Author Archive

Hevige buien

zondag, juli 25th, 2021

MAAR OOK DROOGTE

 

Ik luisterde naar de berichten over de wateroverlast en dacht terug aan mijn tijd als aardrijkskundeleraar. Veertig jaar geleden was de komende klimaatsverandering al actueel. Meteorologen en klimatologen spraken er al over en wij in onze lessen evenzeer. Ik legde de kinderen uit, dat als er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer zouden komen onze dampkring meer zonnewarmte zou vasthouden. De gemiddelde temperatuur op aarde zou stijgen. Dan zou er meer water uit de zee verdampen. Als de lucht meer waterdamp zou bevatten, zou het ook meer kunnen regenen. Er zouden meer hevige regenbuien kunnen voorkomen.

Hoe werkt dat? Als het lokaal erg warm wordt, gaat die warme lucht stijgen. Die stijgende luchtbel komt  op grotere hoogte, waar de luchtdruk lager is. De lichtbel zet uit. Het stijgen en uitzetten kost energie. De lucht koelt af. Die koudere lucht kan minder waterdamp bevatten. De waterdamp condenseert. Er ontstaan wolken en daarin regendruppels. Bij dat condenseren komt warmte vrij. De lucht blijft stijgen. De waterdruppels worden groter, worden hagelstenen en die gaan vallen. Door opstijgende luchtstromen gaan ze weer omhoog. In die wolken worden de hagelstenen steeds groter. Als ze onderweg naar beneden smelten krijg je grote druppels. Het kan ook hagel blijven. In die warmte-onweersbuien krijg je dus veel neerslag in vaak korte tijd. Als de buien zich langzaam verplaatsen valt de neerslag in een kleiner gebied. Veertig jaar geleden waarschuwden wij daarvoor. Zouden ze het nog weten?

In reliëfrijke gebieden als de Ardennen en de Eifel, stroomt het water de hellingen af en via al die zijdalen komt het in het dal van de rivier de Ahr. De Eifel heeft aan de oppervlakte een betrekkelijk dunne verweringslaag. De bodem heeft weinig water opnemend vermogen. Er zijn ook wijngaarden op de hellingen. Daar wordt weinig water vastgehouden. Het is mogelijk dat in die zijdalen kronkelende beekjes zijn recht getrokken. Dan wordt er weinig water vastgehouden. Er zijn wegen en bebouwing bijgekomen en het harde oppervlak houdt geen water vast. Zo krijg je dus enorme afvoeren.

Hoe moeten de mensen in de middelgebergten reageren? Een eerste punt is, dat je het water zo lang mogelijk vast moet houden. In de afgelopen jaren werd in de Eifel vaak geklaagd over de droogte. Dan is water vasthouden een logische reactie. Het stroomt dan ook niet in een keer in grote hoeveelheden naar de rivier. Een tweede punt is, dat je het water in de rivier de ruimte moet geven. Misschien moet er veel minder in het dal gewoond worden en dan vooral zo, dat hoog water minder schade veroorzaakt. Werk voor architecten Soms is er een mogelijkheid om gebieden te bestemmen voor tijdelijke waterberging.

Al dat water stroomt uiteindelijk naar de benedenloop. Hoe reageren wij na de wateroverlast van 1993 en 1995?  Ons credo is: Biedt de rivier meer ruimte. Dat betekent geen bebouwing in de uiterwaarden. Op sommige plekken is de winterbedding erg smal. Dan is een nevengeul door het binnendijkse gebied een oplossing zoals dat gebeurd is bij Lent tegenover Nijmegen. Dijken moeten soms verlegd worden, zodat de hoogwaterbedding breder wordt. Soms wordt een gebied vrijgemaakt van bebouwing, zodat bij erg hoog water de rivier daarheen kan ontsnappen. Dijken moeten ook verhoogd en vooral verzwaard worden. Kwel moet worden tegengegaan, want kwelstromen zorgen soms voor dijkdoorbraken.

Op de hogere zangronden van Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel en Drenthe moeten ook maatregelen worden genomen om juist water vast te houden. De lokale verschillen en de jaarlijkse hoeveelheden in neerslag kunnen sterk wisselen. Boeren en bosbouwers moeten er rekening mee houden, maar ook stedenbouwers. Wanneer heeft je rioolsysteem voldoende capaciteit nu de afvoeren in korte tijd veel hoger kunnen zijn? Soms gebeuren er achteraf gezien heel domme dingen. In Zuid-Limburg kende men vroeger graften. Dwars op de helling lagen met struiken begroeide walletjes, die erosie tegen gingen. Maar voor die grote landbouwmachines waren ze zo lastig. Weg ermee!  Nou, dat hebben ze geweten. Modderstromen en wateroverlast en geulvorming. Zou dat recent ook nog een rol gespeeld hebben? Wij mensen moeten weer leren veel zorgvuldiger met ons landschap om te gaan.

14e Jaargang, Nr.676.

Canada

zondag, juli 18th, 2021

DE INTERNATEN VOOR INUIT EN INDIANEN KINDEREN

 

In Canada bestond 168 jaar lang een systeem, waarbij kinderen van de inheemse Inuit of Eskimo’s en van de Indianen werden ondergebracht in totaal 139 kostscholen. Het doel was hen aan hun eigen cultuur te onttrekken en ze de taal en cultuur van de witte Canadezen aan te leren. De kinderen verloren het contact met hun familie. Een aantal van die internaten werd beheerd door Rooms-Katholieke congregaties van priesters of broeders of zusters. Bij enkele van die internaten zijn de stoffelijke resten van tientallen inheemse kinderen gevonden zonder verdere markering, geen naam of geboorte- en sterfdatum. Niemand weet, wat er gebeurd is, maar de suggesties zijn, dat er misdadig te weinig zorg aan de kinderen is besteed en er op grote schaal kinderen werden misbruikt. Bewijs ontbreekt. Bedenk daarbij wel, dat in de negentiende eeuw nog besmettelijke ziekten als tyfus en cholera voorkwamen, die in tal van landen tot sterftepieken hebben geleid. Bedenk daarbij wel, dat de gezondheidstoestand onder die inheemse volkeren vaak slecht was mede door het gebruik van tabak, alcohol en andere drugs. Aan die toestand is zelfs vandaag nog weinig veranderd. Gehoor geven aan een mogelijke eis tot schadevergoeding is in verband met de veel voorkomende verslaving dan ook niet raadzaam.

Bekijken we het onderwerp wat nuchter, dan wordt er gesproken over 4100 vermiste kinderen en dat in een periode van 168 jaar. Dat zijn gemiddeld 24 kinderen per jaar op 139 kostscholen. Niet bepaald verontrustend. Misbruik van kinderen zal daarbij best voorgekomen zijn, maar er is geen bewijs voor een mogelijk massaal misbruik. Er is wel alle reden om alles heel grondig te onderzoeken. Het wordt een moeilijke zaak, want veel daders zijn inmiddels overleden. Of er archieven van al die internaten behouden zijn gebleven is tot nu toe niet bekend gemaakt.

Het streven om de kinderen van hun eigen taal en cultuur te beroven was in die tijd begrijpelijk. Het waren ‘primitieve’ culturen en in de ogen van de toenmalige Canadezen werden de kinderen qua cultuur op een hoger plan gebracht. Nu ontdekken we de waarden van die inheemse culturen, die bijvoorbeeld qua milieugedrag heel wat beschaafder met de natuur omspringen dan de meeste witte Canadezen. De inheemse leiders beseffen dat maar al te goed en vragen aandacht voor het onrecht, dat hen vroeger is aangedaan.

In Nederland bestond vroeger een uitgebreid systeem van internaten en onder Rooms-Katholieken onder beheer bij paters, zusters en broeders. Hun opleidingen waren steeds in internaten. De opleidingen van onderwijzers en onderwijzeressen waren bijna allen in internaten. Voor ouders waren er vele redenen om een kind in een internaat onder te brengen. Als de ouders door hun bedrijf of door de overheid naar een ver buitenland werden uitgezonden gingen hun kinderen naar een kostschool. Lastige kinderen gingen naar een kostschool. Er waren ook elitaire kostscholen als De Breul in Zeist en het  CanissiusCollege in Nijmegen. In de gezinnen en dus ook in de internaten heerste een streng opvoedingsklimaat. Wie zijn kinderen liefhad spaarde de roede niet. Een neef vertelde mij, dat hij als kind op kostschool bij de Franciscanessen in Denekamp gedwongen werd zijn braaksel alsnog op te eten.

Het zou goed zijn als er een grondig onderzoek zou plaats vinden naar de behandeling van NSB-kinderen op de internaten waar zij na de Tweede Wereldoorlog werden ondergebracht. Het leek er op dat er wraak werd genomen op de kinderen wegens het gedrag van hun NSB-ouders. Een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis, waarover men liever niet praat.

Als er nu schande wordt gesproken over de Canadese internaten moeten we dat systeem wel plaatsen in de cultuur van die tijd.

14e Jaargang, Nr. 675.

Peter R. de Vries

zondag, juli 11th, 2021

DE AANSLAG WAS NIET VANWEGE ZIJN JOURNALISTIEKE WERK

 

De Vries heeft een zeer brede opvatting van zijn beroep. Als hij bij zijn werk stuit op een al lang onopgehelderd misdrijf, waarbij slachtoffers of nabestaanden veel leed ondergaan, dan slaagt hij er vaak in zo’n misdrijf alsnog op te lossen. Daarmee wordt het falen van de misdaadbestrijders nog extra geaccentueerd. Die vinden dat niet leuk en hun opperbaas Grapperhaus dus ook niet. Daarom roept hij zo luidkeels dat het een aanslag is op de persvrijheid. De achtergrond van de activiteiten van de Vries is de strijd tegen onrecht in de samenleving. De criminaliteit is maar een van de vormen waarin dat onrecht gestalte krijgt. Bezuinigen op de misdaadbestrijding draagt evenzeer bij aan dat onrecht in onze maatschappij. Grapperhaus en Rutte hebben wat dat betreft beiden boter op hun hoofd.

In het Marengoproces speelt een kroongetuige Nabil B. een belangrijke rol. Hij is niet zo tevreden over de beveiliging van hem en zijn familie en vrienden. Een broer van hem Redouan werd vermoord. Daarna zijn advocaat Derk Wiersum en nu was de Vries aan de beurt. Waarom? Geen enkele advocaat durfde het aan openlijk de verdediging van Nabil B. op zich te nemen. Het rechtvaardigheidsgevoel van De Vries verzette zich daartegen. Maar Peter R. de Vries is geen advocaat. Daarom vond hij een alternatieve oplossing. Hij werd de vertrouwenspersoon voor Nabil B. Zo heeft hij al veel mensen bijgestaan en dat liep tot nu toe vrijwel altijd goed voor hem af. Niet altijd voor anderen, die bij een zaak betrokken waren. Er zijn in Nederland wel meer topcriminelen, die meerdere moorden op hun geweten hebben. Journalisten werden wel bedreigd en moesten beveiligd worden. Ook politieambtenaren liepen forse risico’s. Toch leek het erop, dat de Nederlandse topcriminelen hun grenzen kenden.

Er is nu een niets ontziende criminele organisatie in Nederland actief. Die houdt zich met drugs bezig, maar om concurrenten uit te schakelen hebben ze ook veel liquidaties op hun geweten. Topmensen uit deze club hielden het in Nederland niet meer uit en vestigden zich in het buitenland. Toch worden ze opgespoord en aan Nederland uitgeleverd. Het is duidelijk. Het Marengoproces dient ertoe om dit stel volkomen gewetenloze criminelen voorgoed achter de tralies te krijgen.

Intussen vraag je je als nuchtere Nederlander af met welke drijfveren deze lieden behept zijn. Het is zo on-Nederlands. Er zijn dan vooral in sommige buitenlanden mensen, die van het moorden hun beroep hebben gemaakt. Zo’n beroepskiller werd dan ingevlogen, deed zijn werk en verdween weer geruisloos. Met de Coronapandemie is dat een stuk lastiger geworden, Vandaar, dat een Poolse klusjesman uit Maurik en een muzikant uit Rotterdam nu als verdachten zijn gearresteerd.

Ik ben een wat traditionele katholiek en sluit het bestaan van duivels of boze geesten niet uit. Vanmorgen werd in het Evangelie verteld over de apostelen, de vrienden van Jezus, die twee aan twee werden uitgezonden om te prediken, zieken te genezen en duivels uit te drijven. Toen dacht ik: “Zouden die moordenaars door een duivel bezeten zijn? Ik kan en durf er geen antwoord op te geven. De ergste misdaden zullen wel altijd een raadsel blijven.

14e Jaargang, Nr. 674.

Slavernij

zondag, juli 4th, 2021

KLOPT DE WI-ZWART TEGENSTELLING?

 

Afgelopen donderdag, 1 juli zag ik de herdenking van het slavernij verleden van de voorouders van veel zwarte mensen in Nederland. Er waren ook heel wat publicaties over Nederlandse families, die profiteerden van hun investeringen in Surinaamse plantages of in de zogenaamde driehoekshandel Nederland-West-Afrika-Suriname en de Antillen en weer Nederland. Nederlandse kooplieden voeren met hun schepen naar West-Afrika, waar ze kruit, lood en geweren verkochten aan stammen als de Ashanti, die jaarlijks oorlog voerden en hun krijgsgevangenen tot slaven maakten. Het was aanvankelijk een traditionele gewoonte, maar werd door de verkoop van slaven aan die Nederlandse en andere Europese kooplieden tot een geweldige inkomstenbron. De schepen waren ingericht voor het vervoer van de zwarte tot slaaf gemaakten. Er waren meerdere dekken, waar de slaven in rijen geketend opeen gepakt zaten. In Suriname werden de mannen en vrouwen op slavenmarkten verkocht. Met de opbrengst kochten de handelaren weer Surinaamse plantageproducten, die in Europa weer prima prijzen opleverden. Het was schokkend voor mij, dat ook in Utrechtrijke families hun kapitalen in deze handel en in de plantages investeerden. Diezelfde rijke families zijn er nog steeds en profiteren ook vandaag nog van de rijkdom, die hun voorouders hebben opgebouwd. Ik weet het uiteraard niet zeker, maar ik heb niet de indruk, dat er onder mijn voorouders zulke mensen voorkomen. Ik zou me er bepaald niet behaaglijk bij voelen, Maar wellicht hebben mijn voorouders hun producten en diensten wel aangeboden aan die door de slavernij rijk geworden families en zo profiteerden toch heel wat Nederlanders ook indirect van de slavernij.

De meeste witte Nederlanders van nu wijzen slavernij af en voelen zich niet schuldig aan het gedrag van eventuele bij de slavernij betrokken voorouders. Toch wordt wit Nederland door zwarte activisten aangesproken op het slavernijverleden, Witte Nederlanders van vandaag kunnen niets veranderen aan het verleden. Je kunt je medeleven betuigen. Je kunt ongelijkheden tussen wit en zwart helpen oplossen, zoals je ook allerlei ongelijkheden in onze maatschappij kunt bestrijden. Je kunt allerlei vormen van racisme actief bestrijden  Kun je nog meer?

Mensenhandel is er nog steeds. Er worden nog steeds slaven gehouden. Er is nog steeds slavenhandel. Er zijn nog steeds ondernemingen, die draaien op slavenarbeid. Wit en zwart kunnen samen werken aan bestrijding van de huidige slavernij. Denk daarbij ook aan de prostitutie, waar een deel van de prostituees tot het werk gedwongen wordt.

Terecht heeft het Amsterdamse gemeentebestuur als rechtsopvolger van besturen uit het verleden excuses aangeboden. Eigenlijk heb ik niet goed gehoord, dat die excuses door de nakomelingen van de tot slaaf gemaakte mensen ook aanvaard werden. Maar eerst is nog een volgende stap mogelijk. Als je nog steeds de pijn voelt, die jouw voorouders is aangedaan, dan kun je ook vergeven. Vergeving schenken zorgt ervoor, dat de pijn minder wordt..

Ik wees er al op, dat er ook zwarten schuldig zijn aan de slavernij. Als die vergeving zich ook uitstrekt tot die zwarte mededaders, dan wordt duidelijk dat het niet alleen een wit-zwart tegenstelling is, maar dat er zwarte en witte daders zijn en zwarte en witte slachtoffers. Of mensen goed of slecht zijn ligt niet aan hun huidskleur. Dat besef moet tot iedereen doordringen.

14e Jaargang, Nr. 673.

 

Impasse

zondag, juni 20th, 2021

LEDEN CDA MOETEN ORDE OP ZAKEN STELLEN

 

Het is de laatste weken heel duidelijk geworden. Het was altijd al zo, dat het CDA met een zeer mensvriendelijk programma kwam. Het sprak de mensen aan. Die bleven trouw aan hun partij. Maar als je goed oplette, merkte je, dat in de praktijk er van dat mooie programma nooit iets terecht kwam. Ik had al tientallen jaren de indruk, dat er binnen het CDA een paar “bazen” de dienst uitmaakten en dat de gewone leden alles voor zoete koek hadden te aanvaarden. Nu blijken er een aantal zeer rijke geldschieters te zijn, die de partij naar hun hand weten te zetten. Vroeger hoorde je wel eens, dat de Brenninkmeijers van C&A de KVP met royale giften steunden. Nu zijn er enkele van die leidende figuren met een dikke portemonnee uit de anonimiteit naar voren gekomen.

Als je in het CDA carrière wilt maken, moet je het die stiekeme leidende figuren vooral naar de zin maken. Mensen, die klassieke christelijke sociale politiek willen voeren, zijn ongewenst, hoe populair ze onder de kiezers ook zijn. Pieter Omtzigt en Hugo de Jonge waren in de ogen van de stiekeme leiders ongeschikt. Maar Wopke Hoekstra, afkomstig uit het bedrijfsleven mag de CDA leider spelen. Dus gaat hij fel te keer tegen twee “linkse” partijen. Die zijn nogal wat zetels kwijt geraakt aan D66 door het strategisch stemmen en Sigrid Kaag wil terecht iets terug doen. Ze wil ook niet graag, dat er mensen weer terug gaan naar de PvdA en GroenLinks als er weer verkiezingen komen.

Het CDA is een wat Trump-achtige partij geworden. Echte CDA-ers willen dat helemaal niet. De macht van de geheime geldschieters is volkomen ondemocratisch. De gewone trouwe CDA-ers moeten aan de macht van die anonieme bazen een eind maken. Als partij kunnen ze een bovengrens aan donaties stellen. Rijke leden, die aan ongeoorloofde machtspolitiek doen komen voor schorsing in aanmerking. Aan het komende congres de opdracht om de interne partijdemocratie te herstellen. De anonieme geldschieters worden met naam en toenaam genoemd en krijgen of een waarschuwing of worden in ernstige gevallen uit de partij gezet. Wopke Hoekstra krijgt een proeftijd van zes maanden. Blijkt hij bij herhaling het knechtje van de rijke geldschieters te zijn, dan zal hij het veld moeten ruimen. Alleen door een straf democratisch regime is het CDA nog te redden. Het alternatief voor deze benadering is een massaal opzeggen van het lidmaatschap.

Tsja, ik ben geen CDA-lid. Ik heb makkelijk praten. Als CDA-lid kun je een dergelijke column niet schrijven. Ik heb dit blog geschreven omdat een goed functionerende christen-democratische partij een landsbelang is.

4e Jaargang, Nr. 671.

Pieter Omtzigt

zondag, juni 13th, 2021

KAN HET NOG ERGER EN SCHANDALIGER?

 

Wat ben ik blij, dat ik geen lid ben van het CDA. Nu hoef ik mij tenminste niet te schamen over het gedrag van veel CDA-leden. Medewerkers en Kamerleden van het CDA gaven Omtzigt de schuld van de verkiezingsnederlaag. Naar mijn mening volkomen ten onrechte. De afkalving van de CDA-aanhang was al veel eerder begonnen. Dat zat hem voor een deel in de vergrijzing. Het echte oorspronkelijke CDA is aan het uitsterven, maar het zit ook in de verrechtsing, zoals ik vorige week al uiteen zette. Met zijn actie om op te komen voor de ten onrechte beschuldigde ouders, die een kinderopvangtoeslag hadden ontvangen, ging hij juist tegen die verrechtsing in en getuige het enorme aantal voorkeurstemmen werd dat zeer gewaardeerd door de traditionele CDA-stemmers en door velen buiten het CDA. Het leek er lange tijd op, dat de welgestelde VVD- en CDA-aanhang zich totaal niet begaan voelde met die mensen, die volkomen ten onrechte tot de bedelstaf waren veroordeeld. Maar Omtzigt en Renske Leijten hielden vol en onthulden alle smerigheid. Dat werd hem kwalijk genomen. Hij was een lastig Kamerlid en niet in toom te houden ondanks alle pogingen. Maar veel kiezers waardeerden dat volhouden juist en gaven hem zoveel voorkeurstemmen, dat het CDA daardoor er vijf zetels bij kreeg. Mijns inziens was anders het verlies nog veel erger geweest. Zie ook mijn blog van vorige week.

Omtzigt werd aanvankelijk jaren geleden op een onverkiesbare plek gezet, maar kwam met voorkeurstemmen in de Tweede Kamer. Toen hij zo’n stemmentrekker bleek, kwam hij bij volgende verkiezingen hoger op de lijst. Maar binnen het CDA werd hij uiterst onaangenaam behandeld. Met velen heb ik mij afgevraagd waarom eigenlijk?  Wordt zo iemand uit de grensstreek Twente door de Randstedelingen niet gewaardeerd? Kan men zijn intelligentie uit jaloezie niet waarderen? Gaat hij te vaak tegen het afwijken van het officiële partijprogramma in?  Omtzigt voelde zich af en toe niet meer veilig binnen het CDA. Hij schreef een uitgebreid memorandum aan de commissie die de verkiezingsnederlaag aan het na analyseren is. Prompt liet iemand het stuk zogenaamd via de pers uitlekken. Ook weer een voorbeeld van het gebrek aan normaal fatsoen bij het huidige CDA. Het lijkt mij nodig die partij met een mestvork eens goed op te schudden en er dan met een hark alle zooi uit te halen. Het CDA heeft een grote schoonmaak nodig wil die partij nog overleven. Ze beweren dan, dat Omtzigt de partij heeft beschadigd. Maar niet hij heeft zijn memorandum laten uitlekken. Niet hij heeft zich onfatsoenlijk gedragen.. Het CDA moet zelf het boetekleed aantrekken. Misschien zijn ze nog niet zo onkerkelijk, dat ze de betekenis van die uitdrukking niet meer kennen.

Wat rest nu Pieter Omtzigt? Als hij voldoende hersteld is, kan hij gewoon zijn Kamerzetel weer innemen. Hij gaat dan een eenmansfractie vormen, tenzij er in de huidige CDA-fractie mensen zijn, die zich bij Pieter willen aansluiten. Maar dat zullen ze waarschijnlijk niet durven. Slecht voor je carrière. Er is al eens onderzocht hoeveel zetels een partij met Pieter Omtzigt als leider zou halen. Dat was indrukwekkend veel. Dat zou het ECDA kunnen worden, het Echte Christen Democratisch Appel. Het zou jammer zijn als het talent van Pieter voor de Nederlandse politiek verloren gaat. Misschien kan hij zich bij een andere bij hem passende partij aansluiten. Gelukkig voor het CDA gaat nu veel aandacht uit naar de sport. Ik ben wel benieuwd, wat de media morgen, maandag te zeggen hebben.

14e Jaargang, Nr. 670.

CDA

zondag, juni 6th, 2021

VAN HET MIDDEN NAAR RECHTS

 

Het Christen Democratisch Appel (CDA) is ontstaan doorfusie van drie christelijke partijen, De Katholieke Volks Partij (KVP) was een duidelijke middenpartij met nogal wat invloed van de Katholieke Vakbeweging. Die ging later met de sociaal-democratische NVV op in de FNV. Als Rooms-Katholiek was het vanzelfsprekend, dat je KVP stemde en vaak ook lid was van die KVP. De partij was nauw met de Katholieke Kerk verbonden. Een ruk naar rechts ontstond door het opkomen van de partij van Welter, die onder druk van de kerk weer opgeheven werd. Eind jaren zestig was er een maatschappelijke beweging, het Conciliair Proces met als uitgangspunten Vrede, Verzoening (tussen de maatschappelijke klassen) en Behoud van de Schepping. Veel katholieke intellectuelen voelden zich ertoe aangetrokken. Zij wilden een radicaal christendom. Ze wilden een radicale keuze voor de christelijke idealen zoals die in de Bijbel tot uiting komen. Zij richten de PPR op. Daarnaast was er de Anti Revolutionaire Partij (ARP) , een wat vooruitstrevende protestante partij. Veel behoudender en rechtser was de Christen Historische Unie, de CHU. Het huidige CDA heeft nogal wat CHU-trekjes. Het christelijke in het CDA komt eigenlijk alleen nog tot uiting in enig formeel verzet tegen onderwerpen als abortus, euthanasie, hulp bij zelfdoding en echtscheiding, Echt principieel werd dat verzet tegen deze ethische onderwerpen nooit, want het CDA wilde in het centrum van de macht blijven

Programma’s van het CDA klinken meestal toch wel christelijk en idealistisch. Men wil een betere wereld. Afgaande op die mooie programma’s en door inspirerende politieke leiders heeft het CDA lange tijd veel trouwe kiezers gehad. Juist die trouwe kiezers raken steeds meer teleurgesteld in het CDA. Van de idealen van het Evangelie merken ze niets meer. Er is een nieuwe paus gekomen. Franciscus verzet zich sterk tegen de armoede in de wereld. Rutte I, II en III hebben weinig gedaan tegen de armoede in Nederland. Meer dan vierhonderdduizend kinderen groeien op in armoede. Er zijn veel te weinig sociale huurwoningen. Het wettelijk minimumloon blijft te laag. Hulp aan de Derde Wereld krijgt steeds minder aandacht. Bij het Behoud van de Schepping, het milieuprobleem blijft het vooral bij mooie woorden en tracht men het bedrijfsleven zoveel mogelijk te sparen. Ondanks miljarden winsten blijft men maar roepen, dat de lasten voor het bedrijfsleven vooral niet te hoog moeten worden. Nederland blijft een belastingparadijs. Waar bedrijven en de rijksten nauwelijks belasting betalen door belastingontwijking, moet de gewone man de tekorten op de begroting aanvullen. Juist bij de kernpunten van het Christendom, armoedebestrijding en het redden van onze woonplaneet geeft het CDA geen thuis. Juist christenen, die hun geloof serieus nemen zeggen hun lidmaatschap op. Als Pieter Omtzigt niet zo’n prachtige rol had gespeeld bij het onthullen van het schandaal rond de Kinderopvangtoeslagen, dan had het CDA nog maar tien zetels over gehouden. Zonder enig schaamtegevoel proberen ze nu juist zo’n verdienstelijk kamerlid te lozen. Dan zijn ze ook nog zo onbeschoft de samenwerking met de PvdA en GL af te wijzen. Juist de twee politieke leiders van deze partijen hebben van huis uit christelijke idealen meegekregen. Het is een schande, dat het CDA zich nog steeds christelijk durft te nomen. De kiezers hebben altijd gelijk. Dat geldt zeker voor al die kiezers, die bij het CDA zijn weg gelopen of bij de volgende verkiezingen zullen weglopen.

14e Jaargang, Nr. 669.

Vaccinatiegraad

zondag, mei 30th, 2021

OORZAKEN EN GEVOLGEN VAN VERSCHILLEN

 

Meerdere gemeenten in de zogenaamde Bible Belt laten een lagere vaccinatiegraad zien dan de gemiddelde vaccinatiegraad van 87% van de 65-plussers in Nederland. De vaccinatiegraad is verreweg het laagst op Urk met maar 20 tot 30% gevaccineerde 65-plussers. In de diagonaal van Goeree-Overflakkee naar Staphorst zijn meerdere gemeenten met een streng protestante bevolking met een flink lagere vaccinatiegraad. Genoemd worden de Neder-Betuwe, Reimerswaal en Staphorst. Er is onder deze bevolkingsgroep altijd al verzet tegen inenten. Soms heeft dat vreselijke gevolgen zoals jaren geleden een groot aantal gevallen van kinderverlamming/ polio. In hun opvatting van het geloof beschermt God je tegen ziekten. Als je dan toch ziek wordt is dat Gods wil. Daartegen mag je je niet verzetten. Je laten vaccineren is dan tegen Gods wil in gaan. Als je dan als gelovige van een ander kerkgenootschap opmerkt, dat God de mens toch geschapen heeft met een zekere mate van intelligentie, die het mogelijk maakt dat er medicijnen en vaccins worden ontwikkeld, dan werk je toch als medicus of als ontwikkelaar mee aan de realisatie van Gods wil, Dan spreekt het deze mensen in het geheel niet aan. Ze zitten helemaal vast in hun opvattingen.

Als niet gevaccineerden maken ze een grotere kans om zelf besmet te worden. Ze kunnen als besmette persoon ook weer anderen besmetten. Die ander kan zo vreselijk ziek worden, dat hij of zij er aan sterft. Heb jij dan de dood van die ander op je geweten?  Die vraag moeten ook andere vaccinweigeraars zich stellen. Voor mij geldt in ieder geval dat je laten vaccineren vooral ook een plicht is tegenover je medeburgers. Je wilt hen door massale vaccinatie beschermen. Om het heel cru te zeggen: Vaccinatieweigeraars zijn potentiële moordenaars.

Een lagere vaccinatiegraad tref je ook aan in de vier grote steden. Wonen daar relatief meer mensen met vreemde opvattingen over vaccins en vaccinatie? Dat je met een vaccin een chip krijgt ingespoten bijvoorbeeld. Of dat je door een vaccin afwijkingen krijgt. Grote steden zijn wel broedplaatsen voor allerlei opvattingen. Een veel belangrijker reden is, dat er veel meer buitenlanders wonen en meer laag ontwikkelden. Ze zijn door voorlichting moeilijk bereikbaar. Ze lezen geen krant, spreken en verstaan de Nederlandse taal niet, begrijpen door hun geringe scholing of hun nauwelijks beheersen van de Nederlandse taal de uitleg niet en mede daardoor zijn ze meer vatbaar voor allerlei fantasieën over Corona en over vaccins. Gelukkig worden er plannen ontwikkeld om de achterstandswijken in te gaan en de mensen op hun niveau of in hun eigen taal te benaderen.

Kijken we op wereldniveau dan zien we dat het vooral de welvarende,  goed ontwikkelde landen zijn, die al een groot deel van de bevolking hebben gevaccineerd. Veel landen kunnen de vaccins niet betalen. De zorg is daar te weinig ontwikkeld om de vaccins grootschalig toe te dienen. Daarom is steun aan die landen zo vreselijk belangrijk. We hebben de Antillen geholpen en gaan nu Suriname helpen. Maar er zijn veel meer ontwikkelingslanden. Steun dus de Samenwerkende Hulp Organisaties (SHO) door te geven op giro 555. Dat is niet alleen in het belang van die landen, die geholpen worden. Covid 19 moet echt de hele wereld uit, want anders blijft besmetting vanuit andere landen ons voortdurend bedreigen.

14e Jaargang, Nr.668.

Banken

zondag, mei 23rd, 2021

VERLENING OF WINSTMAXIMALISATIE

Mijn vader was ambtenaar bij de Gemeentespaarbank Arnhem. Bij de bank kon je sparen en betalingen verrichten. Er werden geen kosten in rekening gebracht en je kreeg een eerlijke rente. Mijn vader verdiende een redelijk salaris, maar met vijf kinderen was het toch zuinig aan doen. Hij haalde na zijn Mulo nog meerdere diploma’s. Het laatste was voor een pittige cursus op zijn vakgebied. Eigenlijk vond hij, dat dit beloond behoorde te worden met een hogere beter betaalde functie, maar bij de gemeente gold de regel, dat je moest wachten op je beurt voordat je promotie mocht maken. Hij was bang, dat het met zijn katholiek zijn had te maken, want in het toenmalige Arnhem werden katholieken nog stevig achtergesteld. Collega’s verweten hem zijn vijf kinderen. Ze vonden, dat zij via de belastingen voor zijn kinderbijslag opdraaiden. Mijn vader was erg goed in zijn vak. Er waren nog geen computers. Alles gebeurde met de hand. Elke dag werd de kas opgemaakt en alles moest tot op de cent kloppen. Dat werd dan moeilijk om de telfout te vinden. Op 22 december 1953 had hij zo’n klus geklaard. De volgende morgen kreeg hij van de directeur een compliment. Onmiddellijk daarna kreeg hij waarschijnlijk een beroerte en was op slag dood. Mijn moeder heeft bijna 43 jaar haar weduwenpensioen ontvangen. Dat was een van de voordelen van een baan bij de overheid.

Voor betalingen had mijn vader een rekening bij de Postcheque- en Girodienst, verbonden met de PTT. Er was ook een Rijkspostspaarbank. De overheid vond, dat zij moest zorgen voor goed en goedkoop, dus gratis betalingsverkeer voor de burgers. Als kind vroeg ik mij af hoe dat allemaal kon. En ik hoorde, dat de banken het spaargeld van de klanten gebruikten om te investeren of leningen te verstrekken. Daarmee verdienden de banken het geld om hun personeel te betalen en rente te geven op je spaargeld. Maar het doel van die overheidsbanken was een goede dienstverlening aan de burgers.

De techniek stond niet stil. Er was een periode, dat de Postbank met ponskaarten werkte. In barakken op het Roermondsplein werkten honderden ponskaarttypistes. Het betalingsverkeer nam sterk toe. Het kantoorwerk werd steeds meer geautomatiseerd. De fundamentele verandering werd het internetbankieren. Thuis doen de cliënten het werk, dat vroeger door de bankemployees gebeurde. Dat betekent overigens wel, dat banken veel minder greep hebben op het betalingsverkeer, dat via hun bank verloopt. Computers doen het werk, maar computers denken niet. Met speciale programma’s kunnen verdachte transacties worden gesignaleerd. Mensen moeten de beslissing nemen of wordt ingegrepen. Mensen kosten geld. Stel, dat door internetcriminaliteit een bank jaarlijks een verlies lijdt van bijvoorbeeld negen miljoen Euro. Het voorkomen daarvan kost aan personeelskosten tien miljoen per jaar. Voor de bank is het voordeliger om het verlies gewoon te accepteren. Leuk voor de criminelen, maar slecht voor het vertrouwen in de bank. Voor mij betekent www niet World Wide Web, maar Wilde Westen Web. Er wordt veel te weinig gedaan tegen allerlei vormen van internetcriminaliteit. Voor mij is dat de fundamentele reden om nog steeds met papier te werken. Dat vinden banken niet leuk. Ondanks hun jaarlijkse miljardenwinsten en de ten onrechte veel te hoge salarissen en bonussen voor de top, plegen ze verraad aan het aloude principe van gratis, betrouwbaar en veilig betalingsverkeer voor de burgers. Ze sturen mij zelfs een brief, waarin ze mij vertellen hoeveel kosten mij in rekening worden gebracht.

Ik merkte dat weer toen ik zag, dat de verwerking van papieren acceptgiro’s mij ÉÉN Euro per stuk kost. Sommige goede doelen vermelden mijn bankrekeningnummer niet. Dat moet ik dan zelf invullen. Het verwerken van die papieren acceptgiro’s kost iets meer werk. Sommige goede doelen vinden hun werkdoel belangrijker dan extra geld uitgeven aan volledig ingevulde acceptgiro’s. Dat kan ik accepteren. De geldwolven van de banken wilden een paar jaar geleden die acceptgiro’s afschaffen. Ze hebben geen idee van het moeizame werk bij die ideële charitatieve organisaties. Ik schat, dat ik in 2020 ongeveer 130 acceptgiro’s heb gebruikt. Zo’n kwart daarvan heeft dan geen bankrekeningnummer. Ik ga dus zo’n dertig Euro bijdragen aan de superwinsten van ING. De vaak buitenlandse aandeelhouders zullen er vast en zeker blij mee zijn Ha ha.

Intussen vraag ik mij af of er geen betere wet- en regelgeving voor banken moet komen, waarbij de goede dienstverlening aan burgers weer voorop komt te staan en niet de winstmaximalisatie. Voor de vele dienstvaardige bankmedewerkers lijkt het mij ook prettiger een fatsoenlijke werkgever te hebben.

14e Jaargang, Nr. 667.

 

 

 

Vrijwilliger

zondag, mei 16th, 2021

EEN TIJD VAN KOMEN EN EEN TIJD VAN GAAN

 

Een paar maanden geleden zei ik tijdens een telefoongesprek met een andere vrijwilliger van de geloofsgemeenschap, dat hij het terecht wat kalmer aan deed. Jongeren kunnen het werk van je overnemen. Ik realiseerde me, dat het even sterk voor mij geldt. Over acht dagen hoop ik 87 te worden.

Toen wij pas in Odijk woonden was de Nicolaaskerk pas twee en een half jaar oud. De parochie was nog volop in opbouw. In die tijd heb ik veel werk verzet. Maar ik wilde geen soort amateur kapelaan worden. Het ging er juist om, dat iedereen een bijdrage ging leveren. Dus had ik jarenlang geen bijzondere taak. Maar in het najaar van 1991 trad ik toe tot de redactie van het nog jonge parochieblad. Al vlug werd ik hoofdredacteur. Ik zag het als mijn taak van het parochieblad een opiniërend blad te maken. Als ik dat aan specialisten vertelde, vond men dat maar vreemd. Als katholiek behoorde je toch braaf te doen wat de bisschop voorschreef en kritiek op zijn beleid was niet netjes. Ik vond, dat de mensen er iets aan moesten hebben. Dat ze steun kregen in hun dagelijks leven. Mijn afscheidsartikel is daarvan een voorbeeld. Zie hierna.

Onze geloofsgemeenschap heeft een bepaalde structuur. De Locatieraad heeft de leiding. Er zijn drie groepen vrijwilligers gegroepeerd rond de pastorale taken. Zo is er een Liturgisch Beraad, een Catechetische Beraad en zelf hoorde ik bij het Diaconaal Beraad. Daarin zijn meerdere werkgroepen door een afgevaardigde vertegenwoordigd. Ik noem de Caritas, de Pastorale bezoekgroep, de wijkcontactpersonen en de groep MOV, Missie, Ontwikkeling en Vrede. Het parochieblad hoorde er ook bij, want het zorgt voor contact met de parochianen,  die het vaak trouw lezen terwijl ze vrijwel nooit in de kerk komen. In dat Diaconaal Beraad spraken we vaak over allerlei noden. Door mijn opleiding en mijn politieke contacten had ik een goede inbreng.

Er is nu een keurig magazine voor de gehele parochie met acht kerken in de Kromme Rijnstreek. Er zijn forse verschillen tussen die acht geloofsgemeenschappen. Dat maakt het moeilijk om de juiste toon te vinden. De redactie is er in het lopende nummer in geslaagd om nieuwe auteurs aan te trekken. Dat maakt de inhoud een stuk boeiender Voor mij geldt, dat ik met mijn afscheid de juiste beslissing heb genomen.

Hieronder mijn laatste stuk, dat ik zo eenvoudig mogelijk heb gehouden: geen moeilijke woorden en korte zinnen. Sommige mensen bleken mijn stukken te moeilijk te vinden en ik snijd nu een onderwerp aan, dat moeilijk bleek te zijn.

Afscheid

Hoe ouder je wordt, hoe vaker je afscheid hebt genomen. Afscheid van de scholen waar je gewerkt hebt. Het laatste afscheid van het Niels Stensen College in Utrecht staat me nog goed bij. Er waren toespraken van collega’s. Een uitspraak was bijzonder. Ik was een van de dragers geweest van de katholieke identiteit van de school. Dat deed me goed.

Ik vertelde daarna, dat het mij een paar keer was overkomen, dat een leerling mij vertelde, dat hij zo bezorgd was over de toekomst. Maken we onze aarde niet onbewoonbaar? Toen in 1994 waren er al jonge mensen, die zich zorgen maakten over het milieu. Ik vroeg mijn collega’s wat meer te doen aan milieuopvoeding. Wat was het fijn te horen, dat er in de volgende jaren steeds een milieuwerkweek was.

In het najaar van 1991 was ik lid geworden van de redactie van Parochiekontakt. Pater Ruud Sonnen was de hoofdredacteur. Na een inspannende fietstocht kreeg hij achter elkaar drie hartaanvallen. Hij herstelde en merkte dat hij opeens al zijn geloofstwijfels kwijt was. Nauw verbonden met God voelde hij zich onbeschrijfelijk gelukkig. Die mystieke ervaring inspireert mij tot op de dag van vandaag.

Ik werd hoofdredacteur en ik probeerde met mijn stukjes de mensen te laten nadenken over het geloof en vooral over de samenleving. Steeds waren er fijne mensen, die mij daarbij hielpen  Jarenlang werd het blad gestencild, maar dan moesten al die velletjes geraapt worden. En geniet en gevouwen. Dat ging later machinaal. En nog steeds zijn er mensen, die het blad bij u thuis bezorgen. Ons parochieblad is van ons allemaal.

Toen ik een hartkwaal kreeg, werd Janny van Schip hoofdredacteur, maar ik bleef nog heel lang schrijven. Een van de laatste grote projecten was het samenvatten van de encyclike “Laudate si” van Paus Franciscus. Hij legde uit, dat er in de wereld zeer rijke en machtige mensen zijn, die alleen maar nog rijker willen worden. Als je in een fabriek schoon wilt produceren kost dat geld. Als je je werknemers een eerlijk loon wilt geven, kost dat geld. Dan daalt je winst. Zo zorgen die rijke en machtige mensen voor de vernietiging van de Schepping ons door God gegeven om er zuinig en zorgvuldig mee om te gaan. Diezelfde rijken zorgen ook voor de armoede in de wereld.

In de gemeente Bunnik is een groep actief tegen windmolens. Ze overdrijven flink, maar hebben ook wel gelijk. Ze leggen niet goed uit, waarom die windmolens hard nodig zijn. Nu wordt elektriciteit gemaakt in centrales, waar aardgas of steenkool wordt verbrand. Daardoor komt er steeds meer kooldioxide in de lucht. Die houdt dan meer zonnewarmte vast. Ons klimaat wordt warmer. Daardoor smelt het ijs van Groenland nog sneller Daardoor stijgt de zeespiegel. Dat kan zo erg worden, dat een groot deel van Nederland niet meer tegen de zee beschermd kan worden. Onze nakomelingen kunnen klimaatvluchteling worden.

Ik hoop, dat er in de Nicolaasgeloofsgemeenschap steeds mensen zullen zijn die het opnemen voor Gods Schepping en voor alle armen.

John Jorna

14e Jaargang, Nr. 666.