EN DE VOLGENDE DAG DE JAARREDE VAN URSULA VON DER LEYEN
Op Prinsjesdag spreekt Koning Willem Alexander als hoofd van de regering zijn Troonrede uit. Daarin formuleert de regering de plannen voor het komende jaar. Aanwezig zijn dan de leden van Eerste en Tweede Kamer, samen de Staten Generaal, alle ministers en normaal ook de Staatssecretarissen, de gevolmachtigde ministers van onze overzeese rijksdelen, normaal ook ambassadeurs en partners van aanwezigen. Maar eigenlijk richt de Koning zich vooral op de volksvertegenwoordigers, de leden van de Staten-Generaal. Via hen richt de Koning zich tot het Nederlandse volk. Meestal zit er immers ook nieuws in voor ons gewone burgers. Meer of minder belastingen bijvoorbeeld.
De Europese Unie is geen staat en heeft nog steeds niet een goed geregelde organisatie. De Europese Commissie is geen regering, maar heeft wel uitvoerende taken en kan ook met wetsvoorstellen komen. Op welke wijze wordt in de EU het volk vertegenwoordigd? Welke instellingen van de EU vormen de wetgevende macht? De EU vaardigt immers wel degelijk wetten uit. Die behoren dan wel vertaald te worden naar nationale wetten van de lidstaten. De echte wetgevende macht ligt bij de Raden van Ministers of in bijzondere gevallen bij de Europese Raad van regeringsleiders, een Europese Top.
Ursula sprak een jaarrede uit voor het Europese Parlement, maar de echte wetgevende macht, de Europese regeringsleiders en ministers waren niet aanwezig. Die Regeringsleiders en ministers steunen weliswaar op een democratische meerderheid in hun land, maar ze zijn niet door ons, burgers, gekozen om ons in de EU te vertegenwoordigen. Het Europees Parlement is wel door ons, burgers gekozen. Maar op sommige terreinen beslissen uiteindelijk de Raden van Ministers. Eigenlijk zou er door een Europese grondwetgevende vergadering een echte staatsinrichting voor de EU moeten worden opgesteld, maar al die nationale regeringen willen daar niet aan. Ze willen liever zelf aan de macht blijven in hun eigen land en samen in de EU.
Er waren nogal wat overeenkomsten tussen de troonrede van onze koning en de toespraak van Ursula von der Leyen. Dat is ook niet verbazingwekkend, want vrijwel alle belangrijke problemen spelen in alle lidstaten. Overal speelt de Coronacrisis en heeft men te maken met een grote of kleinere economische krimp. Overal maakt men plannen om de economie weer op gang te krijgen wanneer het virus eindelijk is uitgeschakeld. De EU heeft daar een enorm hulpfonds voor beschikbaar. Overal heeft men te maken met de opwarming van het klimaat en de daardoor veroorzaakte zeespiegelrijzing. Overal speelt het milieuprobleem en de energietransitie. Overal heeft men te maken met belastingontduiking of belastingontwijking en met het witwassen van zwart geld. Overal speelt het vluchtelingenprobleem. Al die problemen kunnen alleen maar worden opgelost als nationale staten intensief samenwerken. Sommige politieke partijen zijn tegen Europese samenwerking. De SP vreest dat via de EU de multinationals nog meer economische en daardoor ook politieke macht krijgen. De EU heeft juist de instrumenten om de macht van die enorme bedrijven te beteugelen. Daarom, vermoed ik, is een partij als Forum voor Democratie tegen de EU. De rijken willen niet door een EU in hun macht beperkt worden. Eigenlijk is de EU veel meer bepalend voor ons dan onze nationale regering. Dat beseffen we nauwelijks. De media schenken vooral aandacht aan de Haagse plannen. Acht pagina’s in een landelijk dagblad en één pagina over Brussel. Wanneer gaan onze ogen open?
13e Jaargang, Nr. 633.