Het CDA in Noord-Brabant

mei 3rd, 2020

eEN PARTIJ DIE ZICH ZELF OM ZEEP HELPT?

 

In Noord-Brabant heeft de Coronacrisis het hardst toegeslagen. Veel van die eenvoudige CDA-leden hebben wel iets anders aan hun hoofd dan de provinciale politiek. Het CDA is een partij van mooie woorden en heeft veel trouwe wat oudere aanhangers, die uit gewoonte of traditie op die partij stemmen. In de praktische politiek wijken ze vrijwel altijd van hun mooie programma’s af. De leden zeggen vanuit Roomse volgzaamheid altijd maar weer Ja en Amen. Zoals zo vaak heeft een kleine elite het echt voor het zeggen. Die elite was niet blij met het beleid, dat vooral bepaald werd door D66 en GroenLinks. Met name het boerensmaldeel, altijd al machtig binnen die partij was erg tegen. Er zou een streng stikstof beperkingsbeleid gevoerd worden. Dat betekende geen groei van de boerenbedrijven, eerder krimp van de veehouderij. Flora en fauna moesten weer terug naar die van de arme zandgronden. Er kwam een breuk in de coalitie van CDA, VVD, D66 en GroenLinks. Het enige alternatief was een coalitie met Forum voor Democratie en de lijst van lokale partijen.

Het provinciale CDA-bestuur ging de leden raadplegen. Een zeer klein deel reageerde en daarvan was iets meer dan de helft voor de samenwerking met Forum. Zo werd besloten tot samenwerking in een coalitie met Forum voor Democratie. Die onderschreven alle eisen, die het CDA stelde. Allicht, want in ruil daarvoor kregen ze erkenning als een fatsoenlijke partij en zo de mogelijkheid bij een volgende verkiezing nog meer stemmen te vergaren. Kijk maar eens. Plotseling is Forum in Noord-Brabant voor Europese samenwerking en voor vergaand klimaatbeleid en voor het ronselen van buitenlandse arbeidskrachten. Een provincie heeft over deze thema’s weinig te vertellen, want op deze terreinen wordt het beleid in Den Haag vastgesteld.

Dit alles was nodig om het stikstof beleid minder radicaal te maken. De Brabantse boeren en dan vooral de veehouders kregen hun zin. Die Brabantse veehouders hebben de afgelopen jaren niets geleerd. We hadden in Nederland de varkenspest en de gekke koeienziekte en de vogelpest en de Q-koorts en nu het coronavirus. Vaak moesten duizenden dieren worden afgemaakt om verdere verspreiding van zo’n veeziekte te voorkomen. De Q-koorts maakte ook veel mensen ziek en velen hebben daarvan nog steeds last. Een CDA-bewindsvrouw was veel te traag om maatregelen te nemen. Het milieu is bij het CDA allerminst in veilige handen.

Vijf jaar geleden bracht Paus Franciscus al snel na zijn uitverkiezing tot Bisschop van Rome en dus Hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk een encycliek uit. Een rondzendbrief gericht aan alle bisschoppen, priesters en gelovigen en nu over het behoud van de Schepping. De Paus legt in deze encycliek uit hoe een betrekkelijk kleine machtige en zeer rijke groep in deze wereld de macht heeft over het mondiale bedrijfsleven. Zij streven naar zo hoog mogelijke winsten, dus zo laag mogelijke kosten. Schoon produceren kost geld en dus blijft het bedrijfsleven de wereld vervuilen en op den duur onbewoonbaar maken. Ze houden de lonen in veel landen zo laag mogelijk. Zo zijn ze verantwoordelijk voor de armoede in de wereld. Deze maand is het vijf jaar geleden dat deze encyclike Laudato si uitkwam en daarom vraagt Paus Franciscus aan alle katholieken en andere mensen van goede wil om van 16 tot 24 mei na te denken over het behoud van onze woonplaneet Aarde en over de armoede in de wereld. Het vanouds katholieke Noord-Brabant wordt dus uitgenodigd om na te denken over het milieubehoud. Het CDA noemt zich met de C in de naam christelijk. Wederom maakt de elite van het Brabantse CDA het Christendom te schande. Het wordt tijd, dat de traditionele CDA-stemmers een andere partij zoeken. Dan kunnen ze straks weer genieten van die vroeger zo prachtige stukjes natuur in hun provincie.

13e Jaargang,  Nr. 613.

Oorlogsherinneringen van een kind

april 26th, 2020

BIJNA ZES BIJ HET BEGIN EN BIJNA ELF BIJ HET EINDE

 

De eerste dag van de oorlog herinner ik me, dat er bij ons in de laan allemaal Duitse legerauto’s stonden en vooral onder de kastanjebomen. In onze tuin stonden alle teilen vol met water, maar eigenlijk weet ik niet of dat tegen brand was of uit angst voor het uitvallen van de waterleiding. Mijn vader is toen erg overspannen geraakt. Als lid van de Burgerwacht stond hij uitgerekend op een post, waar de Duitsers Arnhem binnen kwamen en dan in volle oorlogsuitrusting met zwart gemaakte gezichten. Gevochten is er toen nauwelijks. Wel bij de Grebbelinie, maar als kind wist ik daar toen niets van.

Ik bezocht gewoon de kleuterschool bij de nonnen op de van Slichtenhorststraat tegenover de Onze Lieve Vrouwekerk. Dat ging gewoon door en daarna ging ik gewoon naar de Lagere school en leerde lezen. Er zaten ook kinderen van NSB-ers op school. Een keer liep een onderwijzer tijdens het speelkwartier een illegaal krantje te lezen. Ik herkende het en vond het maar eng. Ik lette goed op of er geen NSB-kind in de buurt kwam.

Mijn vader typte met een heleboel carbonpapier ertussen berichten van Radio Oranje over en bij één adres mocht ik dat in de brievenbus stoppen. Scouting, toen de verkennerij was verboden en in vakanties was er dus weinig te doen. Een keer gingen we met veel kinderen uit de buurt wandelen in de bossen van de Duno bij Doorwerth. Daar vonden we een klein krantje, De Vliegende Hollander, dat door geallieerde vliegtuigen was uitgeworpen. Niemand mocht verraden, dat we dat gevonden hadden.

Onze buren, de familie Kuijer, waren Joods. Op een dag waren ze weg. Het huis stond een tijd onbewoond, maar toen kwamen er mensen in, die uit Den Haag weg moesten, omdat daar de bunkers van de Atlantik Wall werden gebouwd. Het Joodse gezin had kennelijk het tafelzilver in de tuin begraven. Toen we na de bevrijding terug kwamen zagen we in die tuin de lege kisten. Wie het gepikt had, kwamen we natuurlijk niet te weten.

Intussen werden er regelmatig op straat mannen opgepakt door de Duitsers. Die moesten dan in Duitsland gaan werken in fabrieken en bij boeren. Uit angst kwam mijn vader tussen de middag niet naar huis om te eten. Ik moest de boterhammen brengen en uitgerekend toen waren er bombardementen op vele stations en emplacementen om de spoorverbindingen met Duitsland te vernietigen. In Arnhem werd toen de gasfabriek getroffen. We moesten elektrisch gaan koken. In Nijmegen werd de binnenstad geraakt. Het kostte veel Nijmegenaren het leven.

Ik leerde steeds beter lezen en kreeg op school ook aardrijkskunde. Ik volgde de ontwikkelingen van de oorlog in Noord-Afrika en later in Italië op de voet en ook de oorlog in Rusland en in Oost-Azië. Zo leerde ik toen al heel wat topografie. Ik wist als kind, dat de Duitsers overal aan de verliezende hand waren. Het was een kwestie van tijd voordat er een invasie in Frankrijk zou plaats vinden. D-day kwam in juni 1944. Het begin was moeilijk. Maar daarna volgde een verbazend snelle opmars. Dat leidde tot Dolle Dinsdag. NSB-ers sloegen op de vlucht naar Duitsland. We hadden het gevoel, dat we nu snel bevrijd zouden worden.

Op 17 september startte Operatie Market Garden. We kregen luchtalarm en schuilden onder de tafel tegen een binnenmuur. We dachten, dat het om de Willemskazerne in de binnenstad ging. Bij ons in de buurt gebeurde aanvankelijk niets. We gingen achter ons huis naar de hoger gelegen Vogelwijk, waar we veel verder konden kijken. Veel was er niet te zien. Wel zagen we mensen haastig wegrennen over een sportveld tussen de huizen. Even later wisten we waarom, want met enorme klappen werd de door de Duitsers gevorderde Muloschool opgeblazen. Daar bleek het Hoofdkwartier van de Duitse Luchtmacht in Noord-West-Europa te zijn gevestigd. Niets mocht in handen vallen van de geallieerden. De hele nacht brandde het gebouw. Uiteindelijk werd de Slag om Arnhem verloren. Flink wat Britse paratroopers werden krijgsgevangen gemaakt. Ik herinner me een groep van zo’n 75 man, die onder Duitse bewaking bij ons langs marcheerde.

De Arnhemmers moesten hun huizen verlaten. Eerst gingen we naar Rozendaal. Daar waren we maar een paar dagen. Ook daar hielden de Duitsers razzia’s om mannen op te pakken voor de “Arbeitseinsatz”. Mijn vader verborg zich op zolder. Jaren later in de tweede klas HBS probeerde de natuurkundeleraar uit te leggen, dat een gas zich beweegt van hoge druk naar lage druk. Hij zei, dat je in de oorlog ook de plek opzocht waar de druk van de Duitsers het laagste was. Toen zei ik: “Ja, mijn vader ging op zolder zitten.” Hoe hoger, hoe lager de luchtdruk, was de grap, die de helft wel snapte en dus in lachen uitbarstte. Geduldig legde de docent die andere helft de grap uit.

Van Rozendaal gingen we weer een nachtje terug naar huis en liepen toen naar de Woeste Hoeve. Van daar ging het op een paard en wagen verder naar die school, waar we tot onze bevrijding zouden wonen. Vrijdag 17 april was die bevrijding 75 jaar geleden.

13e Jaargang, Nr. 612.

75 jaar geleden bevrijd

april 19th, 2020

WAT LEREN WE VAN DE LESSEN VAN HET VERLEDEN?

 

Nu al bijna 11 jaar geleden vertelde ik aan een groep kinderen van 4 tot en met 12 jaar over wat wij meegemaakt hadden toen we als Arnhemse evacuees in hun school woonden. U kunt er over lezen in een blog van 24 april 2009. Dat verhaal en eenzelfde verhaal van mijn vrouw over haar belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben we gemaild naar onze kinderen en kleinkinderen. Het blijkt, dat de twintigers van nu veel belangstelling hebben voor deze verhalen van hun grootouders. Ook andere leeftijdsgenoten van ons hebben die ervaring. Het is ook belangrijk, dat ze weten, dat oorlog geen spelletje op je computer is, maar een barre werkelijkheid van doodsangst en honger en kou, verraad en marteling en dwangarbeid. Als je dat eenmaal overleefd hebt, dan voel je een enorme dankbaarheid voor je bevrijders, in ons geval de Canadezen. Mocht je het allemaal een beetje zijn vergeten, bezoek dan eens een oorlogskerkhof in Oosterbeek of Margraten of Groesbeek of Holten of bij Rhenen op de Grebbeberg.

Dit jaar zijn er geen massale bijeenkomsten toegestaan. De Coronacrisis maakt een grote herdenking onmogelijk. Misschien is het minstens zo mooi als wij in onze straat samen voor ons huis de twee minuten stilte in acht nemen. Misschien is er iemand, die tevoren het hoornsignaal kan laten horen. We ervaren in deze tijd veel steun van de jongeren in onze buurt. Ik denk, dat dit samen herdenken die verbondenheid nog een extra accent zal kunnen geven.

Ik zal de stille tocht van het kasteel Rhijnauwen naar de fusilladeplaats op het Waterlinie Fort bij Rhijnauwen zeker missen. Daar werden verzetsstrijders uit Nederland en België door de bezetters vermoord. Daarbij was ook de vader van een groot gezin uit Arnhem met daarbij een klasgenoot. Elk jaar zien we daar een flinke afvaardiging van die familie. Ze zullen ongetwijfeld die dag in klein verband het monument op het fort bezoeken.

In Canada kreeg de herdenking in Nederland altijd veel aandacht. Veel oud-strijders komen dan naar Apeldoorn. Die publiciteit bracht een jong stel ertoe om ook eens een kijkje te nemen in Apeldoorn en omgeving. Op een groepsreis door Italië bezochten we ook Pompeji. De hele groep liep naar de ingang en wij liepen wat naar achteren. We werden door dat jonge stel aangesproken. Ze meenden het Nederlands te herkennen. Dat hadden ze dus goed gehoord. Ze vertelden, dat ze naar Apeldoorn waren geweest. Toen kon ik ze mijn verhaal van de bevrijding door de Canadezen daar dichtbij Apeldoorn vertellen. Ik was er helemaal stuk van. Mijn medereizigers konden het goed merken.

Dat schooltje bij Apeldoorn dichtbij de spoorlijn Apeldoorn-Zutphen is er niet meer. Het platteland is nu veel dunner bevolkt en de A1 en de A50 hebben veel agrarisch land ingenomen. Maar het is goed, dat we niet vergeten, wat er aan offers is gebracht om ons de vrijheid terug te geven.

13e Jaargang, Nr. 611.

Een Paaswonder?

april 12th, 2020

IS ER LEVEN NA DE DOOD?

 

We leven in een vreemde tijd van tegenstellingen. Het is lente. Overal bloeit het leven weer op. Bomen krijgen weer blad. Fruitbomen staan in bloei. De bollenvelden tonen tal van kleuren. Vogels bouwen hun nesten en leggen eieren. We eten Paaseieren, symbool van het nieuwe leven. En toch verkeren we allemaal in vrees voor de dood door het Coronavirus. We horen dagelijks het aantal aan Covid-19 overleden Nederlanders, het aantal IC-patiënten en het aantal ziekenhuisopnamen en dezelfde cijfers van andere landen. We mijden het lichamelijk contact zelfs met kinderen en kleinkinderen, want wij ouderen vrezen die enge ziekte. Leven en dood horen nu bij elkaar.

Het is eigenlijk de boodschap van Pasen. We maakten de Goede Week, ook bekend als de Stille Week mee achter het scherm van onze TV of onze computer. Het hosanna van Palmzondag, De Eucharistieviering op Witte Donderdag ter herdenking van het Paasmaal van Jezus en zijn vrienden. De dood van Jezus van Nazareth aan het kruis op Goede Vrijdag en de opstanding uit de dood met Pasen. Er is leven na de dood, de Dood aan het Kruis. Maar we maakten de plechtigheden mee op afstand via het scherm van de computer of de TV. Nu al weken achtereen mijden we lichamelijk contact met familie en vrienden. Hoe lang gaat dit duren? Hoeveel slachtoffers gaat dit virus eisen? Het lijkt wel oorlog. Wat is de zin van dit alles?

Nood leert bidden. Dat zegt het spreekwoord en ik hoop maar, dat mensen het bidden niet verleerd zijn. Stiekem hoop ik op een wonder. Misschien is het een wondertje, dat velen tot bezinning komen na tijden van hoogmoed en onverschilligheid. Wij mensen dachten de natuur te beheersen. We meenden niets te hoeven vrezen en toen plotseling een totaal nieuwe ziekte. Het stemt ons nederig.

Dan op de vooravond van Pasen is er plotseling een teken van hoop. Er is nog niets zeker, maar de artsen zijn hoopvol. Ik probeer het zo goed mogelijk na te vertellen naar wat ik hoorde bij Op1. Het was de artsen al opgevallen, dat mensen met een longaandoening als astma of bronchitis niet extra vatbaar zijn voor het Coronavirus. Het is eigenlijk geen longziekte. Als de ziekte ernstig wordt gaan de longblaasjes stuk en komt er vocht in de longen. De mensen krijgen het benauwd. Pas daarna kan er een longontsteking ontstaan. De ziekte zit in het bloed, was de conclusie. Toen realiseerde een arts van het Radboud UMC in Nijmegen zich, dat er een zeldzame ziekte bestaat, waarbij ook de longblaasjes stuk gaan. De volgende stap was aan de apothekers te vragen, welke medicijnen daartegen gebruikt worden. Twee medicijnen zijn genoemd. Het eerste werd eerst aan vijf Covid-19-patiënten toegediend en met een goed resultaat. Daarna aan twintig Corona-patiënten en ook aan zieken in andere academische ziekenhuizen. Er is nog niets zeker, maar misschien is er toch een werkzaam geneesmiddel ontdekt. Het tweede medicijn wordt nu ook uitgeprobeerd. Er is nog niets zeker, maar de artsen in Nijmegen en nu ook in Utrecht zijn hoopvol.

Het zou prachtig zijn. De ontwikkeling van een goed werkend vaccin duurt nog minstens een jaar. Het moet immers ook uitgebreid getest worden en daarna in massaproductie gebracht worden. Voorlopig zijn alle voorzorgsmaatregelen nog vreselijk noodzakelijk. Zelfs als we deze ziekte weten te overwinnen, dan nog moeten we ons realiseren, dat na Covid-19 er ook een totaal ander virus kan opduiken, ook zo besmettelijk en ook zo dodelijk. We moeten ons heel wat bescheidener opstellen en massaal een leefwijze ontwikkelen, die past bij het aardse ecosysteem. Als deze crisis ons allemaal maar deze les leert.

13e Jaargang, Nr. 610.

De EU als transferunie

april 5th, 2020

WELKE HERVORMINGEN ZIJN NOODZAKELIJK?

De carnavalsvereniging van ons buurdorp Werkhoven heet “De Vergeten Hoek”. De naam herinnert aan de eerste jaren na de samenvoeging van Bunnik, Odijk en Werkhoven tot één gemeente Bunnik. Werkhoven voelde zich verwaarloosd. In Bunnik en Odijk kwamen allerlei voorzieningen. Werkhoven stond met lege handen en noemde zich “De Vergeten Hoek”. De fusiegemeente bestemde te weinig geld voor Werkhoven. Inmiddels is het ruimschoots recht getrokken. Als er nu nog te weinig voorzieningen zijn, dan ligt dat aan de Werkhovenaren zelf. Ze willen niet te hard groeien om zo het eigen karakter te behouden. Zo halen voorzieningen hun drempelwaarde niet. We zien ze vaak boodschappen doen in Odijk. De eigen dorpssuper biedt te weinig keus. Door gemis aan klandizie blijft die klein en biedt te weinig keuze.

Wat we in Werkhoven en onze gemeente Bunnik in het klein zien, speelt zich ook af op landelijk niveau. De Randstad krijgt alles en de grensprovincies worden verwaarloosd. Ze moeten heel lang wachten op de in hun ogen broodnodige autosnelweg. De verplaatsing van de marinierskazerne naar Vlissingen gaat niet door. Ze hebben veel meer werkloosheid en er wordt te weinig geïnvesteerd. Toch vindt er heel wat money-transfer, geldoverdracht plaats. Het grote geld wordt verdiend in de Randstad en de provincies Noord-Brabant en Gelderland. De krimpgebieden krijgen steun om de voorzieningen op peil te houden. Toch verliezen dorpen hun basisschool. Minder agrarische bedrijven hebben minder kinderen en minder personeel met kinderen dan vroeger. Een systeem van schoolbussen zou een oplossing kunnen zijn. Dan moet er wel geld uit Den Haag komen. Den Haag beslist.

Hoe zou het zijn als elke provincie net als vroeger geheel zelfstandig was? De welvaartsverschillen binnen Nederland zouden veel groter zijn. De Randstad, Noord-Brabant en een groot deel van Gelderland zouden veel welvarender zijn dan de rest. Maar één provincie zou alle anderen in rijkdom overtroffen hebben. Als Groningen de aardgasopbrengsten in eigen zak had gehouden, waren bijvoorbeeld veel autosnelwegen niet aangelegd. Onvoorstelbaar? Ja, want de diepere delfstoffen zijn eigendom van de staat, zegt de Mijnbouwwet. Het Groningse gas is van ons allemaal. Niemand in Nederland verzet zich tegen deze situatie. Het hoort zo. We zijn solidair met alle Nederlanders.

Hoe anders is de toestand in de Europese Unie. Bij velen heerst de mening, dat de Nederlandse welvaart het gevolg is van onze slimme manier van werken en onze enorme inzet. De armoede elders is hun eigen schuld. Al heel lang wijs ik op het feit, dat grote delen van de EU werkgelegenheid en dus welvaart hebben verloren juist door het opgaan in een grote gemeenschappelijke markt. Bedrijven waren veilig binnen hun eigen nationale markt. Nu werden ze plotseling blootgesteld aan de concurrentie van bedrijven elders in Europa. Die konden goedkoper produceren door ligging bij een haven voor de aanvoer van grondstoffen of door de aanwezigheid van delfstoffen of goedkope energie. Ze werkten met moderne methoden en hadden veel beter geschoold personeel en steun van de wetenschap. Er was een grote koopkrachtige markt voor hun producten. Gebieden met gunstige productievoorwaarden gingen er door de gemeenschappelijke markt op vooruit, maar helaas gingen andere gebieden er op achteruit. Ze moesten andere welvaartsbronnen gaan aanboren. Zo zie je in Twente de textielindustrie grotendeels verdwijnen terwijl vooral technologische bedrijven zich volop ontwikkelen. In de EU krijgen die achterblijvende gebieden al lange tijd steun, maar lang niet altijd helpt dat. De welvaartsverschillen blijven, net als binnen Nederland.

De regionale steunmaatregelen binnen Nederland zijn duidelijk begrensd. Daar beslissen we over op nationaal niveau. Je kunt erover twisten of het eerlijk genoeg is. Dat hangt ook af van je politieke opvattingen. De wijze van besluitvorming in de EU is nog niet echt democratisch. Het gekozen Europees Parlement heeft maar beperkte macht. De echte beslissingen worden genomen door de Raad van Ministers van Financiën of door de Europese Raad van regeringsleiders. Wat Nederland vreest is, dat het zijn bevoegdheid verliest om nee te zeggen, een veto uit te spreken. Als er besluiten bij normale meerderheid kunnen worden genomen, dan kan Nederland en kunnen ook andere welvarende lidstaten gedwongen worden door een meerderheid van economisch zwakke lidstaten om onbeperkte steun te verlenen. Dat betekent, dat er eerst grondige veranderingen in de EU moeten komen. Niet de lidstaten moeten beslissen, maar een gekozen parlement. Dat moet daarbij duidelijke grenzen stellen aan de geldoverdracht en tegelijk ook hoge eisen stellen aan de ontvangende lidstaten om allerlei economische hervormingen door te voeren, die bijvoorbeeld Nederland al lang tot stand heeft gebracht. Dat betekent een ontwikkeling naar een federale unie met wetgeving, die overal in de unie geldt. Oei, de superstaat komt eraan. De bescherming van onze financiën vraagt erom.  Ook de nood ten gevolge van de coronacrisis vraagt erom. Het is juist het economische zwaartepunt van Italië dat nu getroffen is en juist omdat het een economisch zwaartepunt is, want daar komen zakenlieden uit de hele wereld en dus ook uit China en toeristen uit de hele wereld, dus ook uit China. De besmette zakenlieden en toeristen brengen het virus naar hun thuislanden. Dat Noord-Brabant zo veel coronapatiënten kreeg lag vooral aan Noord-Italiaanse connecties. Zo leidt een mondiale economie naar een mondiale coronacrisis. Het bestrijden van zulke enorme crises vergt een sterk verbonden Europa.

13e Jaargang, Nr. 609.

 

Betaalnummer OV-92-92

maart 29th, 2020

ZIJN ER NOG STEEDS EXTREEM HOGE REKENINGEN?

 

Ik maak nog wel eens gebruik van telefonische betaalnummers. De in rekening gebrachte kosten zijn vrijwel nooit opvallend hoog. Daarom dacht ik, dat het in rekening brengen van de wachttijd voordat je een medewerker aan de lijn krijgt al lang verboden was. Onlangs werd ik hardhandig uit de droom geholpen. Een gesprekje van ten hoogste twee minuten maar met een lange wachttijd, totaal 9 minuten en  2 seconden, kostte me Euro 8,13. Een paar dagen later het informatienummer van de politie gedurende zeven minuten en dertig seconden slechts 31 cent. De mogelijkheid om de wachttijd in rekening te brengen nodigt uit tot onaanvaardbaar gedrag.

Waar was ik mee bezig? Ik wilde weten welke buslijn loopt langs de begraafplaats Sint Barbara in Utrecht. Meerdere routeplanners gaven me geen antwoord. In arre moede belde ik op 1 maart 2020 om 19.22 uur met het van de reclame bekende OV-92-92. Dat heb ik geweten. Het begon met de hoopvolle mededeling, dat er geen wachtenden voor mij waren. Dan denk je, dat je vlug geholpen gaat worden. De mededeling werd vaak herhaald en afgewisseld met de tekst, dat er druk gebeld werd, maar dat alle medewerkers in gesprek waren. We doen ons best om u binnen vijf minuten te helpen. Dat er enige tegenspraak zit tussen de twee mededelingen viel me wel op, maar ja, als ik boos de hoorn op de haak zou gooien had ik helemaal geen antwoord. Eindelijk meldde zich een medewerkster. Het kostte enige moeite om haar duidelijk te maken, dat we eerst met buslijn 41 naar Utrecht zouden gaan en vandaar naar de begraafplaats. Welke buslijn moest ik hebben. Het antwoord kwam toen snel. Buslijn 8 en die stopt aan hetzelfde perron. Ze vergat te zeggen in welke richting we de bus moesten hebben. Benauwd vroeg ik of de lange wachttijd ook in rekening zou worden gebracht. Er kwam een onthullend antwoord: “Ik wist helemaal niet, dat u al zo lang wachtte.” Het leek er op, dat OV-92-92 de mensen eerst lang laat wachten en dan pas doorverbindt met een medewerker. Daarbij wordt je tevoren verteld, dat per minuut 90 cent in rekening wordt gebracht.

Mijn vraag aan de lezer: Hebt u ook zulke nare ervaringen met betaalnummers? Reageer naar mij of naar het Klachtenplatform van de Consumentenbond. Zoek daar mijn klacht op en geef uw reactie. Je hoeft geen lid van de Consumentenbond te zijn. Het kan best zo zijn, dat die ene medewerkster even een kopje koffie was gaan klaar maken of naar het toilet moest. Ik heb bij toeval pech gehad. Als meer mensen dezelfde ervaring hebben, dan is er structureel iets mis bij OV-92-92. Dan moeten er maatregelen worden genomen.

Er is leven na de strijd tegen het Coronavirus. Nu rijdt bijna niemand met het openbaar vervoer en OV-92-92 zal niet veel gebeld worden. Maar er komt weer een tijd, dat iedereen tegen Corona is gevaccineerd en het leven weer normaal wordt. Dan moet het in rekening brengen van de wachttijd bij betaalnummers voorgoed verboden worden. Als er bij OV-92-92 echt iets mis is, wat zou het dan mooi zijn als er iemand werkt, die zijn of haar geweten laat spreken en als klokkenluider gaat optreden. De samenleving zou ermee gebaat zijn.

13e Jaargang, Nr. 608.

Het Corona-virus 2

maart 22nd, 2020

75 JAAR GELEDEN WAREN WE ONS LEVEN OOK NIET ZEKER

 

Als ik de berichten uit China moet geloven herstelt zich daar het normale leven langzaam maar zeker. Weliswaar is er de vrees voor een nieuwe uitbraak, maar na twee maanden is er toch weer hoop. Dat is een tijd, die te overzien is. De maatregelen waren in China wel veel strenger dan tot nu toe hier. De provincie Hubei en met name de steden als Wuhan waar het virus erg hard toesloeg, werden geheel afgesloten en de mensen moesten weken lang binnen blijven. Zo bleef het aantal overledenen nog beperkt voor een land met zoveel inwoners. Het beleid in Nederland is niet zo streng en veel mensen zijn nog te onvoorzichtig, maar het is de vraag of een lock down werkelijk noodzakelijk is.

Intussen leven mijn vrouw en ik voor een groot deel binnenshuis. Als ouderen vormen we immers een risicogroep. Een dochter of een kleindochter doen voor ons de boodschappen. We lopen wel naar de brievenbus of naar de kerk om een kaarsje op te steken. We maken ook wel een flinke wandeling en ik ben van plan om komende week in de tuin te gaan werken. Maar we vermijden contact met andere mensen. We houden ons aan de anderhalve meter onderlinge afstand. Helaas merken we, dat sommige ouderen het niet echt begrepen hebben. Ze gaan toch winkelen en houden geen afstand. Ontgaat die enorme hoeveelheid Corona-nieuws hen? Snappen ze er niets van? Zijn ze te eigenwijs? Geloven ze niet in het risico, dat ze lopen. Of verlangen ze misschien naar de dood? Dan moeten ze wel beseffen, dat sterven aan een longontsteking met een enorme benauwdheid niet bepaald het ideaal van een zalige dood is. Het is onze plicht zulke mensen een duidelijke waarschuwing te geven. Voorzichtigheid is een burgerplicht. Het moet niet nodig zijn, dat de regering een verbod gaat invoeren, dat ook strikt gehandhaafd wordt zoals in China.

De herdenking van 75 jaar bevrijding is door de Corona pandemie sterk naar de achtergrond verdwenen. Het was toen eind maart 1945 erg mooi weer met hoge temperaturen. Een herinnering aan een warme wandeling over een grintweg, puffend van de warmte, zit vast in mijn geheugen. We wisten, dat de bevrijding naderde. Maar zover was het nog niet. Je was je leven niet zeker. Soms hoorde je ’s nachts de V1-vliegende bommen over komen. Als de vliegtuigmotor wat haperde, was je bang, dat de bom op jouw huis zou vallen. Je wist, dat het al gebeurd was. Als evacuees woonden we in een schooltje dichtbij de spoorlijn Apeldoorn-Zutphen. Spoorlijnen waren een geliefd doelwit van de geallieerde jachtvliegers. Zo kon het gebeuren, dat 200 meter van ons vandaan twee bommen insloegen, waarschijnlijk bedoeld voor het huis van de overwegwachter, waar landwachters in zaten. Toen de bevrijding midden april 1945 eindelijk kwam, zaten we met drie gezinnen in de kelder van het huis van de bovenmeester. Vlak bij sloegen de granaten in. Je hoorde de kogels fluiten. Tijdens een gevechtspauze keken we voorzichtig uit een raam en zagen branden in Apeldoorn. Er waren zwaar gewonden bij ons binnen gebracht. We hoorden buiten lopen en we dachten, dat het een Duitser was. Mijn moeder en een andere Arnhemse mevrouw gingen naar de voordeur en vroegen in het Duits om hulp. Langzaam ging de deur verder open. De soldaat zei: “I am a Canadian”. We waren bevrijd. Enkel weken later kwam er voor heel Europa een eind aan de oorlog. We hoefden niet meer bang te zijn voor de dood. Zo komt er straks ook de bevrijding van het Corona-virus. We moeten het nog even uitzingen en daarbij zo min mogelijk risico lopen. Houdt moed.

Zoals er na de Tweede Wereldoorlog een jarenlange periode van wederopbouw volgde, zo komt er straks een periode, waar de bedrijven weer volop kunnen gaan produceren. Ik hoop wel, dat met name vervuilende bedrijven dan geleerd hebben, dat je met de natuur voorzichtig moet omgaan.

13e jaargang, Nr. 607. 

Veiligheid

maart 14th, 2020

WAT TE DOEN ALS DE POLITIEK FAALT?

 

De eerste en meest fundamentele opdracht van een staat is de zorg voor de veiligheid van de burgers. Zelfs bij een primitieve horde van jagers en verzamelaars in hun eerste stadium van de ontwikkeling van hun cultuur zie je, dat zij de grenzen van hun jachtgebied bewaken en andere groepen er niet toelaten. De natuur staat slechts een beperkt aantal bewoners toe. De evolutie laat een ontwikkeling zien van wapens en maatregelen om de veiligheid te waarborgen. We zien een primitieve knots, een speer, een pijl en boog, een slinger, een blijde en een stormram. Van een eenvoudige ring van doornstruiken gaat het naar een palissade, een muur, een gracht met een wal en betonnen bunkers. In mijn omgeving vinden we de overblijfselen van forten en wachttorens van de limes, de grens van het Romeinse rijk. Er zijn de wallen en grachten van de stad Utrecht en er zijn de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Behalve de militaire veiligheid hebben we in Nederland ook een bijzondere vorm van organisatie tegen overstromingen, de waterschappen. In een waterschap werkten de bewoners van een gebied samen om de dijken sterk genoeg te houden. Bestuurders worden gekozen. Door goede bestuurders te kiezen kunnen wij onze eigen veiligheid waarborgen. We houden ons aan de wetten en betalen de belastingen die  nodig zijn om te zorgen voor onze veiligheid.

Wat kun je of moet je doen als je na gedegen onderzoek merkt, dat de politiek er niet in zal slagen onze veiligheid te waarborgen? Je kunt er op hopen, dat dergelijke slechte bestuurders bij de eerstvolgende verkiezingen niet meer gekozen worden. Dat blijkt maar al te vaak een valse hoop. De veiligheidsvraagstukken zijn zo ingewikkeld, dat veel mensen er weinig van begrijpen. Ze laten zich door politici van alles wijs maken. Bedrijven betalen aan zogenaamde deskundigen veel geld om ze te laten beweren, dat het gevaar er niet is. Politici roepen dat het allemaal veel te veel geld kost. Tot het te laat is. Het jaar 1672 staat bekend als het Rampjaar. We werden aangevallen door Engeland, Frankrijk , Keulen en Münster. We hadden wel gezorgd voor een sterke vloot, maar de verdediging te land was verwaarloosd. Het land was reddeloos, de regering radeloos en het volk redeloos. Het gepeupel vermoordde Raadpensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis.

Een ander voorbeeld is de Deltaramp van 1953. Die nacht van 31 januari op 1 februari stond er een noordwester storm van Schotland tot het Zuiden van de Noordzee. Over grote afstand werd het water opgestuwd. Die opstuwing werd nog versterkt door de trechtervorm van het zuidelijk deel van de Noordzee. Tegelijk was het Springvloed, een extra hoge vloed. Het water sloeg over de dijken. Op veel plaatsen braken de dijken. Het land overstroomde en meer dan 1800 mensen verdronken. De ingenieurs van Rijkswaterstaat wisten, dat de dijken te laag waren. Het had nog erger kunnen zijn geweest, want het hoogtepunt van de storm en van het hoogwater vielen niet precies samen. Men heeft bewust een risico gelopen en het liep helemaal verkeerd af. Met de Deltawerken hopen we een dergelijke ramp voor de toekomst te voorkomen.

We weten nu al, dat de dijken in de toekomst toch weer verhoogd moeten worden. De zeespiegel stijgt door het warmer worden van het klimaat. Die temperatuurstijging wordt nu al gemeten. Die is niet overal even sterk. Bij de polen gaat het sneller. Het smelten van het landijs van Groenland en het Zuidpoolgebied zorgt ervoor, dat het zeewater steeds hoger komt te staan. Daar merken we niet zo veel van, want het gaat langzaam. Daarom is het moeilijk om er in te geloven. Gewetenloze  of erg domme politici maken de mensen wijs, dat het allemaal wel mee zal vallen.

Hoe werkt dat eigenlijk? Iedereen weet, dat het in een broeikas erg warm wordt als de zon erop schijnt. De straling van de zon gaat wel door het glas, maar de warmtestraling gaat niet door het glas naar buiten. Zo werkt de luchtlaag rond de aarde ook en dat is maar goed ook. Anders zou het erg koud worden als de warmte niet wordt vastgehouden. Bepaalde gassen in de atmosfeer werken als het glas van de broeikas. Ze zorgen ervoor dat de lucht de warmte vast houdt. Zo’n gas is de koolstofdioxide. Het is het gas, dat in priklimonade zit. Het gehalte aan koolstofdioxide is sinds de negentiende eeuw sterk toegenomen door het verbranden van steenkool, aardolie en aardgas. Het broeikaseffect is enorm versterkt. De atmosfeer houdt steeds beter warmte vast.

Uitrekenen hoe snel dat gaat en hoe snel we af moeten van het verbranden van steenkool, aardolie en aardgas is knap ingewikkeld. De wetenschappers van Urgenda sloegen met hun computers aan het rekenen en ontdekten, dat onze overheid te langzaam is. We zullen te laat zijn. De temperatuur zal te lang blijven stijgen. Er zal te veel ijs smelten en de zeespiegelstijging zal veel te veel worden. Ons lage landje zal daar veel last van krijgen. Maar net als voor 1953 blijven de politici rustig dit vreselijke risico lopen. De meeste mensen hebben dat niet echt door. Ze blijven op die mensen stemmen.

Wettelijk, namelijk door het Verdrag van Parijs is voorgeschreven, dat de temperatuurstijging op tijd moet worden beperkt. De overheid houdt zich niet aan die wet. Ze werkt te langzaam. Dus stapten de wetenschappers naar de rechter. Die gaf hun gelijk. Volgens het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) heeft de overheid de taak de veiligheid van de bevolking te waarborgen. Zelfs de Hoge Raad was het daarmee eens. Is de rechter nu op de stoel van de politici gaan zitten? De rechter heeft de politici de opdracht gegeven hun werk beter te doen en zich aan de wet te houden. Dat is de taak van een rechter. Maar sommige politici leren het nooit. Ze leren de lessen van de geschiedenis niet.

Sommigen willen graag onder de rechterlijke uitspraak uit. Ze beweren, dat de regel uit het Mensenrechtenverdrag geldt in individuele gevallen. Zou de regel dan niet gelden voor al die individuele gevallen samen? Dat heet spijkers op laag water zoeken.

13e Jaargang, Nr. 606.

 

Parkeerproblemen in Odijk

maart 8th, 2020

IN ODIJK VINDEN PATIËNTEN GEEN PARKEERPLEK BIJ DE DOKTER

 

Onze lokale progressieve partij Perspectief 21 kent meerdere werkgroepen. Over de werkgroep verkeer merkte ik op, dat deze ook aandacht zou moeten besteden aan parkeerproblemen in onze gemeente. Op minstens twee plaatsen wordt geparkeerd, terwijl men vandaar verder gaat, of per trein of per vouwfiets. De kern Bunnik ligt dichtbij het Science Park Utrecht, tot voor kort bekend als het Universiteitscentrum De Uithof. Daar zijn te weinig parkeerplekken en de aanwezige parkeerplaatsen zijn duur. Dus parkeren automobilisten hun auto in de woonstraten van Bunnik en gaan per fiets naar hun werk. In de nabije toekomst gaat dat alleen maar erger worden, want door de vestiging van wetenschappelijke instituten en bedrijven op het Science Park neemt de werkgelegenheid daar met vijftienduizend arbeidsplaatsen toe. Er is al een enorm woningtekort in Utrecht en omgeving. De huizenprijzen zijn er schrikwekkend hoog. Het woonwerkverkeer over grotere afstanden gaat fors toenemen en daarmee de parkeerproblemen en naar ik vrees ook de files. Krijg die mensen maar eens in de trein en van Utrecht CS naar het Science Park. Al jaren terug waren er mensen, die in Bunnik uitstapten. Ze haalden hun fiets uit een kluis en fietsten 2 tot 3KM naar de Uithof. De smoes is altijd, dat reizen per OV zoveel langer duurt. Voor mij was reizen per bus en tram nooit verloren tijd. Ik las mijn krant en corrigeerde soms proefwerken of bereidde mijn lessen voor. Ook nu zie ik in de trein heel veel mensen met hun laptop of studieboek bezig. Maar ja, heel veel mensen ontlenen hun status niet aan hun eigen persoontje, maar aan hun auto. Zwak.

Dat zie je ook in mijn eigen woondorp Odijk. In het voormalige Kodakgebouw is een dienst van de Nationale Politie gevestigd met duizend zeer gespecialiseerde medewerkers. Dagelijks komen die duizend mensen uit het hele land naar hun werk en ze mogen allemaal met de auto komen. Denk maar niet, dat je dat recht kunt beperken. Politieman word je omdat je gegrepen bent door films met spannende achtervolgingen. Autogebruik is vanzelfsprekend voor het overgrote deel van de medewerkers in Odijk. Het toch al grote parkeerterrein biedt te weinig ruimte. Het intranet van de dienst geeft aan waar buiten het eigen terrein geparkeerd kan worden en waar dat verboden is. Op loopafstand ligt een groot parkeerterrein voor het gezondheidscentrum, het dorpshuis, de scholen en de woningen boven de scholen. Ondanks het verbod voor politiemedewerkers daar te parkeren, doen ze dat toch. Slecht ter been zijnde patiënten vinden er dan geen parkeerplek.

De leiding van de Nationale Politie wil de automobiliteit best beperken en met name voor medewerkers met een vaste werkplek. Politiemensen met wisselende diensten kunnen moeilijk zonder auto. Soms is er een noodoproep. Vaak is er avond- of nachtdienst. De schaalvergroting zorgt voor een grotere woon-werkafstand. Als je van Leeuwarden of Middelburg of Heerlen dagelijks naar Odijk moet pendelen en ook nog geestelijk inspannend werk moet doen is reizen per auto eigenlijk niet zo verstandig. Vlakbij het kantoor zijn van twee buslijnen haltes. Er is een pendelbus van NS-station Driebergen-Zeist naar het kantoor, vijf minuten rijden. De leiding van de Nationale Politie heeft de autokilometervergoeding flink beperkt en de vergoeding per Openbaar Vervoer verruimd. Toch blijft men per auto komen. Soms vraag ik mij af of juist politiemensen tot het uiterst conservatieve deel van de bevolking behoren. Zeer gezagsgetrouw en weinig gericht op verandering vanuit een kritische levenshouding. Toch moeten ze werken met de modernste technieken. Dat doet de misdaad immers ook. Het lijkt mij een interessant thema voor een onderzoek van een of meerdere psychologen bij onze Nationale Politie.

13e jaargang, Nr. 605.

 

Het Corona-virus

maart 1st, 2020

JE ZULT MAAR TOT DE RISICOGROEP BEHOREN

De vaste bezoekers van mijn weblog weten het wel. Ik hoor niet meer bij de jongeren. Geboren in 1934 hoop ik dit jaar 86 te worden. Ik heb enigszins last van suiker. Ik ben in 2014 aan mijn hart geopereerd, maar mijn cardioloog was de laatste keer tevreden. En ik mis een stuk tong, waar in 2018 een gezwel is weg genomen. Ik behoor echt tot de risicogroep. Anderzijds heb ik nooit echt griep gehad, zoals ik dat van anderen hoor met hoge koorts en overal pijn in de spieren en wat al niet meer. Nu ben ik flink verkouden. Ik hoop maar, dat het snel over is. Dat zal de paus ook wel denken, want hij is ook zo verkouden, dat hij zijn jaarlijkse retraite heeft afgezegd. Zo lang er geen goed werkend vaccin is, zijn we nog niet van het Corona-virus af.

Bij het Tv-programma Op1 was er een discussie over de pensioenen. De reserves van de pensioenfondsen zijn enorm. Maar ondanks de ook nog door overheden nagestreefde inflatie zijn onze pensioenen a; jaren niet meer aangepast. Onze koopkracht is dus flink gedaald. In de discussie werd verteld, dat er jaarlijks 32 miljard Euro aan pensioen uitgekeerd wordt. Dat is maar een klein deel van de enorme reserves. De coronacrisis is ook een economische crisis. Die enorme reserves zijn door de waardedaling van aandelen met 50 miljard Euro afgenomen: ruim anderhalf jaar aan pensioenuitkeringen. Dat doet zo’n nietig virusje. Het is met een gewone microscoop geeneens  te zien. De Chinese economie verkeert in enorme moeilijkheden en de hele wereld ondervindt de gevolgen. Het zou de moderne mens nederig moeten stemmen.

De Westerse mens waant zich oppermachtig. Voor alle problemen weten we de oplossing. Wetenschappers, medici  en politici roepen, dat Nederland goed is voorbereid. Wat helpt dat als bijvoorbeeld de helft van het medisch personeel in een stad besmet blijkt? Ik wil bepaald geen paniek zaaien. Maar het is net als met de opwarming van het klimaat en de daardoor veroorzaakte zeespiegelstijging; Het kan ook erg tegenvallen. Hoogmoed past ons nu niet.

Jaargang 13, Nr. 604.