Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Dag van Europa

donderdag, mei 6th, 2010

EUROPADAG 9 MEI: VALT ER IETS TE VIEREN? 

Op 9 mei 1950 hield de Franse Minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schumann een rede, waarin hij de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal voorstelde. Hij koos deze datum omdat hij gezien wordt als het eind van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Zijn doel was immers een volgende oorlog in Europa onmogelijk te maken. Kolen, staal, ijzererts en schroot spelen immers een belangrijke rol in oorlogen en door de macht over deze materialen over te dragen aan de Hoge Autoriteit van de Gemeenschap zou de voorbereiding van een oorlog in ieder geval veel moeilijker worden. De Europese Integratie is wat dit betreft succesvol geweest. Een grote oorlog is in Europa sindsdien niet meer voorgekomen en voor de Europeaan van vandaag ondenkbaar geworden. Dat valt te vieren en daarom zou er eigenlijk massaal gevlagd moeten worden. 

Het is ongelofelijk, dat het nog steeds niet verboden is te speculeren op een faillissement van Griekenland of Spanje of Portugal. Juist dat speculeren leidt tot een steeds hogere rente op leningen door deze landen, waardoor hun problemen alleen maar verergeren en uiteindelijk ten voordele van de profiteurs. Zulke lieden zouden voor jaren achter de tralies moeten belanden. Anderzijds biedt het zwakke beleid van de betreffende regeringen, dit soort internationale criminelen ook een kans. Ik schreef het al vorige week. Het is te hopen, dat de EU krachtiger uit deze crisis te voorschijn komt. Er zijn mensen, die zich angst voor een Europese superstaat hebben laten aanpraten. Ik hoop, dat ze nu inzien hoezeer een krachtig Europees bestuur noodzakelijk is. 

Dat betekent weer niet, dat Europa een papieren tijger is. Door Europese wet- en regelgeving is veel macht naar Brussel verschoven. Handhaving is in eerste instantie een taak van nationale overheden en daaraan schort het nogal eens. Ook het doorvoeren van Europese regelgeving in nationale wetten loopt vaak vertraging op. Brussel moet nationale regeringen – ook Den Haag – nogal eens aanmanen of adviseren of in enkele gevallen een procedure starten bij het Europees Hof van Justitie. Voor Den Haag was 2003 een topjaar. De Nederlandse regering kreeg uit Brussel 95 aanmaningen, 40 met redenen omklede adviezen en in 2004 werd 15 keer een beroep gedaan op het Europese Hof van Justitie. Sindsdien heeft onze nationale overheid haar leven gebeterd. In 2008 waren de cijfers 36 aanmaningen, 17 adviezen 4 procedures bij het Hof. Nederland is structureel te laat met het implementeren van Europese wetten en regels, concludeerde de Rekenkamer in 2008. Het gaat dan om de Antonvenetarichtlijn, die overnames over nationale grenzen vergemakkelijkt. Nederland mag een rem zetten op de komst van Roemeense en Bulgaarse arbeidskrachten, maar niet als zij in dienst zijn van een uitzendorganisatie, want dan is er sprake van dienstverlening. 

Nu zo veel beleid in feite in Brussel tot stand komt, waarbij de Nederlandse minister in de Raad meestal gewoon instemt, is het te hopen, dat de Nederlandse bevolking zich dat realiseert en beter beseft, dat het Europees Parlement over meer zaken zeggenschap dient te krijgen. Waar ministers in een onderonsje beslissen en het Parlement niets te zeggen heeft is er duidelijk sprake van een democratisch tekort. Dat zouden we niet moeten accepteren. 

Het leuke is echter, dat veel Europese regelgeving erg gunstig voor burgers uitpakt. Wat in Nederland vaak niet of moeilijk is rond te krijgen zien we in Brussel wel vorm krijgen. Denk aan gelijke beloning voor mannen en vrouwen voor hetzelfde werk, regels op het terrein van landschap, natuur en milieu en nu ook de verlenging van het zwangerschapsverlof en het verlof voor vaders van een nieuwgeborene. Maar dat is nog niet rond. Vandaar, dat men op Moederdag en tegelijk Dag van Europa, 9 mei een wedstrijd voor jonge vaders organiseert, die moeten laten zien, dat zij allerlei vaardigheden als luiers aandoen, de fles geven en een boertje laten doen goed beheersen. Ik had graag meegedaan, maar zelfs de jongste kleinzoon is al tien jaar de luiers ontgroeid. Dat wil weer niet zeggen, dat ik de vaardigheden kwijt ben, maar ik laat het toch maar liever aan de jonge vaders over. Nu maar hopen, dat Europa er voor zorgt, dat moeders minder zwaar belast worden. Want dan valt er op de Dag van Europa toch nog iets te vieren. 

Jaargang 3, Nr. 11.

De Griekse crisis

vrijdag, april 30th, 2010

EUROPA ONTBEERT KRACHTIG LEIDERSCHAP 

Koninginnedag biedt een prima gelegenheid om weer eens over Europa te schrijven. Beatrix is immers een sterke voorstander van Europese integratie, zelfs als dat het mettertijd verdwijnen van de monarchie zou betekenen. De bestaande Europese verdragen bieden overigens alle ruimte aan welke vorm van monarchie of republiek dan ook. Van mij mag de monarchie blijven. Ze heeft een hoge symboolwaarde. Dat blijkt vooral in tijden van rampspoed. Weliswaar zijn er ondeugende prinsen geweest, maar ook presidenten bleken wat dat betreft niet brandschoon. Het zijn allemaal mensen. 

Maar ik wilde over de EU schrijven. Voor mij is een ontwikkeling naar een federatieve staatsvorm onontkoombaar en dat blijkt maar weer nu het Griekse potverteren de euro en daarmee de gehele EU ernstig in de problemen brengt. Er is veel betrekkelijk eenvoudige werkgelegenheid zoals textielproductie uit Griekenland verdwenen, maar er is geen of weinig moderne hoogwaardige industrie voor in de plaats gekomen. Door de economische crisis heeft ook het toerisme het moeilijk. Als het BNP daalt en men toch hetzelfde consumptieniveau handhaaft raak je in de schulden. Een betrouwbare Griekse regering zou de tering al veel eerder naar de nering hebben gezet. Een krachtig Europees bestuur zou Griekenland veel beter hebben gecontroleerd en het bedrog eerder ontdenkt hebben. Nu zitten we met de brokken. Het bejubelde Europa der Vaderlanden steunt vooral op de grote lidstaten en dan met name de Bondsrepubliek Duitsland. Als Angela Merkel te lang aarzelt, wordt de crisis alleen maar erger. Europa kan eigenlijk alleen maar de beurs trekken. Een krachtig Europees bestuur had al lang maatregelen genomen om speculeren op een Grieks faillissement te verbieden. Hoe schadelijk kan het nationalistische denken zijn voor de Europese economie en de economie van de lidstaten. De zwakke Euro versterkt weliswaar onze concurrentiekracht, maar stimuleert de inflatie. Met zijn allen worden we armer. 

In de hoog ontwikkelde lidstaten past de economie zich aan als laagwaardige werkgelegenheid wordt verplaatst naar Azië. Hoogwaardige industriële productie en hoogwaardige internationale dienstverlening komen er voor in de plaats. Zo houden we onze betalingsbalans positief. In de Mediterrane lidstaten gebeurt dat niet. Daar werkt de Lissabonstrategie kennelijk niet. Deze landen zouden beter geholpen zijn door onze laagwaardige werkgelegenheid niet naar Azië te verplaatsen, maar naar lidstaten met een hoog percentage werkzoekenden. Geld aan ze lenen is immers geen structurele oplossing. Ze moeten weer zelf geld gaan verdienen. De EU moet er vooral voor zorgen, dat deze landen kunnen concurreren met goedkope import uit vooral Azië. Er ligt ook een belangrijke taak voor het Europese bedrijfsleven. Als teveel werkgelegenheid naar Azië wordt verplaatst en de werkloosheid binnen de EU toeneemt, dan vermindert de koopkracht zodanig, dat de omzet in Europa er onder gaat lijden. Een proces om tot een evenwichtige handelsbalans te komen vergt weer een krachtige Europese leiding, die volop gesteund wordt door de grote lidstaten.  

Binnen de EU geldt een verbod op concurrentievervalsing. Tegelijk is er een groot verschil in concurrentiekracht. Dat kan er bij een gemeenschappelijke markt toe leiden, dat de werkgelegenheid zich concentreert in de economisch sterkste gebieden. Perifere gebieden zijn dan de verliezers. De EU moet onderzoeken hoe regionale overheden hun economie kunnen stimuleren zonder het verbod op concurrentievervalsing te overtreden. Onze Europarlementariërs wacht een belangrijke taak om dit te bevorderen. Europese burgers moeten gaan beseffen, dat schulden aflossen en een hoog consumptieniveau niet samengaan. Voor de mensen, die aan de Europese regeringen geld geleend hebben, ziet het er anders uit. Zolang er afgelost wordt en rente betaald zitten ze goed. Voor mij is het probleem, dat mijn bank mijn spaargeld ten dele aan Griekenland heeft uitgeleend. Tsja, het treft iedereen.

 

Jaargang 3, Nummer 10.

Slecht doordacht

vrijdag, april 23rd, 2010

WIE ZICH BEROEPT OP DE WIL VAN GOD STAAT NIET BOVEN AARDSE WETTEN 

Zelfs democratie biedt geen garantie voor ethisch verantwoorde regels en wetten, laat staan een dictatuur. Dat was in het verleden al zo en geldt ook nog voor vandaag. Slavernij is lange tijd algemeen aanvaard geweest en zelfs de kerken hadden er geen moeite mee. In mijn jeugd keek ik met ontzag en bewondering naar de Oudindisch militairen van Bronbeek, die zo dapper de wrede opstandige Atjeeërs hadden bevochten, terwijl wij nu weten, dat hun gedragingen nu als oorlogsmisdaden kunnen worden gezien. Ik herinner mij de mensen, die een deel van de belasting weigerden af te dragen als protest tegen de kernbewapening. Nog steeds is het officieel Nederlands beleid zo nodig als eerste kernwapens in te zetten. Dat is in strijd met het internationaal humanitair oorlogsrecht, zo heeft het Internationaal Gerechtshof in een vonnis uitgesproken. Er zijn in Nederland mensen, die uitgeprocedeerde asielzoekers onderdak verlenen om zo uitzetting te voorkomen. De wet zegt het anders. 

Bij tal van processen beroepen de gedaagden zich op overmacht. Zij gehoorzaamden aan een dienstbevel. De rechter erkent dit excuus nooit. De boekhouder, die van zijn baas opdracht krijgt belastingfraude te plegen is ook zelf strafbaar. Altijd moet je jouw daden toetsen aan jouw eigen geweten. Je moet met je verstand nadenken over jouw eigen daden. Dan kan het gebeuren, dat je besluit de opdracht van een overheid niet uit te voeren. Je kunt besluiten niet aan een wet te gehoorzamen omdat die wet onethisch is. Zo zorgen gemeenten voor crisisopvang voor vreemdelingen en daarbij bleek, dat het zo maar op straat zetten van gezinnen met kinderen in strijd is met het internationaal recht. De staat is niet onfeilbaar. Kerken trouwens ook niet. Elke mens kan fouten maken. 

Hoe wordt jouw geweten gevormd? Dat is op de eerste plaats een zaak van de opvoeding en helaas al te vaak van een gebrek aan opvoeding. De opvoeding hoort jou opvattingen mee te geven over wat goed is en wat verkeerd. Die opvattingen krijg je ook mee vanuit je omgeving, van je vrienden en vriendinnen, van een jeugdleider of sporttrainer, van school of van je jeugdafdeling van je politieke partij. Vanouds dragen ook religies en andere levensbeschouwingen opvattingen over goed en kwaad aan. Al die waarden samen vormen het gereedschap voor jouw verstand, voor jouw geweten om tot een oordeel over jouw handelen te komen. Gewetensvol handelen is dan ook een zeer persoonlijke zaak. Dat erkent bijvoorbeeld de Rooms-katholieke kerk. Zij geeft goede raad, maar elk individu is persoonlijk verantwoordelijk. Je kunt niet zo maar beweren, dat iets de wil van God is en dan is jouw persoonlijke verantwoordelijkheid weg. Jij zegt ja of nee tegen wat dan de wil van God zou zijn. Voor christenen is de H. Schrift bepaald niet eenduidig. Wat de wil van God is blijft altijd een interpretatie. 

Vaak komt het tot gewetensdwang. Daar hadden vanouds de kerken een handje van. Je werd bedreigd met hel en verdoemenis en als dat niet hielp, dan kreeg je geen baan, want de pastoor was tegen. Gelukkig wordt nu de eigen verantwoordelijkheid weer meer benadrukt, al is dat nog zo moeilijk. 

Mij verbaast het, dat er een tendens waarneembaar is, waarbij geseculariseerde burgers die oude rol van de kerken weer willen overnemen en anderen de wet willen voorschrijven. Ik hoop, dat de staat zich ervoor hoedt gewetensdwang uit te oefenen naar de SGP. Ik ben het volkomen oneens met hun standpunt, maar de SGP’ers mogen niet tegen hun geweten in gedwongen worden hun kieslijsten open te stellen voor vrouwen. Ze moeten zelf tot een beter inzicht komen van wat de H. Schrift ons vraagt. Dat vraagt tijd. Hebben die dogmatisch denkende geseculariseerde burgeressen daar het geduld voor?

 

Jaargang 3, Nummer 9.

Boodschap voor de campagne

maandag, april 19th, 2010

LINKSE VERBONDENHEID UITSTRALEN 

GroenLinks snakt ernaar om de komende vier jaar mee te gaan regeren. Hoe moet je je dan opstellen naar andere partijen en daarbij in het bijzonder de andere linkse partijen? Welke ervaringen zijn er op provinciaal en lokaal niveau? Zijn die ook door te trekken naar het landelijk niveau? 

Zien wij in de PvdA, D66 en de SP nu vooral verwante partijen of zien we ze als concurrenten, die in dezelfde vijver vissen? Waarom herinneren mensen zich altijd vooral de enkele keren, dat een van die andere partijen ons niet steunde of die keer, dat ze met een in onze ogen dwaas voorstel kwamen of dat zij regelmatig hun stokpaardjes berijden? Waarom kijken we niet veel meer naar de overeenkomsten? Waarom werken we niet systematisch samen op een manier, dat het de burger opvalt? Ik weet, dat in commissies dat veel meer gebeurt en men met gezamenlijke moties of amendementen of Kamervragen komt. Maar wat weet het grote publiek daarvan? 

Iedereen, die wel eens een kieswijzer of stemwijzer heeft ingevuld, weet, dat je soms tot je eigen verbazing bij de SP of de CU op de eerste plaats uit komt en dat ook de PvdA goed scoort. Kennelijk zijn er veel gemeenschappelijke standpunten. Maar weten de kiezers dat? De goed ontwikkelde mensen waarschijnlijk wel en omdat dat voor de meeste van onze vrienden en bekenden geldt, denken we wellicht te gemakkelijk, dat iedereen het weet. Als dat zo was, zouden heel wat meer laaggeschoolde mensen met vaak lage inkomens op GroenLinks stemmen. GroenLinks is geen partij, die vooral eenzijdig een groepsbelang verdedigt, maar is een partij, die naar een rechtvaardig evenwicht tussen alle deelbelangen zoekt. Maar heeft de partij bij het gros van de kiezers een overeenkomstig imago? Wat weet, de nauwelijks het Nederlands beheersende kiezer ervan? Ik vind, dat alle linkse partijen in de komende campagne er alles aan moeten doen om juist die mensen te bereiken en hen ervan te overtuigen toch vooral te gaan stemmen. Ik neem de heer W. heel veel kwalijk, maar een van de ergste dingen vind ik, dat hij laag geschoolde buitenlanders en laag geschoolde oorspronkelijk Nederlanders tegen elkaar uitspeelt, terwijl ze in de huidige economische crisis in feite lotgenoten zijn. 

Lokaal en regionaal wisselt het beeld. Zou je kunnen zeggen, dat een beeld van sterke verbondenheid het stemmen op een van die partijen aantrekkelijk maakt? In de gemeente Bunnik, onder anderen, bestaat sinds 1998 de lokale progressieve partij Perspectief 21. Leden van GroenLinks en de PvdA zijn daar automatisch lid van tenzij ze anders te kennen geven. Beginnend in 1998 steeg de partij van vier naar nu zeven van de vijftien zetels. De standpunten van de partij zijn bij veel burgers goed bekend en worden kennelijk aantrekkelijk gevonden. Het moet zo zijn, dat de partij stemmen trekt van alle linkse partijen, inclusief een deel van D66. Die partij heeft samen met de VVD de lokale partij “De Liberalen” opgericht. Ik vraag mij af of Bunnik en andere plaatsen een laboratorium zijn voor linkse samenwerking. Het model is waarschijnlijk niet op provinciaal of nationaal niveau toe te passen, maar er zitten wel leerzame argumenten in voor intensievere samenwerking. Veel met elkaar praten, veel samenwerken, veel gemeenschappelijks naar buiten uitstralen en vertrouwen wekken bij de burgers. 

Voor mij is een regering van CDA, VVD en PVV het ergste dat Nederland kan overkomen. Dan is Nederland voor mij niet langer het Nederland waar ik van hou. Dan zullen we in de wereld weinig vrienden overhouden. We moeten uit alle macht zorgen voor een aantrekkelijk alternatief. Verkiezingsprogramma en kandidatenlijst bieden daartoe alle mogelijkheden.

 

Jaargang 3, Nummer 8.

De GroenLinks kandidatenlijst

maandag, april 12th, 2010

DE LIJST VAN EEN VOLWASSEN PARTIJ 

GroenLinks heeft een indrukwekkende kandidatenlijst gepresenteerd. De kandidatencommissie kon putten uit 232 aanmeldingen. De lijst zal dertig namen tellen en er is uit zo’n veertig kandidaten te kiezen. Mannen en vrouwen houden elkaar in evenwicht Ik hoop, dat het congres dit evenwicht handhaaft Er is in velerlei opzicht sprake van veelzijdigheid: allerlei leeftijdsgroepen, allerlei opleidingen, allerlei beroepsgroepen, allerlei maatschappelijke verbanden, waaruit de kandidaten afkomstig zijn. 

Ik vroeg mij af hoe je die grote belangstelling voor het Kamerlidmaatschap kunt verklaren. Waarom zijn mensen bereid een interessante en goed betaalde baan op te geven in ruil voor een onzekere toekomst in de politiek? De motiveringen van de kandidaten geven op allerlei manieren een antwoord. Onze mensen zijn zich zeer bewust, dat we ons op een draaipunt in de geschiedenis bevinden. We hebben eerder zulke revolutionaire periodes gekend. De tweede helft van de negentiende eeuw bijvoorbeeld met een industriële, een agrarische en een demografische revolutie en tegelijk een enorme urbanisatie. Er kwam algemeen kiesrecht en volksonderwijs en het socialisme kwam op. Nu moeten we onze economie vergroenen en antwoorden vinden op de financiële en economische crisis. Er is opnieuw een demografische revolutie: ontgroening en vergrijzing en straks een krimpende bevolking. Ons land moet zich aanpassen aan de gevolgen van de opwarming van het klimaat en antwoorden vinden op de naderende uitputting van fossiele energiebronnen en sommige grondstoffen. Je kunt dit alles zien als een dreiging en kijken hoe je in zo’n situatie het beste je eigen belang kunt verdedigen. Je kunt die toekomst ook zien als een uitdagende klus, fantastisch om aan te gaan werken. Als je er zo naar kijkt, word je niet bang, maar krijg je pas echt “Zin in de Toekomst!” Deze uitdaging heeft kennelijk als een magneet gewerkt op de kandidaten, die zich zo massaal hebben aangemeld. 

Als geograaf stel ik altijd de vraag naar het waar en waarom daar. Dat is lastig, want vooral in de top van de lijst is niet altijd duidelijk van welke afdeling de kandidaten lid zijn. Is mijn indruk juist? Heeft de top een hoog Amsterdamgehalte? Op zich is dat niet verwonderlijk, want een metropool werkt als een magneet op talent. In zo’n stad zijn nu eenmaal allerlei belangrijke instellingen gevestigd en er wonen veel mensen en veel leden van onze partij Toch kriebelt het elke keer weer. Daarom is het maar gelukkig, dat ook mensen uit Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Groningen bij de blokken 1 en 2 voorkomen. 

Dat er ook mensen uit het bedrijfsleven en vakbonden in de blokken 1 en 2 geplaatst zijn is even wennen. A;s je even verder denkt, weet je, dat er steeds meer op duurzaamheid gelet wordt in het bedrijfsleven. Van de vakbondsmensen hoop ik, dat ze er voor kunnen zorgen, dat GroenLinks een beetje van het elitaire imago af helpen en zorgen dat we meer de taal gaan spreken, die door vakbondsleden wordt verstaan. Nog meer hoop ik, dat ze het begrip solidariteit binnen onze partij hoog houden. 

Ik kan door familieverplichtingen het congres niet bijwonen. Ik hoop, dat er een mooie evenwichtige lijst komt. Succes aanstaande zondag.

Jaargang 3, nr. 7.

Kindermisbruik in de Rooms-katholieke Kerk 2

zaterdag, april 3rd, 2010

WAAR GAAT HET OM? 

Bij het misbruikschandaal in de Rooms-katholieke Kerk zijn veel mensen op de een of andere manier betrokken. Daar zijn de slachtoffers, de daders en hun superieuren, de Kerk als instituut, de leden van de Kerk, justitie in het land van de dader, de media en het publiek. Bij al die betrokkenen kun je je afvragen waar het hen om gaat en misschien ook waar het hen om zou moeten gaan. Bij dit alles spelen emoties hoog op en je zou je moeten afvragen of enige nuchterheid en rationaliteit ook voor de slachtoffers niet veel beter zou zijn. 

De slachtoffers hebben te maken met min of meer ernstige feiten, variërend van troebele blikken tot verkrachting, dus penetratie. Mijn indruk is, dat ze vooral lijden onder het gebrek aan erkenning. Zelfs hun ouders geloofden hen niet. Soms durfden ze niet te vertellen wat er gebeurde. Ze hebben hun hele leven die schande met zich mee gedragen. Nu pas vatten ze moed en bij Hulp en Recht zijn inmiddels 1300 meldingen binnengekomen. Dat wil niet zeggen, dat er ook 1300 slachtoffers zijn, want sommige meldingen betreffen ook gevallen, die men gezien heeft of waarvan men gehoord heeft. De honderden slachtoffers zijn vaak ernstig getraumatiseerd. Zij verdienen ons aller hulp. Daarop moeten onze inspanningen op de eerste plaats gericht zijn. Ik schrijf bewust “onze” inspanningen. Schuif het niet af op dat anonieme instituut Kerk, dat maar eens goed moet bloeden voor het leed, dat haar medewerkers hebben aangericht. 

Daders zijn soms zielige figuren en ook gewetenloze schurken. Soms weten ze dat ze fout zijn, ze vechten tegen hun verkeerde neiging en toch vallen ze elke keer weer in hun fout. Ze schamen zich, maar weten niet wat ze moeten doen. Dat geldt ook voor hun geestelijk leidsman, die zegt, dat ze maar veel moeten bidden, want God zal hen helpen, maar ze naar een goede psychiater sturen zou veel beter zijn. Als zijn daden bekend worden bij hun bisschop of overste, dan wekken ze vooral medelijden. Je moet er niet aan denken, dat zo’n zielenpoot in de bajes terecht komt. Kindermisbruikers zijn de laagste in rang en lopen grote kans verkracht te worden. De gewetenloze schurken, die elke keer weer kinderen beschadigen echter, verdienen naast gevangenisstraf ook tbs. Die horen niet meer in de maatschappij thuis. 

Vaak wordt er een onderscheid gemaakt tussen het instituut Kerk en de leden van de kerk, het gelovige volk. Met het instituut wordt dan de hele hiërarchie plus het kerkelijk apparaat bedoeld. Het zijn de mensen die boven ons staan, mensen die de macht bezitten en de theologische kennis en weten wat mag en niet mag. Wij zijn  maar leken, ondergeschikten zonder veel kennis. Zo’n beetje de verhouding tussen meesters en slaven. Zo gedragen mensen zich ook. Heel onderdanig doen ze wat de bisschop voorschrijft, want dat hoort zo. Kritiek op een bisschop is niet netjes. Kritische artikelen in een parochieblad? Dat kan in Odijk, maar elders kom ik ze zelden of nooit tegen. 

Dit denken zie ik in de berichten over misbruik vaak terug. De verantwoordelijkheid wordt bij de bisschoppen en oversten van congregaties gelegd. Vooral bij de vroegere bisschoppen en bij de hedendaagse conservatieve bisschoppen zie je een weerstand om leken verantwoordelijkheden toe te kennen. Dan voelen ze zich ook niet verantwoordelijk. Maar eigenlijk zouden wij ons als totale kerkgemeenschap verantwoordelijk moeten voelen voor de slachtoffers en alles moeten doen om hen te erkennen en te helpen hun trauma’s te verwerken. Dat kan geld kosten, want psychiaters werken niet voor niets. Daar moet je niet voor weglopen. Juist nu heeft de geloofsgemeenschap je nodig.

 Sommige van ons worden geplaagd door gevoelens van schaamte. Hoor ik bij een Kerk, waar dit soort dingen zijn gebeurd en misschien nog wel gebeuren? Ik ben leraar geweest en lid en leidinggevende bij scouting en ben lid van een volleybalvereniging en overal gebeurt wel eens wat. Waarom zou ik mij daarvoor moeten schamen? Het enige is, dat men van een kerk hoge verwachtingen heeft en dat het dus extra tegenvalt als er misbruik blijkt voor te komen. Maar eigenlijk zou het nog veel verbazingwekkender zijn als er geen misbruik zou blijken te zijn geweest. Je moet er altijd en overal op verdacht zijn. 

Er zijn tal van redenen om een hekel aan de Kerk te hebben. Soms doen ze wat gedateerd aan: de Kruistochten, de inquisitie, de slavernij. Maar de houding tegenover homo’s en lesbiennes, tegenover gescheiden mensen en ongehuwd samenwonenden, tegenover gehuwde priesters of tegenover vrouwen in het algemeen (ze mogen geen priester worden); dat alles speelt vandaag aan de dag. Van mij mag die kerk best onder druk gezet worden om wat meer bij de tijd te raken. Of je daarvoor het leed van de slachtoffers van kindermisbruik moet gebruiken, daar wil ik toch een heel groot vraagteken bij zetten. Soms bekruipt mij het onbehaaglijk gevoel dat mensen en media die valkuil niet zien. Waarom lees ik wel over het feit, dat een Amerikaanse priester en misbruiker van dove kinderen niet door het Vaticaan veroordeeld werd, maar niet, dat hij op sterven lag en overleed en waarom lees ik niet dat de huidige paus als kardinaal ervoor gezorgd heeft, dat processen tegen kindermisbruikers veel sneller afgehandeld konden worden? 

Houdt dus vooral de hulp aan de slachtoffers voor ogen en help binnen of buiten de kerk dat eeuwenoude instituut bij de tijd te brengen. 

Jaargang 3, nr. 6.

Echte keuzes voor de toekomst

vrijdag, maart 26th, 2010

NIETS TE KLAGEN OVER DUIDELIJKHEID 

Het nieuwe programma van GroenLinks voor de Tweede Kamerverkiezingen is zeer duidelijk over het maken van keuzes. Die zijn niet altijd erg aantrekkelijk voor de mensen van vandaag, maar de toekomst vraagt die keuzes. De programmacommissies weten steeds beter wat er leeft in de partij. Ik kom dus veel stokpaardjes van me tegen. Af en toe zet ik wel vraagtekens bij de gemaakte keuzes. 

Welke zijn voor mij de aardige dingen, de krenten in de pap in het ontwerp programma? Daar is de introductie van de maat voor welvaart en welzijn: het Bruto Binnenlands Geluk. Ik erger mij al jaren aan het voortdurend verlagen van de belasting op winst door ondernemingen en zie daar programmapunt I, 6: De regering zet zich in voor Europese coördinatie op bedrijfswinsten. Het programmapunt over het Israëlisch-Palestijnse conflict is genuanceerder en legt de verantwoordelijkheid voor het voortduren van het conflict meer bij beide partijen. Terecht wil het de druk op Israël opvoeren. Erkend wordt, dat Turkije het zelf moet willen, lid worden van de EU. In 4,11 toont men zich voorstander van het weer mogelijk maken van het stapelen van diploma’s, want sommige leerlingen zijn nu eenmaal laatbloeiers. Men krijgt oog voor de te ver doorgeschoten feminisering van het onderwijs. Dit was  een opsomming van punten, die mij extra opvielen, maar het programma als geheel bevalt mij uitstekend. 

Toch zijn er ook zaken, waar ik wat moeite mee heb. Soms heeft dat amendementen opgeleverd. Daarover misschien een andere keer. Zo vind ik in 1,14,b de zin: “De regering maakt zich sterk voor het recht van vrouwen en mannen om zelf te beslissen over seksualiteit, partnerkeuze en het krijgen van kinderen.” Daar ben ik het voor mij zelf uiteraard mee eens en ik vind het ook wenselijk voor mannen en vrouwen uit een andere minder geïndividualiseerde cultuur, maar heb toch enige twijfel. We kunnen toch moeilijk volhouden, dat wat betreft seksualiteit en relatievorming dankzij de ver doorgevoerde persoonlijke vrijheid er in Nederland een ideale situatie is ontstaan. Er zijn heel wat verdrietige verhalen te vertellen. Daarentegen wordt de situatie in culturen waar de invloed van familie en huwelijkbemiddelaars groot is bijna per definitie negatief voorgesteld, terwijl blijkt, dat die gearrangeerde huwelijken vaak gelukkig uitpakken en stabieler zijn, dan het gemiddelde Nederlandse huwelijk. Daarnaast zijn er vaak ernstige misstanden. Vooral bij patrilokaliteit worden jonge echtgenotes niet erg prettig behandeld door de schoonfamilie. We moeten oppassen voor etnocentrisch denken. 

Wij ouderen met een goed inkomen betalen al volop mee aan de AOW. De AOW-premie is immers gemaximeerd. De opbrengst is onvoldoende voor de uitkeringen en wordt aangevuld uit de algemene middelen, dus ook de opbrengst van de Inkomstenbelasting.  

Denkt de programmacommissie, dat met de voorgestelde structuur de zuilen uit de ether zullen verdwijnen. Een slimme redactie zal ze voldoende ruimte bieden, maar of dat de bedoeling is??? Maar mocht dat niet zo zijn, dan zie ik al snel commerciële zenders verschijnen, die de rol van de zuilen omroepen overnemen, maar op een ongewenste manier. Dan krijg je reactionaire zenders als Radio Marya in Polen. Op dat soort effecten zitten we niet te wachten. 

Terwijl overal de roep om een kleinere schaal toeneemt, toont het programma zich een voorstander van opschaling: grotere gemeenten, grotere provincies en grotere ministeries. Dat wordt dan gezien als een manier om voordeliger uit te zijn. De ervaring leert anders De grotere onderneming of instelling vraagt meer managers en die zijn zo duur, dat alles alleen maar duurder wordt. Voor sommige nieuwe taken zijn gemeentes wellicht te klein, maar de oplossing kan ook gezocht worden in een gemeenschappelijke dienst van een aantal samenwerkende gemeenten. En besef daarbij altijd, dat de ideale grootte van een gemeente of een provincie niet bestaat. Elke taak vraagt weer een andere schaalgrootte. Dat men de Tweede Kamer wil inkrimpen tot 100 leden en de Eerste Kamer wil afschaffen wordt vooral gezien als een bezuinigingsmaatregel. Nu er zoveel moeilijke beslissingen moeten worden genomen, lijkt het mij verstandig om de controlerende en wetgevende macht voldoende body te geven. Als het dan toch gaat om goed besturen, dan had ik wat meer aandacht gewild voor de rol van de Vierde Macht, de ambtenarij. 

We zullen er niet populair mee worden, maar het getuigt wel van moed om te stellen, dat de aftrek van hypotheekrente geleidelijk moet worden afgeschaft. Ergens moet het geld voor allerlei overheidstaken toch vandaan komen. Huizenbezitters jaarlijks met miljarden subsidiëren betekent alleen maar, dat we meer belasting moeten betalen om dat te financieren. Een moedige keuze!

Jaargang 3, Nr. 5.

Misbruik in de Rooms-katholieke kerk

zaterdag, maart 20th, 2010

WELLUSTIGE DADERS … EN SCHRIJVERS? … EN LEZERS? 

Bijna dagelijks verschijnen er berichten in de media over het misbruik van jonge kinderen door geestelijken. Het wordt allemaal smeuïg gebracht en details worden niet geschuwd. Na de Verenigde Staten, Ierland, Duitsland en Oostenrijk is nu Nederland aan de beurt en België schijnt al te volgen. Als de slachtoffers nu echt worden geholpen bij het verwerken van hun jarenlang verborgen gebleven trauma’s kan dit alles nog positief uitwerken. 

In de tweede helft van de negentiende eeuw begon de emancipatie van de Rooms-katholieken. In 1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie hersteld. Meer dan twee eeuwen hadden de katholieken weten te overleven met af en toe een priester in het geheim op bezoek en gebruik makend van schuilkerken of de huiskapel van een katholieke edelman. Sommige stukjes van het huidige Nederland hoorden toen bij het hertogdom Kleef. Zo zag je overal katholieke enclaves. In de negentiende eeuw daalde het sterftecijfer sterk en bij de Rooms-katholieken (en de Gereformeerden) bleef het geboortecijfer hoog. Door al die kinderen was er een dringende behoefte aan onderwijs. Dus werden zuster- en broedercongregaties opgericht, die zich vooral op het Lager Onderwijs, het Lager Beroepsonderwijs en de onderwijzersopleidingen richtten. Zo zat ik op de kleuterschool bij de Zusters van Liefde, op de lagere school bij de Fraters van Utrecht en na de HBS met leken leraren weer bij de Fraters van Utrecht op de kweekschool. Vooral op dat kweekschoolinternaat ging men nogal benepen om met seksualiteit. Als je met een klasgenoot op een slaapkamer betrapt werd, kon je je koffers pakken. Van een retraite herinner ik mij vooral de angst, die werd aangejaagd waar het de seksualiteit betrof. Jezuïeten, Dominicanen en Karmelieten waren vooral sterk in het Voortgezet Onderwijs. Daar ging het erom een katholieke elite op te leiden. Er is alle reden om trots te zijn op de prestaties, die er gedurende een eeuw katholieke emancipatie door leken, zusters, fraters en paters zijn geleverd. Maar helaas! 

Die onderwijscongregaties trokken vanzelfsprekend vooral mensen, die het mooi vonden om met kinderen te gaan werken. Als je niet van kinderen houdt, kun je je maar beter verre houden van het onderwijs. Dat er tussen die duizenden leraren ook een aantal pedofiele neigingen hadden, zal niet zo snel opgevallen zijn. Als je de verhalen hoort over sporttrainers, scoutingleiders, buurmannen, huisvrienden, onderwijzers of mensen in de jeugdzorg, die hun handen niet thuis konden houden, dan valt het altijd weer op hoe verrast de omgeving was. Dat hadden ze nu nooit van die man gedacht. Hij was zo aardig. Met de kennis van nu weten we, dat je er altijd op verdacht moet zijn, altijd waakzaam en dat je gewoon strenge regels moet hanteren, zodat mensen niet gemakkelijk een kans krijgen. En ook, dat we moeten zorgen, dat als iemand betrapt is hij nooit meer een kans krijgt om nog met kinderen te werken. De andere kant van de medaille is, dat een pedofiel behoefte heeft aan therapie. Hij moet leren omgaan met zijn neiging en leren normaal in de maatschappij te functioneren. Hij is niet alleen dader, hij is ook slachtoffer. In zo’n therapeutisch proces past geen hetze, zoals wij die tegenwoordig zien. Mensen worden met foto op een site gezet. Ze krijgen een verbod om zich weer in hun vroegere woonplaats te vestigen. Waakzaam moet je altijd zijn, maar het moet wel menselijk blijven. 

Wij als Rooms-katholieke gemeenschap hebben tot taak om voor de slachtoffers een goed geleide therapie mogelijk te maken, zodat ze het aangedane leed kunnen verwerken. Zij moeten alle steun krijgen, die nodig is en vooral moeten ze erkenning krijgen, zich gedragen voelen door de gemeenschap.

De waakzaamheid, die overal in de maatschappij hoort te gelden past ook onze kerkleiders. Een duidelijke gedragscode is wenselijk. Een goede screening van toekomstige pastores is noodzakelijk. Maar misschien nog meer een ander klimaat, dan het huidige, dat zo kil aanvoelt. Laat mensen zich weer geborgen voelen in een warme gemeenschap. Daar kunnen wij ook zelf voor zorgen.

 

Jaargang 3, nr.4.

Turkije-bijeenkomst op 24 maart

zaterdag, maart 13th, 2010

TURKIJE VERANDERT VAN POSITIE 

Toen in 2004 werd besloten, dat Turkije kandidaat lid mocht worden van de EU was de binnenlandse situatie en waren de relaties met het buitenland in veel opzichten anders dan nu. De economische ontwikkeling was al ver voort geschreden en de handelsrelaties met de EU waren door de douane-unie  zo belangrijk dat een aansluiting voor de hand lag. Maar het land voldeed nog lang niet aan de Kopenhagen-criteria voor aansluiting, voor tal van problemen zou een oplossing gezocht moeten worden en de Turkse wetgeving zou ingrijpend aangepast moeten worden in verband met de regels van de EU. Men voorzag, dat er heel wat jaren zouden verlopen voordat het land echt rijp was voor aansluiting.

Turkije  was toen al wel een land, dat volop in ontwikkeling was. De betekenis van de landbouw was veel minder geworden en het belang van industrie en economische dienstverlening was sterk gegroeid. Daarnaast was er een toenemend economisch belang van het internationale toerisme. Het richtte zich niet alleen op het massatoerisme naar de stranden van de Turkse Zuidkust, maar ook op de metropool Istanbul met de vele musea en historische gebouwen en op gebieden van historische betekenis. De industrie concentreert zich in de Westelijke helft van het land en dan vooral in en om Istanbul. Belangrijk is de textiel- en kledingindustrie. De gehele productiekolom is aanwezig; van de katoenverbouw tot en met de kant en klare confectie voor de Europese markt. De kleding wordt vooral gemaakt in kleine confectieateliers, die vaak in opdracht voor Europese firma’s werken. Turkije heeft het voordeel, dat het veel dichterbij ligt dan bijvoorbeeld China. De auto-industrie is eveneens belangrijk. Vrijwel alle internationale ondernemingen hebben in Turkije een fabriek, waar vooral bedrijfswagens worden vervaardigd. Ze produceren ook voor de Europese markt. Door de industrie is er een grote behoefte aan arbeidskrachten. Mensen trekken vanuit de agrarische gebieden naar de steden en vandaar naar het Westen des lands en dan voor zover mogelijk soms door naar de landen van de EU. 

De ontwikkeling van Turkije staat niet stil. Er komen andere soorten industrie. Het schept de behoefte aan nieuwe exportmarkten. De welvaart neemt toe. Dat zorgt voor een steeds grotere behoefte aan energie. Zo ontwikkelen zich nieuwe handelsrelaties. Dat alles heeft ook politieke betekenis. 

Op 24 maart zal Ali Yazgili, medewerker van het Turkije Instituut in Den Haag, een inleiding verzorgen tijdens een bijeenkomst van de Europawerkgroep van GroenLinks. In een door hem in het tijdschrift “Internationale Spectator” geschreven artikel vat hij de ontwikkelingen als volgt samen:

Redenen van de heroriëntatie liggen besloten in het complexe samenspel van politieke factoren van binnenlandse oorsprong; teleurstelling over de in Turkse ogen halfslachtige Europese houding ten aanzien van toetreding; toenemend Turks bewustzijn door snelle economische ontwikkeling; regionale handelsbelangen; energieafhankelijkheid; en het in de regio ontstane machtsvacuüm door het mislukte Amerikaanse avontuur in Irak. Turkije past zich louter aan veranderende parameters in zijn eigen regio aan.”

De bijeenkomst zal plaats vinden in het Landelijk Bureau van GroenLinks, Oudegracht 312 in Utrecht op 24 april 2004 en begint om 20.00 uur. Aanmelding is niet nodig.

 Jaargang 3, Nr. 3.

Betekenis voor de landelijke politiek?

donderdag, maart 4th, 2010

PERSPECTIEF 21 BOEKT IN BUNNIK OPNIEUW GROOT SUCCES 

In Perspectief 21 werken leden van GroenLinks, Partij van de Arbeid en niet aan een landelijke partij gebonden leden samen sinds 1998. In 1994 haalde de PvdA net geen twee zetels en GL ruim twee zetels. Zo verderfelijk was de verdeeldheid. Dus gingen we werken aan een progressieve lokale partij. Perspectief 21 deed in 1998 voor het eerst mee en haalde vier zetels. In 2002 werden het er vijf, in 2006 zes en gisteren kwamen er zeven zetels uit de stembussen op een totaal van vijftien zetels in de raad. Stilletjes was er de hoop op zo’n resultaat, maar niemand geloofde er echt in. We vreesden zelfs een zetel te verliezen. Aanwezige P21-ers reageerden dan ook euforisch toen de burgemeester deze uitslag bekend maakte. 

Hoe valt dit succes te verklaren? De fractie heeft de afgelopen vier jaar keihard gewerkt en de inbreng van P21 was steeds van hoge kwaliteit. De fractie was open en eerlijk en hield consequent vast aan haar principes. De mensen wisten wat je aan Perspectief 21 had. Ook de wethouders verrichtten goed werk al kwamen ze soms wat autoritair over. Dat zorgde wel voor duidelijkheid. Ook de partij trad met grote regelmaat naar buiten. Mensen merkten, dat er naar hen geluisterd werd. Zo organiseerden we een meningspeiling over de kwestie Rijsbruggerweg tracé, een door Houten gewenste verbinding met de A12 over Bunniks grondgebied en gepland op de meest ongelukkige plek, die je maar kunt bedenken. Maar het hele autosysteem loopt niet bepaald over van rationaliteit. Als enige hield de fractie van Perspectief 21 de rug recht toen het college een overeenkomst wilde ondertekenen om tot aanleg van de weg over te gaan, maar zonder dat er enige zekerheid bestond, dat ook de Bunnikse verkeersproblemen zouden worden opgelost. Dat was immers van het begin af aan een dwingende voorwaarde, wilde Bunnik instemmen. 

Perspectief 21 had bij enkele onderwerpen beslissingen mogelijk gemaakt, die bij sommigen niet populair waren. Het ging vooral om bouwen op inbreidingslocaties, waarbij de nokhoogte wat hoger kwam te liggen dan men gewend was en daarnaast enig groen sneuvelde. Maar Bunnik zit opgesloten binnen de rode contouren en kan niet anders. 

Waardoor verloor het CDA een zetel? De enige CDA wethouder was verantwoordelijk voor het A12 Saltodossier. Hij toonde zich nogal meegaand naar buurgemeente Houten, terwijl 95% van de bevolking tegen de weg door het open landschap is. De CDA fractie liet de eigen wethouder te veel zijn gang gaan. De fractie wisselde nogal vaak van standpunt en dat maakte samenwerking moeilijk. De aanhang van het CDA is sterk vergrijsd. Het was moeilijk kandidaten te vinden. De aanhang krimpt door sterfte. En dan vond de CDA fractie het een paar maanden geleden nodig om het vertrouwen in coalitiepartner P21 op te zeggen. Men was te kritisch geweest naar de CDA wethouder. Al met al maakte de fractie geen sterke indruk. 

De afgelopen periode waren de VVD en D66 in de oppositie en werkten daarbij zo lekker samen, dat ze besloten een lokale liberale partij op te richten, “De Liberalen”. Ze hoopten op een zetel meer, maar het bleven er vier. Waren voormalige D66 stemmers er niet gelukkig mee? Werden ze gewantrouwd omdat ze bekend zijn als te autovriendelijk? De D66-er op de tweede plaats had immers als wethouder enthousiast meegewerkt aan het Rijsbruggerweg tracé. Misschien was het vooral de dolksteek in de rug van VVD gedeputeerde van Lunteren, die wil, dat de provincie de regie over de aanleg van de weg overneemt en nota bene op de verkiezingsdag een bericht in een provinciale advertorial in de plaatselijke huis-aan-huis-krant liet opnemen, waarin hij  aankondigde, dat de weg er zou komen. Maar misschien moet de Bunnikse bevolking eerst wat wennen aan De Liberalen en kijken of de nieuwe partij echt iets gaat presteren. 

Voor mij heeft deze uitslag ook landelijke betekenis. Weliswaar is de bevolking van Bunnik nog geen één promille van de Nederlandse bevolking, maar misschien wel een “early adapter”, een bevolkingsgroep, die al snel nieuwe ontwikkelingen aanvoelt en accepteert. Misschien, dat we in Nederland ook moeten streven naar eerlijke- open en consequente linkse samenwerking, zodat we niet komen te zitten met een regering van PVV, VVD en CDA. Dan kunnen de lagere inkomensgroepen, de minimumloners en uitkeringstrekkers het wel schudden. Het schandelijke van de PVV is, dat het verdeeldheid zaait onder al die mensen met lage inkomens, die het meest te lijden zullen hebben onder bezuinigingsmaatregelen van een rechts kabinet.

Derde Jaargang, Nr. 2.