Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Avontuur in Turkije 2

vrijdag, juni 14th, 2013

EEN CULTURELE RONDREIS

Het was onze zesde reis met een Culturele Reisorganisatie uit Groningen. Weer hadden we een uitstekende gids, een Turk in België opgegroeid en uitstekend Nederlands sprekend, uitstekend opgeleid met een uitgebreide talenkennis en met ook nog twee jaar studie van de archeologie. Hij begeleidt niet alleen toeristische reizen, maar ook studiereizen en congressen en is voorzitter van de Nationale Vereniging van Gidsen en Reisleiders. We boften maar met onze Güven Dündar uit Izmir.

Voor velen is Turkije vooral een zonnige strandvakantie en dan liefst all-in. Maar Turkije is een land met een zich snel ontwikkelende economie. Het richt zich daarbij niet alleen op Europa, maar in toenemende mate op de buren in het Oosten en dan vooral Iran. Daarheen worden industrieproducten uitgevoerd en Turkse bouwondernemingen zijn er actief. Tegelijk is er in dat Midden-Oosten allerminst sprake van een stabiele situatie. Het was dus ook schrikken, toen de opstootjes in allerlei steden ernstige vormen aannamen. Een instabiel Turkije kunnen we missen als kiespijn. Gelukkig zien de meeste Turken dat nu ook in en kan er een redelijke oplossing uitrollen.

Maar we gingen uiteraard niet alleen om het economisch belang van het land te bekijken: kantoorkolossen, industrieterreinen en enorme nieuwe woonwijken, vooral in hoogbouw. Doordat Rome en Constantinopel los van elkaar raakten, ontstond de eerste grote kerksplitsing tussen de Latijnse kerk en de Orthodoxe kerk en daardoor werden bijvoorbeeld Griekenland, Bulgarije, Rusland en Servië orthodox. In Istanbul zijn de sporen daarvan te zien. Een paar jaar geleden las ik “Baudolino” van Umberto Eco, waarin de oorlogsmisdaden van de kruisvaarders in Constantinopel aan de orde komen. Ook uit die tijd zijn er nog sporen te vinden. Dat Oost-Romeinse Rijk gaat uiteindelijk ten onder en er ontstaat een zeer groot Turks rijk. Hoe rijk en machtig de Turkse sultans waren hebben we goed kunnen zien. Bijvoorbeeld in het Topkapi paleis.

Istanbul groeit nu vooral aan de Aziatische kant van de stad. Het oude Constantinopel lag aan de Zee van Marmora waar de Gouden Hoorn uitmondt. Daar vind je de belangrijkste toeristische trekpleisters: Het Topkapi paleis, de Sultan Ahmet Camii of Blauwe moskee, de Haghia Sophia, een vroegere kerk, later moskee en nu museum en de Hippodroom, een vroegere paardenrenbaan. In de Haghia Sophia zijn nog een Madonna met kind en een Christuskop onder kalklagen uit tevoorschijn gekomen. Je raakt vooral onder de indruk van de bijzondere bouwkundige prestaties, die lang geleden werden geleverd. De versieringen bestaan vooral uit tegels met gestileerde bloemmotieven en nergens menselijke figuren. Prachtige fresco’s en mozaïeken zijn te zien in de Chorakerk. Die wordt in onze reisgids niet genoemd, maar is een echt pareltje. De Grote Bazaar en de Kruidenbazaar bezochten we uiteraard ook en we maakten een boottocht over de Bosporus tot de Noordelijkste brug, die Europa en Azië verbindt. Juist toen we er waren werden de werkzaamheden aan een derde brug gestart.

Verder ging de tocht naar Bursa met een groen mausoleum van een sultan met daarnaast een groene moskee. Die groene kleur zie je vooral binnen in de tegelversieringen. In die stad bezochten we ook de Grote Moskee en de zijdebazaar. Van de vroegere zijdeteelt en –verwerking is nog maar weinig over. Verder ging het naar Troje, waar een Duitse geleerde Heinrich Schliemann belangrijke ontdekkingen heeft gedaan. Vandaar dat je veel van de opgegraven schatten nu in Berlijn kunt bewonderen. Men was hier druk bezig deze belangrijke site op te knappen en beter toegankelijk te maken. Ook dat wijst op de toenemende welvaart in het land en op de durf om te investeren in de toeristische infrastructuur. In Nederland zie je het omgekeerde. Een volgende keer weer verder.

Jaargang 6, Nr. 270.

Avontuur in Turkije

maandag, juni 10th, 2013

IN EEN TURKSE KLINIEK

We waren al over de helft van onze rondreis door Turkije, toen midden in de nacht zich hetzelfde probleem voordeed als net na Pasen. De reisleider regelde snel een ambulance. In een Nederlandse ambulance start men al voor en tijdens de rit de behandeling. Niet in Turkije. Maar in de kliniek van de Mevlana-universiteit in Konya was gelukkig een Engels sprekende arts en die kon mij vlug van de narigheid afhelpen. Zo lag ik uren op een zaal, waar je van alles binnen zag komen. Je hoorde een hartverscheurende jammerklacht van een vrouw. Familieleden liepen in en uit. Ik werd nog verder onderzocht door specialisten, kreeg een advies en een laatste injectie en mocht vertrekken. De groep was intussen na een bezoek aan het Mevlana museum vertrokken. We hadden ze laten weten, dat we terug naar Nederland wilden.

Na de lunch zochten we contact met onze reisverzekering. Dat lukte met enige moeite. Alles kon, maar er moest wel een medische verklaring komen met de diagnose en een verklaring, dat er geen bezwaar was tegen een vliegreis. Dus weer terug naar het ziekenhuis. De specialisten spraken en verstonden redelijk Engels. Wij ook. Toch kostte het enige moeite duidelijk te maken, waar het om ging. We gaven het faxnummer in Nederland en hoopten er het beste van. Toen we de volgende morgen in alle vroegte naar Nederland belden, bleek er geen fax te zijn gearriveerd. Wij stante pede weer naar de kliniek. Zo vroeg konden ze ons niet helpen. Na uren onduidelijkheid en maar wachten en maar wachten was het eindelijk zo ver. Twee pagina’s in het Engels met diagnose en vliegverklaring. Voor ons en voor hen een nieuwe ervaring.

Intussen hadden we wel honger gekregen en zin in koffie. Kijk maar eens aan de overkant, zei ik tegen mijn vrouw. Op een leuk terrasje vroeg een Turkse heer in het Nederlands of hij kon helpen. We raakten aan de praat. Hij had dertig jaar bij Verolme in de Botlek gewerkt en woonde nu boven het café. Zijn kinderen en kleinkinderen wonen nog in Spijkenisse. De zeventienjarige dochter van de cafébazin vertelde via de “Tolk”, dat zij met een Nederlandse man wilde trouwen. Ik vroeg of ze bedoelde een man van Turkse afkomst in Nederland. Nee, ze bedoelde een echte Nederlandse man. Toen zei ik, dat Nederlandse mannen helpen met afdrogen en koken en ik maakte het stofzuiger gebaar. Ze schaterlachten, kwamen haast niet meer bij van het lachen. Zo werd het toch nog gezellig.

In het hotel werden de papieren naar Nederland gefaxt. Al vlug kregen we een sms’je, dat ze waren aangekomen. De reismedewerkers namen contact op en na enig overleg werd de reis voor de volgende dag geregeld. Al met al zaten we veel op onze kamer om de telefoontjes af te handelen. Daar hoorden we ’s avonds opeens mannen keihard leuzen roepen. Er kwam een fakkeloptocht pro Erdogan voorbij. Als een haas weer terug naar de kamer en het fototoestel gepakt. Ik heb de flits maar uitgeschakeld. Na alle foto’s met stenengooiers en brandstichting en meppende politie, traangas en spuitwagens heb ik nu foto’s van vreedzame maar zeer bezielde mannen, vrouwen en kinderen met spandoeken en borden en fakkels, die luidkeels de leuzen herhalen, die mannen met megafoons roepen. En dat alles werd goed geleid, het verkeer werd geregeld. We zagen hier de mensen, waar Erdogan op steunt en het heeft hem drie verkiezingen na elkaar een meerderheid opgeleverd. Hij treedt behoorlijk autoritair op en de bezorgdheid geldt vooral de toekomst. Turkije knoopt sterkere economische betrekkingen aan met Iran. Betekent dit, dat Turkije straks een Ayatollah regime krijgt? Zijn aanhangers zijn daar niet bang voor. Hun ideaal is een combinatie van democratie en Islam. Of dat mogelijk is betwijfel ik. Democratie veronderstelt ook respect voor en bescherming van minderheidsgroepen. Dat wordt voor Turkije de moeilijkste opgave.

De fakkeloptocht trok naar het Mevlana museum. Duidelijk een nationaal symbool, een Turkse Islam heilige, die sterk de nadruk legde op de naastenliefde. De beweging heeft nog steeds veel aanhangers. Dat merkten we, toen we de ochtend voor ons vertrek het museum bezochten. Busladingen met scholieren en vooral veel vrouwen en minder mannen bekeken de vele sarcofagen van heilige mannen en vrouwen. Soms kusten ze een vitrine. Het deed mij sterk denken aan de heiligenverering in de Rooms-katholieke Kerk. Weliswaar droegen de vrouwen hoofddoeken, maar dat is daar meer de normale dracht. De meisjes zagen er niet anders uit als meisjes hier. Als ze een sacrale ruimte ingingen, dan bedekten ze wel hun hoofd en waren opvallend eerbiedig.

De terugreis verliep vlot. Alles was vanuit Nederland prima geregeld. Zo’n lokale luchthaven heeft wel iets bijzonders. Het vliegtuig staat vlak bij de vertrekhal. Je loopt naar het vliegtuig. In Istanbul is het wel een enorme dwaaltocht om via de aankomsthal en de bagagebanden naar de gates te gaan waar we weer vertrekken. En weer de paspoortcontrole en het fouilleren. Op de veiligheid wordt wel gelet. We zijn weer thuis. Een volgende keer schrijf ik over de reis voordat we hem moesten afbreken.

Jaargang 6, Nr. 269.

Integriteitsbelofte voor de VVD

donderdag, mei 23rd, 2013

Meer dan alleen financiële integriteit

Binnen de VVD is een plan geopperd alle volksvertegenwoordigers en bestuurders van VVD huize te verplichten tot het ondertekenen van een verklaring waarin zij financiële integriteit beloven. Daar is enige reden toe, want er lopen een flink aantal onderzoeken naar financiële wandaden. Het kan omkoping zijn. Geld wordt gestort op een Zwitserse bankrekening. Het kan zijn, dat je vriendjes bevoordeelt en in ruil komen er cadeautjes of leuke reisjes of na het beëindigen van de politieke loopbaan een zeer aantrekkelijke baan bij de bevoordeelde onderneming. Het is dan allemaal heel subtiel. Als politicus toonde hij/zij zich zeer deskundig en hij/zij bleek over goede leiderschapscapaciteiten te beschikken. Zo kun je na je ministerschap van verkeer zomaar in de leiding van de KLM terecht komen. Zoiets geeft toch een onbehaaglijk gevoel. Is het tevens een beloning voor een eerder verleende dienst?

Het is goed, dat er weer eens gewezen wordt op het belang van eerlijke politiek zonder enig persoonlijk belang. Niet tevoren, niet tijdens en niet na de politieke loopbaan persoonlijk voordeel genieten. Het gaat altijd om het algemeen belang en niemand mag door een politicus worden voorgetrokken. Maar helpt zo’n plechtige belofte ook, want bij het aanvaarden van je politieke functie heb je dat ook al beloofd of gezworen. En toch gebeurt het. Soms gaat het om echt strafbare feiten. Dan volgt er een sanctie. Maar als men binnen de wet blijft en het toch wat glibberig lijkt, is er dan vanuit de partij toch een sanctie?

Integer gedrag is echter meer. Sommige bestuurders willen een eigen plan koste wat kost realiseren. Ze stuiten op verzet bij de Raad of de Staten of de Kamer. Dan beloven ze een rapport van een “onafhankelijk” onderzoeksbureau. Bij het inleidend gesprek laat de bestuurder duidelijk merken welke conclusie eruit moet komen. Als de onderzoekers verlegen zitten om meer opdrachten maken ze een keurig zeer wetenschappelijk verantwoord rapport met aan het eind keurig de door de betreffende bestuurder gewenst conclusie. Volksvertegenwoordigers lezen alleen de samenvatting, missen voldoende kennis om het rapport te beoordelen en de fouten boven water te krijgen, luisteren met een half oor naar de insprekers en zie de bestuurder krijgt zijn zin. Is dat een integere bestuurder? Of wordt hij vooral gezien als een handig politicus? Altijd is er dan een benadeelde partij en opnieuw wordt ervoor gezorgd, dat de politiek een slechte naam krijgt.

We hebben de afgelopen dertig jaar schaalvergroting gezien in het onderwijs en in de zorg en privatisering van de gas- en elektriciteitsvoorziening, van de waterleverantie, van de spoorwegen en de busmaatschappijen, van de post en de telefoon. En overal ontstonden prachtige banen voor managers met salarissen zoals bij het bedrijfsleven. Wie kregen die banen? Ik vond het van de politiek allesbehalve integer.

Politici zijn verplicht informatie te verstrekken aan de volksvertegenwoordiging. Ze moeten ook voorlichting geven aan het publiek. Dan vertelt een minister, dat de stad Kunduz in Afghanistan veel veiliger is geworden en dienzelfde maand worden er negen meisjes vermoord en om redenen, die voor ons volkomen onaanvaardbaar zijn. Steeds weer wordt er onjuiste voorlichting gegeven. Is dat integer?

Deze week is duidelijk geworden, dat er in de zorg voor één miljard aan onjuiste declaraties was ingediend en dan zijn nog lang niet alle declaraties onderzocht. Men kiest ook voor veel meer medische onderzoeken dan nodig en vooral ook duurdere onderzoeken. Het is je reinste diefstal uit de portemonnee van de premiebetaler. De politiek kon op zijn vingers natellen dat dit zou gebeuren. Er werd ook gewaarschuwd, maar toch werd het systeem ingevoerd. Is dat integere politiek.

Beste VVD, zet het plan vooral door, maar zorg ervoor mensen aan te trekken met een goed ontwikkeld geweten. Best wel moeilijk voor een liberale partij waar velen vrijheid opvatten als een manier om maximaal je eigen belang te behartigen en als politicus er zelf beter van te worden. Het gaat nog moeilijk worden het imago van zakkenvullers kwijt te raken. Best belangrijk zo’n integriteitsbelofte.

Jaargang 6, Nr. 268.

Vrijwilligers in het zonnetje

donderdag, mei 16th, 2013

INDIVIDUALISSERING EN
VRIJWILLIGERSWERK

Soms hoor je klaagzangen dat het zo moeilijk is om in een vereniging mensen te vinden voor allerlei functies. Tegelijk lees je, dat Nederland het hoogste percentage van de bevolking aan vrijwilligers heeft. Hebben we misschien te veel verenigingen en clubjes en stichtingen en buurtinitiatieven? Wel is duidelijk, dat allerlei vrijwilligersbaantjes niet vanzelf vervuld worden. Er moet een goed vrijwilligersbeleid zijn en mensen moeten actief benaderd worden. Soms zie je plotseling een verjonging optreden. Wat een jonkies denk je dan en je vergeet even hoe vroeg je zelf vroeger al functies vervulde of zaken organiseerde. Bij Scouting zat dat met het patrouillesysteem ingebakken. Een ‘troep’ werd verdeeld in patrouilles van ongeveer zes jongens. Een was patrouilleleider (PL) en een ander assistent-patrouilleleider (APL). In onderling overleg werden de taken verdeeld en de PL gaf daarbij leiding. Bij de sport heb je een aanvoerder en daarnaast een elftalleider of een coach en een trainer. Leiding geven moet je van jongs af aan leren. Bij sommige is het aangeboren.

Bij ons in het dorp zouden struiken verdwijnen en vervangen worden door gras. Dat zou goedkoper zijn voor de gemeente. In enkele straten wilden de bewoners de mooie struiken niet kwijt. De mensen zien die struiken liever dan de geparkeerde auto’s, vermoed ik. Ze boden de gemeente aan om zelf de struiken en heesters te gaan onderhouden: snoeien, onkruid wieden en bemesten. Toen verhuisden sommige bewoners en de nieuwkomers werd gevraagd om mee te doen aan het groenonderhoud. Ze wilden het niet, want ze vonden dat een taak voor de gemeente. Hoe zullen ze reageren als de gemeentelijke lasten verhoogd worden? Ik was toch lichtelijk verbijsterd toen ik ervan hoorde. Ik zou haast naar die mensen toestappen om te vragen waarom ze zo weinig gemeenschapszin hebben. Of hebben ze altijd alles gekregen wat hun hartje begeerde en nooit ergens moeite voor moeten doen? Maar gelukkig zijn dit uitzonderingen.

Er is immers alle reden voor optimisme. Maandag, 13 mei werd in Den Haag weer de Ab Harrewijnprijs uitgereikt aan Lisa Paassen. Zij is coördinator van het Jongeren Advies Punt (JAP) in Leeuwarden. Vandaag werden de Appeltjes van Oranje, dit jaar Kroonappeltjes uitgereikt. Ook daar gaat het er om verdienstelijke vrijwilligersprojecten in het zonnetje te zetten en ze met een geldprijs te ondersteunen.

Maar gisterenavond was ik bij de uitreiking van de jaarlijkse wisselprijs “De Bronzen Uil”, waaraan geen geldprijs is verbonden. De winnaar mag een jaar lang een bronzen beeldje van een landende uil koesteren en zijn of haar naam komt met een bronzen plaatje op het voetstuk te staan. In de loop van de jaren is de prijs in de gemeente Bunnik behoorlijk bekend geworden. We merken, dat de prijswinnaars zich zeer vereerd voelen. In de gemeente Bunnik hebben GroenLinks en de Partij van de Arbeid in 1998 samen een lokale progressieve partij ‘Perspectief 21’ opgericht. Het bestuur heeft toen deze prijs ingesteld. De uitreiking levert de genomineerden elk jaar weer publiciteit op en dat geldt ook voor Perspectief 21. Natuurlijk hopen we, dat er veel mensen zullen worden geïnspireerd om ook vrijwilligerswerk te gaan doen.

Dit jaar was de aandacht gericht op nieuwe of hernieuwde initiatieven, die van belang zijn voor de Bunnikse samenleving. Inwoners werd gevraagd om zulke initiatieven voor de wisselprijs voor te dragen. In het dorp Bunnik kregen allerlei verenigingen de kans zich te manifesteren tijdens de Bunnik Fair. Voorheen was de jaarmarkt veel te commercieel geworden. Nu werd het weer een echt feest voor de gemeenschap.
In Odijk organiseerde het bestuur van het Dorpshuis samen met het personeel op het eind van de zomervakantie een feest “Odijk komt thuis”. Het werd een groot succes.
Voor de gehele gemeente Bunnik is de WMO-raad zeer actief. Met hun onderzoek naar de positie van de mantelzorger haalde ze een landelijk magazine. Daarnaast gaven ze talrijke adviezen.

De winnaar van “De Bronzen Uil 2013” werd het Snuffelhonk, een kringloopwinkel. Ze hebben een moeilijke tijd gehad. De verhuurder van hun loods wilde hen er uit. Het werd een conflict. De eigenaar verving de sloten. De mensen konden twee en een half jaar niet bij de spullen komen. Eigenlijk nu nog steeds niet. Maar ze huren nu een vrijgekomen winkel en draaien weer. Drie groepen worden blij gemaakt. De mensen, die spullen inleveren zijn blij, dat die overbodige zaken weer een nuttige bestemming krijgen. De kopers krijgen voor een zeer schappelijke prijs iets goeds. De opbrengst gaat naar een goed doel in het dorp Odijk en dan met name naar het onderhoud van het Witte Kerkje. Eigenlijk zijn er nog meer mensen blij: iedereen, die het milieu een goed hart toedraagt en alle vrijwilligers, die veel voldoening hebben van hun werk. Als u nu nieuwsgierig bent geworden: Het Snuffelhonk is te vinden op De Meent in Odijk iets links van de Jumbo.

In één week drie prijsuitreikingen aan vrijwilligers. Het zit wel goed met de gemeenschapszin en de sociale cohesie in Nederland.

Jaargang 6, Nr. 267.

Democratie

vrijdag, mei 10th, 2013

EEUWENOUDE DEMOCRATISCHE TRADITIE

Ik was op bezoek in Tsjechië in een kleine stad niet ver van Praag. Onze vriendin nam ons mee naar het nieuwe jeugdhonk. Vol trots vertelden de jongelui, dat ze alles zelf hadden opgezet, zelf voor de inrichting zorgden en zelf planden en programmeerden. Ik vroeg: “Denken jullie, dat dit een breekpunt in de geschiedenis betekent?” De jongelui begrepen de vraag niet, maar onze vriendin wel en ook zij vond het een breekpunt in de traditie. Het was niet zo lang na de ommekeer van een volksdemocratie naar Russisch model naar een Westerse democratische staat. In de communistische tijd kwamen alle initiatieven van de communistische jeugdbeweging en dus van de staat. Eigen initiatief werd niet op prijs gesteld. Dat gold ook voor de economie. In het begin moesten de Tsjechen weer echt leren hoe je een bedrijf opzet en hoe je er leiding aan geeft. Voor het Communisme heersten de Nazi’s in Tsjecho-Slowakije. Tot 1918 maakte het deel uit van het Habsburgse Keizerrijk en hadden Adel en Kerk het voor het zeggen. Een democratische traditie heeft er nooit wortel kunnen schieten.

Een paar jaar later maakten we een wandeling met onze vriendin in een van die fraaie Brusselse parkbossen. Toen kwam plotseling de vraag: “Hoe komt het dat jullie in Nederland al zo lang democratie kennen?” Ik ben maar terug gegaan naar de Middeleeuwen en beschreef hoe er een eind kwam aan het feodale stelsel. Na de Karolingische Tijd had zich langzamerhand een adelstand ontwikkeld. Al die Heren, ridders en baronnen hadden een klein gebied rond hun kasteel. Er waren nog horigen en lijfeigenen en veel boeren waren verplicht herendiensten te verrichten. In ruil daarvoor bood de heer veiligheid. Dit lijkt enigszins op de situatie in het Habsburgse Keizerrijk tot de Eerste Wereldoorlog er een einde aan maakte.

Maar boven al die edelen stond een graaf of een hertog of een bisschop. Die had voortdurend te maken met lastige edelen. Intussen ontwikkelde de economie zich. Er ontstond handel en die concentreerde zich in dorpen bij verkeersknooppunten zoals een kruising van een weg met een rivier. Zo’n doorwaadbare plaats heet een voorde. Denk aan Amersfoort. Die handelsplaatsen werden steeds welvarender. De behoefte aan veiligheid naam toe. In ruil voor een som geld kregen ze het recht een stadsmuur te bouwen. De graaf gebruikte het geld om de edelen eronder te houden. De macht van de graaf en de steden nam toe en de edelen dolven het onderspit. Het was in Holland de strijd tussen Hoeken en Kabeljauwen, In Gelderland tussen de Heeckerens en de Bronkhorsten en in Friesland tussen de Schieringers en de Vetkopers. In de steden ontstond een democratisch bestuur. Bepaalde families leverden steeds weer de stadsbestuurders. Als deze regenten hun macht misbruikten zochten de burgers steun bij de Graaf of de Hertog. Steeds weer zien we die strijd tussen de door hun rijkdom machtige regenten enerzijds en de landsheer en de ontevreden kleine burgerij anderzijds

Ook de landsheer kon zijn macht misbruiken door te veel belasting te eisen of door de mensen te dwingen zijn geloof te aanvaarden. Dat zien we heel duidelijk bij Koning Filips II van Spanje, die zich als Heer der Nederlanden een echte dwingeland toonde. De zeventien gewesten verzetten zich aanvankelijk gezamenlijk. De Pacificatie van Gent (1576) bracht geen oplossing. De Noordelijke gewesten sloten de Unie van Utrecht (1579) om zich gezamenlijk te verzetten. In 1581 zwoeren ze Filips II definitief af als landsheer. Hun manifest daarbij was het “Placcaet van Verlathinge”. Het uitgebreide stuk omschrijft aan welke eisen een goed vorst moet voldoen, hoe hij zich dient te gedragen ten opzichte van zijn onderdanen. Zo is het tegelijk een eerste Verklaring van de Rechten van de Mens. Omdat Koning Filips II niet beantwoordt aan de eisen, die aan een goed vorst worden gesteld, zweren de ondertekenaars namens de Noordelijke provinciën hem af als vorst en verklaren zich daarmee onafhankelijk. Het Placcaet van Verlathinge is dus onze Onafhankelijkheidsverklaring. Het diende als inspiratiebron voor de Onafhankelijkheidsverklaring van de dertien New England States, die zich onafhankelijk verklaarden van Engeland. Terwijl deze “Declaration of Independence” door elke Amerikaan gekend wordt en elke Amerikaan er vaak een beroep op doet is het “Placcaet van Verlathinge” bij het gros van de Nederlanders onbekend. Het was daarom goed dat de nieuwe Koning Willem Alexander het stuk noemde in zijn aanvaardingsrede in de Nieuwe Kerk. Zo toonde hij zijn democratische gezindheid.

Zo uitgebreid heb ik onze Tsjechische vriendin tijdens die wandeling niet geantwoord, maar in grote lijnen kwam het er wel op neer.

Jaargang 6, Nr. 266.

De doden herdenken

vrijdag, mei 3rd, 2013

OP HET FORT BIJ RHIJNAUWEN

Ik zal er morgen weer staan op dat grote grasveld midden in het fort. Het ligt er omgeven door de vestingwallen met de bomvrije kazerne en met oude bomen al 140 jaar lang. In de jaren 1940-1945 waren die bomen getuigen van wrede executies van tientallen Nederlandse en Belgische verzetsstrijders. Elk jaar worden hun namen genoemd. De burgemeester houdt een toespraak. De Last Post wordt geblazen. En er zijn die twee minuten stilte.

Waar denk ik dan aan? Tussen al die familieleden uit Nederland en België is er een man, die ik persoonlijk ken. Samen zaten we op het KGL in Arnhem. Zijn vader is hier gefusilleerd. Hij was al in het begin van de Tweede Wereldoorlog samen met anderen in verzet gekomen. De groep noemde zich de Oranjewacht. Maar ze kenden nog niet de fijne kneepjes van het vak. Al snel werd de groep opgerold. Hij liet een heel groot gezin achter. De kinderen zijn nu allen boven de zeventig. Ze worden vergezeld door hun kinderen en kleinkinderen. Elk jaar zijn ze er weer. In 1995 heb ik ze gevraagd naar hun gevoelens. Sommige hadden het nog steeds niet verwerkt. Ze konden niet door Duitsland reizen. Ze konden niet vergeven. Hun hele leven is er door bepaald. Anderen uit het gezin hadden het verwerkt. Zo zijn er duizenden mannen vrouwen in Nederland. Zij herdenken hun vader of moeder of broer of zus of oom of tante.

Maar al denkend tijdens die twee minuten stilte en daarna op de terugweg en ’s avonds als de slaap niet wil komen denk ik niet alleen aan de slachtoffers. Ik denk ook aan de daders. Wat brengt mensen er toe leiders als Hitler te kiezen? Er zijn wel antwoorden. De slechte economische toestand, maar die was in veel meer landen slecht. De vernedering van de Duitsers na de Eerste Wereldoorlog. De geoliede propagandamachine van de Nazi’s, gebruik makend van een onwetenschappelijke rassenleer. De Joden, die altijd al van allerlei narigheid de schuld kregen. De Joden, die door de Rooms-Katholieke Kerk toen nog als godsmoordenaars werden gezien. Het gewend zijn aan automatisch gehoorzamen: “Befehl ist Befehl!” Toch waren er Duitsers, die het kwaadaardig karakter van het Nazisme doorzagen. Maar alle verzet werd met concentratiekampen onderdrukt. Toch blijft de vraag waardoor elke keer weer in allerlei landen zo velen achter een leider met zulke vreselijke ideeën aanlopen.

Ik denk aan de vele keren, dat het kwaad in een land weer de overhand krijgt. Mensen elkaar zo haten, dat ze elkaar vermoorden. In Ruanda en Burundi de haat tussen Hutu’s en Tutsi’s, In Irak tussen Soennieten en Sjiieten. In Israël en de Palestijnse gebieden. In voormalig Joegoslavië tussen Moslims en Serviërs en tussen Kroaten en Serviërs. Nu weer in Syrië. Het gaat maar door.

Soms tonen we ons verheugd, dat de eeuwenlange oorlogen in Europa nu eindelijk ondenkbaar zijn geworden. Maar zijn wij werkelijk geestelijk zo weerbaar, dat we ongevoelig zijn voor het in een kwaad daglicht stellen van hele bevolkingsgroepen in Nederland? Nemen we het op voor mensen, die als groep gediscrimineerd worden? Hoe tolerant is Nederland nog?

Het is goed niet alleen de slachtoffers te herdenken, maar ook de daders. Er zijn mensen, die zich daar tegen verzetten. Ik vrees dat zij in het herdenken tevens ook een vorm zien van lof en eer brengen aan hen, die voor de vrijheid hun leven geofferd hebben. Die eer verdienen de daders niet. Maar het is belangrijk om te weten hoeveel moed het toen van Duitsers vergde om zich te verzetten. Het is belangrijk om te zien, dat veel van die Duitsers een vrouw en kinderen hebben nagelaten, die zonder vader verder moesten. Het is belangrijk op te merken hoe zeer de Duitsers geleerd hebben. Neonazi’s krijgen er nauwelijks steun. Vreemdelingenhaat wordt niet getolereerd. Militarisme wordt verafschuwd.

Die doden herdenken, die hun leven offerden voor onze vrijheid maakt ons bewust van onze eigen verantwoordelijkheid. Voor welke waarden kies ik in mijn eigen leven? Hoe voeden wij onze kinderen op? Welke politieke keuzes maken wij? Hoe bestrijd ik discriminatie en vreemdelingenhaat in mijn eigen omgeving? Voel ik mij verbonden met andere Nederlanders en alle inwoners van dit land? Voel ik mij verbonden met andere Europeanen? Bewaken wij nog steeds onze vrijheid?

Jaargang 6, Nr. 265.

Een dagexcursie in Noord-Holland

vrijdag, april 26th, 2013

De Rijp, Broeker veiling en Schagen

Elk jaar organiseert de Historische Kring ‘Tussen Rijn en Lek’ een dagexcursie naar een historisch interessant gebied. Beurtelings gaat het naar Duitsland, België en Nederland. Dit jaar zwierven we door een deel van Noord-Holland, waar je wel langs komt op weg naar Texel, maar dat je niet echt kent. Het werd een aangename kennisma­king.

Het eerste doel was het stadje De Rijp. Het is vroeger zeer welvarend geweest en telde toen tot 50.000 inwoners. Een deel van de oude huizen is goed geconserveerd. Het is leuk om een kleine wandeling te maken en daarbij de sporen van het roemruchte verleden te zien. Het ligt op een veeneiland tussen de Beemster en de Schermer, vroegere meren en nu droogmakerijen. Het lag betrekkelijk geïsoleerd, zodat in de 17e eeuw Doopsgezinden hier hun toevlucht zochten. Het waren kundige hard werkende ambachtslieden en kooplui. De basis voor de welvaart werd de ha­ringvisserij. De haring werd in heel Europa ver­handeld. Uit het Oostzeegebied bracht men hen­nep mee terug. Daarvan werden kabels vervaar­digd, nodig voor de schepen, die ze op hun wer­ven bouwden. De welvaart van de Rijp steunde dus op visserij, industrie en handel. Zaandam importeerde en zaagde het hout, waarvan ook de meeste huizen werden gebouwd. Gezien de ve­nige ondergrond was dat verstandig, maar ook brandgevaarlijk. Dat bleek bij een grote brand in 1654. Daarna moest de onderbouw van steen zijn. Daarboven bleef het geschilderd hout en dat maakt het stadje buitengewoon aantrekkelijk om te zien, vooral ook omdat er heel afwisselend is gebouwd. De welvaart maakte de bouw van een forse kerk mogelijk. Ze zijn erg trots op de ge­brandschilderde ramen. Inderdaad bijzonder voor een protestante kerk, die ook voor concerten en tentoonstellingen wordt gebruikt. Alles is mooi te zien in Museum In ’t Houten Huis. Daar zie je bij­voorbeeld, dat de Rijper reders zich zelfs met de walvisvaart hebben bezig gehouden. Het oude raadhuis van de Rijp is gebouwd door de Rij­penaar Leeghwater, die vooral als waterbouw­kundige bekend is.

Na de ordening van de droogmakerijen de Beem­ster en de Schermer viel de verrommeling van het gebied tussen Alkmaar en Heerhugowaard wel erg op. Er zijn in Nederland bijna geen groente- of fruitveilingen over gebleven. De groenteveiling van Broek op Langedijk heeft dan ook een museumfunctie. Het gebied van de Lan­gedijk was vroeger een vaarpolder. De meeste sloten zijn nu gedempt en het is nu een rijpolder. Vroeger werden de duizenden eilandjes bemest met bagger uit de sloten. Vooral verschillende soorten kool deden het daar erg goed. Op schui­ten werden de groentes naar de veiling gevaren. Het gebouw is over de sloten heen gebouwd. Bij binnenvaren werd eerst het gewicht en de kwa­liteit vastgesteld en naar gelang de soort groente voer men naar een bepaalde afdeling. In een snel tempo voeren de schuiten naar de veilingzaal, waar de partijen geveild werden. Na het noemen van de prijs ging de wijzer van de veilingklok draaien. Elke handelaar had bij zijn vaste plaats een knop. De kunst was niet te vroeg te drukken, want dan betaalde je te veel. Je moest ook niet te laat drukken, want dan was een ander je voor en kon je de pech hebben niets te kunnen kopen. Als er van een soort erg veel werd aangevoerd bleven de prijzen laag. Soms draaide de wijzer zo ver door, dat deze onder de minimumprijs kwam. Dan werd die partij “doorgedraaid” en uit de markt genomen. Soms kon de groente nog als veevoer worden gebruikt, maar vaak werd er compost van gemaakt. Toen ik eens compost had gekocht, groeiden er opeens tomaten in mijn bloementuin. Veel tuinders hebben nu contracten met supermarktorganisaties, waaraan zij recht­streeks leveren.

In Schagen bezochten we het Boerderij- en Rijtuigmuseum Vreeburg. Het is interessant de ontwikkeling van die rijtuigen te zien. Ze worden bijvoorbeeld door vering steeds comfortabeler. Tien donderdagen in de zomer maken die rijtuigen een tocht door Schagen. De passagiers dragen dan West-Friese klederdrachten. In het boerderijgedeelte zie je een enorme verzameling gereedschap met lang niet altijd bekende namen. Er is ook een fraaie pronkkamer en nog veel meer moois, zoals een flinke verzameling porselein. Als je een strandvakantie in Noord-Holland hebt gepland zit er vast wel een minder mooie dag bij. Dan is museum Vreeburg goed voor de uur of meer kijkplezier.

Zo’n dagexcursie eindigt altijd met een diner. Dit keer in Huigsloot bij Abbenes op de zuidelijke ringdijk van de Haarlemmermeer. Niet eenvoudig om te vinden, maar die moeite waard.

Jaargang 6, Nr.264.

 

VVD jongeren tegen uitstel bezuinigingen

vrijdag, april 19th, 2013

Afschuiven op toekomstige generaties

Toen het Mondriaan akkoord bekend werd, verklaarden de VVD-jongeren zich tegen het niet doorgaan met verdere bezuinigingen. Want, vonden zij, dan schuif je de toenemende schuldenlast door naar toekomstige generaties. Na het aanvankelijk enthousiasme neemt de kritiek van VVD zijde toe. Andere partijen blijven het loslaten van de drie procent norm toejuichen. Zij willen de economie niet kapot bezuinigen. Intussen is deze week bekend geworden, dat een hogere schuldenlast dan 90% echt niet zo schadelijk is voor de economie als tot voor kort werd aangenomen. In de betreffende theorie is een rekenfout gemaakt. Ik ben benieuwd of het invloed gaat hebben op de 3 procentseis van de EU.

Waar zouden de VVD-jongeren op willen bezuinigen? Op het onderwijs, waar ze zelf nog van profiteren? Een hoger collegegeld? Papa en Mama leggen wel bij. Geldt dat ook voor alle medestudenten? Natuurlijk niet. Op de aanleg van wegen en spoorlijnen? Daar zullen ze zelf het langst van profiteren. Niet dus. Op salarissen van ambtenaren, leerkrachten en zorgverleners? Och als je toch bij pa in de zaak komt. De werkelijke reden is, dat ze zo ik-gericht zijn, dat ze over hun toekomstige of al bestaande riante salaris liever zo weinig mogelijk belasting betalen. Hoe minder er straks valt af te lossen, hoe lager de belastingen kunnen zijn. Je verantwoordelijk voelen voor de gemeenschap zullen ze van huis uit niet hebben mee gekregen. Belasting is diefstal roepen ze dan met veel branie. De belastingmoraal in Nederland is vaak bedroevend en beschamend. Men is er eerder trots op alle foefjes te kennen om belasting te ontwijken. Als je met dit soort lieden te maken hebt, dan wordt het wel moeilijk vertrouwen te krijgen in de toekomst van onze economie. Geloofwaardige politici moeten vooral uitstralen ieders belang te willen dienen en niet alleen het eigenbelang.

Toch is het op zich een goed uitgangspunt om problemen niet te willen afschuiven op toekomstige generaties. Je ziet het ook bij het milieu. Natuurlijk wil je niet, dat bodem en grondwater straks vervuild zijn. Natuurlijk wil je toekomstige generaties niet het kernafval van Borssele laten opruimen. Vanzelfsprekend ben je zuinig op energie en reis je zo veel mogelijk met openbaar vervoer. Uiteraard ben je voorstander van windmolens en zonnepanelen en wil je afdoende maatregelen tegen het versterkte broeikaseffect. Je kunt immers toekomstige generaties niet opzadelen met een ondergelopen Randstad. Het uitgangspunt om niets af te wentelen op toekomstige generaties is geweldig. Ik ben heel benieuwd naar de milieuparagraaf in het volgende VVD programma.

Jaargang 6, Nr. 263.

Sociale markteconomie in de EU

vrijdag, april 12th, 2013

Bisschoppen EU aan het woord

“Prikkels waarbij risico en sociale aansprakelijkheid ontkoppeld worden, beantwoorden niet aan de bedoeling van de sociale markteconomie. De Europese Unie zou daarom regels moeten maken, dat salarissen van managers sterker verbonden zijn met succes op lange termijn van beslissingen over investeringen en kredieten, en dat een bovengrens wordt aangehouden. Een markteconomie, die uitsluitend de belangen van het kapitaal dient, kan niet ‘sociaal’ genoemd worden. Het valt niet te betwisten, dat een sociale markteconomie in Europa zonder gewetensvol, betrouwbaar en verantwoordelijk handelen van alle deelnemers aan het economisch leven, in het bijzonder van de leidinggevenden, niet kan bestaan. Zowel binnen de EU als in het kader van de G20, hebben wij, niet op de laatste plaats met het oog op komende generaties, betere wetten en regels nodig voor de wereldwijde financiële markt.” Aldus de Commissie van de Bisschoppenconferenties van de Europese Unie COMECE in een beschouwing over de sociale markteconomie en de voorwaarden waaraan deze dient te voldoen. Het stuk werd in het najaar van 2011 gepubliceerd en is sinds kort in Nederlandse vertaling beschikbaar. (Kerkelijke Documentatie, 2013/1. Een Europese Gemeenschap in solidariteit en verantwoordelijkheid. bestel@rkk.nl)

“Het concept van de sociale markteconomie verbindt het principe van de vrije markt en het instrument van concurrentie met het principe van solidariteit en mechanismen van sociaal evenwicht.”  Solidariteit en gerechtigheid spruiten voort uit de bijbelse traditie, maar ook uit de klassieke Grieks-Romeinse cultuur. De menselijke persoon heeft een eigen waardigheid. Als sociaal wezen is hij gericht op relaties en geroepen tot medewerking aan gemeenschappelijk welzijn. Het klassieke begrip van de gerechtigheid leert, dat aan ieder het zijn geschonken moet worden. Het verhaal van de barmhartige Samaritaan leert, dat ieder mens recht heeft op hulp en iedere mens geroepen is tot solidair handelen. Deze waarden vindt men in alle lidstaten en de EU kan daar op aansluiten. De bisschoppen starten  niet voor niets zo nadrukkelijk hun beschouwing met deze uiteenzetting. Het is immers duidelijk dat juist deze waarden in de hedendaagse samenleving onder druk staan, hetgeen in de standpunten van sommige politieke partijen tot uiting komt.

De sociale markteconomie heeft in de jaren na de Tweede Wereldoorlog in de West-Europese staten vorm gekregen. De positie van het individu werd in meerdere sociale wetten beschermd. Maar naast de rol van de staat blijft spontane solidariteit nodig en vrijwillige hulp. De staatszorg moet niet leiden tot blijvende afhankelijkheid Eigen verantwoordelijkheid samen met naastenliefde zijn nodig. Soms kan de hulp ook van particuliere instellingen komen, maar de rol van de staat blijft en staten kunnen in Europees verband samenwerken om de armoede in alle lidstaten te verminderen.

Door de steeds scherpere concurrentie wordt onderlinge solidariteit onmogelijk, denkt men steeds meer. Concurrentie kan er ook toe leiden, dat hulpbronnen efficiënter gebruikt worden, dat producten steeds beter worden en dat door rationalisatie van de productie de productiekosten omlaag gaan, zodat de aanschaf voor meer mensen bereikbaar wordt. Maar dan moet er wel echt en eerlijk geconcurreerd worden. Dat lagere productiekosten niet mogen leiden tot extreem hoge beloningen van leidinggevenden zagen we al in het openingscitaat.

De sociale politiek is voorbehouden aan de lidstaten. De bisschoppen vragen zich wel af of dit zo moet blijven. Als de verschillen tussen de lidstaten te groot worden dreigt een conflict met eisen van solidariteit en sociale rechtvaardigheid. Het zijn belangrijke Europese waarden. In de EU moet het niet alleen draaien om produceren en consumeren, maar ook om deze waarden. De zwaksten mogen er in de ogen van de Europese bisschoppen niet onder door gaan. Het wordt boeiend om na te gaan, wat we hiervan in de programma’s voor de Europese verkiezingen in 2014 zullen terugzien. De bisschoppen willen ook aandacht voor het ecologisch en ethisch principe van de duurzaamheid.

Een boeiend document, waarin stevige standpunten worden ingenomen. Rijk van inhoud en de moeite waard om het op papier of op internet nader te bestuderen, zeker voor mensen, die gaan werken aan de verkiezingsprogramma’s, vooral omdat de motivering veel breder is dan alleen religieus geïnspireerde motieven.

Jaargang 6, Nr. 262.

Ziekenzorg in Nederland

zaterdag, april 6th, 2013

OPEENS AFHANKELIJK VAN MEDISCHE ZORG

Het is me zomaar overkomen. Je hebt wat moeite met ademhalen. Je denkt, dat het door de verkoudheid komt. Dan krijg je nauwelijks lucht meer. Even later lig je in een ziekenhuisbed. Het probleem is snel opgelost. De oorzaak is dan nog niet vastgesteld. Dus mag je een paar dagen profiteren van de Nederlandse ziekenhuiszorg.

Een wereld gaat voor je open. Via plakkertjes en draden ben je verbonden met een monitor. Van alles wordt geregistreerd en op regelmatige tijden komen verpleegkundigen bloeddruk, temperatuur en zuurstofgehalte van het bloed meten. Alles gaat de computer in. Na een paar dagen wordt ik los gekoppeld. Ik word lopend patiënt. Op weg naar het toilet passeer ik de teampost, een langgerekte ruimte. Tijden lang zitten verpleegkundigen en zaalarts er achter computerschermen en voeren allerlei gegevens in. Ik merk, dat daardoor de zaalarts en de behandelend specialist nauwkeurig op de hoogte zijn van de toestand van een patiënt. Dat werkt zo al geruststellend. Zo komen ze ook tot de conclusie, dat de schade van dit avontuur waarschijnlijk mee zal vallen.

Terwijl ik daar naar de TV boven mijn bed kijk wordt bekend, dat er bij mijn bank een storING is. Er zit een foutje in het systeem. Later schat een hooggeleerde het aantal fouten in de software op 250.000. De meest voorkomende fouten zijn er intussen wel uit gehaald. Niemand kent het gehele softwareprogramma. Daarvoor is het te groot en te gecompliceerd. Het is stapje voor stapje gegroeid in de loop van vele jaren. Stilletjes vraag ik mij af hoeveel fouten in de programma’s voor de ziekenhuiscomputers zitten. Hoe gewetensvol zijn de lieden die een cyberaanval op banken uitvoeren? Blijven de computersystemen van ziekenhuizen voor hun willekeur gespaard? Maar misschien mag ik die vraag geeneens stellen.

Er loopt heel wat personeel rond op de afdeling. Iedereen heeft nauwkeurig omschreven taken. Ze houden zich strikt aan die taakverdeling. Er is een groot gevoel van verantwoordelijkheid. Iedereen weet hoe belangrijk hygiëne is: arts, verpleegkundige, de dame van voeding en drinken, de schoonmaak of de dame, die elke dag de voorraden aanvult. Het loopt gesmeerd in het team en dat terwijl er een voortdurende wisseling van de wacht is: drie keer per dag letterlijk, maar ook doordat je geen dag dezelfde verpleegkundige op de afdeling ziet. Komt er een Pool binnen, er wordt moeiteloos omgeschakeld op Engels. Ik heb het met stijgende bewondering kunnen observeren: wat loopt hier alles gesmeerd.

Een paar jaar geleden was ik in hetzelfde ziekenhuis. Ik maakte een verpleegkundige mee, die tegenover een arts overdreven beleefd was, maar tegenover patiënten een wat hooghartige houding aannam. Wat een genoegen, dat hier niet mee te maken. Toen liep er bij die verpleegkundigen ook een “haantje” rond. Oh, wat vond hij zich zelf stoer en charmant en hoe heerlijk vond hij het flirten met zijn vrouwelijke collega’s. Doe toch gewoon, man, dacht ik vaak. Op deze afdeling heerste professionele collegialiteit. Er waren weinig mannen onder de verpleegkundigen. Bij de ambulance was het andersom: Daar zag je maar enkele vrouwen. Maar of het nu mannen of vrouwen waren, vakmensen waren ze allemaal. Namens mij zelf en namens de familie hartelijk dank voor alle goede zorgen.

Jaargang 6, Nr. 261.