TEGENPARTIJ OF GEDOOGPARTIJ OF
REGERINGSPARTIJ?
GroenLinks is een partij, die altijd een sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid ten toon spreidt. Als we iets een goed idee vinden, stemmen we voor, zelfs als het afkomstig is van een partij, waarvan we de ideeën vaak verafschuwen. Als de huidige regering onze steun vraagt, dan bekijken we of we het ermee eens zijn, onderhandelen eventueel en proberen er iets uit te slepen, dat zoveel mogelijk overeenkomt met ons programma. Zo laten we vaak een kans voorbij gaan om deze regering ten val te brengen. Zonder onze steun zou er geen meerderheid voor de plannen zijn. Het gaat soms om zeer onpopulaire maatregelen, zoals de verhoging van de pensioenleeftijd of de politietrainingsmissie in Kunduz of kostbare maatregelen om de Euro overeind te houden. Van gedoogpartner PVV hoeft de regering bij deze onderwerpen geen steun te verwachten. Spottend spreekt de PVV dan van GroenLinks en D66 als gedoogpartijen. Naar partijen als D66, Partij van de Arbeid, CDA en VVD zendt GroenLinks een signaal uit van kijk naar ons. Wij zijn bereid om regeringsverantwoordelijkheid te dragen. Men beweert, dat het ook maar weinig gescheeld heeft of er was een andere coalitie gevormd en GroenLinks had daarvan deel uit gemaakt. Allerlei hervormingen zouden dan veel gemakkelijker zijn geweest. Op lokaal niveau laat GroenLinks maar al te vaak zien bereid te zijn tot compromissen en onpopulaire maatregelen. Kiezers belonen de partij voor de getoonde daadkracht. Maar op landelijk niveau heeft GroenLinks de naam van eeuwige oppositiepartij en is daardoor minder aantrekkelijk voor kiezers. Een stem op GroenLinks haalt toch niets uit. Die houding van de kiezers moeten we zien te doorbreken.
Binnen de partij wordt die houding maar al te vaak niet in dank aanvaard. Als je de kans krijgt deze uiterst rechtse regering ten val te brengen, dan grijp je die kans toch met twee handen! Als je de pensioenpremies niet nog hoger wilt laten worden en toch de pensioenen over veertig jaar veilig wilt stellen, dan is dat voor veel jongeren een prima zaak, maar de vijftigplussers, die de jaren beginnen te voelen, zijn er minder blij mee. Jonge partijleden hebben ook veel minder moeite met versoepeling van het ontslagrecht dan de vijftigplussers. Die weten, dat voor hen de kans op een nieuwe baan zeer klein is. Het idee van GroenLinks, dat men een baan van de gemeente krijgt tegen het minimumloon ziet er weinig aantrekkelijk uit. Wat voor een baan? Maar GroenLinks is ook een partij, waar solidariteit tussen jong en oud vanzelfsprekend is. Net als de solidariteit met ontwikkelingslanden en met economisch zwakke EU-lidstaten.
Over Kunduz staan twee opvattingen tegenover elkaar. Blijkens de moties voor het aanstaande partijcongres zien velen in de politietrainingsmissie vooral een militaire missie. Gesuggereerd wordt, dat de politieagenten vaak als militairen worden ingezet. Er is een tijd geweest, dat Afghaanse agenten als goedkopere slechter uitgeruste surrogaatsoldaten werden misbruikt. Daarvan merk ik in de huidige berichtgeving niets meer. Nathalie Righton van de Volkskrant schreef maar al te vaak zeer cynisch en spottend over de missie, maar haar verhalen worden positiever. Toch weet iedereen, dat de kans op blijvend succes vooral na het vertrek van de NAVO troepen klein is. Maar hoe groot is de kans op succes bij het streven naar een politieke oplossing? Waarom zouden de Taliban überhaupt gaan onderhandelen? Ze hebben de tijd. Na 2014 grijpen ze naar de macht. Jammer voor de vrouwen en meisjes. Het is nog maar de vraag of westerse NGO’s onder een nieuw Taliban regime nog mogen blijven werken in Afghanistan zoals nu. Als we door onderhandelingen erin zouden slagen, dat NGO’s mogen blijven werken en de politietrainingsmissie kan worden voortgezet of zelfs verbreed, dan zou onderhandelen een succes zijn Anders is het streven naar een politieke oplossing in feite het aan hun lot over laten van de Afghanen. Het succes van vredeswerkers elders blijkt dan geen garantie voor succes in de Afghaanse werkelijkheid.
Het moge duidelijk zijn geworden, dat stemmen over Kunduzmoties veel meer is dan een beslissing nemen over wel of niet de missie steunen. In feite gaat het om de partijstrategie. Het is te hopen, dat de 1500 congresgangers beseffen, dat het om meer gaat. Het gaat weer spannend worden.
Jaargang 4, Nr. 200.