OPEENS AFHANKELIJK VAN MEDISCHE ZORG
Het is me zomaar overkomen. Je hebt wat moeite met ademhalen. Je denkt, dat het door de verkoudheid komt. Dan krijg je nauwelijks lucht meer. Even later lig je in een ziekenhuisbed. Het probleem is snel opgelost. De oorzaak is dan nog niet vastgesteld. Dus mag je een paar dagen profiteren van de Nederlandse ziekenhuiszorg.
Een wereld gaat voor je open. Via plakkertjes en draden ben je verbonden met een monitor. Van alles wordt geregistreerd en op regelmatige tijden komen verpleegkundigen bloeddruk, temperatuur en zuurstofgehalte van het bloed meten. Alles gaat de computer in. Na een paar dagen wordt ik los gekoppeld. Ik word lopend patiënt. Op weg naar het toilet passeer ik de teampost, een langgerekte ruimte. Tijden lang zitten verpleegkundigen en zaalarts er achter computerschermen en voeren allerlei gegevens in. Ik merk, dat daardoor de zaalarts en de behandelend specialist nauwkeurig op de hoogte zijn van de toestand van een patiënt. Dat werkt zo al geruststellend. Zo komen ze ook tot de conclusie, dat de schade van dit avontuur waarschijnlijk mee zal vallen.
Terwijl ik daar naar de TV boven mijn bed kijk wordt bekend, dat er bij mijn bank een storING is. Er zit een foutje in het systeem. Later schat een hooggeleerde het aantal fouten in de software op 250.000. De meest voorkomende fouten zijn er intussen wel uit gehaald. Niemand kent het gehele softwareprogramma. Daarvoor is het te groot en te gecompliceerd. Het is stapje voor stapje gegroeid in de loop van vele jaren. Stilletjes vraag ik mij af hoeveel fouten in de programma’s voor de ziekenhuiscomputers zitten. Hoe gewetensvol zijn de lieden die een cyberaanval op banken uitvoeren? Blijven de computersystemen van ziekenhuizen voor hun willekeur gespaard? Maar misschien mag ik die vraag geeneens stellen.
Er loopt heel wat personeel rond op de afdeling. Iedereen heeft nauwkeurig omschreven taken. Ze houden zich strikt aan die taakverdeling. Er is een groot gevoel van verantwoordelijkheid. Iedereen weet hoe belangrijk hygiëne is: arts, verpleegkundige, de dame van voeding en drinken, de schoonmaak of de dame, die elke dag de voorraden aanvult. Het loopt gesmeerd in het team en dat terwijl er een voortdurende wisseling van de wacht is: drie keer per dag letterlijk, maar ook doordat je geen dag dezelfde verpleegkundige op de afdeling ziet. Komt er een Pool binnen, er wordt moeiteloos omgeschakeld op Engels. Ik heb het met stijgende bewondering kunnen observeren: wat loopt hier alles gesmeerd.
Een paar jaar geleden was ik in hetzelfde ziekenhuis. Ik maakte een verpleegkundige mee, die tegenover een arts overdreven beleefd was, maar tegenover patiënten een wat hooghartige houding aannam. Wat een genoegen, dat hier niet mee te maken. Toen liep er bij die verpleegkundigen ook een “haantje” rond. Oh, wat vond hij zich zelf stoer en charmant en hoe heerlijk vond hij het flirten met zijn vrouwelijke collega’s. Doe toch gewoon, man, dacht ik vaak. Op deze afdeling heerste professionele collegialiteit. Er waren weinig mannen onder de verpleegkundigen. Bij de ambulance was het andersom: Daar zag je maar enkele vrouwen. Maar of het nu mannen of vrouwen waren, vakmensen waren ze allemaal. Namens mij zelf en namens de familie hartelijk dank voor alle goede zorgen.
Jaargang 6, Nr. 261.