden verantwoordelijk gehouden voor de dood van Jezus van Nazareth, Gods Zoon. De officiële kerken hebben die overtuiging na de Holocaust ingetrokken. Dat wil niet zeggen, dat daarmee die gedachten verdwenen zijn. Joden werden vaak gediscrimineerd en kwamen daardoor vaak terecht in de handel en het bankwezen. Als je dan eens een miskoop deed, was dat niet je eigen schuld, maar werd de Joodse koopman er op aangekeken. Zo worden mensen vatbaar voor verhaaltjes over een Joods wereldcomplot. Het zijn de Joden, die achter allerlei narigheid zitten: De aanval op de Twin Towers in New York of de misdaden van ISIS in Irak en Syrië. Probeer je daartegen maar eens te verweren.

Het gezelschap was er min of meer van overtuigd, dat antisemitisme nooit zal verdwijnen en ze spraken erover of het dan niet beter zou zijn als alle Joden zouden verhuizen naar een veilig nationaal thuis, Israël. Het Joodse volk voelt zich nauw verbonden met Israël en dan wordt kritiek op Israël al snel kritiek op alle Joden en dus een vorm van antisemitisme. De critici leggen er dan weer de nadruk op, dat ze niets hebben tegen het Joodse volk op zich, maar wel tegen het Zionisme, dat leeft onder de Joden. Ze hebben er bezwaar tegen, dat Joden hun eigen staat willen vestigen in het gebied dat het Joodse volk uit de Bijbel bewoonde, ongeveer het huidige Israël en de bezette gebieden. Die claim is niet terecht.

Er zijn heel veel mensen, ook in Nederland, die het bestaansrecht van de staat Israël, dus zonder de bezette gebieden, niet erkennen. Als je hen antisemiet noemt, kan ik me dat voorstellen.

Als Israël door een resolutie van de VN binnen beschreven grenzen als onafhankelijke staat erkend is, wil ik het bestaansrecht van de staat Israël ook erkennen. Joodse mensen hebben na eeuwen vervolging eindelijk recht op veiligheid binnen een eigen staat. Dat geldt voor iedere wereldburger. Het geldt ook voor Palestijnen. Israëli’s en Palestijnen lijken elkaar hun eigen veilige en onafhankelijke staat niet te gunnen. Voor mij zijn ze beiden schuldig aan het voortbestaan van het conflict. Elke keer laait het weer op. De een provoceert de ander en dat om beurten.

Ben ik nu een antisemiet? Ik ben niet tegen Israël, maar tegen het optreden van opeenvolgende Israëlische regeringen, zoals ik ook tegen het handelen van de Palestijnen ben. Is een oplossing mogelijk? Alleen als Israëli’s en Palestijnen het beiden willen en dat vraagt wederzijds vertrouwen. Komt dat er ooit? Het lijkt er niet op, maar er zijn meer van die onoplosbare conflicten geweest, die toch tot een goed einde kwamen. Ik hoop het nog mee te maken.

Jaargang 9, Nr.409.

Geweldige innovatie van Trouw en het FD

april 29th, 2016

EN EEN ENORME BLUNDER

Solidaridad ken ik al lang als een bijzondere ontwikkelingsorganisatie. Tot voor enkele jaren regelde zij de Adventsactie van de kerken in Nederland. Voor een bepaald doel wordt dan geld ingezameld. De laatste jaren ging het bijvoorbeeld om betere arbeidsomstandigheden voor suikerrietkappers of gezonder werken voor gouddelvers of beter vakmanschap voor groente- en fruitkwekers. Het typische van Solidaridad is, dat hun projecten sterk sociaaleconomisch gekleurd zijn en daarmee in de ogen van sommigen links. Onze Rooms-katholieke bisschoppen wilden kennelijk meer invloed op de projectkeuzes. Dat maakte de gesprekken erg moeilijk. De bisschoppen hebben nu hun eigen Adventsactie met keurige projecten, maar wel vaak nauw verbonden met Rooms-katholieke organisaties in de Derde Wereld. Meestal zijn die niet politiek gekleurd al kun je dat nu er een andere paus is nooit weten. De tijden kunnen veranderen.

Solidaridad is ook bekend door de Stichting Max Havelaar. Derde Wereldproducten worden hier tegen een eerlijke prijs verkocht en de boeren daar krijgen ook die eerlijke prijs. Ze zijn niet afhankelijk van de vaak wisselde prijzen op de wereldmarkt. Soms wordt het moeilijk als de prijzen door misoogsten in belangrijke landen erg hoog worden. Dan lokt de verleiding om via andere kanalen te verkopen tegen hogere prijzen.

De mensen van Solidaridad werken zoveel mogelijk samen met partners in het Derde Wereldland. Uiteraard gaan er geldstromen van Europa naar de landen waar Solidaridad actief is. Werknemers moeten betaald worden, zowel de eigen mensen als de mensen van de partners. Er zijn materiaalkosten, transportkosten, organisatiekosten. Uit ervaring weet ik hoe moeilijk het is vanuit Nederland geld over te maken naar een Derde Wereldland. In sommige landen is er ook veel wantrouwen. Net als wij vraagtekens zetten bij een geldzending aan een stichting in Nederland vanuit Saoedi Arabië. Daarom richtte Solidaridad een stichting in Panama op, die het geld verdeelde over twee regionale centra en negen landenteams. Voor de oprichting van die stichting vroegen ze advies bij een juridisch adviesbureau. Dat bureau kwam in het nieuws bij de berichten over de Panama Papers. De te gemakkelijke conclusie was, dat Solidaridad nu in het verdachtenbankje thuis hoorde.

De eerste fout tegen de journalistieke ethiek was, dat Trouw en het Financieel Dagblad geen wederhoor toepaste. Ze gingen er zondermeer vanuit, dat de waargenomen geldstromen bedoeld waren om belasting te ontwijken. Een goede doelorganisatie hoeft geen belasting te betalen over de inkomsten en evenmin over geldovermakingen. Uitgenodigd door Solidaridad hebben de beide dagbladen nog steeds niet antwoord gegeven op de vraag welke belastingen in welk land op welke datum zijn ontweken. Ze willen hun kapitale blunder kennelijk niet toegeven. Een rectificatie is tot nu toe achterwege gebleven en dat geldt ook voor alle media, die de publicaties in Trouw en het Financieel Dagblad kritiekloos hebben overgenomen.

De beide bladen en allerlei andere kranten in de hele wereld hebben met hun publicaties over de Panama Papers uniek werk geleverd. Ze zijn ook alom geprezen. Maar wie hoog is verheven kan ook diep vallen.

Ik zou zeggen: Wees een kerel en beken ruiterlijk je ongelijk.

Jaargang 9, Nr. 408.

Herlevend nationalisme

april 22nd, 2016

EEN KWAADAARDIG GEZWEL

Bij allerlei discussies van de laatste jaren duikt het weer op: het nationalisme. Vanmiddag heb ik het vijftigjarig bestaan van de Historische Kring Tussen Rijn en Lek mee gevierd in de Grote Kerk van Wijk bij Duurstede. Toen ik de kerk verliet, viel mijn oog op een plaquette met de zin: “Wij herdenken het verleden, omdat in het verleden de toekomst ligt”. Ja, dacht ik, als je uit het verleden weet welke ellende het nationalisme van de nationale staten heeft gebracht, dan weet je, dat je in de toekomst je verre van nationalisme moet houden.

Nationale staten en nationalisme zijn betrekkelijk recente verschijnselen in de Europese geschiedenis. Ze duiken op in de achttiende eeuw en spelen een grote rol bij de Itali­aanse eenheid en de Duitse eenheid. Nederland als een­heidsstaat ontstaat pas in de Franse tijd met de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland. Voor de Franse tijd hadden we hier de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden of Zeven Verenigde Provinciën. Het was een betrekkelijk los politiek verband. De Raadspensionaris of de Stadhouder had met de Staten-Generaal alleen een taak bij de landsverdediging en de buitenlandse betrekkingen. Elke provincie regelde verder de eigen zaken. In de negentiende eeuw begon de Industriële Revolutie. Die leidde tot enorme veranderingen. Tot dan toe waren stad en ommelanden een economische eenheid met wat aanvullende handel over grotere afstand. Nu concentreerde de productie zich in Nederland bij de havens, waar de steenkool voor de stoommachines werd aangevoerd. Elders zie je de vestiging van industrie bij de kolengebieden: Ruhrgebied, Midden-Engeland, Noord-Frankrijk en Zuid-België bijvoorbeeld. Om de grondstoffen aan te voeren en de producten naar de binnen- en buitenlandse markt te vervoeren waren spoorwegen, havens, kanalen, bruggen en wegen nodig. Er moest beter onderwijs komen en dus één taal, het Algemeen Beschaafd Nederlands, het ABN. Rijksgrenzen hadden eerder nauwelijks betekenis. Aan weerszijden werd hetzelfde dialect gesproken. Er werd over en weer getrouwd. Migratie was geen probleem. Nu werden rijksgrenzen ook economische grenzen, juridische grenzen, taalgrenzen, culturele grenzen. Nederland werd een eenheidsstaat met een uitgebreide nationale wetgeving. Het is nog geen tweehonderd jaar geleden. Overal in Europa zie je dan het streven naar een nationale identiteit. Er kwam Vaderlandse Geschiedenis en in de aardrijkskundeles werden staten behandeld in plaats van grensoverschrijdende regio’s. De kunst liet het eigen roemrijke verleden zien in plaats van de gemeenschappelijke Europese geschiedenis. Nationale symbolen, de vlag, de munt, het wapen, het vorstenhuis, het volkslied moesten het gevoel van nationale eenheid versterken. De tijd, dat Brabant en Limburg als wingewesten werden beschouwd was nog maar net voorbij. In plaats van over Friezen, Groningers, Hollanders, Zeeuwen en Brabanders gingen we over Nederlanders spreken en over het Nederlandse volk. Wij waren anders dan onze buren, de Belgen, de Britten, de Duitsers en al die andere Europese volken.

De eeuwenoude tegenstelling tussen het Westrijk, Frankrijk en het Oostrijk Duitsland werd nu versterkt door nationale gevoelens De behoefte aan grondstoffen leidde tot het kolonialisme, maar ook tot de Frans-Pruisische oorlog van 1870-1871, waarbij het Lotharingse ijzererts in Pruisische handen viel en in 1918 weer naar Frankrijk ging en in 1940 weer even naar Duitsland. Die oorlogen kostten miljoenen militairen en ook steeds meer burgers het leven. Dat alles om de economische macht en daarmee politieke macht. Macht voor het Duitse volk, voor het ras van de Edelgermanen.

Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog zijn we in Europa tot bezinning gekomen. Dit nooit meer. Nooit meer je beter achten dan die ander, nooit meer wederzijds geweld, nooit meer je opsluiten in je eigen kleine landje en je afkeren van de ander. De lessen leren van het verleden. Het wordt tijd, dat we een groot offensief beginnen tegen dat herlevend nationalisme. Verdeeldheid in Europa kan allen maar ellende brengen.

Jaargang 9, Nr. 407.

Een prachtige excursie naar Walcheren

april 15th, 2016

EEN DANKBAAR GEVOEL

Het is vandaag, 15 april precies twee jaar geleden, dat ik een zware operatie onderging. Ik lag vijf weken in het ziekenhuis, eerst het UMC Utrecht en daarna het Diakonessenhuis. Thuis gekomen was ik nog niets waard, maar een maand of vier later was ik al aardig opgeknapt. Nu zorg ik door elke dag te wandelen of te fietsen en twee keer in de week te fitnessen, dat mijn conditie op peil blijft. Zo kan ik nog veel doen. Dat geeft mij een dankbaar gevoel.

Zo was ik afgelopen zaterdag in staat een intensieve dagexcursie van onze Historische Kring Tussen Rijn en Lek mee te maken. Die historische Kring bestaat dit jaar vijftig jaar. De kring doet goed werk. Elk jaar zijn er lezingen en kleine excursies en één grote excursie. Er wordt een tijdschrift uitgegeven, waarin leden hun onderzoeksresultaten publiceren. Er is een serie boeken uitgegeven. Er is een archeologische werkgroep actief, want vooral in de omgeving van Houten is er veel uit de Romeinse tijd te vinden, ook wel van daarvoor en daarna. Veel is tentoongesteld in het oude NS-station van Houten. Een lidmaatschap is echt de moeite waard.

Die excursie ging eerst naar Arnemuiden. We begrepen overigens, dat ze niet veel moeten hebben van dat lied over de klok van Arnemuiden, die maar bleef luiden. Dat lied was door een Groninger gemaakt, bromde de man, die een lezing gaf. Arnemuiden heeft een klassieke scheepswerf voor houten vissersscheepjes, die hoogaars worden genoemd. Arnemuiden lag vroeger aan zee en via het Veerse Gat kon men bij de visgronden komen, waar men op garnalen viste. Het waren zeilschepen, maar bij windstil weer moest er geroeid worden. Men bleef dicht onder de kust en toch zijn er heel wat scheepjes vergaan door plotseling opstekende stormen. Er is wel geprobeerd op deze schepen motoren in te bouwen, maar door het trillen van de motor lieten de houtverbindingen los. Nu zijn er nog een aantal stalen schepen waarmee vanuit Vlissingen gevist wordt. De werf wordt nu alleen voor reparatie gebruikt. We hebben de werf uitvoerig bekeken. Onvoorstelbaar, dat men vroeger met de hand planken zaagde uit eikenstammen.

’s Middags bezochten we in Middelburg het Zeeuws Archief. Een oud stadspaleis biedt de medewerkers hun vaak prachtige werkplek. Het publieksdeel met bibliotheek en de archiefzalen zijn er aan vast gebouwd. Het zijn vijf kelderverdiepingen onder elkaar met een zeer zorgvudlige klimaatregeling en luchtzuivering. Het gaat vijftien meter de grond in.

Midden in Middelburg heb je de abdij, waar nu het provinciaal bestuur zetelt. Middelburg ligt van nature al hoog op de oeverwallen van kweldergeulen, zoals de Arne. Maar door opeenvolgende bouwperioden is de stad steeds hoger komen te liggen en bleef bij de inundatie van Walcheren tijdens het slot van de Tweede Wereldoorlog droog. Middelburg is door de handel vroeger een rijke stad geweest. Dat zie je ook aan de vaak enorme herenhuizen met een grote tuin erachter. De stadswandeling onder leiding van een vrouwelijke gids werd een interessante tocht.

We waren blij toen we nog even op een terrasje konden uitrusten. Die zijn er veel. We keken terug op een interessante dag. Fijn, dat we het nog kunnen.

Jaargang 9, Nr. 406.

Commentaar bij de referendum uitslag

april 8th, 2016

Waarom zijn de Nee-stemmers zo boos?

Voor mij is er een pleister op de wonde. In mijn woongemeente Bunnik leverde het Oekraïne referendum een meerderheid voor JA op. In onze gemeenteraad zijn extreem links (SP) en extreem rechts (PVV) niet vertegenwoordigd. Bij andere verkiezingen blijken ze wel aanhangers te hebben. Maar de Nee-stemmers vind je bij alle partijen en het minst bij GroenLinks. In de gemeente Bunnik was de opkomst flink hoger dan het landelijk gemiddelde van 32,2%, namelijk 41,13%. De VVD afdeling Bunnik heeft een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd waar VVD TK-lid Han ten Broeke en SP EK-lid Elzinga met elkaar discussieerden. De Nieuwsbode, een huis-aan-huisblad gaf daarvan een verslag. Zelf publiceerde ik een ingezonden brief in een ander huis-aan-huisblad, het Bunniks Nieuws met heel beknopt uitleg waarover het ging. In ons parochieblad, dat in 600 gezinnen wordt gelezen schreef ik eveneens een motiverend artikel. De gemeente Bunnik heeft een gemiddeld hoog opgeleide goed verdienende bevolking. Dat alles leverde de hoge opkomst op. Mensen konden weten waarover het ging. Dat vertelden ze ons ook. Het percentage JA-stemmers was 22,22% en het percentage NEE-stemmers 18.08%. Er waren ook nog wat blanco en ongeldige stemmen, die bij het opkomstcijfer wel meetellen. De tactiek van veel landelijke partijen om niet of nauwelijks campagne te voeren, lijkt mij verkeerd te zijn uitgevallen. Als er geen 30% opkomstdrempel zou zijn, dan zouden alle partijen veel actiever moeten zijn. Dan zouden mensen veel beter weten waar het om gaat en zo beter tot een keuze kunnen komen. Er is alle reden om te veronderstellen dat bij een hoge opkomst van boven de 70% er een ruime meerderheid voor JA uit de bus zou zijn gekomen. NU hielpen de Ja-stemmers NEE aan een “overwinning”. Als nog geen 20% van de bevolking zo gemotiveerd voor NEE is en ook nog komt stemmen is het eigenlijk een beetje schraal en tegelijk ook verontrustend.

Welke motieven hadden de NEE-stemmers? Al heel vlug heerste er een sfeer van iedereen is TEGEN. Dat sleept mensen mee. Het maakt het ook moeilijk er tegen in te gaan. Mensen waren al vroeg ongevoelig voor tegenargumenten. Overigens wisten nog veel meer mensen van toeten noch blazen. Met goede voorlichting hebben we dat voor een aantal mensen kunnen doorbreken. Naarmate de campagne vorderde ging het eigenlijk steeds minder over Oekraïne. De standpunten over corruptie en handel en mensenrechten stonden tegenover elkaar en het was een dialoog tussen doven. Eigenlijk heerste bij de tegenstanders van het verdrag veel onvrede. Die EU doet maar en wij hebben er geen greep op. Het jarenlange onderhandelingsproces, de druk van Rusland om niet te tekenen, de opstand op het Maidanplein met de tientallen doden en de vrije verkiezingen daarna, het leek allemaal onbekend. Ze lieten zich met gemak wijsmaken, dat het verdrag een opmaat is voor het volledig lidmaatschap. Elke uitbreiding betekent meer oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. Vrachtwagenchauffeurs, die voor veel lagere lonen werken bijvoorbeeld. Ze wantrouwen de ontkenningen van de politici. In het begin zullen vooral grote bedrijven, hier en daar, profiteren. Maar die hebben daardoor meer arbeidskrachten nodig. Dat wordt dan weer niet geloofd. Het is allemaal een complot van de hoge heren en wij zitten met de brokken. De individualisering van de samenleving maakt mensen veel kwetsbaarder voor al die verhalen. Er zijn geen mensen meer in hun leefomgeving, die alle onzin tegenspreken. Hun uitgangspunt wordt dan het botte eigenbelang en de idee van internationale arbeiderssolidariteit is uit het oog verloren. Zo wordt het gevoel van machteloosheid nog verder versterkt. De intellectuele bovenlaag heeft meestal nauwelijks een idee van wat er leeft onder al die werklozen, arbeidsongeschikten en laagbetaalden. De scheidslijnen worden steeds scherper. De uitslag van dit referendum is een signaal, maar de intellectuele bovenlaag hoort de rinkelende alarmbellen niet of houdt zich doof.

Is dat nu de schuld van een verouderd democratisch systeem, stammend uit de negentiende eeuw? Moeten er veel meer referenda komen? Kunnen we zo de massa weer bij de politiek betrekken? Als er aan die individualisering van de samenleving niets verandert en het egoïsme de boventoon blijft voeren zal geen enkele structuurverandering ook maar iets veranderen. In de politiek gaat het om ons samenleven in de polis, de stad. In elke samenleving spelen tal van belangen. Het politieke systeem is er om al die belangen samen te brengen en in onderling overleg tot een oplossing van de vraagstukken in de samenleving te komen. Die oplossing zal altijd een compromis tussen al die belangengroepen zijn. Als die compromisbereidheid verdwijnt en men niet langer rekenign wil houden met de ander, dan blijft de crisis in ons democratisch stelsel door etteren. Er ontstaan stinkende wonden. Politici kunnen beginnen met het benadrukken van de onderlinge overeenkomsten in plaats van elkaar vast te pinnen op de tegenstellingen. Dat eist een enorme cultuuromslag: streven naar meer harmonie in de samenleving, meer oog voor elkaar. De komende jaren staan we voor veel moeilijker problemen dan een verdragje met dat land ergens in het oosten, Oekraïne genaamd. Het wordt tijd voor bezinning, Mark.

Jaargang 9, Nr. 405.

Referendum tegen de EU

april 1st, 2016

SCHAAMTELOOS

Vandaag bekennen de organisatoren van het Oekraïne referendum zonder enige schaamte, dat het hen niet gaat om het associatieverdrag maar om zoveel mogelijk afbreuk te doen aan de Europese Unie. Het lijkt mij bijna een oorlogsmisdaad. De voortdurende samenwerking van de lidstaten in de EU is immers de beste garantie tegen ernstige conflicten, die zoals zo vaak in onze geschiedenis uitlopen op een oorlog.

We weten al heel lang, dat het in de EU ontbreekt aan democratische legitimering. De grote beslissingen worden genomen in de Europese Raad van regeringsleiders. Weliswaar wordt een regering geacht het algemeen belang te behartigen, maar dat is meestal synoniem met de opvattingen van de regeringspartijen. In Nederland is dat een compromis tussen VVD en PvdA. Het betekent gewoon, dat aan de armoede in Nederland te weinig wordt gedaan. Ik merk ook bij goedwillende mensen vaak, dat ze geen enkel besef hebben van de ernst van de armoede in Nederland. In discussies menen ze vaak, dat armen de vaardigheid van goed budgetteren missen. Echte deskundigen verzekeren ons, dat er meer aan de hand is. Daarnaast zien we dat er in Nederland te weinig aandacht is voor de klimaatproblematiek en dat Nederland wat betreft groene energie in Europa achteraan loopt. Onze regering behartigt dus een beperkt groepsbelang en dat geldt waarschijnlijk voor alle regeringen. We kunnen met een gerust hart aannemen, dat de Europese Top en de Raden van Ministers geen afspiegeling vormen van de bevolking van de EU. Een terugval naar meer beslisbevoegdheid bij de lidstaten vormt evenmin een oplossing van het democratisch tekort. Het zich afzetten tegen de EU door de SP zorgt er bovendien voor, dat SP aanhangers veel minder opkomen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. De SP heeft slechts twee leden in het EP, evenveel als het veel kleinere GroenLinks, waarvan de aanhangers juist wel opkomen.

Waarom is de SP zo tegen Europa? Zij zien in de EU een complot van de grote ondernemingen. Daarin hebben ze in zekere mate gelijk. De grote ondernemingen waren al vóór de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, nu de EU, grensoverschrijdend bezig. Daarbij waren tolgrenzen buitengewoon hinderlijk. Zo kwam er een douane-unie. Maar er is veel meer nodig, willen bedrijven goed kunnen werken in de hele EU. Dus hebben we een voortdurende uitbreiding gezien van de bevoegdheden van de EU. Bedrijven mopperen wel over de vele regels, maar hebben er meestal zelf om gevraagd. Alle landen willen de EU zo goed mogelijk onder controle houden en daarbij staan de nationale belangen voorop. De besluitvorming verloopt vaak erg moeizaam en er komen altijd compromissen uit de bus. Niemand krijgt volledig zijn zin en dus is er altijd wat te mopperen. Want wij verwende Nederlanders willen altijd onze zin krijgen. Zoals wij vroeger altijd klaagden over Den Haag, zo is nu Brussel de kwade Pier. Wel leuk voor Haagse politici. Ze kunnen altijd weer de schuld aan Brussel geven. Maar zo voeden ze het onbehagen over Europa en dat is onverantwoordelijk gedrag.

Veel EU-haters vrezen de ontwikkeling naar een superstaat, een federaal Europa. We weten niet of het ooit zo ver zal komen. Misschien komen we in Europa tot een geheel eigen model, dat nog nergens anders bestaat. Toch zouden juist Nederlanders de lessen van de vaderlandse geschiedenis beter moeten kennen. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werkten de zeven provinciën samen, maar elke keer moest men weer tot een compromis komen. Vaak was eerst weer ruggenspraak nodig met de Staten van Holland of Friesland of een andere provincie. En intussen viel de vijand het land binnen en werd er maar geen besluit genomen, zoals in het Rampjaar 1672. Het bestuur was radeloos, het land reddeloos en het volk redeloos. Uiteindelijk kwam er tijdens de Franse tijd en daarna een eenheidsstaat. Ik zal het wel niet meer meemaken, maar ik verwacht, dat uiteindelijk ook voor Europa de noodzaak zal blijken.

Hoe krijgen we EU democratischer? Het EP moet veel meer bevoegdheden krijgen en een echte volksvertegenwoordiging worden. Dat betekent, dat de opkomst bij de verkiezingen flink omhoog moet. Dan moet er ook duidelijke partijvorming op Europees niveau komen. De mensen moeten weten waar die Europese partijen voor staan. De Groenen zijn al jaren bezig om al die groene partijen op een lijn te krijgen. Juist daardoor weten ze goed wat ze willen en daardoor hebben ze in hun parlementaire werk ook veel succes. Uiteindelijk moet het ons Europees Parlement zijn, dat de macht van de multinationals beteugelt, dat er voor zorgt, dat belastingontwijking verboden wordt, dat er voor zorgt, dat cao’s niet meer ontdoken kunnen worden door Oost-Europeanen in te schakelen. Zo is er nog heel wat werk te verzetten. Hou op met mopperen op de EU, maar ga aan het werk. We zijn allemaal Europeanen.

Jaargang 9, Nr. 404.

Het Paasgeloof op de proef gesteld

maart 26th, 2016

Pasen: leven na lijden en dood

De laatste dagen wordt ons geloof op de proef gesteld. In het aloude lijdensverhaal komen de apostelen voor de vraag te staan of hun verwachtingen wel uitkomen. Is Jezus van Nazareth wel de verwachte Messias? Hij is gemarteld. Hij is een vernederende dood aan het kruis gestorven. Maar dan komt Paasmorgen. Hij leeft. Hij is verrezen uit de dood. Dit verhaal heeft voor gelovigen een bijzondere betekenis. Wat er ook aan ellende over ons komt, er blijft altijd hoop zelfs de zekerheid, dat het weer beter zal gaan.

Maar dan vallen er in Brussel meer dan dertig doden en vele zwaar gewonden. En elke dag weer vallen er in Syrië en Irak nog veel meer doden en gewonden bij alle partijen. Er lijkt geen einde te komen aan de vijandelijkheden. Triomfantelijk wordt gemeld, dat er weer tientallen IS-strijders zijn gesneuveld en dat ook een belangrijke leider is gedood. En we beseffen niet, dat we weer haat zaaien en toekomstige terreuraanslagen over ons afroepen. In de kerken bidden we voor onze doden en we vergeten die andere doden, slachtoffers van onze bommen.

Er zijn ook tekenen van hoop. Er is een gedeeltelijke wapenstilstand en er wordt onderhandeld. Misschien is het bij elk conflict zo, dat er een moment komt, dat alle partijen gaan beseffen, dat ze allemaal krankzinnig bezig zijn, Ik denk aan Noord-Ierland en voormalig Joegoslavië en Tsjetsjenië en Zuid-Afrika en Colombia en vooral aan de Tweede Wereldoorlog en de zeventig jaar zonder nieuwe wereldoorlog erna. Komt er ook wijsheid in de hoofden van al die krijgsheren in het Midden-Oosten? Komt er wijsheid in de hoofden van de fabrikanten van wapentuig en munitie? Komt er wijsheid in de hoofden van de aandeelhouders van de wapenfabrieken? Als je gelooft in Pasen is het antwoord ja. Ik wens u allen Vrede. Ik wens u een Zalig Pasen.

Jaargang 9, Nr.403.

Over het Oekraïne referendum 2

maart 25th, 2016

Dit bericht is eerder geplaatst in het parochieblad Open Venster, editie Odijk voor maart 2016.

Gaat u 6 april JA of NEE stemmen bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne?

John Jorna

De eerste vraag, die bij u opkomt zal misschien zijn waarom ons parochieblad over zo’n politiek onderwerp schrijft. Een eerste reden is om u op te roepen om te gaan stemmen. Dat is niet omdat het voor u zelf erg belangrijk is. Weinig mensen in Odijk zullen er iets van merken, dat Oekraïne met de EU geassocieerd is. Voor de mensen in Oekraïne is het wel belangrijk. Zij willen los komen van Rusland en zich economisch meer richten op het Westen. De ervaringen met Rusland waren en zijn voor het land niet bepaald prettig. In de Stalintijd zijn duizenden vermoord of naar Siberië verbannen en nu is er de voortdurende dreiging van het weer oplaaien van het conflict in het Oosten van het land. Oekraïne is afhankelijk van olie en gas uit Rusland en dat levert evenzeer voortdurend problemen op. Oekraïne is op die manier niet echt onafhankelijk.

We zien een land in nood, waar vooral de gewone mensen het erg moeilijk hebben. En in Odijk is het de gewoonste zaak van de wereld om mensen in nood te helpen. Als Oekraïne gemakkelijker handel kan drijven met de EU, kan het land tot welvaart komen. Meer mensen kunnen dan werk vinden. Het zou mij niets verwonderen als er mensen als adviseur in Oekraïne gaan werken om het land te helpen bij de modernisering van de landbouw en de industrie. Dat hebben we met andere landen in Oost-Europa ook gedaan. Een heel noodzakelijke hulp is de juridische bijstand bij het bestrijden van de corruptie. Na de val van het communisme hebben enkele mensen de macht over de vroegere staatsbedrijven weten te krijgen. Daarna hebben ze zich zelf enorm verrijkt. Zo hebben ze veel macht. Het zal veel moeite kosten dit te veranderen. Maar wij als katholieken hebben de plicht om het algemeen welzijn te bevorderen, niet alleen in ons eigen land, maar ook elders in Europa.

Oekraïne is ook een heel godsdienstig land. De onderdrukking van de godsdienst in de communistische tijd is er niet vergeten. Sommige kerken zijn met Rome verbonden en een deel van de met Rusland verbonden Orthodoxe Kerk heeft zich van het Russische patriarchaat los gemaakt en vormt nu een nationale Kerk onder de Patriarch van Kiev. Anderen zijn nog met de patriarch van Moskou verbonden. Vraagt u zich eens af, of u uw medechristenen wilt helpen door Ja te zeggen op 6 april.

De EU geeft vorm aan de sterke verbondenheid van de lidstaten. We realiseren ons niet zo vaak, dat de vroegere vijanden Frankrijk en Duitsland nu al zeventig jaar in vrede leven en intensief met elkaar samenwerken. Na eeuwen van telkens weer oplaaiende oorlogen is Europa een continent van vrede geworden. Het is dan ook geen wonder dat een land als de Oekraïne een nauwere band met Europa wil. We verlangen toch allemaal naar veiligheid. Het land kan nog lang geen EU-lid worden. Daarvoor moet er nog hard gewerkt worden om van het land een echte rechtsstaat te maken. Daarbij kunnen wij in de EU helpen. Het associatieverdrag maakt die samenwerking gemakkelijker.

Ik hoop u voldoende argumenten te hebben aangereikt om op 6 april uw stem te bepalen. Succes!

Over het Oekraïne referendum

maart 25th, 2016

Dit artikel is als ingezonden brief geplaatst in het huis-aan-huisblad Bunniks Nieuws van 23 maart 2016

JA of NEE op 6 april?

Hoe bepalen we onze stem bij het Oekraïne-referendum?

Natuurlijk wil Oekraïne zich economisch meer op de EU richten. Het land wil los van de knellende banden met Rusland. De Stalinterreur zorgde voor miljoenen doden en velen werden naar Siberië verbannen. Nu lijdt het land onder de agressie van Rusland, dat de Krim annexeerde en de opstand in het Oosten steunt met manschappen en materieel. We moeten de fout van Chamberlain in München 1938 niet herhalen, maar krachtig optreden.

We kunnen het arme Oekraïne het beste helpen door de exportmogelijkheden te verruimen, door er te investeren, zoals Philips in buurland Polen en door juridische bijstand om de corruptie te bestrijden en meer aandacht te krijgen voor mensenrechten. Er moet nu meer stabiliteit komen.

Ondanks de voortdurende druk van Poetin heeft het land bij vrije verkiezingen in overgrote meerderheid gestemd op EU gezinde partijen. Poetin ziet liever niet, dat er straks een vrij en welvarend democratisch bestuurd land grenst aan Rusland. Moeten wij ons daar iets van aantrekken?

Voor ons betekent het ruimere toegang tot een markt van 45 miljoen inwoners. De wederzijdse handel zal toenemen. Meer productie betekent meer werkgelegenheid. Medische apparatuur van Philips kan daar het niveau van de gezondheidszorg opkrikken

Het referendum gaat niet over een lidmaatschap van de EU voor Oekraïne, want er is nog veel fout in Oekraïne.. Een JA stem betekent steun voor de EU. De samenwerking van nationale staten in de EU is de beste garantie voor vrede binnen Europa na eeuwen van oorlogen. De EU heeft ons meer welvaart gebracht. Bedrijven produceren goedkoper door de zeer grote en koopkrachtige markt.. Die grote bedrijven hebben veel economische macht. Ons kleine land kan die macht niet beteugelen. Dat kan alleen de EU. Er is alle reden om heel zuinig te zijn op onze Europese Unie.

Vluchtelingen

maart 18th, 2016

POLITIEKE TOP IN BRUSSEL EN DE SIMPELE PRAKTIJK IN ONZE GEMEENTE

In Syrië is er een gedeeltelijke wapenstilstand en er wordt onderhandeld over een oplossing van het conflict. De Russen hebben een deel van de vliegtuigen en manschappen teruggetrokken. Met de nodige scepsis hoop je toch dat er een begin is van een oplossing. Een terugkeer van alle vluchtelingen zit er, vermoed ik, voorlopig niet in. Waar moeten ze heen? Kunnen de minderheidsgroepen straks nog naar hun eigen woonplaats? Komt er binnen Syrië een soort herschikking, waarbij al die bevolkingsgroepen niet meer door elkaar wonen, maar elke groep bij elkaar? Het worden ingewikkelde onderhandelingen.

Turkije raakt opgescheept met miljoenen gevluchte Syriërs en eigenlijk behoor je te verwachten, dat ze daar fatsoenlijk worden opgevangen. Dus op de duur in een eigen woning. Dat ze werk mogen zoeken en dat hun kinderen onderwijs krijgen. Het zou een enorme prestatie van de Turken zijn, als ze dit klaar krijgen. Daar mag dan wel wat tegenover staan. Maar intussen vraag ik mij wel af, of er straks weer de nodige bruiden uit Turkije naar Europa komen. Visumvrij reizen betekent toch niet recht op permanent verblijf? Gezien de onderdrukking van de kritische pers en de oorlog tegen de Koerden en nog zoveel meer, behoort Turkije geen lid van de EU te worden. Maar erover praten mag.

Intussen kreeg ik de afgelopen weken informatie over Vluchtelingenwerk Bunnik. Vorige week vertelde een Iraanse vrouw over haar reden om te vluchten en over de huidige situatie. Ze werkt als oncologisch verpleegkundige en daarvoor kreeg ze een verdiend applaus. Maar ze volleybalt ook in een recreantengroep samen met nog een Iraanse. Alle vluchtelingen hebben ook een taalmaatje, waarmee ze elke week gesprekken voeren om het gewone Nederlands beter te gaan beheersen. Soms is juridisch advies nodig, bijvoorbeeld als ze tot gezinshereniging willen komen. De eerste opvang lijkt me heel belangrijk. Vanuit een AZC reizen ze naar NS station Lunetten, want daar dichtbij is het kantoor van de woningbouwvereniging, waar ze het huurcontract moeten ondertekenen. Dan volgt de inschrijving bij de gemeente en de aanvraag van een of meer uitkeringen. Pas dan gaan ze naar hun nieuwe woning, maar die is nog kaal. Ze krijgen een bedrag voor de inrichting, maar dat is erg krap. Er moet een school gezocht worden voor de kinderen en een taalcursus voor de ouderen. Ze moeten echt bij van alles geholpen worden. Er is ook een groep opgericht, die de mensen helpt bij het zoeken naar een baan. Het is indrukwekkend wat deze vrijwilligers allemaal presteren. Er is één betaalde coördinator.

Volgend jaar moeten er nog meer vluchtelingen opgevangen worden. Het verderfelijke volkshuisvestingsbeleid van de rijksoverheid begint zich steeds meer te wreken. Subsidies vielen weg en er werd zelfs een greep in de kas gedaan. Er worden veel te weinig sociale huurwoningen gebouwd. Projectontwikkelaars proberen steeds weer onder hun verplichting van 30% sociale huur uit te komen. Demonstranten zouden hiertegen moeten protesteren in plaats van tegen de komt van vluchtelingen. Het is niet hu schuld, dat er te weinig sociale huurwoningen zijn.

Dat alles hoorde ik tijdens de jaarlijks sobere maaltijden, die de kerken sedert 2003 in Odijk organiseren. Je krijgt een bord rijst met een creatief samengesteld groentemengsel. Geen vlees. Je geeft wat in een mandje en de opbrengst gaat naar een goed doel. Dit jaar is dat Vluchtelingenwerk Bunnik. We bereiden ons voor op Pasen. Er is leven na lijden en dood. Ik hoop ook in Syrië.

Jaargang 9, Nr. 402.