Archive for oktober, 2012

De toekomst van groene politiek 4

vrijdag, oktober 26th, 2012

HET MILIEUPROBLEEM IS TEGELIJK EEN SOCIAAL-ECONOMISCH PROBLEEM

Wie hebben het meest last van milieuproblemen? Voor wie is het het moeilijkst de hogere prijzen te betalen voor energie en producten, waarin zeldzame grondstoffen zijn verwerkt of voor voedsel? Mensen met lagere inkomens hebben meer last van milieuproblemen. Daar ligt het verband tussen groen en links. Je kunt geen eerlijke politiek bedrijven als daarin groen en links niet samengaan.

Gemakkelijk winbare fossiele brandstoffen, aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool raken steeds meer uitgeput. Alleen al doordat het winnen van fossiele brandstoffen duurder wordt stijgen de prijzen. En omdat de wereldvraag door de opkomende economieën stijgt en het aanbod die vraag niet of nauwelijks kan bijhouden gaan de prijzen nog meer omhoog. Als de hoeveelheden gewonnen fossiele brandstoffen echt over hun top heen zijn, wordt fossiele energie pas echt onbetaalbaar voor de lagere inkomens. Zo is het ook met grondstoffen. Koper is zo duur geworden, dat het aantrekkelijk wordt koperen kabels bij NS te jatten.

Zijn er oplossingen? Windenergie is concurrerend en zonnepanelen geven een hogere opbrengst en zijn veel goedkoper geworden. Het is in ons land nog maar een betrekkelijk kleine voorhoede, die er gebruik van maakt. Als je in een sociale huurwoning woont, is het al veel lastiger om zonnepanelen op je dak te leggen. Dan moet je ze met je minimumloon ook nog kunnen betalen. Windenergie zou kunnen door het systeem van winddelen, maar dan moet je wel spaarcentjes hebben. Veel ernstiger is het ontbreken van het gevoel van urgentie bij veel Nederlanders en dus ook bij Nederlandse politici. Heinrich Heine zei het al: In Nederland gebeurt alles vijfentwintig jaar later. Het mopje kent u vast al: Waar kun je het beste zijn bij het einde der aarde? Maar als wij in Nederland zo kortzichtig door gaan komt het einde van Nederland misschien wel eerder. Het zal mij benieuwen wat het regeerakkoord daarover zal zeggen.

Het tekort aan grondstoffen is lastiger. Soms kunnen andere materialen gebruikt worden. Koperen telefoonkabels worden vervangen door glasvezel. Maar hergebruik is beter. In het bedrijfsleven worden daarin steeds meer initiatieven ontplooid. Een afvalverwerkingsbedrijf heeft als leus: “Er bestaat geen afval”. Ook hier is het probleem een tekort aan inzicht bij het grote publiek en onvoldoende uitbouw van het systeem van afvalverwerking. Huis-, tuin- en keukenafval wordt soms verbrand in plaats van het winnen van biogas eruit en verdere verwerking tot compost. En wij maar braaf de biobak en de papiercontainer en de grofvuilcontainer vullen, het glas wegbrengen en het chemisch afval zoals batterijen en elke maandag om de twee weken de zak met plastic buiten zetten. Maar hoe gaat dat in flatwijken of straten met etagewoningen?

We zagen het al; kiezen voor een milieuvriendelijk alternatief is vaak duur. GroenLinks is een sterk voorstander van vergroening van de belastingen. Vaak komt dat neer op een hogere omzetbelasting. Water en energie worden zo alsmaar duurder. Er zijn manieren om daar iets aan te doen. Je kunt je huis beter isoleren. Daar zitten de lagere inkomens weer moeilijk en vooral als zij een sociale huurwoning hebben. Dus moet de politiek de woningcorporaties achter de broek zitten. Het staat allemaal prima in het programma van GroenLinks. Wat staat er straks in het Najaarsakkoord? Wat gaar het tweede kabinet Rutte eraan doen? Wat zeggen de andere partijen erover? Voor mij blijft het GroenLinkse geluid in Nederland broodnodig.

Jaargang 5, Nr. 238.

Vakantie in Israël

maandag, oktober 22nd, 2012

Een normaal land met veel toeristen

Eigenlijk heb ik het nooit goed gedurfd, Israël bezoeken. Het leek me vaak veel te gevaarlijk. Ook nu was er de vrees, dat het land Iran zou aanvallen en Iraanse raketten Israël zouden treffen. Een paar dagen voor ons vertrek werd gemeld, dat een Israëlische straaljager een drone had neergeschoten op dertig kilometer van de kerncentrale bij Dimona. Al met al toch spannend om naar het land te gaan. Tegelijk word je je ervan bewust, dat het land er alles aan doet om de veiligheid te garanderen. Dat merk je uitgebreid voor het vertrek en ook weer bij de aankomst. Daarna stap je met het reisgezelschap in de bus. Je rijdt naar het hotel in Jeruzalem en je maakt kennis met het drukke verkeer. Ook hier komen files voor. Je arriveert bij het hotel en het toedelen van de kamers is nog beter georganiseerd dan in allerlei landen in Europa, waar we de afgelopen jaren waren.

In dat hotel alleen al merk je hoe mondiaal het toerisme naar Israël is. Je ziet het aan de andere gasten en vooral ook aan het aanbod aan voedsel bij de buffetten. Er zijn meer mogelijkheden om te ontbijten dan twee sneetjes meergranen brood dan ik gewend ben. Als je de eerste dag al die voor christenen bijzondere plaatsen bezoekt, dan zie je het opnieuw. Mij vielen grote groepen uit Indonesië, China en de Filippijnen op, maar ook uit Afrikaanse landen als Ghana. Toerisme moet een belangrijke inkomstenbron voor het land zijn.

We hadden een uitstekende Israëlische gids, die zeer goed op de hoogte was van het verband tussen het Oude en Nieuwe Testament. Zo maakte hij duidelijk, dat de verhalen over Jezus vooral duidelijk maken, dat hij voldoet aan alles wat het Oude Testament zegt over de te verwachten Messias. En even goed kon hij uitleggen, waarom de kruisvaarders naar het Heilige Land kwamen en hoe de strijd verliep. Op veel plekken zijn de bouwwerken uit die tijd nog aanwezig. Ze zijn te herkennen aan een bouwstijl, die lijkt op de Gotiek.

Wat merk je van het Israëlisch-Palestijnse conflict? Je ziet op veel plaatsen de muur. Soms zijn er controleposten, zoals tussen Jeruzalem en Bethlehem. Je merkt, daar later in de middag, dat kennelijk veel inwoners in Jeruzalem werken. Aan de keurige kleding te zien niet alleen in nederige baantjes. Wij komen heel gemakkelijk door de controle. Hoe het de Palestijnen vergaat, zien we niet. Als we van Jeruzalem naar de Dode Zee afdalen komen we geen enkele controlepost tegen. Er is er eentje op de weg naar Masada, maar geeneens bij de eigenlijke grens. Jericho laat met een grenspost zien, dat het onder Palestijns bestuur valt. De stad ziet er opmerkelijk welvarend uit. Er zijn bronnen, die landbouw mogelijk maken, bijvoorbeeld de teelt van bananen. Een klooster hoog tegen een bergwand is per kabelbaan bereikbaar. Het is de plek van de bekoringen van Jezus na veertig dagen in de woestijn. Toerisme is zo een tweede welvaartsbron. Als we van Jericho naar het Noorden rijden zien we onderweg veel plantages. Ze blijken eigendom van Joodse kibboetsen en waren dat al voor de onafhankelijkheid. Na de zesdaagse oorlog hebben de vroeger eigenaren hun landerijen weer in bezit genomen. Daar moest ik wel naar vragen, want het leek een beetje kolonialisme. Toch kreeg je de indruk, dat het voor onze Israëlische gids een normale zaak is, dat de Israëli’s in de bezette Palestijnse gebieden blijven. De muur zorgt er toch maar voor, dat er geen zelfmoordaanslagen meer zijn. Jammer, dat zo’n muur nodig is, maar het werkt wel.

Onze jonge enthousiaste gids van Joods Jemenitische afkomst wist zijn verhaal goed te brengen. We mochten elkaar. Maar ik wist daarbij voortdurend, dat we de ene kant van het verhaal hoorden. De Israëlische voorlichtingsmachine werkt uitstekend. Wij wilden vooral kennis maken met het land en met de geschiedenis en de cultuur. We waren er niet op uit om politiek te bedrijven. We kwamen niet op de plekken waar het conflict weer elke keer oplaait. Voortaan ken ik het land beter. Ik weet hoe mooi het landschap is en ken de geordende steden met de gebouwen in dezelfde lichte natuursteen. Nu maar hopen, dat het allemaal zo mooi blijft en ook hopen, dat de Palestijnen gaan werken aan meer welvaart in hun eigen gebied. Misschien zal het ooit echte vrede zijn.

Jaargang 5, Nr. 237.

De toekomst van groene politiek 3

vrijdag, oktober 12th, 2012

WAAROM WILLEN WIJ EEN SCHOON LAND?

Wij willen het milieu beschermen tegen vervuiling. We doen aan milieudefensie. Waarom willen wij geen vervuiling van het water, de bodem en de lucht? Een eerste reden is, dat de vervuiling het leven van planten dieren en ook steeds meer het leven van de mens schaadt. Toch is milieuvervuiling en dan vooral met schadelijke stoffen veel minder een hot item. Dat was wel anders toen door verzuring de bossen dreigden te sterven. Wettelijke maatregelen hebben de verzuring sterk terug gedrongen. Over de ammoniakstank van de intensieve veehouderij staan de kranten niet meer vol. De rivieren zijn schoner geworden. Gifbelten zijn geruimd of ingekapseld en verandert in een Griftpark of een recreatiegebied als de Volgermeerpolder. Successen zijn goed om de moed er in te houden. Mensen moeten niet het gevoel krijgen, dat het vechten is tegen de bierkaai. Waarom zou je je nog milieuvriendelijk gedragen? Het helpt toch niet als ik de enige ben. Het zijn vooral strenge milieuwetten, die meestal goed gehandhaafd worden, die voor de successen hebben gezorgd.

Maar is er echt reden tevreden achterover te leunen? Laten we ons beperken tot Nederland. Kaartblad 66 van de (laatste) 54e druk van de Grote Bosatlas geeft een beeld. Je ziet vooruitgang, maar Nederland is nog allerminst schoon. Kaartje B laat de vermesting zien en wel de concentratie van stikstof in de neerslag. De Utrechts-Gelderse Vallei, Twente, de Rijnmond  en vooral Oost Brabant en Midden en Noord-Limburg zitten veelal ver boven de doelstelling voor 2010. Het betekent, dat in grote delen van Nederland de bodem en het water overbemest zijn. Bepaalde planten en dieren verdwijnen en andere komen er voor in de plaats. Ongeveer dezelfde gebieden hebben last van verzuring zo laat kaartje C zien. Van zwavel hebben ze alleen in de Rijnmond nog last. De nieuwste boosdoener is het fijnstof. De narigheid is, dat filters op motoren niet echt helpen. Ze laten het ultra fijne stof door en dat is nu juist het gevaarlijkst en dan met name voor mensen met longproblemen. Het dringt heel ver door in bijvoorbeeld de longen.

Maar we moeten de moed erin houden. Drie opeenvolgende kaartjes laten de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht zien voor 2005, 2010 en 2015. Het wordt weliswaar minder, maar blijft vooral in de grote steden te hoog. Voor al de genoemde stoffen zien we tussen 1990 en 2010 een regelmatige daling Er is vooruitgang. Anders is het met de broeikasgassen. Na een aanvankelijke toename is er een lichte daling, maar de uitstoot blijft boven het niveau van 1990. Interessant is een viertal staafgrafieken, dat voor vier broeikasgassen laat zien in welke mate ze afkomstig zijn van de landbouw, de industrie, de energie en het verkeer. Opmerkelijk is het grote aandeel van de landbouw in de methaanuitstoot.

Waarom is het nu belangrijk iets tegen die vervuiling te doen? We zagen al, dat zij schadelijk is voor mensen, planten en dieren. Mag je andere mensen zomaar schade berokkenen? Natuurlijk niet en toch gebeurt het in grote mate. We blijven gewoon auto rijden bijvoorbeeld. Kennelijk vindt men de schade aanvaardbaar. Veel mensen zijn zich ook niet of nauwelijks bewust van het feit, dat zij anderen en zich zelf leed aan doen. Of men wil het niet weten. Ik blijf toch binnen de wettelijke normen, denken ze. Eigenlijk is het niet zo zeer een juridische kwestie, maar een moreel probleem. Het is een zaak van je geweten of je je eigen milieuvervuiling wilt beperken en dus is het zaak je kinderen in hun opvoeding ervan bewust te maken. Maar dan moet je als ouder wel zelf het goede voorbeeld geven. Schoon produceren vergt investeringen in betere apparatuur of in technieken om schadelijke stoffen uit de rookgassen te filteren. Het is dus ook een technisch en economisch probleem. Milieu is al lang geen geitenwollensokkenzaak, maar een tak van de economie, waarin wat te verdienen valt.
We leven bepaald nog niet in een schoon land. Voor groene politici is nog erg veel werk.

Jaargang 5, Nr. 236.

De toekomst van GroenLinks 2

zaterdag, oktober 6th, 2012

TIJD VOOR PACIFICATIE

GroenLinks is maar een rare partij. Ondanks een krachtige pacifistische traditie wordt er voortdurend strijd geleverd. Helaas niet altijd met open vizier. Want kregen we antwoord op de vraag wie toch al die geraadpleegde gremia waren? Weten we wie lekte naar NRC Handelsblad? Wij gewone leden horen alleen maar dat Jolande Sap moest aftreden, toen via een publicatie in NRC Handelsblad bekend werd, dat het Partijbestuur of de partijleiding het vertrouwen in haar hadden verloren. Dat het Partijbestuur niet het geduld had te wachten op het onderzoek van de Commissie van Es is zeer betreurenswaardig. Het wordt het Partijbestuur terecht kwalijk genomen. Er was dus alle reden om af te treden. Maar zover had het niet mogen komen, want in een heel moeilijke situatie is de partij nu zonder bestuur.

Het is noodzakelijk, dat er binnen een week een interim bestuur is, dat zo snel mogelijk een congres voorbereidt om een nieuw bestuur te kiezen, een motie van vertrouwen in de nieuwe fractievoorzitter te behandelen en een motie, waarin een voorlopige koers wordt vastgesteld om uit de problemen te komen. Het zou goed zijn als het rapport van de Commissie van Es dan beschikbaar is, maar niet noodzakelijk.

Het belangrijkste is te gaan werken aan een andere cultuur. Geen achterbaks gedoe, loyaal aan de eenmaal uitgezette koers, prudent in de contacten met de pers, bewust zijn van de risico’s van een al te dogmatische opstelling ofwel een beetje soepel omgaan met je principes zonder ze prijs te geven. Zorgen voor een voortdurende dialoog tussen de leden onderling, tussen leden en bestuur en fractie. Naar mijn smaak zijn leden vaak naar buiten erg passief. Ze volgen alles wel, hebben er een standpunt over, ergeren zich of zijn juist erg tevreden, maar uiten het niet binnen de afdeling of de partij als geheel. Er is een periode geweest, dat ik regelmatig een opiniepeiling moest invullen. Dat zal best duur zijn, maar tegelijk ontzettend belangrijk om conflicten binnen de partij te voorkomen.

In de discussie over een duidelijke politieke visie van de partij noemde ik allerlei groeperingen binnen de partij, die elkaar vanuit heel verschillende levensvisies toch in het partijprogramma weten te vinden. Soms krijg je door al die verschillen problemen. Belangrijke principes botsen en partijleden maken dan verschillende keuzes. Sommigen zeggen, dat weigerambtenaren gewoon hun werk moeten doen. Anderen zeggen, dat je geen gewetensdwang moet uitoefenen. Die kan zich immers tegen je keren. De partij zal weer moeten leren, waarom in de Nederlandse samenleving tolerantie zo belangrijk is.

Het is moeilijk om er zicht op te krijgen, maar af en toe krijg ik de indruk, dat groeperingen streven naar een machtspositie binnen GroenLinks door belangrijke posten te bezetten. Het risico is, dat dan niet altijd de beste op zo’n post komt.

Ik had vandaag een soort rouwgevoel. Je raakt iemand kwijt, die jou dierbaar is. We zijn Jolande Sap verloren, een zeer deskundige econome, een dappere politica, een fijn mens en een vechtster tegen onrecht, dat andere mensen wordt aangedaan. De fractie zou het vertrouwen in haar hebben verloren. Terecht vroeg een partijraadslid of overwogen was juist die mensen weg te sturen, die het vertrouwen kwijt waren. In een team is iedereen verantwoordelijk voor de juist teamspirit, voor een goede samenwerking en voor het te behalen resultaat. Het is niet terecht, dat juist Jolande Sap nu tot zondebok is gemaakt. We gaan de fractie zeer kritisch volgen.

Jaargang 5, Nr. 235.