Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Voor liefhebbers van stenen

zondag, september 25th, 2011

Beelaerts van Bloklandprijs voor het Steneneiland in Maarn

Toen Beelaerts van Blokland afscheid nam als Commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht is er kennelijk een prijs ingesteld om met wat geld goede ideeën te steunen. De laatste keer, afgelopen donderdag, dat de prijs werd uitgereikt kwam hij ten goede aan het aardkundig monument Het Steneneiland in de zandafgravingsplas bij Maarn. Tijdens het graven zijn vele enorme rotsblokken tevoorschijn gekomen. Vele zijn verdwenen, maar een mooie en representatieve collectie is nu al enkele jaren in de vorm van een kompasroos op een eiland met een hoogspanningsmast uitgestald. Via een dammetje kun je er komen, maar dan moet je wel een sleutel van het hek hebben.

De prijs is gebruikt om van een flink aantal stenen stukken af te zagen en het zaagvlak vervolgens te polijsten. Zo kun je pas goed de kristalstructuur van de stenen bekijken. Van alle soorten is er een gekozen. De oudste gesteenten zijn vanzelfsprekend stollingsgesteenten, ontstaan nadat de gloeiend vloeibare aarde afkoelde. Ze worden nog steeds gevormd als vloeibaar gesteente uit het binnenste dichterbij of helemaal aan de oppervlakte komt.  We onderscheiden drie groepen: Dieptegesteenten, ganggesteenten en uitvloeiingsgesteenten. Dieptegesteenten zijn meestal vol kristallijn. Alle mineralen uit het vloeibare gesteenten zijn  bij de langzame stolling tot kristallen gevormd. Elk mineraal heeft weer een andere kristalvorm. Bij de ganggesteenten zijn niet alle mineralen mooi uitgekristalliseerd. De rest is een min of meer eenvormige massa. De uitvloeiingsgesteenten zoals lava of basalt bevatten geen kristallen en zijn een eenvormige massa.

Als stollingsgesteenten aan de oppervlakte komen bij gebergtevorming gaan ze verweren. Ze vallen langzaam uiteen in steeds fijnere brokken. Als dat fijnere materiaal wordt getransporteerd en elders wordt neergelegd ontstaan de afzettingsgesteenten of sedimenten. Die kunnen weer verharden en dan krijg je zandsteen of leisteen. De gelaagdheid is vaak nog te zien. Dieptegesteenten en sedimenten kunnen door druk of hoge temperatuur van gedaante veranderen, een metamorfose ondergaan. Zo ontstaan metamorfe gesteenten. Je vindt ze allemaal op het Steneneiland en van elke soort is een gepolijst vlak gemaakt.

De erratica of zwerfstenen zijn uit verschillende delen van Scandinavië en Finland afkomstig en hebben zo elk weer hun eigen uiterlijk  We spreken dan van gidsgesteenten, die ons de weg wijzen naar de herkomst van het materiaal. Ook van alle gidsgesteenten is een mooi gepolijst slijpvlak gemaakt.

Zo is het Steneneiland nog interessanter en nog leerzamer geworden. Elders op internet is meer informatie te vinden, ook voor hen, die er een bezoek willen brengen. Voer voor geografen!

Jaargang 4, Nr. 180.

Fietsen langs forten

vrijdag, september 16th, 2011

INTERESSANTE FIETSTOCHT

Het is echt heerlijk een groep geïnteresseerde mensen allerlei bijzonderheden in het landschap te laten zien en uit te leggen. Het maakt een fietstocht alleen maar boeiender, zo merkte ik aan de reacties van de deelnemers. En waarom zouden lezers de tocht niet zelf gaan maken? Jongeren doen het met gemak in een middag.

We begonnen vanuit Odijk in de richting houten over de Burgweg en de Achterdijk, maar bij de boerderij ‘Het Vagevuur” gingen we niet linksaf, maar rechtdoor. Dan kom je op een punt, waar je een mooi overzicht hebt over het fossiele Rijndal, waar de provincie Utrecht een nieuwe weg wil aanleggen. Zie een vorige Column! Ik liet de mensen het dal zien en de restgeul en vertelde over de plannen.

Daarna linksaf over de Rijsbruggerweg en de Binnenweg en dan rechtsaf het fietspad door het bos Nieuw Wulven. Wat een rust. Het bos ligt in een komgebied, dat bij het inwerking stellen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie geïnundeerd werd. Bij een T-kruising linksaf en over de Rondweg twee lussen linksaf, zodat je aan de Noordkant van de Rondweg op de Lobbendijk komt langs een demonstratietuin, We houden links aan en rijden alsmaar rechtdoor richting Laagraven, gaan daar door de fietstunnel en dan over de brug naar Nieuwegein. In de afdaling gaan we naar links en dan naar rechts weer onder de grote weg door. Dan kunnen we naar links en over een brug over het Lekkanaal en weer met een lus naar het fietspad langs het kanaal, dat deel uit maakt van de vaarroute Amsterdam-Rotterdam v.v.. We komen langs de zogenaamde plofsluis, een enorme betonnen bak, die tot ontploffing gebracht in een keer het Amsterdam-Rijnkanaal kon afsluiten, zodat het inundatiewater niet zou wegstromen. In Vreeswijk passeren we Fort Vreeswijk, een deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). We nemen het Pontje naar Vianen. Van daar volgen we vele kilometers de dijk naar Culemborg. Onderweg is er veel te zien.

Eerst de stuw bij Hagestein met daarbij sinds enkele jaren een vistrap. Zo kunnen bijvoorbeeld palingen stroomopwaarts de stuw passeren en de glasaaltjes later weer naar zee zwemmen. De stuw is een van de drie in de Rijn en de Lek. Die bij Driel zorgt ervoor, dat er meer water naar het IJsselmeer gaat stromen, nodig voor de zoetwatervoorziening van Friesland en Noord-Holland. De andere twee zorgen ervoor, dat beneden Driel de Rijn en de Lek niet droog komen te staan. Bij Vianen zit je al op zeeniveau, dus daar zijn geen stuwen meer nodig. Nu er vaak minder water door de Lek komt, moest het Haringvliet afgesloten kunnen worden, zodat het water van de Merwede door de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg zou stromen en de zouttong daar zou terugdringen.

We zagen onderweg ook veel nevengeulen en verlaagde uiterwaarden, alles om de rivier meer ruimte te geven om het vaker voorkomende hoogwater op te vangen. Daarvoor zijn ook de dijken flink verhoogd en verzwaard.

Aan de Zuidzijde van de Lek zijn twee forten van de NHW, Fort Everdingen en het pas gerestaureerde voorfort Werk aan het Spoel. Aan de Noordkant liggen Fort Honswijk en het Werk aan de Groeneweg. Ze moesten een eventuele vijand, die per schip of over de dijken en de hooggelegen gronden bij de rivier naderde, tegenhouden. Bij het Werk aan het Spoel is een interessant restaurant gekomen, dat zich specialiseert in vegetarische gerechten.

Via het Culemborgse veer, de rivierdijk en de Zuwedijk gaat het over de Goyse brug naar de Nachtdijk met een zeer aantrekkelijk theetuin. Via de Hollendewagenweg en Werkhoven ging het weer terug naar Odijk. Totaal 50 KM.

Jaargang 4, Nr. 179.

Reünie in Oosterbeek

vrijdag, september 9th, 2011

21 OUDE KNARREN OP REÜNIE

Het was weer zover. Onze jaargroep van de Kweekschool in Hilversum was weer bijeen en dit keer in Oosterbeek. Van de oorspronkelijke 47, die in 1954 eindexamen deden zijn er inmiddels vijftien overleden. Daarnaast zijn er een aantal, die zo slecht ter been zijn, dat ze niet meer kunnen komen. Sommigen vinden een reünie niet leuk en komen nooit. Maar voor de 21 aanwezigen was het weer feest. Oude herinneringen werden weer opgehaald. Gezondheidsklachten werden uitgewisseld, want ja gebreken komen met de jaren. En er was ook emotie.

We zijn gewend zo’n dag te openen met wat berichten over de redenen, dat sommigen niet kunnen komen. Maar een klasgenoot kwam met een geheel ander verhaal. Hij wilde dat toch een keer kwijt en ik kan mij dat voorstellen. We horen niet meer bij de jonkies. Onze kweekschool was een internaat met maar heel weinig externe leerlingen. Je had de hele dag omgang met elkaar en zo leerde je elkaar van haver tot gort kennen. Maar dit verhaal was ons niet bekend. Het bleek, dat een frater-docent op een avond hem bekend had tedere gevoelens te koesteren. Nou, die gevoelens waren in het geheel niet wederzijds. De student nam maatregelen om nog zo’n confrontatie te voorkomen, maar durfde deze zich misdragende docent niet aan te geven. Over enkele maanden moest hij immers examen doen. Het is duidelijk, dat de docent zich schuldig maakte aan een strafbaar feit. Er was een afhankelijkheidsrelatie en dan zijn dergelijke homofiele contacten niet toegestaan. Voor mij bleek maar weer, dat je meestal niets merkt van dergelijke gebeurtenissen. Dat maakt het extra moeilijk ze te voorkomen.

Wij bevonden ons op een wereldberoemde plek. Hier had de Slag om Arnhem gewoed, althans het tweede deel, want de Rijnbrug in Arnhem was na drie dagen weer in Duitse handen. Dichtbij De Oude Herberg, waar wij bijeen waren ligt het Airborne Museum. Het is sinds kort ingrijpend vernieuwd. Achter het museum, het vroegere hotel Hartenstein is diep onder de grond een enorme kelder gekomen en daar dwaal je door een oorlogsgebied met ruïnes en schietende soldaten. Lichtflitsen suggereren explosies. Het is een oorverdovend lawaai. Hier ervaar je echt wat het is in de frontlinie te zitten, zoals ik dat als tienjarige in april 1945 oostelijk van Apeldoorn mee maakte. De slag om Arnhem had ik in een ander deel van de stad meegemaakt. Die slag wordt ook tastbaar gemaakt door foto’s en video’s en vooral door korte citaten van Britse en Duitse militairen en Nederlandse burgers bij al die foto’s. Het maakte veel emotie bij mij los. Ik voelde weer de teleurstelling over de verloren slag, de onvrede om de vele fouten die gemaakt zijn en de bewondering voor de strijders, die het ondanks alle tegenslagen zo lang hadden volgehouden. Gedane zaken nemen geen keer en toch heb ik er die nacht nog een tijd van wakker gelegen.

Dit stukje levenservaring maakt mij tot een gedreven voorstander van Europese samenwerking. Het uiteenvallen van de EU moet koste wat kost worden voorkomen. Het aanwakkeren van nationalistische gevoelens is onverantwoord, want nu zag en hoorde en voelde en proefde ik weer waar nationalisme toe kan leiden, tot een vreselijke oorlog.

Wij zijn al heel vaak tijdens een reünie bijeen geweest, maar nog nooit was zo’n bijeenkomst voor mij zo vol emoties. Dat maakte deze op zich eenvoudige reünie tot een kostbare ervaring. Dank je wel, Herman, Joop en Theo voor de organisatie.

Jaargang 4, Nr.178.

De ontsluiting van Houten, ons feuilleton

vrijdag, september 2nd, 2011

VERBETERINGEN EN TEGELIJK DE MEEST FUNDAMENTELE AANTASTING VAN DE LANDSCHAPSSTRUCTUUR

Het definitieve ontwerp inpassingsplan ontsluiting Houten-A12 is nu uitgebracht en vergeleken met het voorontwerp en allerlei eerdere plannen zijn er duidelijke verbeteringen. De kruising met de Achterdijk wordt ongelijkvloers. Het landbouwverkeer kan de Middenweg blijven volgen en voor fietsers en voetgangers komt daar een tunnel met extra ruimte als passage voor kleine dieren. Om de 250 meter komen er ecopassages onder de weg door en noordelijk van de Achterdijk gaat de weg pas dicht bij de A12 stijgen. De barrièrewerking van zo’n weg dwars door het landschap vraagt heel wat extra maatregelen. Tot nu toe werd daar weinig aandacht aan besteed.

Het Rijsbruggerweg tracé komt zuidelijk en noordelijk van de Achterdijk te liggen in een fossiel Rijndal met restgeul, de Rietsloot. De nieuwe weg moet bij een mogelijke overstroming zo lang mogelijk als evacuatieroute kunnen dienen. Daarom ligt hij verhoogd, iets oostelijk van de restgeul. Misschien dat dit de reden is, dat de nieuwe weg over de Achterdijk heen gaat., die in een fors verdiepte tunnel eronder door gaat. Dat betekent, dat in de laag gelegen bedding een oprit moet komen en dat de hoger gelegen Achterdijk flink naar beneden moet om via een tunnel onder het RBW door te kunnen. Als men omgekeerd koos voor het RBW in een tunnelbak met de Achterdijk met een viaduct erover zouden de hellingen minder steil worden of korter, zou het landschap minder worden aangetast en het oude stroomdal zou in het landschap zichtbaar blijven. Waar vroeger een brede rivier stroomde komt nu een stroom auto’s De nu voorgestelde kruising is de meest fundamentele aantasting van de aardkundige waarden, die hier denkbaar is. Om het risico bij (dreigende) overstromingen te verminderen is een noodweg terzijde van de tunnelbak, tevens bruikbaar voor onderhoudspersoneel, voldoende. Zulke uitwegen met een stevig hek zie je in het buitenland veel.

Uit het zienswijzenrapport en met name uit de reacties van het college van GS  blijkt, dat men er vast van overtuigd is, dat de weg er komt. Die zekerheid is er pas echt als de RvS in een bezwarenprocedure uitspreekt, dat tegen alle bezwaren in de weg er toch moet komen. Veel insprekers wijzen op het feit, dat de Meerpaalvariant tot een grotere ontlasting van de bestaande verbindingen naar Noord en West kan leiden, zodat de bestaande opstoppingen op de Staart en zelfs op de Rondweg tot het verleden zullen behoren, zeker als het verkeer op de A27 na 2018 goed zal kunnen doorstromen. Nu moet het verkeer Houten-Nieuwegein v.v. via de Utrechtseweg-Houtenseweg of via de Staart, de A27 en de aansluiting nr. 28 van Nieuwegein op de A27 ( de Knoest). Met de Meerplaalvariant komt er een derde verbinding, die de andere twee zal ontlasten. Simpel, maar niet voor GS. Vaak zie je bij de ingekomen zienswijzen als antwoord, dat besloten is tot aanleg van het RBW. Er wordt geen echt antwoord gegeven. Het lijkt een beetje op de pa of ma, die als het kind waarom vraagt, zegt: Omdat ik het wil. Het maakt een wat potsierlijke indruk, vooral ook omdat het geen kinderen zijn, die problemen zien.

Dit zijn zo wat eerste indrukken. Ik moet het geheel nog intensief gaan bestuderen en vervolgens doorwrochte zienswijzen insturen. Er is werk aan de winkel.

Jaargang 4, Nr. 177.

Inspiratie

maandag, augustus 29th, 2011

RELIGIEUS ALLERLEI

Religie speelde afgelopen vrijdag en zaterdag een belangrijke rol in mijn tijdsbesteding. Met de Probusgroep van mijn vrouw waren we in ‘s-Hertogenbosch en bezochten daar de kathedrale basiliek van Sint Jan. Het kathedrale slaat op het feit, dat het de bisschopskerk is. De Sint Jan is ook een basiliek. Het is een eretitel voor een bijzondere kerk. Eigenlijk moet je zeggen basilica minor. Op het priesterkoor voor in de kerk staat een ereteken, een soort half open geklapte parasol. Toen we voor de ingang stonden zagen we de beelden van twaalf apostelen en vier evangelisten. Twee staan er dus twee keer bij. Onze groep ouderen begreep wat er gezegd werd, maar we vroegen ons af wat een groep mensen jonger dan vijftig ervan begrepen zou hebben. En toch is dit een stuk van onze cultuur en onze vaderlandse geschiedenis. Ik constateer voortdurend een ontstellend gebrek aan kennis en dus ook een probleem bij het begrijpen van onze vaderlandse geschiedenis en net zo goed van de Europese geschiedenis. De Sint Jan is lange tijd een protestante kerk geweest. Er waren nauwelijks protestanten. Er waren er een aantal geïmporteerd om de stad te kunnen besturen, want katholieken mochten dat niet. Die paar protestanten hadden weinig ruimte nodig. Zo werd een van de kapellen van de kerk gebruikt als bergruimte voor de wagen van de brandweer. Een katholieke kerk was altijd rijk aan schilderingen en gebrandschilderde ramen. Bij een preek kon je aan de hand van die bijbelse voorstellingen je verhaal vertellen. Veel mensen konden toen niet lezen. Nu kunnen ze wel lezen, maar ze lezen niet meer. Voor de hervorming waren er veel kloosters binnen de muren. Ze werden onteigend en een van de nieuwe bestuurders werd rijk als projectontwikkelaar door op de grond van de afgebroken kloosters huizen te bouwen. Zijn praalgraf vind je nog in de Sint Jan.

Zoals de Middeleeuwse kloosters ontwikkeling brachten in ons vaderland, zo deed de missie dat in wat we nu de Derde Wereld noemen. Dat bleek afgelopen zaterdag in Oosterbeek, waar Mill Hill Fathers tijdens een Congo dag hun boek “Basankusu Testimonies” presenteerden. Het bisdom Basankusu beslaat het grootste deel van de Evenaar Provincie direct zuidelijk van de enorme bocht, die de Congo rivier naar het Noorden maakt. Het 270 bladzijden tellende boek is een bundeling van persoonlijke verhalen van zo’n 45 nog in leven zijnde Millhillers. Een Congolese hoogleraar vertelde hoe hij als zoon van een catechist opgroeide op het terrein van de missie, ook misdienaar was, onderwijs kreeg op de basisschool en de middelbare school, naar het seminarie ging, maar toch geen priesterroeping bleek te hebben, maar wel door kon studeren op de universiteit. Mill Hill leverde ook de docenten voor de onderwijzersopleiding (waaronder mijn broer), zorgde voor goede medische zorg en kraamzorg, voor de opleiding van inlandse priesters, zowel voor het bisdom als voor de eigen congregatie. Ze deden aan landbouw- en voedingsvoorlichting en agrarische ontwikkeling. En ze deden ook veel aan gemeenschapsopbouw en mensen zelf verantwoordelijkheid laten dragen. Ze zorgden voor een liturgie, die aansloot bij de lokale cultuur en de mensen veel meer aansprak, dan de liturgie volgens Vaticaanse voorschriften, waar we hier steeds meer mee te maken krijgen. Ging het hun om zo veel mogelijk zieltjes te winnen. Die tijd was al lang voorbij. Waar het hun om ging was de blijde boodschap van het evangelie veel meer metterdaad uit te dragen. Goed te zijn voor de mensen daar.

Een mens kan wat mee maken. Wat een inspiratie!

Jaargang 4, Nr. 176.

Een stukje oplossing van de Griekse crisis?

vrijdag, augustus 19th, 2011

 DE GRIEKSE REKEN EENHEID (GRE)

Jarenlang werd de ontwikkeling van de Europese economie ernstig belemmerd door het bestaan van nationale munten. Ze schommelden voortdurend in waarde ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Goederen en diensten werden betaald in vreemde munten en die moesten dan weer met veel kosten worden ingewisseld. Zakenreizen naar een andere lidstaat vroegen het wisselen of opnemen van vreemd geld en daar hield je bijna altijd wat van over en meestal munten van weinig waarde, die je niet meer kon inwisselen en kon je wel iets inwisselen, dan kostte dat weer geld. De situatie in de niet Eurolanden is nog net zo.

Het grootste probleem was echter, dat wanneer je een contract afsloot in Frankrijk en de prijs werd bepaald in Franse francs je een grote kans liep, dat als er na levering betaald ging worden, de franc in waarde was gedaald of zelfs flink gedevalueerd. Intussen moest je je werknemers in Nederland wel in harde guldens betalen.

De oplossing werd de Europese Reken Eenheid, de E.R.E.. Die had een vaste waarde door de koppeling aan harde munten. Contracten werden afgesloten in ERE’s en zo wist iedereen waar hij aan toe was. Later ging men die ERE Euro noemen en pas enkele jaren later werd de Euro een echte munteenheid. De waarde van de Euro fluctueert. De eerste jaren was hij lange tijd goedkoper dan de Amerikaanse dollar, maar de Euro is nu al vele jaren duurder. De Euro vergemakkelijkt het toerisme en het zaken doen binnen Europa en de zakenwereld wil er dan ook niet graag vanaf.

Toch hebben we een Eurocrisis, maar over de oorzaken wil ik het nu niet hebben. Dat laat ik graag aan monetaristen over. Die zijn het onderling niet eens en dat bemoeilijkt uiteraard een oplossing.

Maar ik wil het wel hebben over de problemen in Griekenland. Al eerder heb ik uitgelegd. (Zie “Gaat Europa uiteenvallen?” in de rubriek Europa op deze site) dat de Griekse crisis o.a. veroorzaakt wordt door forse loonstijgingen, waar geen productiviteitsstijging tegenover stond. Griekenland heeft zich zelf uit de markt geprijsd en de Griekse regering beschikt niet meer over het traditionele wapen hiertegen, devaluatie van de nationale munt. Door devaluatie wordt vrijwel iedereen geraakt. De lonen dalen, de spaargelden worden ten opzichte van buitenlandse munten minder waard, binnenlandse producten worden goedkoper en zo wordt de export gemakkelijker, maar ingevoerde producten worden duurder.

Als nu een Griekse Reken Eenheid wordt ingevoerd, waarbij de Grieken GRE’s gaan verdienen, waarvan de waarde bijvoorbeeld 80% is van de Euro, dan is dat een devaluatie van de lonen en de prijzen van binnenlandse producten. Want de lonen worden gewoon in Euro’s uitbetaald, echter bij een koers van 80%, krijgen ze maar 80% van het nominale loon. Iemand, die 3000 Euro verdiende, krijgt na de vaststelling van de koers van de GRE op 80% nog maar 2400 Euro. Ingevoerde producten blijven in Euro’s even duur, maar met minder loon kun je er minder van kopen. Binnenlandse producten dalen in Euro’s in prijs. De export wordt gestimuleerd. Diensten worden in Euro’s goedkoper. Voor toeristen wordt Griekenland goedkoper. Ze hoeven niet te wisselen, want de Euro blijft betaalmiddel. Zo wordt de Griekse economie gestimuleerd en als dat echt goed gaat, kan de koers van de GRE omhoog. Wisselproblemen heb je niet. De vaststelling van de hoogte van lonen en prijzen vraagt wel wat rekenwerk. Een hard loon- en prijsbeleid is noodzakelijk. De lagere lonen stimuleren de Grieken om langer en harder te gaan werken.

Monetaristen moeten zich maar eens buigen over vragen als: Kan de koers van de GRE worden vrij gelaten of wordt deze bijvoorbeeld elk half jaar vastgesteld? Door wie wordt de koers vastgesteld? Door de Griekse regering? Door een economische regering van de Eurozone? Is het niet eenvoudiger om in Griekenland gewoon weer de drachme in te voeren? Is het middel ook geschikt voor andere probleemlanden? Hoe zullen de financiële markten hierop reagere? Krijgen ze meer vertrouwen in Griekenland en de Griekse economie?

Discussieer maar eens lekker mee! Schrijf over dit idee en praat erover. Het is beter dan alleen maar te roepen over garanties en onderpanden en geen cent naar die bodemloze put.

Jaargang 4, Nr. 175.

Het homohuwelijk

zaterdag, augustus 13th, 2011

VERDWIJNT DE VERDRAAGZAAMHEID UIT ONZE SAMENLEVING?

Eeuwenlang was homofilie een reusachtig taboe in onze samenleving. Een kleine primitieve gemeenschap werd voortdurend bedreigd in zijn voortbestaan door natuurrampen, ziekte, oorlogen en hongersnoden. Tegenover het hoge sterftecijfer moest een hoog geboortecijfer staan. Dan moesten ook mensen met homofiele neiging kinderen verwekken. Nu is eerder het omgekeerde het geval. Het voortbestaan van de mensheid wordt bedreigd door te veel bevolkingsgroei. Zulke taboes kregen vaak een religieuze lading. God wil het zo. Dat kwam ook tot uiting in  de verhalen, die van generatie op generatie verteld werden en tenslotte werden opgeschreven in heilige boeken zoals de Bijbel en de Koran. Maar de tijden veranderen. Voor sommigen geldt de Bijbel, het Woord van God voor altijd en eeuwig. De Bijbelse voorschriften gelden voor hen zeer strikt. Je mag er niet van afwijken, want anders kom je in conflict met God en eindig je na dit aardse leven voor eeuwig in de hel. Reken maar dat de angst voor de hel een vreselijke realiteit is. De moderne geseculariseerde mens kan zich dit nog nauwelijks voorstellen, kent die wereld niet en kan die mensen daarom ook niet met enige empathie tegemoet treden. De strikte ideeën van deze mensen wekken eerder weerzin. Als er dan ook nog misbruikschandalen zijn en vreemde slachtpraktijken en besnijdenis van jongens en wat al niet, dan komt men totaal afwijzend tegenover een dergelijke denkwereld te staan. En toch zijn het gewoon onze medemensen, buren of collega’s of clubgenoten.

Nadat homofilie in onze samenleving steeds meer geaccepteerd raakte , durfden homo’s en lesbiennes het aan openlijk te gaan samenleven. Zij zorgen voor elkaar, hebben alles voor elkaar over, zijn elkaar trouw ook in moeilijke tijden en ze willen dat ook met de gemeenschap delen. Bovendien ervaren ze, dat zij allerlei rechten ontberen, die burgerlijk gehuwden wel hebben. De partner heeft bijvoorbeeld geen recht op een nabestaanden pensioen. Zo ontstaat het streven het huwelijk open te stellen voor twee partners van hetzelfde geslacht. Er zijn gelovige homo’s en lesbiennes, die graag willen dat hun kerk de zegen uitspreekt over hun samenleven en dat gebeurt ook. Tegelijk zijn er kleine kerkelijke groepen, die de bijbel letterlijk nemen en voor eeuwig geldend, die met dit alles grote moeite hebben. Voor hen zijn het zondige praktijken.

Onder hen zijn er ook, die ambtenaar zijn van de burgerlijke stand. Zij komen in geweldige gewetensnood als ze moeten meewerken aan de registratie van een huwelijk tussen twee partners van hetzelfde geslacht. Voor hen is het een zondig samenleven goedkeuren. Ze worden weigerambtenaar. Dat levert vrijwel nergens problemen op, want er zijn altijd collega’s, die er geen enkele moeite mee hebben.

Toch blijkt hun houding voor velen onverdraaglijk. Een ambtenaar, die weigert een wettelijke taak uit te voeren. Dat kan toch niet. Die mensen moeten ontslagen worden.

Eeuwenlang werden homo’s en lesbiennes gedwongen hun eigenheid te ontkennen. Ze mochten niet leven overeenkomstig hun zijn. Eeuwenlang hebben ze die onverdraagzaamheid ervaren. Het is teleurstellend te zien hoe onverdraagzaam zij nu zijn tegenover die paar weigerambtenaren. Ze willen, dat de rijksoverheid deze ambtenaren voor de keus stelt: meewerken aan homohuwelijken en daarbij het eigen geweten opzij zetten of niet mee willen werken en je baan kwijt raken. Het komt erop neer, dat de rijksoverheid een kerk voorschrijft wat er geloofd moet worden. Dat lijkt mij strijdig met de scheiding tussen Kerk en Staat. Het is een vorm van gewetensdwang, die we in Nederland altijd hebben afgewezen. Als we in Nederland vreedzaam willen samenleven, dan hoort er een zekere tolerantie te zijn voor afwijkende opvattingen. Onze geschiedenis van eeuwen heeft ons dat geleerd.

Helaas ben ik geen ambtenaar van de burgerlijke stand. Het lijkt mij een prachtig beroep. Ik zou met enorm veel genoegen een huwelijk tussen twee lesbiennes of twee homo’s registreren.

Jaargang 4, Nr. 174.

Nederland kan best voller!

zaterdag, augustus 6th, 2011

OOK MET VIJF MILJOEN INWONERS KAN NEDERLAND OVERBEVOLKT ZIJN

Joop Hartog, emeritus hoogleraar economie heeft in zijn afscheidsreden beweerd, dat Ne­derland overvol is. Van hem zou Nederland beter af zijn met tien of vijf miljoen inwoners. Het gaat hem bepaald niet om te veel allochtonen. Van hem mag de verscheidenheid. Het gaat hem om het gebrek aan ruimte.

Je zou daarom kunnen denken, dat hij het heeft over ruimtelijke of planologische overbevolking. Maar hij heeft het ook over welvaart en zegt terecht, dat het BNP per hoofd van de bevolking een onbetrouwbare graadmeter voor de welvaart is. Zijn bezwaar is, dat als je allerlei maatregelen moet bekostigen om de milieuver­vuiling tegen te gaan, jouw consumptieniveau niet stijgt. Zoals ik al eerder heb opgemerkt ligt daar het verband tussen ruimtelijke en econo­mische overbevolking. Daarover straks meer, want er zijn meer bezwaren tegen het BNP per inwoner. Het is een gemiddelde. Als er een zeer ongelijke verdeling van het inkomen is, kan een flink deel van de bevolking onder de armoede­grens leven, een teken van economische over­bevolking. Het BNP per inwoner zegt ook niets over de koopkracht. Ik vermoed, dat daar de denkfout van Hartog zit. Veel zaken zijn zo veel goedkoper geworden of in geld uitgedrukt niet duurder, dat we tegenwoordig veel meer din­gen kunnen aanschaffen. We hadden vroeger geen computer, printer, mobiele telefoon en zelfs geen vaste telefoon, geen wasdroger of wasmachine, geen afwasmachine, geen TV, geen blue ray speler, geen CD-speler, geen elektrische fiets en zo kunnen we nog heel lang doorgaan. Er is in Nederland weliswaar een ar­moedeprobleem, maar dat is meer een gevolg van een gebrekkige verdeling van de welvaart of van een slecht individueel uitgavenbeheer. Mensen maken te veel schulden. Als een van de meest welvarende landen in de wereld kent Ne­derland geen economische overbevolking.

Is er dan ruimtelijke overbevolking? Hartog somt de kenmerken ervan op: druk op het landschap, milieuvervuiling, congestieverschijn­selen, de wegen, het verkeer. Als je topografi­sche kaarten van nu vergelijkt met vijftig of honderdvijftig jaar geleden zie je inderdaad een enorme toename van de oppervlakte aan ste­delijke gebieden, recreatieterreinen, bedrijfs­terreinen, wegen, vliegvelden en havens. Dat is ten koste gegaan van de oppervlakte voor landbouw, bos en natuur. Maar terwijl de be­volkingsdichtheid nog steeds toeneemt, blijft de laatste jaren de beschikbare oppervlakte bos per 1000 inwoners gelijk. Er wordt veel bos aangeplant. En zo zag ik vaders en moeders, opa’s en oma’s met de kinderen naar het bos Nieuw Wulven bij Houten trekken. Vroeger lag in dit komgebied grasland van matige kwaliteit. En verderop fietsten we over de Lekdijk en genoten met vele andere fietsers van de nieuwe natuur in de uiterwaarden. In een dynamische wereld past een samenleving zich voortdurend aan als de omstandigheden veranderen. Maar hoeveel Houtense kinderen komen nooit in dat nieuw aangelegde bos? Maar hun ouders horen misschien wel bij de mensen, die roepen, dat Nederland zo vol is. Ze wandelen of fietsen nooit door de bossen van de Utrechtse Heuvelrug en zien Nederland vanaf de snelweg, waar ze tussen de bedrijventerreinen door rijden. En dan komen ze ook nog met honderden anderen in de file terecht. Ja dan denk je al vlug, dat Nederland te dicht bevolkt is. Het oordeel daarover blijkt afhankelijk van je woonplaats. Niet zo verwonderlijk denken stedelingen eerder dat in Nederland de bevolkingsdruk te hoog is. In Demos, een gratis uitgave van het NIDI  vind ik in het laatste nummer daarover een interessant artikel. Stedelingen zijn het voor 45% en plattelanders voor 31% eens met de stelling, dat je in Nederland moeilijk een plek kunt vinden, waar je niemand tegenkomt. De andere drie stellingen zijn: Als ik wil kan ik files meestal wel ontwijken (45-48 eens); Als ik echt wil kan ik altijd een plek in de natuur vinden waar het helemaal stil is ((50-66 voor) en Ik blijf wel eens thuis om de mensenmassa te ontlopen (33-20 voor). Hoe je op bevolkingsdruk reageert hangt ook samen met je karakter. Je kunt je willoos en vol ergernis overleveren aan het noodlot, je kunt ook gaan zoeken naar oplossingen en na het weekend nog helemaal enthousiast vertellen over die prachtige wandeling of fietstocht, die je zaterdagochtend gemaakt hebt. Pas na anderhalf uur kwam ik één wandelaar met zijn hond tegen en verder niemand. Wat een rust! Bevolkingsdruk, het gevoel van volte en drukte zit tussen je oren.

Een steppegebied, waar de bevolking leeft van nomadische veeteelt en waar door een korte regentijd maar weinig gras groeit voor het vee kan bij een bevolkingsdichtheid van 1 inwoner/KM2 overbevolkt zijn. De bevolking leeft in armoede en lijdt regelmatig honger. Zie Somalië. Nederland met bijna 500 inwoners/KM2 is een van de welvarendste landen ter wereld. Die welvaart hangt ook samen met die bevolkingsconcentratie. Doordat er al zo veel economische activiteiten zijn heb je al veel economische diensten van een hoog niveau. Daardoor worden andere bedrijven aangetrokken. Nederland is (ondanks de files) goed ontsloten voor alle vormen van verkeer. Nederland heeft veel goed geschoolde arbeidskrachten en minder geschoolden trekken we aan uit Midden en Oost-Europa. Door het hoge inkomensniveau en de hoog geschoolde bevolking kan er een uitgebreid aanbod van cultuur zijn, maar ook veel detailhandel in dure luxe goederen. Dat alles schept weer een gunstig vestigingsklimaat voor hoofdkantoren van multinationals en internationale instellingen. Zo krijg je tegelijk veel werkgelegenheid in eenvoudige dienstverlening. En hoe is dat in Kopenhagen?

Nederland heeft zo’n gunstig vestigingsklimaat, dat als alle Nederlandse jonge vrouwen naar de wens van Hartog zouden stoppen met kinderen krijgen het bedrijfsleven massaal arbeidskrachten van elders zou aantrekken. Vijf miljoen inwoners is een onvervulbare wens.

Jaargang 4, Nr. 173.

Het verantwoordelijkheidsgevoel van de PVV

vrijdag, juli 29th, 2011

LINKSE LERAREN INDOCTRINEREN

Zo in de zeventiger en tachtiger jaren riep de Telegraaf het regelmatig: Onschuldige schoolkindertjes worden geïndoctrineerd door hun linkse leraren. Jarenlang had ik een PPR-sticker op mijn boekentas en als ik de tas op mijn bureau zette om boeken, schriften en cijferboekje eruit te halen viel die sticker best op. Onlangs schreef een oud-leerling mij nog over “die eeuwige PPR-sticker”. Ik legde ook altijd uit, waarom ik het deed. Bij mij weet je altijd wat voor vlees je in de kuip hebt. Als ik les geef, kan ik mijn eigen mening niet verbergen. Die klinkt altijd door. Daar moet je verdacht op zijn. Hé, daar is weer een mening van hem. Wat vind ik daar van? Zo probeerde ik de leerlingen weerbaar te maken tegen indoctrinatie. Dat is wel nodig als je de Telegraaf leest. De smerigste vorm van indoctrinatie is immers zogenaamd het objectieve nieuws brengen en intussen door een eenzijdige keuze een mening opdringen zonder dat de lezers zich daarvan bewust zijn.

Voor mij was altijd een belangrijk leerdoel de leerlingen te leren zelf een mening te vormen. In mijn vak aardrijkskunde kom je met allerlei problemen in aanraking. Typisch voor het vak zijn ruimtelijke problemen. Bijvoorbeeld: Hoe kun je er voor zorgen, dat een stad beter bereikbaar wordt? Deelvragen zijn dan: Bereikbaar voor wat? Personen of goederen? Particulier of openbaar vervoer? Auto’s, treinreizigers, fietsers of vrachtverkeer? Wat is dan de beste locatie voor het werken en het wonen? Dan ben je eigenlijk steeds aan het vragen naar de meest doelmatige oplossing. Een mooie didactische vorm daarvoor is gamen, de werkelijkheid nabootsen in een spel. Dan merk je bij de discussies, dat het niet alleen om doelmatigheid gaat, maar ook om waarden. Hoe belangrijk vind ik het milieu? Spaar ik kostbare natuurgebieden? Welke locatie krijgt de sociale woningbouw en hoe wordt die verbonden met de werkgebieden. Zeg je; laat ze maar een auto kopen of zorg je voor goed openbaar vervoer en comfortabele fietsverbindingen?

Als je hier verder over nadenkt, merk je welke enorme verantwoordelijkheid je hebt als docent of als ouder of als pastor of als publicist. Maar ook politici, die altijd bezig zijn hun politieke ideeën te verkondigen hebben die verantwoordelijkheid. Vaak is het voor ontwikkelde mensen overduidelijk dat er een loopje wordt genomen met de waarheid, maar veel mensen missen de vaardigheid en kennis om alle leugens te doorzien.

Ik moest er weer aan denken toen ik alle commentaren las over de mate waarin Wilders en de PVV mede verantwoordelijk zijn voor een klimaat van angst voor een Islamitische tsunami. Dat ze een vals beeld geven van de migratieproblemen is overduidelijk. Ze zeggen kritiek op de Islam te hebben en niet op Islamitische mensen. Maar maken hun aanhangers dat onderscheid ook? Ik weet, dat veel Islamitische Nederlanders dagelijks de haat en de discriminatie ervaren. Wilders is allesbehalve prudent als hij kritiek op de Islam heeft. Bij alles wat je zegt, ook in andere functies dan politieke moet je je altijd ervan bewust zijn, dat iemand jouw beweringen verkeerd zal opvatten en daardoor tot onaanvaardbaar gedrag kan komen. Die prudente houding mis ik bij PVV-politici en dat valt hen kwalijk te nemen. Laten we het eens omdraaien. Een linkse politicus gaat enorm stemming maken tegen de rijken in Nederland, die de arme mensen uitbuiten en bij het geringste verzet in de gevangenis stoppen. De rijken heersen over het land en er is een enorme willekeur. Zieken krijgen geen hulp meer. Oude mensen geraken in armoede. Werklozen worden tot dwangarbeid veroordeeld. Je beschrijft een middeleeuwse situatie. Het wordt tijd, dat er weer een Robin Hood opstaat, die aan al dat onrecht een einde maakt. Beroof de rijken en deel uit aan de armen. Als je bedenkt wat de woorden van bisschop Muskens aan onrust veroorzaakten, toen hij zei, dat een hongerende arme een brood mag stelen, dan kun je nagaan wat een heisa er zou ontstaan als er opgeroepen zou worden de rijken te bestelen. Verantwoordelijke politici laten dat wel uit hun hoofd. Wilders roept regelmatig op maatregelen te nemen, die evenzeer strijdig zijn met de huidige nationale en internationale wetten. Het gedrag van PVV-politici is vaak onverantwoord, zeker nu blijkt, dat het kan inspireren tot een vreselijke misdaad.

Jaargang 4, nr. 172.

Het biechtgeheim opheffen?

zondag, juli 24th, 2011

MOZES OP DE BERG SINAÏ

In de biecht wordt jouw relatie met God hersteld als deze door een overtreding van Zijn geboden beschadigd is. Je hebt gezondigd tegen Zijn geboden. Je moet dus eigenlijk terug gaan naar de Israëlieten, die door de woestijn op weg zijn naar het beloofde land. Het volk heeft het kamp opgeslagen aan de voet van de berg Sinaï. Mozes krijgt de opdracht de berg te beklimmen en ontvangt de twee stenen tafelen, waarin de geboden gegrift zijn. Later worden deze stenen tafelen bewaard in de Ark van het Verbond en in de tempel van Jeruzalem. Waar deze plaquettes gebleven zijn is een thema in de roman “De ontdekking van de hemel” van Harry Mulisch.

Voor christenen vormen de Tien Geboden een richtsnoer, een tiental wegwijzers. Als je deze weg volgt, dan houd je je relatie met God en met je medemensen goed. Mooi gezegd, maar in de praktijk komt er vaak weinig van terecht. Wie denkt, dat priesters, die toch elke keer weer zulke mooie preken houden, nooit in de fout gaan, is wel erg naïef. Maar als het dan gebeurd is, voel je je daar vaak niet goed bij. Daarom is het mooi, dat het sacrament van de biecht bestaat. Je kunt het weer goed maken met God. En de mensen, die je pijn hebt gedaan dan? Je krijgt niet zo maar vergeving van je zonden. Je moet je zonden opbiechten en er geen overslaan. Je moet berouw hebben, spijt hebben van wat je gedaan of nagelaten hebt. En je moet laten blijken, dat je niet opnieuw in de fout zult gaan. Dat houdt ook in, dat je het goed maakt met degene, die jij kwaad hebt gedaan. Anders krijg je geen absolutie, geen kwijtschelding van je zonden.

Als de biechtvader de indruk krijgt, dat de biechteling gewoon zal doorgaan, zal hij geen absolutie geven. De pedofiel kan dus niet elke keer weer even gaan biechten en dan weer doorgaan met het misbruiken van kinderen. Dat is de theorie. Wat de praktijk is geweest, wordt nu onderzocht. Daarover speculeren lijkt mij niet verstandig.

De persoonlijke biecht komt tegenwoordig veel minder voor. Het paste in een tijd van een sterk zondenbesef bij de mensen. Je dacht al vlug, dat je iets ergs gedaan had. Het paste ook bij een heel ander Godsbeeld. God was alwetend. God zag alles, ook het kleinste vergrijp. De straffen van God waren ook niet mis. Als je met een zeer zware zonde, een doodzonde stierf, dan kwam je in de hel, waar je eeuwig zou lijden in het helse vuur. Ons geloof was toen een angstig geloof in een gestrenge God. Soms strafte Hij je hier op aarde al met ziekte of het verlies van een dierbare. Deze manier van geloven komt bij zware protestanten nog wel voor. Bij Rooms-katholieken nog maar zelden. Het Godsbeeld van nu is, dat God in mij is en te midden van ons, dat Hij onze vriend is en ons helpt en ons laat helpen. God is een barmhartige God, vergevingsgezind naar ons. We kunnen ons niet voorstellen, dat hij een gewone mens straft met de hel.

Anderzijds weten we maar al te goed, dat er nog veel misdadigheid is. Die komt ook voor onder gelovige mensen. Stel, je bent fors in de fout gegaan; je hebt iemand aangereden en je bent doorgereden en je hebt het slachtoffer hulpeloos achter gelaten. Als je weer nuchter bent, besef je pas goed wat je gedaan hebt. Je bent bang voor een flinke gevangenisstraf. Wat te doen? Je kunt een advocaat raadplegen, maar je weet al wat hij zal zeggen. Je hoort je zelf aan te geven. Je kunt ook een priester om raad vragen of je kunt gaan biechten. Maar ook de priester zegt, dat je pas absolutie krijgt als je je zelf aangegeven hebt. Maar je durft niet. Die advocaat heeft een ambtsgeheim. Hij mag de man niet verraden. Zo heeft een priester ook een ambtsgeheim. Wat hij als priester te weten is gekomen, mag hij niet openbaar maken. Als hij het in de biecht heeft gehoord ook niet. De Kerk verbiedt onder zware (kerkelijke) straffen iets uit de biecht te openbaren. De staat erkent het biechtgeheim als een ambtsgeheim. Als de priester of de advocaat het ongeluk hebben zien gebeuren en weten wie er is doorgereden, dan zijn ze als iedere burger verplicht om aangifte te doen. Dan weten ze het niet vanuit hun positie als ambtsdrager.

Voor opsporingsambtenaren is dat wel eens irritant. Ze vermoeden, dat een pastor iets weet en toch houdt hij zijn mond. Waarom? Straks gaat die verkrachter opnieuw in de fout. Het speelde ook in de politieserie “Flikken Maastricht”, waar de oude pastoor donders goed wist, wie de schuldige was bij het verdwijnen van een kind. Rechercheur Eva nam hem dat zeer kwalijk. Toch kwam ze achter de waarheid, maar op een andere manier.

In Ierland  heeft zelfs de regering geopperd het biechtgeheim op te heffen. In België en Nederland gaan stemmen op. Wat op zijn hoogst kan, is, dat de staat het biechtgeheim niet langer erkent als een ambtsgeheim. De Kerk zal het biechtgeheim nooit opheffen en het is zeer onwaarschijnlijk,  dat een priester tegenover de recherche het biechtgeheim zal schenden. Hij zal er zelfs gevangenisstraf of een boete voor over hebben. Als er geen biechtgeheim meer zou zijn, zouden nog maar weinig mensen gaan biechten als ze daaraan ooit behoefte zouden hebben.

Jaargang 4, Nr. 171.