De Rijn komt bij Spijk in ons land. en stroomt niet langs Lobith

augustus 19th, 2017

HERINNERINGEN AAN EEN MOOI STUK NEDERLAND

De bijlage “Zomertijd” van het dagblad Trouw verraste mij met een boeiend stuk over het stuk mooi Nederland tussen de Elterberg en de Rijn. Daar ligt het dorp Spijk, waar ik twee en een kwart jaar werkte. Dat was van 1 juni 1954 tot 1 september 1956. Maar mijn herinneringen gaan verder terug. In 1951 was ik verkenner bij de Sint Maartengroep in Arnhem. Ons zomerkamp was op de Elterberg in een boomgaard bij de kerk. Ik gaf als Patrouilleleider leiding aan het opzetten van de tent en het pionieren van de keuken. Daarna ging ik weer naar huis, want ik was samen met Louis S. uitverkoren om de groep te vertegenwoordigen op de wereldjamboree in Bad Ischl in Oostenrijk. Een lange trein met honderden boy scouts vertrok van het NS station Arnhem. Toen we onder de Elterberg langs reden stonden mijn medeverkenners langs de lijn ons uit te zwaaien. In latere jaren ben ik nog vaker per trein langs de Elterberg gereden en misschien nog vaker over de A12/E35.

Later kwam ik te werken op de Sint Willibrordusschool in Spijk. Op 31 mei 1954 slaagde ik als onderwijzer. Ik kreeg één dag verlof om bij te komen. Op 2 juni stond ik voor de klas, een twee-driecombinatie met in de dertig leerlingen. Na de zomervakantie kreeg ik een drie-viercombinatie met 46 leerlingen en dat ging in het volgend schooljaar zo door. Op woensdagmiddag vertrok ik per fiets naar de hoofdaktecursus in Arnhem. Door de week was ik in de kost bij Mientje en Hent Van Meegen. Ze hadden een smederij, verkochten en repareerden fietsen, maar leverden ook wasmachines en de eerste Tv’s. Het huis is er niet meer, maar het stond tegen de Rijndijk aan op de hoek van de Kerkstraat. In het weekend was ik thuis in Arnhem. De route naar Arnhem ging via Elten, Babberich, Zevenaar, Duiven en Westervoort. Het was een internationale verbinding naar het Ruhrgebied. Tussen Spijk en Elten en tussen Elten en Babberich waren geen fietspaden. Vaak fietste ik er terwijl het nog donker was. Elten was toen tijdelijk Nederlands. De grens lag wat oostelijker. De weg langs de grens werd door de bevolking de “Neutrale weg” genoemd, omdat hij op de grens lag en ligt. Bij de spoorwegovergang in Elten stond een molen zonder wieken. Daar woonde een collega.

Vrijwel altijd fietste ik de route Arnhem-Spijk v.v. Maar in twee gevallen was dat niet mogelijk. In de winter van 55-56 vroor het zo erg, -20o Celsius, dat ik niet durfde fietsen. Toen ben ik maar met de bus gegaan. We verdienden toen zo weinig, dat aanschaf van een auto volstrekt onmogelijk was. De tweede keer was toen de Spijkse Overlaat in werking trad. Een stukje Rijndijk dichtbij Tolkamer was wat lager en lag op 15 M +NAP. Het water in de Rijn had de stand 16 M + NAP. Het water stroomde dan ten dele door de Oude Rijn langs Babberich, Oud-Zevenaar en Ooy naar de huidige stroomgeul. Af en toe overweegt men dit weer mogelijk te maken. Men verwacht immers veel hogere afvoeren. De rondvaartboot Arnhem-Westerbouwing kwam mensen bij de dijk in Spijk afhalen en bracht ze naar Tolkamer, waar de bus stond te wachten. Ik had een week vrij en kon dat goed gebruiken om voor de Hoofdakte te studeren.

Nog een aardige herinnering aan de Elterberg was de limonadestop tijdens een schoolreisje met de tweede klas van mijn Arnhemse school. Van Elten liepen we dan door het bos naar Stokkum, waar de bus ons weer stond op te wachten. De Autobahn was er nog niet. De kinderen vonden die tocht door het bos heel spannend.

In 1998 hadden we bijna het hele Pieterpad van Noord naar Zuid gelopen. Het stuk van Doetinchem naar Groesbeek ontbrak nog. De eerste etappe ging van Doetinchem naar Hoog-Elten. We hadden wegens jaren lang politiek werk nog een cadeautje te goed, een nacht in een hotel met diner vooraf. Ik had dat Kurhotel Hoch Elten zo vaak gezien. Nu gingen we daar dat nachtje doorbrengen. Het was inderdaad bijzonder. De volgende dag ging de route door Spijk langs mijn vroegere schooltje, maar nu wel met een kleutergroep en verder door Tolkamer en de Bijland naar het pontje naar Millingen. Dagje nostalgie.

Tsja, opa vertelt. Hij zou nog veel meer kunnen vertellen, maar we zitten al boven de 700 woorden. Stoppen dus.

Jaargang 10, Nr. 474.

Het Nationaal Militair Museum bij Soesterberg

augustus 12th, 2017

GESCHIKT VOOR LINKSE EN RECHTSE MENSEN

Hoe je ook gaat, vrijwel altijd kom je door bossen en heide en vanuit Soest langs de Soester duinen. Van alle kanten kun je er per fiets komen, maar ook per auto bijvoorbeeld vanaf de afrit Soesterberg langs de A28. Wij hebben gefietst door de bossen van Zeist. Dichtbij Soesterberg kom je langs een vluchtelingenopvang. De mensen hebben geen status en zijn opgesloten achter prikkeldraad. Een merkwaardige voorbereiding voor een bezoek aan een Nationaal Militair Museum. Het eerste wat je te zien krijgt is een enorme filmische documentaire, warin geschetst wordt hoe de krijgsmacht in de loop der eeuwen van karakter is veranderd. Ging het vroeger om de verdediging van de landsgrenzen, nu is de taak van de krijgsmacht omschreven als handhaving van de internationale rechtsorde. Of wij vluchtelingen behandelen overeenkomstig de internationale rechtsorde is voor mij twijfelachtig. De vele buitenlandse missies hangen samen met die veranderde taak: het handhaven van de internationale rechtsorde.

De staat heeft als hoofdtaak de veiligheid van de burgers te waarborgen. Daarvoor is er politie, zijn er veiligheidsdiensten en is er een krijgsmacht. Het gaat niet alleen om te waken tegen vijanden, de staat moet ook zorgen voor veilig verkeer, voor veiligheid tegen natuurrampen en dan met name overstromingen. Ook daarin heeft de krijgsmacht taken. Soms wordt het leger ingeschakeld bij bosbranden. Die maatschappelijke taken van de krijgsmacht worden ook in beeld gebracht. Heel relativerend zijn beelden van onze vroegere vijanden, die nu bondgenoten zijn.

Een voor mij heel waardevolle afdeling was een grote zaal met boxen, waar iemand vertelde over zijn oorlogsverleden. De naam Hueting viel me op en ik ging luisteren. Je zag de man kort na zijn verblijf in Indonesië tijdens de zogenaamde politionele acties, jaren later als getuige en nu als oude man. Wat hij vertelde was vreselijk. Veel oud Indiëgangers spreken nooit over wat ze hebben meegemaakt. Dat werd duidelijk. Hij maakte de moord op krijgsgevangenen mee. De moord op vrouwen in kinderen in de kampongs. Daarover schreef hij een rapport. Dat zorgde voor woedende reacties. Hij werd bedreigd, maar ook zijn vrouw en kinderen werden bedreigd. In die zaal kun je dagen doorbrengen. Het lijkt mij verplichte kost voor studenten geschiedenis of politicologie, maar ook voor de toekomstige officieren, die op de KMA studeren.

Natuurlijk wil zo’n museum een natuurgetrouw beeld geven van een oorlog. In het Airbornemuseum in Oosterbeek loop je door een kelder, waar een stad in oorlog is nagebouwd. De kogels fluiten je om de oren. In Overloon wordt de slag om Overloon nagebootst. Op de Neeltje Jans wordt met rondom projectie de Deltaramp uiterst realistisch in beeld gebracht. In soesterberg hebben ze iets dergelijks. In een ronde ruimte wordt de oorlog op de wanden geprojecteerd. Je zit er midden in. Ik heb niet alles gezien. Maar de atoombommen van Hiroshima en Nagasaki heb ik gemist. Zou President Trump zelf oorlogservaring hebben. Ik heb er nooit over gelezen. Zoals hij praat, lijkt het meer op het naspelen van oorlogsgames. Maar oorlog is geen spelletje.

Men laat ook allerlei tanks en kanonnen zien en er zijn veel vliegtuigen, die vroeger in het Militair Luchtvaatmuseum te vinden waren aan de andere kant van Soesterberg. Ik vond het lastig om de namen van al die vliegtuigen te vinden, maar we hadden ook niet zo veel tijd. Je moet er minstens een dag voor uittrekken om alles een beetje te hebben gezien. Zo zie ik nu op een plattegrond, dat er kabinetten zijn. Geen enkele hebben we bekeken. Een van de suppoosten, een vrijwilliger zei ons, dat je er dagen kunt doorbrengen. Met onze museumjaarkaart komen we er gratis in en met diezelfde kaart kun je bij de poortjes binnen komen. Het is wel even uitzoeken, maar er lopen heel gedienstige mensen rond.

Jaargang 10, Nr. 473.

Heeft de autonome mens een geweten?

augustus 5th, 2017

EEN GEWETENSONDERZOEK

Geweten wordt vaak geassocieerd met kerkelijk gedoe. Daar willen we liefst niets meer mee te maken hebben. Maar wat is dat eigenlijk, het geweten? Heel simpel: Je verstand oordelend over je eigen daden. Iedereen heeft een verstand al wisselt de kwaliteit nogal eens. Maar zelfs een wat minder slimme mens heeft donders goed in de gaten wanneer hij iets verkeerds heeft gedaan. Dat leert de ervaring. Mensen hebben eerder boos gereageerd. Iedereen kan bedenken, dat je het niet leuk vindt als het jou zelf overkomt. Mensen leren de zegswijze toe te passen:” Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.”. Zo worden mensen opgevoed.

Een volwassene beschikt over een aantal opvattingen over wat hoort en wat niet hoort. Zulke opvattingen noemen we waarden. Aan die waarden ontlenen we normen. Dat zijn geboden of verboden. Sommige mensen nemen het niet zo nauw met al die geboden en verboden. Ze hebben een ruim, soms te ruim geweten. Andere mensen zijn heel streng voor zich zelf. Ze zullen geen millimeter over de streep gaan. Dan spreken we van een nauw geweten. Veel van die normen zijn opgenomen in onze nationale wetgeving en tegenwoordig ook steeds meer in internationale verdragen. Nationale en internationale rechters zijn ervoor om te beoordelen of mensen zich aan het recht hebben gehouden. Staten hebben de plicht om het recht te handhaven. Lang niet alle opvattingen over goed en kwaad zijn in wetten gegoten. Je bent er dus niet als je kunt zeggen, dat je je keurig aan de wet houdt. Je betaalt een werknemer keurig het minimumloon. Intussen merk je, dat hij er met zijn gezin niet van rond kan komen. Wat zegt jouw geweten nu? Er zijn heel veel van zulke voorbeelden te geven. De eigenaar van de afgebrande Knorhof bij Erichem heeft waarschijnlijk geen wet overtreden, maar wat zegt zijn geweten? Belastingontwijkers houden zich keurig aan alle nationale en internationale wetten, maar intussen moeten anderen meer belasting betalen of kan de overheid minder werk voor de gemeenschap doen. Hoe ruim is het geweten van belastingontwijkers? Ze weten uitstekend de weg naar belastingparadijzen te vinden, maar of ze ooit in het hemels paradijs zullen worden opgenomen? Ik heb zo mijn twijfels.

Nog moeilijker is de strijdigheid tussen wetten van de Staat en wetten van God. Als een wet van de Staat abortus toestaat wordt de vrijheid om je aan Gods gebod te houden niet aangetast. Hetzelfde zie je bij euthanasie en vrije keuze voor de dood bij voltooid leven. Toch lijkt daar een ontwikkeling gaande in een ongewenste richting. Komt er straks maatschappelijke druk om voor de dood te kiezen? Een pragmatische oplossing voor het pensioenprobleem? Ik vrees, dat mensen geeneens beseffen, dat een dergelijke ontwikkeling denkbaar is. Al eerder waarschuwde ik voor het idee hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen strafbaar te stellen. Zo’n verbod zou strijdig zijn met mijn plicht een mens in nood te helpen. Democratisch aanvaarde wetten behoeven niet per se ethisch juist te zijn.

Het baart mij zorgen, dat te veel mensen ogenschijnlijk gedachteloos handelen en hun naasten daarbij pijn doen. Af en toe eens nadenken, je geweten onderzoeken zou weer normaal moeten worden. Heel sterk zie je dat in het bedrijfsleven. Er zijn CEO’s, die zich van tijd tot tijd eens een dag terugtrekken om tot bezinning te komen. Waar wil ik met mijn bedrijf naar toe? Hoe is de positie van de werknemers? Eigenlijk een gewetensonderzoek toegepast op het bedrijf, waar hij de leiding heeft. Maar er zijn ook lieden, die er hun werk van maken een bedrijf leeg te roven, op te zadelen met schulden ten gunste van de aandeelhouders en het bedrijf zo naar de knoppen helpen en de arbieders van hun inkomen beroven. Dat is pas echt gewetenloos.

Sommige seculiere mensen geven hoog op van hun vrijheid nu ze niet meer aan goddelijke of kerkelijke wetten gebonden zijn. Als die vrijheid gewetenloosheid oplevert, dan belanden we met die secularisatie in een poel van ellende. Het is tijd voor bezinning, voor een gewetensonderzoek.

Jaargang 10, Nr.472.

Wegen verdwijnen en nieuwe wegen komen

juli 29th, 2017

JAAGPADEN EN KLOMPENPADEN

Als je oude topografische kaarten bekijkt, valt op, dat er in het agrarisch gebied veel meer wegen en paden voorkwamen dan nu. Agrariërs hebben kennelijk veel landbouwwegen aan het algemeen gebruik onttrokken. Het lijkt er op, dat ze dat nog steeds graag doen. Ze wantrouwen waarschijnlijk de nieuwe bewoners van de landelijke dorpen, die de stad zijn ontvlucht. Maar als ik de hier geboren en getogen vijftigers van nu hoor over hun jeugd, dan zwierven ze heel wat meer door de omgeving, dan de jeugd van vandaag. Bedrijven zijn groter geworden en ook de kavels. Als je zo’n oud pad probeert terug te vinden, merk je, dat het gewoon bij een akker of weiland is gevoegd. Dwars door het landschap zijn kanalen gegraven zoals het Amsterdam-Rijnkanaal. Er zijn autosnelwegen gekomen en spoorlijnen, onoverbrugbare hindernissen, enkele uitzonderingen daargelaten. Wijlen mijn oude buurman, ome Toon, vertelde mij eens, dat hij vroeger lopend naar Utrecht ging en dan een pad volgde dwars door de velden. Een deel van dat veldpad is er nog, het Raaphofse Pad. Afgelopen zondag merkte ik, dat het door een enorm hek is afgesloten met het nare bordje “VERBODEN TOEGANG “ erop. We hoopten het veldpad als fietspad in ere te herstellen. Het is er heel wat rustiger dan op de parallelweg langs de A12 of langs de provinciale weg door Bunnik. De aangrenzende boeren zijn daar fel tegen, terwijl het huh kinderen een veel veiliger fietsroute naar school zou bieden.

Maar er zijn ook hoopvolle ontwikkelingen. Het Jaagpad langs de Kromme Rijn van Utrecht naar Wijk bij Duurstede is in ere hersteld, We wandelen er vaak en we zijn de enigen niet. De rivier is tegelijk een ecologische verbinding geworden door nevengeultjes en veel meet moeras- en waterplanten. Daardoor zijn er ook weer meer dieren. Er verschijnen ook steeds meer klompenpaden langs de graslanden en door de bossen van de vele landgoederen. Ze vormen een alternatief voor het wandelen door de droge bossen van de Utrechts Heuvelrug. Daar is het vaak erg druk. Al die wandelmogelijkheden maken het wonen hier erg aantrekkelijk. Het is te hopen, dat de enorme groei van de werkgelegenheid niet ten koste gaat van al het landschapsschoon. Dat wordt een hele uitdaging voor de planologen, maar ook voor de politiek, want er zijn politici, die tijdens hun opvoeding totaal geen gevoel voor landschapsschoon hebben meegekregen. Er ligt ook een taak voor ouders, die spannende wandelingen met hun kinderen kunnen maken of alleen maar voor de Tv kunnen hangen. Tsja, opvoeden is niet echt gemakkelijk.

Jaargang 10, Nr.471.

De Visegradlanden

juli 22nd, 2017

NAUWELIJKS DEMOCRATISCHE TRADITIE

De Visegrad landen hebben veel geschiedenis gemeen. Ze zijn overheerst door machtige buren. Tsjechië, Slowakije, Hongarije en een deel van Polen maakten deel uit van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie en kenden tot in de Twintigste eeuw een bewind, waar Kerk en Adel bepalend waren. Polen was lange tijd verdeeld tussen het Duitse keizerrijk, het Russische Tsarenrijk en het Oostenrijkse keizerrijk. Voor de Polen vormde de Rooms-katholieke Kerk de enige bindende factor. Het nationale gevoel is sterk met de katholiciteit verbonden. De Kerk was de enige tegenmacht tegen het communisme. In zo’n positie wordt de Kerk behoudend en autoritair. Zo waren de Nederlandse katholieken tijdens hun emancipatiestrijd Roomser dan de paus. Nu de Islamieten in Nederland lijden onder discriminatie zie je ze veel behoudender worden dan ze aanvankelijk waren en zoals de Marokkaanse bevolking veelal is. Wilders is de belangrijkste stimulans voor Islamitisch extremisme. Als dit allemaal waar is, dan betekent het, dat een harde opstelling van de EU naar de Visegradlanden vooral averechts werkt.

In 1979 maakte ik met een groep Nederlandse geografen een studiereis door Polen. We bezochten de enige katholieke universiteit achter het IJzeren Gordijn in Lublin. Kort tevoren was de aartsbisschop van Krakau tot paus gekozen. Hij had als paus Johannes Paulus II al een bezoek aan Polen gebracht. Er heerste een sfeer van bevrijding. Het gesprek met onze universitaire contactman kwam op de Nederlandse politiek. De abortuskwestie was actueel. Tot ontzetting van mijn reisgenoten zei die zeer conservatief katholieke contactman, dat “hun” paus het CDA wel opdracht zou geven tegen de abortuswet te stemmen. Ik zei, dat het het CDA uit het midden van de politiek zou verdrijven. Daarop zei hij, dat ik dat wel mooi zou vinden. Hij wist al het een en ander over mijn politieke standpunten. Het illustreert het autoritaire denken in de Poolse kerk, dat doorwerkt in de politiek.

Eeuwenlang grensde de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie aan het Turkse rijk. Oostenrijk moest de Turken op afstand houden. Toen Wenen door de Turken belegerd werd, was het een Poolse koning, die met zijn leger de Turken versloeg. Dat geeft een geheel andere houding tegenover de Islam, dan bij de West Europese staten, die in het koloniale tijdvak de wereld beheersten en daarbij ook veel islamitische gebieden. Wij waren gewend met moslims om te gaan en door de Reconquista waren de Moren uit Spanje verdreven. Het West Europese bedrijfsleven dacht en werkte mondiaal. Als er een tekort is aan arbeidskrachten, dan halen we die toch uit landen met een overschot. Aanvankelijk waren dat Spanje, Italië, Portugal en Griekenland, maar toen die zich verder ontwikkelden ging men werven in Turkije en Marokko. Polen, Bulgarije en Roemenië lagen nog achter het IJzeren Gordijn. Wij kennen al tientallen jaren zeer vele moslims binnen onze samenleving. Hun massale vertrek zou voor ons enorme problemen geven. Wie moet hun werk overnemen? Terwijl er in Oost-Europa een afkeer jegens de vroegere vijanden is, bestaat hier bij een deel van de bevolking een zekere angst voor het groeiend aantal moslims. Die steunt niet op de juiste aantallen. Men schat het aantal altijd weer veel hoger in dan het werkelijke aantal.

Eigenlijk is de komst van vooral Syrische oorlogsvluchtelingen een heel andere zaak. Het zijn ook Christenen en veel Syriërs zijn seculier. Toch is er in die Visegradlanden een enorme weerstand om Syrische vluchtelingen op te nemen. Zelfs sommige bisschoppen vrezen de Islamieten. Dan zie je dat het Poolse katholicisme niet zo erg bewust de Boodschap van Jezus van Nazareth navolgt: mensen in nood helpen. Het gebod van de naastenliefde geldt ook hen, die je als vijand beschouwt.

Het probleem is moeilijk op te lossen. Men houdt zich doof voor redelijke argumenten. Men schuwt het contact met de ander. Incidenten werken bevestigend naar alle vooroordelen. Men generaliseert er lustig op los. Een foute Marokkaan maakt alle Marokkanen fout. Spreek elkaar tegen. Vertel over je positieve ervaringen. Zoek het contact. Neem vluchtelingen op in je sportclub of je buurtvereniging. Praat met ze. Ga bij Vluchtelingenwerk aan de gang. Doe iets.

Jaargang 10, Nr. 470.

Een seculiere samenleving

juli 15th, 2017

GEBREK AAN SOCIALE COHESIE

In dorpen en stadswijken leven veel mensen tegenwoordig los van elkaar. Het dorp vormt niet langer een echte gemeenschap. Het is een verzameling losse individuen geworden. Ze kennen hun buren niet meer. Ze groeten elkaar niet. Ze leven niet meer mee met lief en leed van hun buren. Mensen wantrouwen elkaar. Je buren een sleutel geven voor noodgevallen is ondenkbaar geworden.

Ik vermoed, dat velen nu denken, dat het zo erg gelukkig nog niet is. Wij kennen onze buren. We groeten elkaar. We nemen rustig een pakket in bewaring voor buren, die onverwacht niet thuis zijn als de besteller aanbelt. We merkten, dat iedereen meeleefde, toen ik drie jaar geleden een zware operatie moest ondergaan. Toen bij een van de buren een boom was omgewaaid, snelden van alle kanten buren toe gewapend met zagen en bijlen en heel snel waren de takken afgehakt en op een hoop gelegd. De stam werd in stukken gezaagd. In korte tijd was de tuin weer begaanbaar. Zo kwamen wij er toe samen met de buren het feit te vieren, dat we in februari vijftig jaar in ons huis woonden.

In een zijstraat moesten de bomen gekapt worden. De gemeente wilde er een saaie grasstrook van maken. De bewoners overlegden met elkaar. Samen plantten ze er kleurige struiken en later honderden bloembollen. Vrijwel de gehele straat deed mee. Slechts bij één jong stel ontbrak de gemeenschapszin. In ons dorp zijn meer voorbeelden van dergelijke gemeenschapsprojecten. Zieke kastanjes en essen moesten vervangen worden. Dat zou volgens de gemeente erg duur worden. Een paar slimme burgers gingen naar boomkwekers en wisten bomen in te kopen voor de helft van de prijs, die de gemeente in rekening was gebracht. Tientallen vrijwilligers plantten vervolgens de bomen. Daar zijn we met zijn allen erg trots op.

Onderzoek van de gemeente leerde, dat er nogal wat mensen zijn, die lijden aan eenzaamheid. Ze hebben geen vrienden in het dorp, zijn kinderloos of hebben kinderen ver weg, steeds meer in het buitenland en zelfs in andere werelddelen. De twee samenwerkende kerken organiseren nu één keer per maand een maaltijd, waaraan je voor weinig geld kunt deelnemen. Ook is er één keeer per maand een ontmoetingsbijeenkomst op zondagmiddag. Daarnaast is er het gebruikelijke bezoekwerk door een groep vrijwilligers. We houden steeds de vingers aan de pols.

Daarbij realiseren we ons, dat er onkerkelijken zijn, die niets met een kerk te maken willen hebben of ten onrechte denken, dat ze voor deze activiteiten niet in aanmerking komen. Hoe kunnen we ze dan toch helpen? Ongeveer tegelijkertijd was het bestuur van het Dorpshuis aan het brainstormen. Hoe kunnen we een huis voor het hele dorp worden, een ontmoetingsplek? Een paraplu, waaronder allerlei initiatieven zouden kunnen vallen. Het kwam tot oprichting van een coöperatie “De Huiskamer van Odijk”. Je kunt er lid van worden voor twee Euro per maand per gezin. Dan kun je in het Dorpshuis boeken lenen. De bibliotheek is weg bezuinigd. Er is iemand, die helpt met formulieren invullen en ook op andere manieren goede raad geeft. Heel mooi is ook “De Chauffeur van Odijk”. Iemand zonder vervoer wordt door een vrijwilliger naar de huisarts of het ziekenhuis of een verjaardag van een vriend of vriendin gebracht en later weer opgehaald. Belangrijk is ook, dat mensen elkaar leren kennen. Een keer per maand is er een gezamenlijke maaltijd in het Dorpshuis. Er komt een mogelijkheid om iemand te vinden, waarmee je kunt wandelen of fietsen of naar de schouwburg kunt gaan. Inmiddels zijn er 640 leden, maar dat is te weinig om uit de kosten te komen. Meer dan de helft van de 3000 gezinnen zou lid moeten worden.

Zo komen we terug bij het uitgangspunt, het toenemend gebrek aan gemeenschapszin. Als je sommige mensen vraagt of ze lid willen worden, dan is soms het antwoord, dat zij er geen behoefte aan hebben. Uitgangspunt is de vraag of men er van kan profiteren. Dat zie je ook als ouders hun kinderen op een sportclub of op scouting doen. Ze beseffen niet, dat al die verenigingen draaien op vrijwilligers. Het gaat niet alleen om te profiteren, maar ook om iets te betekenen voor je dorpsgenoten. Overal hoor ik hoe moeilijk het is om vrijwilligers te vinden. Men wil zich niet binden. Zeker niet voor langere tijd. Hoe zou het komen, dat mensen zo egoïstisch zijn en niets voor anderen, voor de gemeenschap over hebben? Bij de verkennerij (scouting) werd dat er vroeger ingestampt. “Wees paraat” was (en is) het motto. Doe iedere dag een goede daad. Voor mij is het ook een belangrijk element van de boodschap van Jezus van Nazareth. Solidariteit is het centrale ideaal van het socialisme. Het humanisme leert medemenselijkheid. Wat is het ideaal van mensen die “niks” zijn?

Jaargang 10, Nr.469.

De kabinetsformatie

juli 8th, 2017

GROENLINKS ONGEWENST

Ik ben altijd weer verbaasd over het verlangen van sommige GroenLinksers om regeringsverantwoordelijkheid te dragen. Gisteren eindigde de VN conferentie over een verbod op kernwapens met een vrijwel unaniem aangenomen verdragstekst. Nederland was het enige NAVO-land, dat aan de conferentie deelnam. Nederland was de enige tegenstemmer. Nederland kon moeilijk anders, want in Nederland beheren we een aantal Amerikaanse kernwapens. Ons land is bereid om zo nodig(?) als eerste kernwapens te gebruiken. Hoe kun je als regeringspartij daarvoor verantwoordelijkheid dragen? Bereid zijn een miljoenenmoord op burgers te begaan? Is dit slechts een theoretische mogelijkheid? Nee, die bereidheid tot het gebruik van kernwapens moet er echt zijn, want anders werkt de afschrikking niet. Eigenlijk is dat gereed houden van kernwapens en de F16’s, die ze moeten afwerpen al volgens het internationaal humanitair oorlogsrecht een oorlogsmisdrijf. Onze ministers liggen er niet wakker van. Een GroenLinksminister zou het er moeilijk mee hebben.

Het lijkt er op, dat VVD, CDA en D66 vluchtelingenkampen wensen in Libië of Egypte of Tunesië, waar migranten gedwongen moeten verblijven. Men hoopt, dat de economische vluchtelingen zo weg blijven. Toch zouden sommige ‘echte’ vluchtelingen wellicht toch Europa kunnen bereiken. Volgens GroenLinks zouden ze dan overeenkomstig nationale en internationale wetgeving hier de vluchtelingenstatus kunnen aanvragen. Daar wensten de rechtse partijen niet mee in te stemmen. Welke echte GroenLinkser dan wel? Het framen van GroenLinks, een stempel opdrukken, was helemaal gericht op die migratieproblematiek. De plannen klopten helemaal met het internationale recht. Deskundigen wisten wel beter. Er was meer dan alleen de migratie.

Het Parijse klimaatakkoord is zeer ambitieus. Nederland is door het rechtse beleid van de afgelopen jaren flink achterop geraakt. Forse investeringen in duurzame energie zijn keihard nodig, maar niet voor het CDA, dat maar niet echt gelooft in de opwarming van de aarde door het versterkte broeikaseffect. De wetenschap zal er wel iets op vinden. De wetenschap slaat juist alarm. Ik kan me soms zo ergeren aan die brave CDA stemmers, die zich in slaap hebben laten sussen door hun leiders. De mens heeft de verantwoordelijkheid voor Gods schepping op zijn schouders gelegd gekregen. Wij moeten onze woning, de planeet Aarde in stand houden voor ons nageslacht. We moeten de vruchten van die aarde met alle bewoners eerlijk delen.

Zo komen we bij een vierde struikelpunt, de nivellering. De afgelopen crisisperiode heeft tot een flinke belastingdruk voor de middengroepen geleid. De echte rijken zijn grotendeels buitenschot gebleven door maxima in de belastingheffing. Als je een miljoenen inkomen hebt en je ontwijkt de belastingen niet betaal je weliswaar veel, maar er blijven altijd nog miljoenen over. De Miljoenairs Fair kon gewoon doorgaan. Het lijkt er op, dat de hebzucht van de rijksten uitstraalt naar de rest van de bevolking. Het stemgedrag wordt steeds meer bepaald door eigenbelang. Men wil niet meer een eerlijke verdeling van het nationaal inkomen. Men wil voor zich zelf zo veel mogelijk. Als dat gaat ten koste van uitkeringstrekkers en minimumloners sluit men voor die armoedeproblematiek de ogen. Dat er rond de 400.000 kinderen in Nederland in armoede leven is velen onbekend. In Nederland is er geen armoede. Dat is iets voor de Derde Wereld. Veel brave mensen geloven dat echt. Ze lezen geen kranten meer en op de Tv kijken ze alleen naar amusementsprogramma’s. Dat GroenLinks desondanks veertien zetels wist te scoren mag een bijzondere prestatie genoemd worden. Op het echte platteland scoren we niet zo hoog. Soms komt dat door de liberale opstelling in ethische kwesties. De armoede problematiek concentreert zich in de steden. Daar wonen ook de mensen, die het best geïnformeerd zijn over de onderwerpen, die ik hierboven behandelde. Als Jesse inderdaad streeft naar een brede volkspartij, dan moet hij zijn geluid ook meer op het platteland laten horen. De jonge aanhang met wortels op het platteland heeft daarbij een grootse taak.

Jaargang 10, Nr. 468.

Praarpalen verdwijnen langs de snelweg

juli 3rd, 2017

Praatpaal

De praatpalen verdwijnen langs de snelwegen. Het woord praatpaal heeft ook een figuurlijke betekenis gekregen. Een praatpaal is iemand waar je tegen aan kunt praten en die jou een luisterend oor biedt. Soms heb je zo’n praatpaalfunctie beroepsmatig: de klassementor, een pastor, een sporttrainer, een huisarts of wanneer het ernstiger wordt een psycholoog of psychiater. Minstens zo belangrijk zijn al die mensen, die een ander met een probleem welwillend en belangstellend aanhoren, vragen stellen, meedenken aan een oplossing. Zo je hart kunnen luchten geeft een mens weer moed. Ik hoop, dat de praatpaal in die betekenis nooit verdwijnt.

Extra column

Vakantie in Cornwall en Devon 4 en slot

juli 1st, 2017

HOORGTEPUNTEN AAN HET SLOT

Op weg naar Bath deden we Cheddar aan, bekend om zijn kaas en appelcider, maar wat mij betreft meer vanwege de Cheddar Gorge. Een kronkelende kloof door de Mendib Hills. Het is een prachtig natuurgebied onder bescherming van de National Trust. Ik maakte er flink wat foto’s, onder andere met daar levende geiten.

In het regenachtige Bath kregen we eerst met de eigen bus een rondrit, waarvan ik me alleen een paleis en een rond plein met herenhuizen rondom voor de upperten herinner. Later zagen we tijdens de wandeling de kathedraal ook van binnen en verder een uitgestrekt voetgangersgebied met veel winkels. Ik was niet kapot van Bath.

Op weg naar Dover bezochten we eerst Stonehenge. Het gehele ontvangstgebeuren ligt meer dan een kilometer van het eigenlijke Stonehenge. Zo wordt de verlatenheid in het landschap recht gedaan. Je wordt er met een busje naartoe gebracht. Rond het archeologisch monument loopt op flinke afstand een pad rondom. Iedereen heeft een soort telefoon met toelichting bij een nummer. Omdat je zo veraf moet blijven, maakt het monument wat minder indruk dan je zou mogen verwachten gezien de reusachtige stenen, waaruit het bestaat. Daarnaast stond er een harde wind en was de temperatuur zo’n 11o Celsius. Je moet er wat voor over hebben. Het museum was weer echt interessant en aanzienlijk behaaglijker. Met alle toelichting via het telefoontje werd het toch een heel leerzaam bezoek. Ondanks alle onderzoek weet men van Stonehenge nog steeds niet het fijne. Het monument is een soort kalender en tevens een begraafplaats.

Leeds Castle was het laatste snoepje van de week. Het kasteel is gebouwd op twee eilandjes in een flink meer. Het interieur is weliswaar fotogeniek, maar niet van bijzondere historische waarde. Op de schilderijen herken je figuren uit de Britse geschiedenis zoals Hendrik VIII. Vanuit het kasteel heb je steeds weer een mooi uitzicht op het park. Men heeft goed gebruik gemaakt van de aanwezige hoogteverschillen om mooie waterpartijen te creëren. Uiteraard is het park in de Engelse landschapsstijl. We genoten aan het eind nog van een prachtige bloementuin terrasvormig aangelegd en op het zuiden gericht. Daar hadden we wel langer willen blijven. De doolhof hebben we helemaal niet gezien.

Verder naar het laatste hotel langs de weg van Dover naar Canterbury. Hier was alles gelijkvloers. Wel heerlijk eens geen gedoe met (soms kleine) liften en in de gang maar één keer een trapje. De volgende dag verliep de gang door de grenscontrole zeer vlot. We raakten flink wat klein geld kwijt aan de koffie. De reis naar Duinkerken verliep heel rustig en we waren ook heel vlot op weg naar huis.

We hebben van deze reis in alle opzichten genoten. Het landschap was bijzonder. De vele parken en tuinen zeer fraai. De chauffeur-reisleider een echte vakman. Het eten was smakelijk, ook tijdens de lunches op eigen gelegenheid. We kunnen deze Oad-reis aanbevelen, maar het is wel een reis voor liefhebbers.

Jaargang 10, Nr. 467.

Op vakantie in Cornwall en Devon 3

juni 24th, 2017

EINDELIJK WAT RUST

In Barnstaple bleven we drie nachten in hetzelfde hotel. Dus twee ochtenden, waarop je je niet hoeft te haasten om op tijd met de koffers bij de bus te zijn. De zaterdag in Barnstaple was een vrije dag. We moesten ons maar zelf vermaken. We gingen eerst even naar de Rooms-katholieke kerk vlakbij het hotel. We waren er om vijf voor tien en om tien uur begon een Eucharistieviering. De volgende dag zou er op Pinksteren niets van komen. De zondag was helemaal vol gepland. Zo vierden we toch nog Pinksteren en we konden een aantal Britse dames de vrede wensen. De preek duurde ongeveer één minuut. We waren snel weer buiten. Nu maar een koffietent zoeken en intussen ook winkels kijken. We gingen ook de overdekte markt bekijken en ontdekten een stand met typisch Britse lapjespetten. Voor twaalf pond werd ik de eigenaar. Verder naar het kasteelpark, maar van het kasteel restte slechts een flinke heuvel. Van bovenaf had je een aardig uitzicht over de stad en het park, waar een bruidspaar op de foto werd gezet. Het stadhuis is aan de overkant. Langs de rivier liepen we terug naar het hotel. ’s Middags wandelden we over een wandel- en fietspad, vroeger een spoorlijn, een flink eind langs de rivier de Taw en namen de bus terug. Wat dichte begroeiing zorgt ervoor, dat je van de bedrijventerreinen weinig ziet. Het fietspad wordt redelijk veel gebruikt – niet voor Nederlandse begrippen – en ook door ouders met kleine kinderen. Er is in Barnstaple een fietsenverhuur.

Pinksterzondag begon met regen, maar we troffen een droge periode toen we een keurig asfalt pad volgden met links een steile afgrond naar zee en rechts een even steile helling omhoog in een gebied, waar berggeiten voorkomen. Een spannende tocht naar het plaatsje Lynton. We dronken eerst koffie in een gezellig huiskamerachtig café en wandelden vervolgens wat rond. De regenbuien werden intenser. In een keurige cadeauwinkel ontdekten we dezelfde petten als in de overdekte markt van Barnstaple, maar wel tien pond duurder. Sommigen van het gezelschap hebben de tandradbaan naar Lynmouth genomen en merkten, dat er beneden een Eerste H. Communiefeest was. Tsja, het was immers Pinksteren.

Of het aan de bewolkte hemel lag of het ruige landschap, maar Exmoor maakte op mij een bijzondere indruk. Een mensenleven is te kort om alle bijzondere dingen te doen, maar hier had ik wel met mijn scoutingvriendenl een ruige trektocht willen maken. Het is een geologisch zeer oud gebied met gesteente uit het Devoon, sterk afgesleten en het heeft waarschijnlijk tijdens de ijstijden zijn licht golvend reliëf gekregen. Ik had er graag wat langer gebleven en verlangde naar een grondboor op te kijken of er veen aan de oppervlakte ligt, gezien de naam “moor”. Maar ja, we waren met gewone wel heel belangstellende toeristen onderweg en niet met een groep geografen, vroegere collega’s.

De volgende verrassing wachtte ons: Arlington Court. Een fraai landhuis ligt in een uitgestrekt park, natuurlijk in Engelse landschapsstijl. Er is ook een ommuurde tuin met prachtige bloemen en planten en een niet toegankelijke kerk. Ik vroeg waarom het buitengoed ‘court’ heet. Dat was een heel goede vraag, maar de suppoost wist geen antwoord. Na enige tijd, kwam toch het antwoord. Het buiten had in vroegere tijden een juridische functie voor de omgeving. Er werd recht gesproken in een “court of justice”.

Terug in het hotel wachtte ons opnieuw een voortreffelijk diner, dit keer ten dele in de vorm van een lopend buffet. De koffie wordt er geserveerd in de lounge. Daar kun je dan de tafelgesprekken voortzetten. Het waren vaak boeiende gesprekken, ook over controversiële onderwerpen, zoals migratie. Het was een heel gezellige groep met allemaal aardige mensen. Misschien zorgt een reisprogramma toch voor een zekere nu positieve selectie.

Jaargang 10, Nr. 466.