Author Archive

Het concept verkiezingsprogramma voor Europa

vrijdag, oktober 18th, 2013

EEN BESCHOUWING

Er is een groots werk verricht. Het conceptprogramma voor de Europese verkiezingen is klaar In een zestal hoofdstukken worden zeer gedetailleerd de ideeën van GroenLinks over Europa geschetst. GroenLinks blijft op een koers gericht op meer eenheid en verbondenheid, want GroenLinks denkt, dat een echt verenigd Europa het best in staat is de problemen hier en elders in Europa op te lossen. Dat eist meer democratie en ook in dat opzicht staat het programma vol voorstellen. Ik kan mij uitstekend vinden in het programma, maar ik denk, dat de programmacommissie verbaasd zou zijn als er van mijn zijde geen kanttekeningen geplaatst zouden worden.

In hoofdstuk 1 over een sociaal Europa valt op, dat men een grotere invloed van Europa wil op de sociale politiek. Vroeger was dat uitgesloten, want ons sociaal stelsel werd door iedereen warm aangehangen. Als je in Nederland in nood kwam was er een compleet stelsel van sociale vangnetten. Nu daarvan veel is afgebroken en we bovendien veel invloeden krijgen vanuit de rest van Europa moet de EU ingrijpen. Poolse chauffeurs, die voor Nederlandse ondernemingen werken moeten hetzelfde verdienen als Nederlandse collega’s. In het tweede hoofdstuk ‘Meer democratie’ wil het programma vooral de macht van het Europees Parlement vergroten door het meer zeggenschap te geven over Europese wetten en het meer invloed te geven op belangrijke benoemingen. Zo wil men, dat de Europese partij met het hoogste aantal stemmen de voorzitter van de Europese Commissie levert, die tevens voorzitter wordt van de Europese Raad. Hoofdstuk 3 gaat over een groene industriepolitiek en in hoofdstuk 4 over landbouw en voedselveiligheid valt op, dat boer en consument samen optrekken. Dat grote bedrijven het grootste deel van de landbouwsubsidies opstrijken is GroenLinks een doorn in het oog. Hoofdstuk 5 wil Europa een belangrijker rol geven in het verdedigen van de mensenrechten en in het laatste hoofdstuk gaat het over Europa als wereldspeler en daarbij vooral de rol van Europa bij conflicten, bij de ontwikkelingssamenwerking en bij de wereldhandel.

Af en toe is het programma behoorlijk radicaal. We vinden dat zelf heel gewoon. Soms merk ik, dat mensen schrikken als je zegt, dat je lid van GroenLinks bent. Oef, een enge man! Een mooi voorbeeld is het voorstel, dat in bedrijven de topman of topvrouw maximaal tien keer zoveel mag verdienen als de laagst betaalde medewerker. Stel, dat de laatste € 2000,- per maand of € 25.000,– per jaar verdient, dan zou de top € 250.000,– mogen verdienen. Dat is een aardig salaris en boven de Balkenendenorm, maar de echte top verdient tien tot dertig keer zoveel, afgezien van de bonussen. Hoe realistisch is dan zo’n voorstel?

Nog zo’n voorbeeld. Men wil, dat voor vlees het hoge Btw-tarief gaat gelden. In veel gezinnen is vlees nu al zo duur, dat het maar een enkele keer of bijna nooit op tafel komt. Zo wordt vlees eten het voorrecht van de rijken en werkt vlees eten status verhogend. Ik vind dit het verkeerde middel voor een goed doel. De nieuwe Vincent kan straks een moderne versie van ‘De aardappeleters’ schilderen.

Het programma koerst af op een nieuw verdrag. Maar wil dan vervolgens daarover een referendum. Jaren geleden moest ik mijn toen radicale ideeën verdedigen tegenover een groep deskundigen. Men zag, dat Europa zich stapsgewijs steeds verder ontwikkelde en dat de burgers daarin niet of nauwelijks een rol speelden. Maar de rapportcijfers voor Europa waren bij peilingen steeds goed en dus ging men verder. Ik legde uit, dat bij elke innovatie de ontwikkeling uitgaat van een selecte groep en dat de groep, die de verandering als eerste aanvaardt – de early adapters –  ook altijd klein is. Geleidelijk accepteren steeds meer mensen de innovatie. Dat leert de innovatie-diffusie-theorie. Maar dan moet er wel een referendum komen, was de reactie. Sindsdien zien we het referendum in elk programma terug. Toen kwam het referendum over het nieuwe verdrag. Het complete verdrag werd aan een referendum onderworpen. Ik heb van dat verdrag alleen de hoofdstukken over de structuur en over de grondrechten bestudeerd. Ik denk, dat maximaal 0,1‰ (1 op de tienduizend) in staat is zo’n verdrag te doorgronden. Een referendum over een compleet verdrag is waanzin en wordt een even grote mislukking als jaren terug. Maar in zo’n verdrag worden een aantal cruciale keuzes gemaakt. Zulke kernpunten zou je elk afzonderlijk aan een referendum kunnen onderwerpen.

De invloed van werkgroepen binnen GroenLinks is duidelijk te zien. Zo’n werkgroep is meestal ook een belangengroep. Het is goed als je je belangen in je eigen omgeving en in je eigen land verdedigt. Binnen Europa verschillen de opvattingen over ethische kwesties aanzienlijk. Dat is lastig als je met jouw wijze van denken in een ander Eu-land vestigt, waar men nog niet zo ver is of helemaal niet zo ver wil komen. Die verschillen zie je vaak nog sterker tussen Nederland en een Derde Wereldland. Waar we ontzettend voor op moeten passen is, dat we niet als moderne missionarissen onze opvattingen elders willen opdringen. Laat het aan de mensen zelf over en heb wat geduld en respect.

Een probleem is, dat zo’n programma voortdurend door de actualiteit wordt ingehaald. Dat zie je bij Turkije en Syrië. Maar één ding is verheugend. Trouw heeft Bas Eickhout opnieuw op de vijfde plaats gezet van de Top-honderd van Milieuspecialisten 2013. Bas, proficiat.

Jaargang 5, Nr.287.

De kwestie Henk Krol

vrijdag, oktober 11th, 2013

KARAKTERMOORD

 

Zondag, 6 oktober zond ik onderstaande mail naar de redactie van de Volkskrant. Het antwoord ontving ik op dinsdag, 8 oktober. Het is het gewone standaard antwoord, dat je negen van de tien keer ontvangt. Dat is nogal merkwaardig. De brief bevat een zwaar verwijt aan de Volkskrant. Misschien negeren ze een dergelijk verwijt liever. Vooral niet op reageren, want je maakt alleen maar slapende honden wakker. Misschien vinden ze het gewoon onzin en sturen dus maar het standaardantwoord. Misschien zijn ze zelf geschrokken van wat ze teweeg gebracht hebben en zwijgen ze er maar over.

 

Op vrijdag 27 september schreef ik al een column over de pensioendiscussie in de Volkskrant. Inmiddels zijn er zoveel reacties geweest, dat ik op de pensioendiscussie niet verder inga. Het gaat er mij om, dat gepensioneerden niet zwaarder gepakt worden dan andere Nederlanders en dat welgestelde gepensioneerden evenveel bijdragen als welgestelde werkenden. In de Volkskrant heb ik over deze kwestie pas één echt genuanceerd stuk gevonden. Voor de rest was de teneur, dat je die verwende en rijke ouderen met een gerust hart een poot zou kunnen uitdraaien. Onder brief en antwoord ga ik nader in op de onthulling over Henk Krol van de Volkskrant.

 

Geachte Redactie,   

Volkskrant, waar ben je mee bezig? Die verzuchting slaak ik de laatste weken nogal eens. Er wordt afgegeven op die inhalige egoïstische ouderen. Ze mogen dan gemiddeld steeds rijker zijn geworden, maar vrijwel elke oudere ziet hoe zijn koopkracht de laatste jaren met 10 tot 20% is afgenomen. Zo vraag ik mij af of ik komende jaren mijn kinderen en kleinkinderen nog wel iets kan toestoppen. De hetze heeft nu voor mij een dieptepunt bereikt met de berichtgeving over financiële problemen bij de voormalige Gay-krant, waar de hoofdredacteur Henk Krol pensioengeld van zijn medewerkers in eigen zak zou hebben gestoken. Het bracht mij tot de gedachte: “Voor de karaktermoord op Henk Krol was geen Volkert van der G. nodig.”

 

John Jorna

 

Hartelijk dank voor uw bijdrage, die wij met belangstelling hebben gelezen. Helaas kunnen wij uw reactie niet publiceren. Wij ontvangen dagelijks een honderdtal brieven. De redactie is daar heel blij mee, maar de ruimte om brieven te publiceren is beperkt. Wij vragen hiervoor uw begrip en hopen u een volgende keer te mogen verwelkomen in de kolommen van Geachte redactie of op de U-pagina.

Met vriendelijke groet,

 

Henk Müller

Brievenredactie de Volkskrant

 

Mij viel een merkwaardige overeenkomst op tussen de dood van Pim Fortuyn en het aftreden van Henk Krol. In beide gevallen verloor een politieke partij een politiek leider, die veel mensen aansprak. Die beide leiders werden door sommigen gezien als een bedreiging van de bestaande politieke machtsverhoudingen. Volkert van der G. vond, dat Fortuyn als minister-president slecht zou uitpakken voor het milieu. Pim Fortuyn werd door hem vermoord. De LPF ging na een aanvankelijk succes ten onder. Hoe zal het nu met 50 Plus gaan? De Volkskrant speculeerde al op de ondergang van de partij en noemde andere voorbeelden, zoals de Boerenpartij van Hendrik Koekoek.

 

Hoe zouden we hierover moeten oordelen? Het is op zich goed, dat de media voortdurend op zoek zijn naar aanvechtbare zaken uit het heden of verleden van een politicus. Voordat je dan dergelijke feiten gaat publiceren, behoor je als krant de feiten te verifiëren. Nu wordt er door Krol en door zijn vroegere werknemers een verschillende uitleg gegeven. Het niet overmaken van de pensioengelden is geen strafbaar feit. Aangifte doen heeft geen zin. De vroegere personeelsleden van de Gay-krant zouden een proces kunnen beginnen bij de civiele rechter met een eis tot schadevergoeding. Of de rechter die zal toekennen is nog maar de vraag. Ze hebben immers afstand gedaan van hun recht om een faillissement van de Gay-krant te voorkomen. Ze kunnen die schadevergoeding alleen maar eisen van hun vroegere werkgever, Henk Krol. De Gay-krant bestaat immers niet meer. Daarbij hebben ze geheimhouding beloofd en die belofte hebben ze nu geschonden. Als ze het lef hebben moeten ze zo’n proces beginnen. Dan kan een onafhankelijke rechter uitspraak doen.

 

Nu zijn de Volkskrant en andere media op de stoel van de rechter gaan zitten en hebben Henk Krol al veroordeeld. Een presentatrice van Nieuwsuur gedroeg zich als een bikkelharde rechercheur bij een ondervraging en ook een Volkskrant journaliste maakte van haar interview met Henk Krol een stevig verhoor. Zo’n aanpak genoot ook de oprichter van de politieke partij 50 plus.

 

Ik blijf met vragen zitten. Heeft de Volkskrant zich voor de publicatie gerealiseerd, dat ze niet alleen Henk Krol, maar ook 50+ in de problemen zou brengen. Als ze zich dat tevoren gerealiseerd heeft, heeft ze dan met de publicatie vooral de zuiverheid van de politiek willen dienen of was de doelstelling tevens de politieke partij 50 plus een kopje kleiner te maken en wel letterlijk door de partij haar hoofd, haar leider te ontnemen. Als dat laatste waar is, dan heeft de Volkskrant, ondersteund door andere media, een zeer smerig spel gespeeld. Maar als de Volkskrant zich dat tevoren niet gerealiseerd heeft, dan is de redactie wel zeer naïef bezig geweest. In de Verenigde Staten is dit alles doodnormaal. Hier golden tot nu toe ethische normen. Inderdaad; voor de karaktermoord op Henk Krol was geen Volkert van der G. nodig.

Jaargang 6, Nr. 286.

 

 

Leven op de grens

vrijdag, oktober 4th, 2013

DE ROMEINSE LIMES

Ik heb iets met de Limes de grens van het Romeinse Rijk. Vrijwel mijn hele leven heeft zich afgespeeld op die grens. Die liep langs de Rijn en de Donau. De Romeinen hebben wel geprobeerd hun rijk verder uit te breiden, maar het liep uit op smadelijke nederlagen zoals in het Teutoburgerwoud. Daar trachtte een Romeins leger de Germaanse vijand definitief te verslaan. Toen die zogenaamd vluchtte werd de achtervolging ingezet door een smal dal. Daar werden de Romeinen overvallen. De overige Romeinen konden in dat smalle dal niet te hulp snellen. U kunt het in de buurt van Osnabrück nog zien in het museum van de Römerschlacht.

Maar goed, ik werd geboren in Arnhem, weliswaar in Arnhem Noord, maar toch bij de Limes. Alleen tijdens de evacuatie en tijdens mijn onderwijzersopleiding verbleef ik elders. Mijn eerste baan was in Spijk, daar waar de Rijn voor de helft ons land binnen komt. De Rijn is daar nu grensrivier tussen Nederland en Duitsland. Pas bij Millingen zijn beide Rijnoevers Nederlands territorium. Mijn tweede baan was in Arnhem en daar woonde ik ook. Intussen studeerde ik in Utrecht aan de Limes. Toen ik mijn eerstegraads bevoegdheid had verkregen, kreeg ik een baan in Utrecht. Recent onderzoek heeft geleerd dat mijn aardrijkskundelokaal precies bovenop de nu diep liggende Limesweg stond. Toen wist ik het niet. Nu ruim 46 jaar geleden verhuisde ik naar Odijk aan de Kromme Rijn. Het is nu een smal kronkelend riviertje, maar in de Romeinse tijd was het de hoofdtak van de Rijn en lag er de Limes, bewaakt door forten, waarvan de overblijfselen in Woerden, De Meern, Utrecht, Vechten (bij Bunnik) en Wijk bij Duurstede/Rijswijk  verborgen liggen. Tussen de forten in waren wachttorens gebouwd. Bij Vechten kun je er een imitatie van zien. Tot nu toe was niet bekend waar tussen Vechten en Wijk bij Duurstede de Limesweg verborgen lag onder later afgezette kleilagen. Maar voorafgaand aan de bouw van de weg tussen Houten en de A12 is archeologisch onderzoek verricht. Daar werd het weglichaam gevonden bij de kruising van een vroegere Rijnbedding, waar in de Romeinse tijd nog water in stond. Tegen de archeologen zei ik, dat ze met deze vondst wereldberoemd waren geworden in de hele provincie Utrecht.

Al 62 jaar ken ik mijn Oostenrijkse vriend Fritz. Toen ik hem leerde kennen woonde hij in Krems aan de Donau. In de omgeving is veel wijnbouw en daar zouden de Romeinen wel eens verantwoordelijk kunnen zijn. Nu woont hij in Tulln aan de Donau. De stad heeft een originele Romeinse poort en een Römermuseum van goede kwaliteit. Een bezoek waard tijdens je fietstocht langs de Donau of je bootreis op de Donau.

Verder stroomafwaarts,  Oostelijk van Wenen liggen de overblijfselen van de Romeinse stad Carnuntum. Ook daar vind je wijnbouw. Ze maken er een zware rode wijn, Stierenbloed genoemd. Zulke wijn kan ook uit Hongarije komen. Het warme zonnige klimaat zorgt voor veel suiker in de druif en dus veel alcohol in de wijn. In een restaurant aan de Kromme Rijn stond een Oostenrijkse wijn op de kaart en nieuwsgiering geworden bestelde ik een fles. Die heette Carnuntum. Het kwam me bekend voor en ik vroeg waar de wijn vandaan kwam. Het antwoord was Karinthië. Thuis gekomen heb ik het opgezocht en de firma gebeld, wat de werkelijke herkomst was. Tsja, topografie kan lastig zijn.

Onlangs was ik in Xanten aan de Rijn tegenover Wesel. In de tijd van de Romeinen lag hier een belangrijk fort met een grote nederzetting vergelijkbaar met Keulen en Nijmegen. Er zijn bij Xanten veel resten van gebouwen uit de Romeinse periode gevonden en daarbij allerlei voorwerpen uit die tijd. Dat alles wordt getoond in een fors modern museumgebouw op het opgravingenterrein. Eigenlijk is daar een Romeins fort nagebouwd met muren en wachttorens. Er is ook een amfitheater en een herberg en een woonhuis nagebouwd. Hier en daar laat men resten uit die tijd zien, muren of fundamenten. Een tempel is in restauratie. Er is heel veel te zien en je kunt er gemakkelijk drie uur doorbrengen en dan heb je nog lang niet alles goed gezien.

Ergens op dit grote museumpark is een gebouw, waar en waaromheen men bouwmaterialen laat zien. Het mooie is, dat de teksten bij het tentoongestelde ook in het Nederlands zijn. Vier gebogen stenen vormden samen de ring voor een put. In het Duits werd gesproken over Brunnen en in de Nederlandse tekst over bronnen in plaats van een put. Het Duitse woord voor het Nederlandse bron is Quelle. Zo zie je maar dat omgekeerd er ook wel eens foutjes gemaakt worden. En je blijft eeuwig schoolmeester, nietwaar.

Jaargang 6, Nr. 285.

De pensioendiscussie

vrijdag, september 27th, 2013

OUDEREN MOETEN NIET ZEUREN; ZE HEBBEN HET NOG NOOIT ZO GOED GEHAD

Als je het maar vaak genoeg roept, gaan de mensen het nog geloven ook. Steeds vaker hoorde of las ik deze mening. Af en toe vroeg ik mij af of we wellicht met een campagne van doen hadden. Afgelopen zaterdag, 21 september kreeg economieredacteur Yvonne Hofs op bijna vier pagina’s de ruimte om al die drogredenen van de ouderen eens haarfijn te weerleggen. Ik vond de toon niet steeds prettig. Het klonk af en toe wat hetzerig. Een column als deze biedt niet de ruimte op alle details in te gaan. Dus maar een paar hoofdpunten

De groep ouderen is de rijkste leeftijdsgroep en wordt steeds rijker. Dat is waar en het is maar goed ook. We moeten wel onderscheid maken tussen bezit en inkomen. En we moeten vooral beseffen, dat er over een gemiddelde wordt gesproken en dat er binnen de groep ouderen grote verschillen zijn, net als bij de groep eronder. Door de AOW voor bijna elke oudere zijn er gelukkig onder ouderen minder armen. Behalve de AOW-uitkering en een aanvullend pensioen heeft een klein deel van de ouderen ook inkomen in de vorm van rente of winstuitkeringen. Als deze inkomensdelen zouden stijgen, zal dat weinig invloed hebben op de gemiddelde stijging. Yvonne Hofs suggereert, dat de inkomens uit AOW en aanvullend pensioen de laatste twintig jaar voortdurend gestegen zijn. Bij de AOW heeft een redelijke inflatieaanpassing plaats gevonden. De aanvullende pensioenen zijn zeker niet welvaartsvast gebleven. Ze zijn aanvankelijk wel waardevast gehouden door ze te verhogen met het inflatiepercentage, maar sinds 2008 is dat niet meer het geval. Voor vrijwel alle gepensioneerden vermindert de koopkracht nu al meerdere jaren, in totaal met minstens 10%. Maar de hogere inkomens onder de gepensioneerden hebben daarnaast te maken met een hogere inkomstenbelasting en een flink deel van de gepensioneerden is dit jaar op het pensioen gekort. Dan zijn er hogere premies voor de ziektekosten en een hoger eigen risico, dat juist de ouderen volledig ten laste komt. Alles bijeen een forse koopkrachtdaling. Mogen ouderen piepen?

Maar de ouderen begrijpen vanzelfsprekend dat er problemen zijn en dat iedereen offers moet brengen en dan vooral de mensen met een hoog aanvullend pensioen. Ouderen met een klein aanvullend pensioen hebben recht op ouderenkorting. Zo betalen ze minder belasting en kunnen ze de lastenverzwaring beter dragen. Die ouderenkorting moet dus zeker blijven.

Toch stijgt het gemiddeld inkomen van de gepensioneerden. Dat komt doordat aan de bovenkant ouderen overlijden met geen of een laag aanvullende pensioen, terwijl aan de onderkant zich nieuwe gepensioneerden aanmelden met een gemiddeld veel hoger pensioen. Die nieuwe groep is gemiddeld beter opgeleid en heeft dus betere banen gehad met een hoger salaris. Er zijn bij deze groep nog maar weinig vrouwen, die geen eigen aanvullend pensioen hebben. Vreemd hè, dat gemiddelde inkomen stijgt en de individuele gepensioneerde verliest voortdurend koopkracht en ziet dit jaar zelfs zijn nominaal netto inkomen flink dalen. Tsja, als je als econome in de krant schrijft, moet je wel kunnen rekenen.

Maar hoe zit het dan met het vermogen? Het gemiddelde vermogen van opeenvolgende generaties is flink gestegen. Gelukkig maar, want het betekent dat de welvaartskoek niet geheel verorberd is. Mensen hebben gespaard en dan vooral door de hypotheek op hun huis af te lossen. Veel ouderen hebben dus lagere woonlasten. Daardoor krijg je nu veel uitgestelde consumptie. Dat geldt niet voor de mensen, die nooit hebben afgelost, integendeel hun hypotheeklening nog hebben verhoogd om zo de waardestijging van hun huis te verzilveren. Zij zitten nu met de gebakken peren. Hun huis staat onder water. Ze hebben meer schulden dan bezit. Eventuele kinderen of andere familieleden kunnen straks de erfenis maar beter weigeren of beneficiair aanvaarden. Maar de meeste ouderen laten hun kinderen iets na, zodat ze de hoge hypothecaire lening geheel of gedeeltelijk kunnen aflossen. Mevrouw Hofs legt in haar stuk de schuld voor de prijsstijging van de huizen bij de ouderen. Tsja.

Maar verder kun je met dat vermogensdeel niet veel doen. Je kunt er niet de bakker mee betalen Wel geeft het sterk gestegen eigen woningbezit lagere overheidsuitgaven aan sociale huurwoningen. Als al die eigen woningbezitters ook nog een sociale huurwoning nodig hadden, dan zou de belastingdruk wel erg hoog worden.

Is er dan geen enkel probleem voor het werkende deel van de bevolking? De afgelopen 40 jaar was door de ontgroening het percentage werkenden erg hoog. Geen wonder dat de welvaart toenam. De weinige kinderen hadden gemiddeld een luxe jeugd. De vergrijzing is nu begonnen en de komende jaren gaat het percentage ouderen verdubbelen. Die nieuwe ouderen hebben maar weinig in kinderen geïnvesteerd. Hun kinderen krijgen de rekening gepresenteerd. Het lijkt mij heel redelijk als de generatie van hun ouders eraan mee betaalt.

De bevolkingskrimp geeft dus problemen. Als de Nederlandse bevolking zo snel was blijven doorgroeien zouden er nog veel meer problemen zijn geweest. Ruimtegebrek, nog meer verkeer, nog meer vervuiling, nog meer kosten voor het groot brengen van al die kinderen. Ruimtelijke overbevolking wordt dus tegengegaan. Misschien ook economische overbevolking, waarbij mensen niet meer volledig in hun behoeften kunnen voorzien.

We zitten dus de komende jaren met de vraag, hoe we onze financiële problemen gaan oplossen. Dat vraagt een eerlijke dialoog tussen oud en jong, tussen rijk en arm, tussen kapitaal en arbeid. Het is te gemakkelijk om dan met ons vingertje naar elkaar te wijzen.

Jaargang 6, Nr. 284.

Het lijsttrekkersreferendum van GroenLinks

vrijdag, september 20th, 2013

Marije of Bas, Bas of Marije?

Een lijsttrekkersreferendum vind ik meestal een hachelijke zaak. Vaak doet maar een klein deel van de partij mee. Het zijn de mensen, die goed ingewerkt zijn en over allerlei zaken een duidelijk en vaststaand standpunt hebben ontwikkeld. De gewone partijleden, die het allemaal niet zo intensief volgen, zijn erg afhankelijk van een eerste indruk en van het beeld, dat de media verschaffen. Zo is het ook met onze achterban, de potentiële GroenLinkskiezers. Hun mening over de nummer 1 van de lijst kan dus heel anders uitvallen als de mening van de partijtijgers, die de uitslag van een referendum bepalen. Als deelnemer van het referendum moet je je daarom altijd afvragen hoe een kandidaat zal overkomen op de potentiële GroenLinks kiezer. Een lijsttrekker m/v moet grote groepen kiezers aanspreken.

Een tweede bezwaar tegen een lijsttrekkersreferendum is dat er te veel invloed kan zijn van een of meer belangengroepen. Als je de sites van beide kandidaten bekijkt, kun je zien hoe ze met nadruk er op wijzen hoe zeer ze de belangen van bepaalde groepen uit de samenleving hebben behartigd. Vooral Marije doet dat zeer nadrukkelijk. Ze wekt de indruk een uitstekend belangenbehartiger te zijn en zal daardoor wellicht veel stemmen uit die belangengroepen krijgen. Tegelijk betekent het dat je dan als lijsttrekker maar een deel van de kiezers zult aanspreken.

Een lijsttrekker moet een generalist zijn, iemand, die van alle markten thuis is. Iemand, die in een debat razendsnel kan switchen. Je moet staande het debat onmiddellijk de zwakke kanten van het standpunt van je opponent door hebben. Je moet elke debattruc doorzien. En je moet je eigen standpunt in weinig woorden overduidelijk naar voren kunnen brengen. Daarbij moet je rust en overtuigingskracht, meelevendheid en vriendelijkheid uitstralen. Hier sta ik en jullie kunnen op me rekenen.

Bij sommigen speelt ook de regio een rol. Een stad als Amsterdam met heel veel leden, kan daardoor veel invloed uitoefenen. Juist dan moet je je afvragen of die sympathieke plaatsgenoot, die je het zo graag gunt ook echt de beste kandidaat is. Een lijsttrekker is er niet om lokale belangen te behartigen. Hij of zij moet natuurlijk evenmin de lokale belangen schaden. Daar mag je uiteraard wel op letten.

Je mag bij het stemmen ook een tweede voorkeur aangeven. Het is mij niet duidelijk in hoeverre die tweede voorkeur meetelt bij het bepalen van de uitslag. Het protocol dat je kunt inzien biedt geen duidelijkheid. Er wordt wel verwezen naar de statuten en het huishoudelijk reglement, maar wie heeft die beschikbaar? Zelf heb ik maar één voorkeur aangegeven, namelijk de man, die voor mij het meest beantwoordt aan de criteria, die ik hier heb geschetst: Bas Eickhout. Wel hoop ik, dat Marije op plaats twee van de lijst komt, want ze is voor mij een uitstekend EP-lid.

Jaargang 6, Nr. 283.

Noord-Limburg aantrekkelijk toeristisch gebied

zaterdag, september 14th, 2013

VAKANTIE IN SIEBENGEWALD

Siebengewald ligt niet in Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk, maar gewoon in Noord-Limburg tegen de Duitse grens aan. Als je de oude rijksweg van Venlo naar Nijmegen volgt, leer je de streek eigenlijk niet goed kennen. Maar het gebied is geomorfologisch heel bijzonder en je vindt er ook veel bos, heide en zandduinen. Je kunt er heerlijk fietsen of wandelen, maar ook paardrijden en mountainbiken. De regio is zo aantrekkelijk, dat het de grootste moeite kostte een bungalow voor twee weken te vinden. Voor mij is het extra interessant, want ik wilde graag een aantal geomorfologische verschijnselen met eigen ogen aanschouwen.

Iets Noordelijk en Oostelijk van Siebengewald stroomt het riviertje de Niers, dat bij Gennep in de Maas uitkomt. Dichter bij Gennep is er een breed dal, waar de rivier in meandert. In de een na laatste ijstijd, het Saalien, bedekte het Scandinavische landijs het Noorden van Nederland en Duitsland. Een ijstong lag in het Rijndal tot voorbij Xanten. Westelijk van de Rijn vind je er een stuwwal met prachtige bossen. De Rijn zag zijn loop door het ijs versperd en werd gedwongen naar het Westen te stromen. In dat oude Rijndal ligt nu de Niers. Op het terrein van onze vakantiebungalow is een visvijver gegraven. Daar was goed te zien, dat de ondergrond uit zand en grint bestaat. Het is vooral wit grint en dat wijst op een afzetting door de Rijn. Ook de Maasterrassen bevatten veel grint en dat is en wordt er ook volop gewonnen. Zo vind je bij Well, omgeven door bos en heide het grote Reindersmeer, waar tussen 1931 en 2003 22500 schepen met zand en grint door de sluis zijn gevaren, die het meer met de Maas verbond. Het meer dichter bij de Maas, het Leukermeer is nu een watersportgebied.

Parallel aan de Maas liggen rivierduinen. Ze zijn tijdens een laatste koude periode van het Weichselien (= de laatste ijstijd) gevormd. In die Jonge Dryastijd had de rivier ’s winters weinig water. Dan kon zand uit de droge rivierbedding door Zuidwestenwinden worden weggeblazen. Zo werden verder van de rivier duinen gevormd nu met bos en heide bedekt. We zagen één plek waar het bos en de strooisel laag waren weggehaald, kennelijk met de bedoeling het zand weer te laten stuiven. Het hele gebied tussen Gennep en Venlo is een Nationaal Park “De Maasduinen”. We wandelden bijvoorbeeld door het landgoed de Hamert, waar vennen voorkomen, ontstaan door uitwaaiing. Jaren geleden was het in het nieuws, toen er plannen waren om er zand en grint te gaan winnen. Dat is gelukkig niet gebeurd. Dichterbij de dorpen worden hei en bos afgewisseld door landbouwgronden. Het licht glooiende landschap is daar zeer aantrekkelijk. Als ik het goed gezien heb, zijn er vooral melkveebedrijven met een enkele varkensboer er tussen door. Enkele bedrijven zijn zich gaan richten op bloemen en planten. We zagen er rozen, dahlia’s en bijzonder mooi een veld met meerdere soorten lelies. We zagen ook kastuinbouw en aspergeteelt. Zo biedt het gebied toch behoorlijk veel werk in de tuinbouw, de melkveehouderij en het toerisme en in Gennep en Boxmeer ook industrie. Er vertrekken weliswaar mensen, maar er vestigen zich ook gepensioneerden uit de Randstad en in verband met de tuinbouw ook veel Polen. Daardoor wordt de krimp redelijk gecompenseerd. Toch was mijn lijfblad in Siebengewald niet meer in de losse verkoop. Velen lezen de krant kennelijk digitaal. Maar het lukte halverwege de vakantie de krant in de bus te krijgen.

Je zou mogen verwachten, dat de grensligging het gebied extra aantrekkelijk maakt. Dat merk je ook aan de mensen. In Nederland kwamen we groepjes Duitsers tegen en zag je ook de erg kleine routetekens van grensoverschrijdende Duitse fietsroutes. In Duitsland kwam je Nederlanders tegen. Het verwonderde mij, dat de VVV daar niet op inhaakt. Daarom heb ik de tijdschriftenverkoper, waar ik mijn knooppuntenkaart kocht maar attent gemaakt op de fietskaart van de Kreis Kleve, uitgegeven door Bielefelder Verlag.

We hebben twee weken genoten daar in de Ottenkamp4 in het buitengebied van Siebengewald. Aanbevolen, binnenkort ook als B&B,

Jaargang 6, Nr.282.

De burgeroorlog in Syrië

zondag, september 8th, 2013

ZIJN ER OOK NOG GOEDE MENSEN IN SYRIË?

Terwijl ik tijdens mijn vakantie de krant las of Tv keek, moest ik bij de berichtgeving over Syrië vaak denken aan de revolutie tegen de Sjah in Iran in 1979. Perzië was toen een echte dictatuur met geheime politie en martelingen in gevangenissen. De linkse oppositie werd keihard aangepakt, maar verzette zich ook hevig. Daarbij werden ze gesteund door bannelingen elders in de wereld en door Irankomitees, ook hier in Nederland. In 1979 zou er een Wereldjamboree in Iran worden gehouden. In de landelijke raad van Scouting Nederland verdedigde ik in december 1978 een motie om niet naar Iran te gaan. Dat zou steun aan het regime van beulen en moordenaars betekenen. De motie werd niet aanvaard, maar door de revolutie ging de jamboree niet door. In Iran kwam geen democratie. Linkse mensen worden nog steeds vervolgd. Er is nu een dictatuur van ayatollah’s. Ik ben er erg sceptisch over geworden of een gewelddadige revolutie kan leiden tot een verbetering van de situatie in een land.

 Wat zien we nu bij de zogenaamde Arabische Lente? Goed ontwikkelde geseculariseerde jonge mensen, gebruik makend van moderne media als Facebook en Twitter maken de bevolking bewust van het gebrek aan democratie en op de slechte economische situatie. Ze krijgen steun van de bevolking. Het regime wankelt en een voorlopige regering organiseert verkiezingen. Islamitische partijen van de Moslim Broederschap of ermee verwant verkrijgen een meerderheid. De nieuwe regering brengt er weinig van terecht. Economische problemen los je niet zo maar op. In Libië blijven strijdgroepen hun gang gaan en heeft de nieuwe regering weinig te zeggen. In Egypte is de regering door het leger opzij gezet en het leek erop, dat die machtswisseling de steun had van veel burgers. De Moslim Broederschap meende, dat ze de meerderheid had en dus geen rekening hoefde te houden met minderheden. De Kopten hebben het geweten.

Het is een breuk met een oude traditie. In de Islamitische wereld leefden zonder veel problemen eeuwenlang kleine groepen Christenen en Joden. Zij waren ook mensen van het boek, de Bijbel van de Christenen en de Thora van de Joden. Het gebod van de gastvrijheid schreef het voor. Als er maar niet geprobeerd werd Moslims te bekeren. Nu komt er dan het streven naar democratie. Ik vraag mij steeds vaker af of Islam en moderne democratie wel kunnen samengaan. De democratie komt er vaak als een reactie op een autocratisch bewind en op slechte economische omstandigheden. Daarbij wordt vaak een verband gelegd met Westers imperialisme. De rijken en machtigen in het eigen land spelen onder een hoedje met multinationals en machtige staten. Een verband met Joodse invloeden en de rol van christenen in veel Westerse landen is gauw gelegd. Daar kunnen Christenen en Joden in het eigen land weer last van krijgen.

Syrië behoorde eeuwenlang tot het Osmaanse rijk. Toen dit na de Eerste Wereldoorlog uiteenviel werd het een Frans mandaat. Na de Tweede Wereldoorlog werd het een zelfstandige staat. Zoals vaker bij nieuwe landen vind je er meerdere bevolkingsgroepen. De meerderheid bestaat uit Soennieten, maar ze worden overheerst door een Alawitische elite. Daarnaast zijn er Sjiieten, Druzen, Koerden en Christenen in soorten, zowel Oosters Orthodoxen als met Rome verbonden Christenen. Al die minderheden zijn – ik denk terecht – bevreesd voor een regime van de Soennitische meerderheid. Die tonen zich vaak zeer onverdraagzaam tegenover minderheden en zelfs in Irak met een meerderheid van Sjiieten zorgen de oude Soennitische machthebbers voor veel onrust en de nodige vreselijke aanslagen. De heftige reactie van de Syrische regering tegenover de opstand is in dit licht goed te begrijpen, maar niet te verdedigen.

Ik ben niet in staat tussen al die strijdende groeperingen de goede partij aan te wijzen. Voor mij begaan ze allemaal de meest vreselijke misdaden. Ik betrap mij erop af en toe te denken, dat ze maar op hun krankzinnige manier moeten doorgaan met elkaar uit te moorden. Tot 1945 wisten wij in Europa daar alles van. Misschien komt er dan eindelijk dat moment van bezinning. Het is zinloos elkaar uit te moorden. We moeten een manier vinden om vreedzaam samen te leven. Of een Amerikaanse aanval dat moment dichterbij zal brengen betwijfel ik zeer. Het zal alleen maar nog meer doden kosten. De onderlinge haat zal nog groter worden. Die haat kan zich ook richten naar het Westen. De enige manier om het einde van de strijd dichterbij te brengen is een absolute stop op wapenhandel naar Syrië, waaraan ook Rusland en de Arabische wereld zich houdt. Maar dan moet zelfs de hele wereld tot bezinning komen. Voor de meer dan twee miljoen vluchtelingen is dat te wensen.

Jaargang 6, Nr. 281.

Avontuur in Turkije 3

donderdag, augustus 22nd, 2013

EEN RIJK HISTORISCH VERLEDEN

Na Troje volgde een busreis door een vaak bebost bergland tot we eindelijk aan de kust van de Middellandse Zee kwamen. We moesten helemaal om de Baai van Edremit heen, een erg toeristisch gebied. Het was wat heiig, zodat we het eiland Lesbos, dat voor de baai ligt, niet konden zien. We overnachtten in Ayvalik. Pas de volgende morgen zagen we hoe prachtig het uitzicht is.

Bij het huidige Bergama liggen de ruïnes van de Akropolis                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   van Pergamon hoog boven de stad. De stad heeft vroeger een ongekende bloei gekend. We zien de resten van een bibliotheek, een amfitheater en een Zeusaltaar. Vanaf deze locatie heb je een prachtig uitzicht op de moderne stad. Daar komen we bij de overblijfselen van het Asklepion, de resten van wat vroeger een enorm groot hospitaal is geweest. Hier komt het esculaap teken van de artsen vandaan. Hier werden toen al bijzondere geneeswijzen toegepast. Er is bijvoorbeeld een niet zo groot amfitheater, want als je de mensen vermaakt gaan ze zich beter voelen en daardoor versnelt het genezingsproces. Er was ook een soort onderaardse gang, waar mensen bevrijd werden van ziekten veroorzakers. We overnachtten daarna in Kușadasi aan de kust ter hoogte van het eiland Samos.

De volgende dag ging het naar het historische Efese. Het is vroeger een belangrijke havenstad geweest. De welvaart straalt er nog van af. Maar de haven verzandde door slib van een nabijgelegen rivier. Efese werd een dode stad. De ruïnes beslaan een enorm oppervlak. Je doet er twee en een half uur over en onderweg zijn geen toiletten. Daar moet je wel rekening mee houden. We zagen onder andere een gerechtsgebouw, een winkelstraat, gerestaureerde villa’s, een prachtige bibliotheek en een reusachtig amfitheater. De Havenstraat is zeer indrukwekkend. In zo’n stad komen mensen van alle windstreken, ook Paulus, die een brief schreef aan de jonge christengemeente. Volgens de overlevering woonden Maria de moeder van Jezus en Zijn leerling Johannes in de buurt van Efese. Er valt nog een huisje te bezichtigen, waar ze gewoond zouden hebben. Toch merkwaardig, dat er in Jeruzalem een graf van Maria is en een Dormitiokerk, die herinnert aan het ontslapen van Maria. Tenslotte leert de Rooms-katholieke Kerk, dat Maria ten hemel is opgenomen. Een mooi idee, dat we met een gerust hart kunnen koesteren. De apostel en evangelist Johannes is kennelijk wel in de omgeving van Efese overleden. In Selçuk zagen we te midden van de restanten van de zesde-eeuwse Johannesbasiliek het graf van de apostel Johannes. Even buiten Celçuk genoten we een heerlijke lunch in een tuinrestaurant. Vervolgens was er weer een lange busrit het binnenland in naar een landelijk gelegen hotel bij Pamukkale.

De volgende dag bezochten we eerst de overblijfselen van de oude stad Hiërapolis en dan vooral de uitgestrekte begraafplaats of necropolis. Veel sarcofagen zijn opengebroken. Er viel kennelijk veel te halen. De stad was heel welvarend en dat is ook te zien aan de praalgraven. Ongemerkt kwamen we bij de travertijnterrassen. Er zijn heetwaterbronnen. In de ondergrond lost kalk op in het warme water en aan de oppervlakte verdampt het water en slaat de kalk neer. Zo krijg je uitgestrekte witte terrassen van die travertijn. Het lijken wel sneeuwvelden. Mensen baden net als in de oudheid in het warme water. Daarna wachtte ons een lange tocht naar het aan de zuidkust gelegen Antalya. Hier maakten we voor het eerst kennis met de demonstraties tegen het autoritaire beleid van premier Erdogan. Bij het standbeeld van Ataturk, de stichter van de seculiere Turkse staat betoogde een kleine menigte. De bus moest een kleine omweg maken. Ons klassieke hotel staat in de binnenstad, onbereikbaar voor een grote toeristenbus. We moesten een stuk lopen en met kleine bestelbussen werd de bagage opgehaald. We aten ook niet in het hotel maar in het er naast gelegen restaurant. Als je echt bij de haven wilt komen, moet je heel wat trappen af en vervolgens weer op. Het is er heel rustiek. Intussen hoorden we de geluiden van de demonstratie, die al uren aan de gang was. Actie, actie! En een claxonconcert. Het klonk allemaal wat nostalgisch.

De volgende morgen werd het weer terug lopen naar de bus, maar nu berg op. Dat viel me wat tegen. Eerst brachten we een bezoek aan Perge. Opvallend was, dat hier het harde graniet als bouwmateriaal werd gebruikt. We zagen een indrukwekkende hellenistische poort en konden ook de overblijfselen van de vloerverwarming met hete lucht zien en verschillende bouwkundige details. In Aspendos zagen we een bijzonder groot openluchttheater, waar nog voortdurend voorstellingen worden gegeven van opera’s In de buurt van Antalya is meer te zien dan strand en dure winkels.

Door het Taurusgebergte reden we naar de volgende stopplaats, Konya. Daar zou een abrupt einde komen aan deze bijzondere reis. Daarover schreef ik al een column op 10 juni, gevolgd door een tweede deel op 14 juni. U moest lang wachten op deel 3, maar andere onderwerpen

Jaargang 6, Nr. 280.

We moeten meer gaan kopen, zegt Rutte

vrijdag, augustus 16th, 2013

EEN FALENDE PREMIER

En een falende coalitie. Keer op keer roept de premier het. We moeten niet op ons geld blijven zitten. We moeten meer consumeren. Dan trekt de economie weer aan en komt er een eind aan de bezuinigingen. Heb toch vertrouwen. Inderdaad wordt er veel gespaard en dus niet geconsumeerd. Toch is dit een te gemakkelijk verhaal. Er is wel wat meer aan de hand.

Eerst komt de vraag waarom er vóór het uitbreken van de crisis zo véél geconsumeerd werd. Een flink deel van de consumptie geschiedde op de pof. Een PL-letje was snel afgesloten. Op allerlei sites zag je zeer aantrekkelijke aanbiedingen en er werd niet geïnformeerd naar de solvabiliteit bij het Bureau Kredietwaardigheid in Tiel. Als je huis enige overwaarde had, kon je gemakkelijk je hypotheek verhogen. Dan had je weer geld om op vakantie te gaan. Zo raakten heel wat mensen diep in de schulden en als dan plotseling de wasmachine en de TV en computer het begaven werd het onmogelijk al die schulden af te lossen. Zo kwam je in de schuldsanering en dan wordt het uitgavenplafond wel heel laag.

Er waren genoeg mensen, die probleemloos van alles konden kopen. Er waren weinig werklozen en in veel huishoudens werkten beide partners. Tiener kinderen konden gemakkelijk een bijbaantje of vakantiewerk vinden. In bepaalde sectoren was een tekort aan arbeidskrachten en daar kon je hoge salariseisen stellen. Een auto van de zaak was heel normaal. Daaraan hoefde je geen geld uit te geven. Salarissen stegen elk jaar en  pensioenen en uitkeringen werden voor de inflatie gecorrigeerd. Mensen waren het van jongs af aan zo gewend. Als kind hoefde je maar te kikken en je ouders vervulden al je wensen. Als volwassene idem. Alles werd door de overheid opgelost en dreigde de schatkist leeg te raken, dan was lenen voor de staat erg goedkoop.

Het is allemaal radicaal veranderd. Uitkeringstrekkers zijn er veel meer en ze hebben minder te besteden. In deze onzekere tijden gaan mensen niet zo gemakkelijk schulden maken. Mensen krijgen in de gaten hoe hoog de rentepercentages liggen voor een persoonlijke lening. Dan sparen ze liever eerst voordat ze iets kopen. De komende tijd zullen we uitgesteld koopgedrag gaan zien. Dan krijgt Rutte toch een beetje zijn zin. We zien dat nu al bij woningen. Je moet eerst zorgen voor een eigen geldje voordat je de aankoop kunt financieren.

De lastenverzwaring tast de koopkracht aan, zo wordt steeds gesteld. Dat is maar ten dele waar. Het geld, dat de overheid int, wordt voor een groot deel besteed aan salarissen en uitkeringen en als er goederen voor gekocht worden, bijvoorbeeld spullen voor de wegenbouw, wordt daar ook weer aan verdiend. Er treedt verschuiving van de koopkracht op. Betaalt de overheid rente op de staatsleningen, dan kan een lek ontstaan naar buitenlandse geldschieters of naar particulieren met een hoog inkomen, die niet nog meer kunnen consumeren. Er is alle reden om wantrouwend te staan tegenover de waarschuwing, dat lastenverzwaring landelijk leidt tot minder consumptie.

Al die werklozen produceren nu geen goederen of diensten. Het bruto nationaal product neemt dus af. Er valt minder te verdelen en dus minder te consumeren. Waarom gaan die werklozen niet aan de slag? Simpel gezegd: Werkloze A kan iets maken dat werkloze B nodig heeft. Werkloze B kan een dienst leveren, bijvoorbeeld een kind van A bijles geven. Ze zijn beiden geholpen. Hun inkomen is feitelijk verhoogd. Dat gebeurt al veel in de informele economie. Het onttrekt zich aan de waarneming van de belasting en dus van de statistieken.

Waarom worden die werklozen niet aan het werk gezet om goederen of diensten voor elkaar te produceren? Soms ben ik bang, dat in Nederland eenzelfde mentaliteit aan het ontstaan is als in de achttiende eeuw. Er was toen een kleine groep rijken, die in de Gouden Eeuw veel geld verdiend had. Ze bleven op hun geld zitten of belegden het in het buitenland. De grote massa van de Nederlandse bevolking leefde in armoede.

Het zou ook kunnen, dat er een mentaliteitsomslag plaats vindt. Mensen en vooral jonge mensen zijn het zinloos consumeren zat. Ze weten wat op de langere termijn de gevolgen zullen zijn. Ze willen een duurzame levensstijl ontwikkelen. Slimme ondernemers spelen daar nu al op in. Ze produceren spullen, die veel langer mee gaan en veel minder onderhoud vergen. Maar zo komen we op het spoor van een mogelijke oplossing.

Als mensen rijp zijn voor een andere manier van produceren en consumeren, dan maakt de Green New Deal een goede kans. Het omschakelen naar een andere energievoorziening, een andere manier van bouwen, een echte kringloopeconomie, dan vraagt dat zo’n enorme omschakeling. Dus zijn veel investeringen nodig en dus komt er veel werk. We zullen weer spoedig economische groei gaan kennen. Ik heb al eens eerder verwezen naar de Kondratjief golven. Recent werd in een groot artikel in de Volkskrant dat verband ook gelegd tussen deze economische opleving bij ingrijpende veranderingen in ons productiesysteem en de omschakeling naar een groene economie. Als je lef hebt, beste Mark, ga je daarmee aan de slag. Het bedrijfsleven is al begonnen.

Jaargang 6, Nr.279.

Rampzalig beleid van de Nederlandse Bisschoppen

vrijdag, augustus 9th, 2013

EEN NEERWAARTSE SPIRAAL

Godsdiensthaters in Nederland en in meerdere andere Europese landen moeten wel heel blij zijn met de bisschoppen in hun land. Het is immers het beleid van de bisschoppen, dat er voor zorgt, dat steeds meer mensen los raken van de kerk en geleidelijk ook de waarden van het christendom zien verflauwen. Zo komen ze steeds meer onder invloed van antireligieuze media en veranderen ze in godsdienstsceptici en uiteindelijk in godsdiensthaters.

Wat doen de Nederlandse bisschoppen? Ze sluiten bij gebrek aan personeel steeds meer filialen. Zo verliezen ze veel klanten. De omzet daalt. Ze moeten personeel ontslaan en weer meer filialen sluiten. Opnieuw daalt de omzet. De Katholieke Kerk raakt in een neerwaartse spiraal. De cliënten voelen zich behoorlijk in de steek gelaten. Ze houden van de geloofsgemeenschap in hun dorp. Ze zijn vaste klanten. Zoals mensen in hun dorp liever niet de laatste supermarkt zien verfwijnen, zo zien ze evenmin graag hun kerk verdwijnen. De kranten meldden, dat ontevreden bankklanten hun eigen coöperatieve bank gaan oprichten. Zo zie je, dat 600 parochianen gemeenschap blijven vieren na de gedwongen kerksluiting; met elkaar en met Jezus van Nazareth en Zijn Vader maar nu in een zaal van het dorpshuis. Overal neemt het verzet toe. Geloofsgemeenschappen gaan in beroep tegen het bisschoppelijk decreet bij de Congregatie van de Clerus, onderdeel van het bestuur van de Wereldkerk in Rome. Nu blijkt met succes.

De Congregatie van de Clerus is zo gealarmeerd, dat ze nu een brief naar de bisschoppen hebben gestuurd. Daarin zetten ze nog eens duidelijk de puntjes op de i. De Nederlandse bisschoppen overtreden bij de gedwongen kerksluitingen regelmatig de kerkelijke wetgeving en de daarbij horende jurisprudentie. Bij elke kerksluiting moet de argumentatie vanuit de plaatselijke situatie geschieden. Er mag niet vanuit het bisdom of de fusieparochie geredeneerd worden. Uitgangspunt moet zijn het zielenheil van de betrokken gelovigen. Een diocesaan beleid om door fusie tot een kleiner aantal parochies te komen is onvoldoende motivatie. Dat proces hebben we inmiddels achter de rug, maar blijkt dus strijdig met kerkelijke wetgeving. Als vervolg op de fusie decreteert bisschop Eijk het onttrekken van een kerk aan de eredienst. De kerkelijke wetgeving schrijft voor, dat er tevoren overlegd wordt met de lokale geloofsgemeenschap. Dat gebeurt vrijwel nooit. De Congregatie van de Clerus gaat zelfs zo ver, dat ze een lijst van ongeldige argumenten geeft. Ze komen wel regelmatig voor in bisschoppelijke decreten. Bezield Verband Utrecht somt ze op.
1. Een algemeen plan van het diocees om het aantal kerken terug te brengen.
2. De kerk is niet langer nodig.
3. De parochie is opgeheven.
4. Het aantal parochianen is teruggelopen.
5. Sluiting zal niet ten koste gaan van het zielenheil van de gelovigen.
6. Het streven om de eenheid van de parochie te bevorderen.
7. Een potentiële toekomstige aanleiding die in werkelijkheid nog niet heeft plaatsgevonden.
Al deze argumenten zijn op zich onvoldoende. Parochies of lokale geloofsgemeenschappen blijken dus een goede kans te maken, wanneer ze tegen sluiting in beroep gaan bij de Congregatie van de Clerus in Rome.

Maar het kan ook anders. Een prachtig voorbeeld vormt het bisdom Poitiers in Frankrijk. Tien jaar geleden besloot Bisschop Albert Rouet precies het omgekeerde te doen. Geen fusies, geen kerksluiting en geen centralisatie. Hij koos voor het coöperatiemodel. In elke lokale geloofsgemeenschap worden vijf mensen geroepen om samen leiding te geven aan de gemeenschap en zelf besluiten te nemen. Een is coördinerend voorzitter, een verantwoordelijk voor de catechese, de geloofsverkondiging, een verantwoordelijk voor de liturgie, het gebed, een volgende voor de caritas, het dienen en de vijfde voor de materiële zaken, het onderhoud en het schoonhouden. De priester begeleidt op afstand of wordt om hulp gevraagd.. Ik vertaal het naar onze eigen organisatie. Er blijkt een overduidelijke overeenkomst. Wij gaan ook zo veel mogelijk onze eigen gang. In Poitiers gaat het vooral om het heil van de mensen. Men is er voor elkaar. De verantwoordelijkheid ligt helemaal bij de mensen zelf. Dat willen we hier ook wel, maar vooral de moderne ouderwetse jonge priesters grijpen voortdurend in en wijzen op de regeltjes, zoals de bisschop hen heeft laten zweren bij hun installatie. Het gaat om de regeltjes, niet om het zielenheil van de mensen. Poitiers is een hoopvol teken. Dat blijkt ook vooral uit het feit, dat steeds meer jonge mensen een taak op zich nemen in de leiding van de lokale geloofsgemeenschap.

 Jaargang 6, Nr, 278.