Ben Jorna werd op 29 november 1935 geboren als 2e zoon van Jan Jorna en Riek Jorna-Molle. Zij woonden aan de Kievitstraat 14 in de Arnhemse Vogelwijk. In 1937 verhuisde het gezin naar de Thomas a Kempislaan 12, genoemd naar de schrijver van ‘De Navolging van Christus’. Ben ging bij de Zusters naar de kleuterschool en bij de fraters van Utrecht naar de O.L. Vrouweschool. Na zijn eerste H. Communie werd hij al snel misdienaar. Het gezin maakte de Slag om Arnhem mee en moest daarna evacueren naar een schooltje op het platteland oostelijk van Apeldoorn. Ook daar was Ben misdienaar. De katholieke evacuees kwamen bijeen in het protestante wijkgebouw Samuel.
Bij Ben ontstond al vroeg het verlangen om priester te worden. Onze ouders overlegden met heeroom Jan Kerkhoff mhm, missionaris in Oeganda en die raadde Mill Hill aan. In 1948 ging Ben voor vier jaar naar Tilburg en daarna voor twee jaar naar Haelen. Hij bleek daar een intelligente leerling. Hij haalde in 1954 zijn staatsexamen Gymnasium B. Toen volgde de opleidingen Filosofie en Theologie in Roosendaal en Mill Hill Londen. In 1960 werd hij priester gewijd in Mill Hill. Het hele gezin plus oom Sjef was er bij. Een week later deed hij zijn Eerste Plechtige H. Mis in onze parochiekerk van O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis aan de van Slichtenhorststraat in Arnhem.
Hij was bang, dat hij moest gaan studeren en een baan op het Seminarie zou krijgen, maar tot zijn vreugde werd hij naar Congo benoemd, maar moest wel eerst een brede onderwijsbevoegdheid in Antwerpen gaan halen. Antwerpen was wel leuk, want zowel van moeders als van vaders kant woonde daar familie. Na twee jaar was hij bevoegd om wiskunde, natuurwetenschappen en aardrijkskunde te geven. Toen naderde een moment van afscheid nemen voor een wat langere tijd. Ben vertrok naar het bisdom Basankusu in de Evenaarprovincie van Congo, waar hij les zou gaan geven aan de onderwijzersopleiding in Bokakata, westelijk van de hoofdstad Basankusu. Maar in het oosten van het bisdom waren opstandelingen moordzuchtig bezig, ook onder missionarissen en al na korte tijd was Ben weer terug in Nederland. De opstand werd door westerse troepen onderdrukt en toen het weer veilig was kon Ben nu echt naar Bokakata. Daar heeft hij jarenlang gewerkt. Onder de Mill Hillers gingen sterke verhalen rond over Ben, maar wij kregen ze nauwelijks te horen.
Ben was soms wat verstrooid. Bij het lesgeven bedacht hij, dat hij in de bibliotheek iets moest opzoeken. Al snuffelend in de boeken vergat hij alles, ook dat hij eigenlijk bezig was met lesgeven.
Wij vormden een soort thuisfront. Ben wilde graag dia’s laten zien, maar hoe kon hij het lokaal verduisteren? Een langwerpige kist met de opgerolde gordijnen ging via Antwerpen naar Congo. Het land ontwikkelde zich ondanks alles en zo kwam het zo ver, dat een Congolees het werk van Ben kon overnemen.
Ben kreeg voor het eerst een benoeming in de zielzorg en wel in Bolomba in het Westen van het bisdom. Tijdens al zijn vakanties en zijn bedelpreken had hij heel wat vrienden gekregen en die schreven vele brieven. Hij vroeg mij hoe hij al die brieven zou kunnen beantwoorden. Zo ontstond het idee van de rondzendbrieven. Ik heb er jarenlang tientallen naar zijn familie en zijn weldoeners verstuurd. Er boven stond “Brief uit Bolomba” en daar kwamen dan de nummers achter, 2,3,4, 5 en zo verder. Ik typte de brieven keurig over, verbeterde taal- en schrijffouten. Ik vermoed, dat ze bij veel mensen heel inspirerend hebben gewerkt. Ben schreef bijvoorbeeld, dat hij in een dorp was geweest, waar anderhalf jaar geen priester was geweest. De catechist had er al die tijd voor gezorgd, dat er toch vieringen waren. En ik dacht, dat kunnen wij ook nu er steeds minder priesters zijn. Toch was dat werk eigenlijk te zwaar voor Ben.
Een nieuwe benoeming volgde. In Baringa moest hij een huis opzetten, waar jonge mannen werden voorbereid op het seminarie. Dat ging lang goed tot de politieke onrust toenam en Ben in conflict kwam met een dorpspotentaat. Dat begon griezelig te worden en midden in de nacht vluchtte Ben in de auto met iedereen naar Basankusu. Daar zette hij zijn werk voort.
In het Oosten van het land waren rebellen actief en zij rukten op langs de noordelijk gelegen Congorivier. Tegen de verwachting in slaagden zij door moerassig oerwoud Basankusu te bereiken en de stad, het vliegveld en een vliegtuig bij verrassing te veroveren. Plotseling waren de mensen in Basankusu afgesneden van contact met de hoofdstad Kinshasa en verder met Europa. In die tijd sprak ik elke veertien dagen via de telefoon een boodschap van precies één minuut in, die via een Vlaamse wereldomroep werd uitgezonden en in Basankusu beluisterd kon worden. De stad werd vrijwel dagelijks door de regering met primitieve vatenbommen bestookt. Ben had een eenmansgat gegraven en was zo betrekkelijk veilig. Op een dag landde er een vliegtuig van de rebellen. Ben racete er naar toe en vertrok al snel. Via de Centraal Afrikaanse Republiek kwam hij naar Europa. Wat later kon hij zelf een boodschap voor Basankusu inspreken en de mensen van de omroep hadden dat goed door.
Terug naar Congo kon niet meer. Ben ging in Engeland een cursus volgen hoe je beter gebruik kunt maken van je talenten. Vervolgens leerde hij zelf dergelijke cursussen te geven. Hij werd daarna naar India benoemd om jongemannen kennis te laten maken met de spiritualiteit van Mill Hill. Een enorm probleem werd, dat hij slechts een toeristenvisum voor zes maanden kreeg en dan moest hij het land weer op tijd uit. In Sri Lanka probeerde hij dan weer een visum te krijgen. Een keer heeft hij er zelfs op zijn knieën om gesmeekt. Uiteindelijk werd het allemaal toch te zwaar In 2010 ging hij in het Sint Jozefhuis in Oosterbeek wonen.
Ben bleef studeren, las de kranten al vroeg in de ochtend en ontwikkelde over allerlei zaken een duidelijke visie. Zijn collega’s merkten dat maar al te goed. Die waren niet zo vreselijk progressief. Dat werden soms stevige debatten als ik het goed begrepen heb. Tsja Ben bleef toch de leraar, die hij eigenlijk steeds weer door bepaalde benoemingen werd. Zijn 84ste verjaardag en zijn zestigjarig priesterschap mag hij nu in de hemel vieren en wij vieren het met hem mee.
Jaargang 12, Nr. 583.