OUDE VERHALEN
Een van mijn vorige blogs ging over de discussie rond Zwarte Piet. Ik probeerde het karakter van de H. Nicolaas te schetsen aan de hand van enkele van de vele legenden over deze heilige bisschop van Myra. Een van de reacties stelde, dat de jongelui uit Amsterdam geen boodschap hebben aan die oude verhalen. Zo’n opmerking komt niet onverwacht, maar zet je wel weer aan het denken.
Een medeblogger schreef een uitstekend stuk over de verruwing in taalgebruik en omgangsvormen in de media. Hij gaf een uitgebreide beschrijving, maar kwam (nog) niet toe aan een zoektocht naar de oorzaken.
Ik heb er zelf niet zo’n last van. Als je een tiener terecht wijst, ben je er op voorbereid, dat ze een brutaal antwoord geven en dan weet ik ze behoorlijk op hun nummer te zetten. Als collectant maak ik het af en toe mee, dat mensen gewoon niet open doen. Ik vind dat reuze onbeschoft. Anderzijds kan ik mij goed voorstellen, dat mensen tegenwoordig in financiële problemen zitten. Sommige zeggen dat ook: “Sorry, maar het komt nu niet zo uit.”
Terug naar mijn uitgangspunt. Die oude verhalen, ook veel Bijbelse verhalen geven geen historische werkelijkheid weer. Ze zijn niet echt gebeurd. Voor mij is dat ook niet belangrijk. Over mensen die alles uit de Bijbel letterlijk als letterlijke waarheid opvatten gaan we het nu niet hebben. De waarde van die verhalen is, dat je er iets uit kunt leren. Dat heb je ook met fabels en sprookjes. Als je die oude verhalen als onzin terzijde schuift, geen oog hebt voor de lessen in die verhalen, dan kan dat je gedrag beïnvloeden. Het hoeft niet. Mensen kunnen ook geïnspireerd worden door de werkelijkheid van vandaag. Er lopen heel wat inspirerende figuren rond op deze planeet. Zo kunnen Islamitische jongeren zo sterk beïnvloed worden door wat ze op internet lezen, dat ze jihadstrijder in Syrië worden. Verhalen van vandaag kunnen je op een verkeerd spoor zetten. Er zijn ook jongeren, die ontwikkelingswerk gaan doen in de Derde Wereld of hier in Nederland vrijwilliger worden in een daklozenopvang. Ze hebben erover gelezen en zijn er door gegrepen. Mensen erkennen dat ook. Ik herinner mij een bijeenkomst, waar de vraag werd gesteld wie of wat hen tot hun politieke keuze had gebracht. Bij vrijwel iedereen was er een inspirerende persoon, die zij hadden ontmoet en die had gezorgd voor een koersverandering in hun leven. Hoe kan het dan, dat er zoveel mensen zich zo onbeschoft gedragen, zich nergens iets van aantrekken en gewoon doen of zeggen, waar zij zin in hebben zonder met een ander rekening te houden?
Als je dit zo stelt, is de reactie vaak, dat zulke klachten van alle tijden zijn. De jeugd van vandaag is zo hufterig en de reactie is dan, dat het vroeger niet anders was. Frits Spangenberg en Martijn Lampert zijn onderzoekers van het Bureau Motivaction. Ze onderscheiden een achttal motivatiegroepen onder de bevolking die zich elk door kenmerkende motieven voor hun gedrag laten onderscheiden. Bij opeenvolgende generaties zie je sommige motivatiegroepen krimpen en andere toenemen. De jongste generatie, de grenzeloze generatie genoemd, kent maar heel weinig postmaterialisten (2%), die bij de aanhang van GroenLinks juist veel voorkomen. Ook de moderne conservatieven en de traditionele burgerij is slecht vertegenwoordigd. Van de grenzeloze generatie behoort 25% tot de gemaksgeoriënteerden, 24% tot de opwaarts mobielen en 18% tot postmoderne hedonisten. Met 16% is de moderne burgerij bij deze jonge mensen ondervertegenwoordigd. evenals met 11% de kosmopolieten.
De grenzeloze generatie wordt zo genoemd omdat velen van hen geen grenzen kennen. De oorzaak hiervan zou weer zijn, dat hun ouders hen tijdens hun opvoeding geen grenzen gesteld hebben. Geen grenzen wat betreft consumptie, maar ook geen grenzen in hun gedrag naar de samenleving en naar hun medeburgers. Ze doen maar waar ze zin in hebben. We kijken eerst naar de groep buitenstaanders of afzijdige burgers.
Trefwoorden bij de nieuwe burgerij zijn statusgevoelig, consumeren, genieten, luxe, comfort, jezelf verwennen, winkelen, wandelen, sporten, maar ook streven naar zekerheid, bang de goede naam te verliezen, familie en vriendenkring van belang, maar voelt zich door de maatschappij in de steek gelaten en is politiek en maatschappelijk weinig actief.
De gemaksgeoriënteerden streven naar een zorgeloos, Plezierig en comfortabel leven. Ze stellen geen hoge eisen aan zichzelf en streven niet naar verheven immateriële doelen. Willen een gezellig gezin met kinderen. Niet zo hoge banen. Willen ook niet hogerop. Leven zo gemakkelijk mogelijk. Simpele vrijetijdsbezigheden. Nauwelijks politiek of maatschappelijk georiënteerd. Niet zo tevreden met zich zelf en vatbaar voor populistische politici. Twee groepen, waar we als maatschappij niet zo veel aan hebben. Maar samen vormen ze wel twee vijfde van de jeugdigen onder de nu 28.
De andere ruim twee vijfde van deze jongeren zijn de opwaarts mobielen en de postmoderne hedonisten. Ze worden gezien als de pragmatisch wat afwachtend ingestelde burgers.
De opwaartsmobielen zijn jonge carrière gerichte individualisten. Fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning. Leven om te werken. Het traditionele gezin vinden ze de ideale leefvorm. Scheppen graag op over hun spectaculaire belevenissen. Partners kunnen langs elkaar heen leven. Vinden, dat iedereen hard moet werken en voor zich zelf moet zorgen. Ze vormen 24% van de jongeren.
De postmoderne hedonisten goed opgeleide jonge pioniers van de belevingscultuur, die breken met traditionele opvattingen. Individualistisch, onafhankelijk. Ze verwachten veel van de toekomst en staan open voor veranderingen in de maatschappij. Ze laten anderen met rust en willen met rust gelaten worden. Staan relativerend tegenover alles. Veel uitgaan en veel sporten. Erg op zich zelf gericht en gaan niet snel een gezin stichten. Stadsmensen.
Vind je nu ergens een open staan voor de traditionele waarden van onze samenleving? Nauwelijks. Zullen die oude verhalen hen erg boeien? Lijkt mij niet. Zullen zij zich veel gelegen laten liggen aan de maatschappij en aan mensen in hun omgeving? Wel een beperkte vriendenkring, maar daarbuiten nauwelijks. Voelen zij zich geremd als ze aan het twitteren zijn? Neen. Op deze mensen moet Nederland straks steunen. Dan zal er toch wat aan ze moeten veranderen.
Jaargang 6, Nr. 290.