EEN ZEER EDUCATIEVE TENTOONSTELLING
Na Isaac Israëls in Den Haag en Friedensreich Hundertwasser in Emmerich bezochten we nu de tentoonstelling van Rafaël in het Teylers Museum in Haarlem. Ik houd wel van tegenstellingen. Israëls was een duidelijke expressionist. Hundertwasser is voor mij moeilijk in te delen bij een stroming. Zijn stijl is daarvoor te persoonlijk. Ik merk, dat er veel belangstelling is voor zijn werk. En dan nu een Renaissance-kunstenaar uit Italië met een tentoonstelling van vooral heel veel tekeningen met maar een paar schilderijen en enkele grote reproducties van zijn fresco’s.
Rafaël (Raffaello Santi) werd in 1483 in Urbino (bij San Marino) geboren als zoon van Giovanni Santi en Magia di Battista Ciarla. Zijn vader was hofschilder van de hertog van Urbino. Rafaël kreeg de eerste schilderlessen van zijn vader. Als Rafaël elf jaar oud is, sterft zijn vader. Hij krijgt nu les van Pietro Vannuci in Perugia. In Florence leert hij het dynamische werk van Leonardo da Vinci en Michelangelo kennen en vijfentwintig jaar oud komt hij in Rome en krijgt belangrijke opdrachten van Paus Julius II. Hij moet enkele vertrekken van het toenmalige pauselijk paleis beschilderen, de Stanza della Segnatura, nu deel uitmakend van de Vaticaanse musea. Hij heeft dan veel leerlingen en medewerkers, die bij zo’n grote opdracht een deel van het werk doen. Dat maakt het soms moeilijk om uit te maken of een werk aan Rafaël zelf moet worden toegeschreven of aan een van de medewerkers, de School van Rafaël. Als hij op 7 april1520 op 37-jarige leeftijd sterft maken zijn leerlingen enkele lopende opdrachten af.
Wat maakt deze tentoonstelling zo informatief? Ten eerste leren we de bijzondere kenmerken van de tekeningen van Rafaël onderscheiden van het werk van zijn leerlingen. Er wordt zelfs een soort wedstrijd voor bezoekers van gemaakt. Zijn die drie vrouwenkoppen nu wel of niet van Rafaël zelf? Een kleine meerderheid stemde die dag niet van Rafaël. Daar kon ik het wel mee eens zijn. De tekeningen van Rafaël zijn zeer natuurgetrouw en het perspectief is volmaakt weergegeven. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de verkorting van een onderarm, die naar je toe gericht is. Maar daarnaast is er een zekere spanning waar te nemen, waardoor je de indruk krijgt, dat er leven in zit. De drie vrouwenkoppen zijn wat vlakjes en saai getekend, vind ik. Heb ik gelijk? Wie moet dat uitmaken als de deskundigen het er niet over eens zijn?
Elk schilderij en elk fresco bereidde Rafaël zorgvuldig voor Hij heeft meerdere Madonna’s met het Kindje Jezus geschilderd. De lezende Madonna met Kind in een landschap hangt op de tentoonstelling. Er zijn meerdere tekeningen van zo’n Madonna met Kind en elke keer is de manier, waarop Maria het Kind vasthoudt weer anders en ook de houding van het kind verandert telkenkere. Soms kijkt het Kind op naar Zijn moeder. Dan weer kijkt het Kind de bezoeker aan of kijkt het naar de granaatappel, die Maria in haar hand houdt. Ook grote fresco’s zijn met tekeningen van afzonderlijke figuren of groepen zorgvuldig voorbereid. Soms wordt een model naakt getekend om de verhoudingen goed te krijgen en op het fresco met kleding omhangen. Hij moet die tekeningen naar een model gemaakt hebben. Anders krijg je die spanning in de spieren nooit zo mooi weergegeven. Heel mooi zie je dat op de reproductie van een fresco “De brand in de Borgo”, waar een jongeman aan een muur hangt en nog niet goed weet of hij zich kan laten vallen. Bij dit fresco werd ik getroffen door de diepte in de voorstelling. De muur en de pilaren links zijn met duidelijk verdwijnperspectief geschilderd. Naar achteren worden de figuren steeds kleiner. Alleen de paus, die een kruisteken maakt, waarna het vuur dooft lijkt iets groter weergegeven, zodat de aandacht op hem wordt gevestigd.
Rafaël blijkt ook nog uit te blinken in het schilderen van lieve kleine mollige engeltjes. Daar is een aparte vitrine aan gewijd.
Het is een heel bijzondere tentoonstelling. Meestal doen tekeningen mij niet veel, maar deze zijn zo krachtig en laten ook heel mooi de emotie van het uitgebeelde verhaal zien, dat het blijft boeien. Ik vroeg mij wel af, of iemand met weinig kennis van de Bijbel en van de klassieke geschiedenis even sterk geboeid zal worden door deze Rafaëltentoonstelling. Maar wie weet, is het toch niet zo slecht gesteld met de algemene ontwikkeling van het Nederlandse en buitenlandse publiek. Een aanrader dus. Nog open tot en met 6 januari 2013.
Jaargang 5, Nr. 240.