Archive for september, 2013

De pensioendiscussie

vrijdag, september 27th, 2013

OUDEREN MOETEN NIET ZEUREN; ZE HEBBEN HET NOG NOOIT ZO GOED GEHAD

Als je het maar vaak genoeg roept, gaan de mensen het nog geloven ook. Steeds vaker hoorde of las ik deze mening. Af en toe vroeg ik mij af of we wellicht met een campagne van doen hadden. Afgelopen zaterdag, 21 september kreeg economieredacteur Yvonne Hofs op bijna vier pagina’s de ruimte om al die drogredenen van de ouderen eens haarfijn te weerleggen. Ik vond de toon niet steeds prettig. Het klonk af en toe wat hetzerig. Een column als deze biedt niet de ruimte op alle details in te gaan. Dus maar een paar hoofdpunten

De groep ouderen is de rijkste leeftijdsgroep en wordt steeds rijker. Dat is waar en het is maar goed ook. We moeten wel onderscheid maken tussen bezit en inkomen. En we moeten vooral beseffen, dat er over een gemiddelde wordt gesproken en dat er binnen de groep ouderen grote verschillen zijn, net als bij de groep eronder. Door de AOW voor bijna elke oudere zijn er gelukkig onder ouderen minder armen. Behalve de AOW-uitkering en een aanvullend pensioen heeft een klein deel van de ouderen ook inkomen in de vorm van rente of winstuitkeringen. Als deze inkomensdelen zouden stijgen, zal dat weinig invloed hebben op de gemiddelde stijging. Yvonne Hofs suggereert, dat de inkomens uit AOW en aanvullend pensioen de laatste twintig jaar voortdurend gestegen zijn. Bij de AOW heeft een redelijke inflatieaanpassing plaats gevonden. De aanvullende pensioenen zijn zeker niet welvaartsvast gebleven. Ze zijn aanvankelijk wel waardevast gehouden door ze te verhogen met het inflatiepercentage, maar sinds 2008 is dat niet meer het geval. Voor vrijwel alle gepensioneerden vermindert de koopkracht nu al meerdere jaren, in totaal met minstens 10%. Maar de hogere inkomens onder de gepensioneerden hebben daarnaast te maken met een hogere inkomstenbelasting en een flink deel van de gepensioneerden is dit jaar op het pensioen gekort. Dan zijn er hogere premies voor de ziektekosten en een hoger eigen risico, dat juist de ouderen volledig ten laste komt. Alles bijeen een forse koopkrachtdaling. Mogen ouderen piepen?

Maar de ouderen begrijpen vanzelfsprekend dat er problemen zijn en dat iedereen offers moet brengen en dan vooral de mensen met een hoog aanvullend pensioen. Ouderen met een klein aanvullend pensioen hebben recht op ouderenkorting. Zo betalen ze minder belasting en kunnen ze de lastenverzwaring beter dragen. Die ouderenkorting moet dus zeker blijven.

Toch stijgt het gemiddeld inkomen van de gepensioneerden. Dat komt doordat aan de bovenkant ouderen overlijden met geen of een laag aanvullende pensioen, terwijl aan de onderkant zich nieuwe gepensioneerden aanmelden met een gemiddeld veel hoger pensioen. Die nieuwe groep is gemiddeld beter opgeleid en heeft dus betere banen gehad met een hoger salaris. Er zijn bij deze groep nog maar weinig vrouwen, die geen eigen aanvullend pensioen hebben. Vreemd hè, dat gemiddelde inkomen stijgt en de individuele gepensioneerde verliest voortdurend koopkracht en ziet dit jaar zelfs zijn nominaal netto inkomen flink dalen. Tsja, als je als econome in de krant schrijft, moet je wel kunnen rekenen.

Maar hoe zit het dan met het vermogen? Het gemiddelde vermogen van opeenvolgende generaties is flink gestegen. Gelukkig maar, want het betekent dat de welvaartskoek niet geheel verorberd is. Mensen hebben gespaard en dan vooral door de hypotheek op hun huis af te lossen. Veel ouderen hebben dus lagere woonlasten. Daardoor krijg je nu veel uitgestelde consumptie. Dat geldt niet voor de mensen, die nooit hebben afgelost, integendeel hun hypotheeklening nog hebben verhoogd om zo de waardestijging van hun huis te verzilveren. Zij zitten nu met de gebakken peren. Hun huis staat onder water. Ze hebben meer schulden dan bezit. Eventuele kinderen of andere familieleden kunnen straks de erfenis maar beter weigeren of beneficiair aanvaarden. Maar de meeste ouderen laten hun kinderen iets na, zodat ze de hoge hypothecaire lening geheel of gedeeltelijk kunnen aflossen. Mevrouw Hofs legt in haar stuk de schuld voor de prijsstijging van de huizen bij de ouderen. Tsja.

Maar verder kun je met dat vermogensdeel niet veel doen. Je kunt er niet de bakker mee betalen Wel geeft het sterk gestegen eigen woningbezit lagere overheidsuitgaven aan sociale huurwoningen. Als al die eigen woningbezitters ook nog een sociale huurwoning nodig hadden, dan zou de belastingdruk wel erg hoog worden.

Is er dan geen enkel probleem voor het werkende deel van de bevolking? De afgelopen 40 jaar was door de ontgroening het percentage werkenden erg hoog. Geen wonder dat de welvaart toenam. De weinige kinderen hadden gemiddeld een luxe jeugd. De vergrijzing is nu begonnen en de komende jaren gaat het percentage ouderen verdubbelen. Die nieuwe ouderen hebben maar weinig in kinderen geïnvesteerd. Hun kinderen krijgen de rekening gepresenteerd. Het lijkt mij heel redelijk als de generatie van hun ouders eraan mee betaalt.

De bevolkingskrimp geeft dus problemen. Als de Nederlandse bevolking zo snel was blijven doorgroeien zouden er nog veel meer problemen zijn geweest. Ruimtegebrek, nog meer verkeer, nog meer vervuiling, nog meer kosten voor het groot brengen van al die kinderen. Ruimtelijke overbevolking wordt dus tegengegaan. Misschien ook economische overbevolking, waarbij mensen niet meer volledig in hun behoeften kunnen voorzien.

We zitten dus de komende jaren met de vraag, hoe we onze financiële problemen gaan oplossen. Dat vraagt een eerlijke dialoog tussen oud en jong, tussen rijk en arm, tussen kapitaal en arbeid. Het is te gemakkelijk om dan met ons vingertje naar elkaar te wijzen.

Jaargang 6, Nr. 284.

Het lijsttrekkersreferendum van GroenLinks

vrijdag, september 20th, 2013

Marije of Bas, Bas of Marije?

Een lijsttrekkersreferendum vind ik meestal een hachelijke zaak. Vaak doet maar een klein deel van de partij mee. Het zijn de mensen, die goed ingewerkt zijn en over allerlei zaken een duidelijk en vaststaand standpunt hebben ontwikkeld. De gewone partijleden, die het allemaal niet zo intensief volgen, zijn erg afhankelijk van een eerste indruk en van het beeld, dat de media verschaffen. Zo is het ook met onze achterban, de potentiële GroenLinkskiezers. Hun mening over de nummer 1 van de lijst kan dus heel anders uitvallen als de mening van de partijtijgers, die de uitslag van een referendum bepalen. Als deelnemer van het referendum moet je je daarom altijd afvragen hoe een kandidaat zal overkomen op de potentiële GroenLinks kiezer. Een lijsttrekker m/v moet grote groepen kiezers aanspreken.

Een tweede bezwaar tegen een lijsttrekkersreferendum is dat er te veel invloed kan zijn van een of meer belangengroepen. Als je de sites van beide kandidaten bekijkt, kun je zien hoe ze met nadruk er op wijzen hoe zeer ze de belangen van bepaalde groepen uit de samenleving hebben behartigd. Vooral Marije doet dat zeer nadrukkelijk. Ze wekt de indruk een uitstekend belangenbehartiger te zijn en zal daardoor wellicht veel stemmen uit die belangengroepen krijgen. Tegelijk betekent het dat je dan als lijsttrekker maar een deel van de kiezers zult aanspreken.

Een lijsttrekker moet een generalist zijn, iemand, die van alle markten thuis is. Iemand, die in een debat razendsnel kan switchen. Je moet staande het debat onmiddellijk de zwakke kanten van het standpunt van je opponent door hebben. Je moet elke debattruc doorzien. En je moet je eigen standpunt in weinig woorden overduidelijk naar voren kunnen brengen. Daarbij moet je rust en overtuigingskracht, meelevendheid en vriendelijkheid uitstralen. Hier sta ik en jullie kunnen op me rekenen.

Bij sommigen speelt ook de regio een rol. Een stad als Amsterdam met heel veel leden, kan daardoor veel invloed uitoefenen. Juist dan moet je je afvragen of die sympathieke plaatsgenoot, die je het zo graag gunt ook echt de beste kandidaat is. Een lijsttrekker is er niet om lokale belangen te behartigen. Hij of zij moet natuurlijk evenmin de lokale belangen schaden. Daar mag je uiteraard wel op letten.

Je mag bij het stemmen ook een tweede voorkeur aangeven. Het is mij niet duidelijk in hoeverre die tweede voorkeur meetelt bij het bepalen van de uitslag. Het protocol dat je kunt inzien biedt geen duidelijkheid. Er wordt wel verwezen naar de statuten en het huishoudelijk reglement, maar wie heeft die beschikbaar? Zelf heb ik maar één voorkeur aangegeven, namelijk de man, die voor mij het meest beantwoordt aan de criteria, die ik hier heb geschetst: Bas Eickhout. Wel hoop ik, dat Marije op plaats twee van de lijst komt, want ze is voor mij een uitstekend EP-lid.

Jaargang 6, Nr. 283.

Noord-Limburg aantrekkelijk toeristisch gebied

zaterdag, september 14th, 2013

VAKANTIE IN SIEBENGEWALD

Siebengewald ligt niet in Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk, maar gewoon in Noord-Limburg tegen de Duitse grens aan. Als je de oude rijksweg van Venlo naar Nijmegen volgt, leer je de streek eigenlijk niet goed kennen. Maar het gebied is geomorfologisch heel bijzonder en je vindt er ook veel bos, heide en zandduinen. Je kunt er heerlijk fietsen of wandelen, maar ook paardrijden en mountainbiken. De regio is zo aantrekkelijk, dat het de grootste moeite kostte een bungalow voor twee weken te vinden. Voor mij is het extra interessant, want ik wilde graag een aantal geomorfologische verschijnselen met eigen ogen aanschouwen.

Iets Noordelijk en Oostelijk van Siebengewald stroomt het riviertje de Niers, dat bij Gennep in de Maas uitkomt. Dichter bij Gennep is er een breed dal, waar de rivier in meandert. In de een na laatste ijstijd, het Saalien, bedekte het Scandinavische landijs het Noorden van Nederland en Duitsland. Een ijstong lag in het Rijndal tot voorbij Xanten. Westelijk van de Rijn vind je er een stuwwal met prachtige bossen. De Rijn zag zijn loop door het ijs versperd en werd gedwongen naar het Westen te stromen. In dat oude Rijndal ligt nu de Niers. Op het terrein van onze vakantiebungalow is een visvijver gegraven. Daar was goed te zien, dat de ondergrond uit zand en grint bestaat. Het is vooral wit grint en dat wijst op een afzetting door de Rijn. Ook de Maasterrassen bevatten veel grint en dat is en wordt er ook volop gewonnen. Zo vind je bij Well, omgeven door bos en heide het grote Reindersmeer, waar tussen 1931 en 2003 22500 schepen met zand en grint door de sluis zijn gevaren, die het meer met de Maas verbond. Het meer dichter bij de Maas, het Leukermeer is nu een watersportgebied.

Parallel aan de Maas liggen rivierduinen. Ze zijn tijdens een laatste koude periode van het Weichselien (= de laatste ijstijd) gevormd. In die Jonge Dryastijd had de rivier ’s winters weinig water. Dan kon zand uit de droge rivierbedding door Zuidwestenwinden worden weggeblazen. Zo werden verder van de rivier duinen gevormd nu met bos en heide bedekt. We zagen één plek waar het bos en de strooisel laag waren weggehaald, kennelijk met de bedoeling het zand weer te laten stuiven. Het hele gebied tussen Gennep en Venlo is een Nationaal Park “De Maasduinen”. We wandelden bijvoorbeeld door het landgoed de Hamert, waar vennen voorkomen, ontstaan door uitwaaiing. Jaren geleden was het in het nieuws, toen er plannen waren om er zand en grint te gaan winnen. Dat is gelukkig niet gebeurd. Dichterbij de dorpen worden hei en bos afgewisseld door landbouwgronden. Het licht glooiende landschap is daar zeer aantrekkelijk. Als ik het goed gezien heb, zijn er vooral melkveebedrijven met een enkele varkensboer er tussen door. Enkele bedrijven zijn zich gaan richten op bloemen en planten. We zagen er rozen, dahlia’s en bijzonder mooi een veld met meerdere soorten lelies. We zagen ook kastuinbouw en aspergeteelt. Zo biedt het gebied toch behoorlijk veel werk in de tuinbouw, de melkveehouderij en het toerisme en in Gennep en Boxmeer ook industrie. Er vertrekken weliswaar mensen, maar er vestigen zich ook gepensioneerden uit de Randstad en in verband met de tuinbouw ook veel Polen. Daardoor wordt de krimp redelijk gecompenseerd. Toch was mijn lijfblad in Siebengewald niet meer in de losse verkoop. Velen lezen de krant kennelijk digitaal. Maar het lukte halverwege de vakantie de krant in de bus te krijgen.

Je zou mogen verwachten, dat de grensligging het gebied extra aantrekkelijk maakt. Dat merk je ook aan de mensen. In Nederland kwamen we groepjes Duitsers tegen en zag je ook de erg kleine routetekens van grensoverschrijdende Duitse fietsroutes. In Duitsland kwam je Nederlanders tegen. Het verwonderde mij, dat de VVV daar niet op inhaakt. Daarom heb ik de tijdschriftenverkoper, waar ik mijn knooppuntenkaart kocht maar attent gemaakt op de fietskaart van de Kreis Kleve, uitgegeven door Bielefelder Verlag.

We hebben twee weken genoten daar in de Ottenkamp4 in het buitengebied van Siebengewald. Aanbevolen, binnenkort ook als B&B,

Jaargang 6, Nr.282.

De burgeroorlog in Syrië

zondag, september 8th, 2013

ZIJN ER OOK NOG GOEDE MENSEN IN SYRIË?

Terwijl ik tijdens mijn vakantie de krant las of Tv keek, moest ik bij de berichtgeving over Syrië vaak denken aan de revolutie tegen de Sjah in Iran in 1979. Perzië was toen een echte dictatuur met geheime politie en martelingen in gevangenissen. De linkse oppositie werd keihard aangepakt, maar verzette zich ook hevig. Daarbij werden ze gesteund door bannelingen elders in de wereld en door Irankomitees, ook hier in Nederland. In 1979 zou er een Wereldjamboree in Iran worden gehouden. In de landelijke raad van Scouting Nederland verdedigde ik in december 1978 een motie om niet naar Iran te gaan. Dat zou steun aan het regime van beulen en moordenaars betekenen. De motie werd niet aanvaard, maar door de revolutie ging de jamboree niet door. In Iran kwam geen democratie. Linkse mensen worden nog steeds vervolgd. Er is nu een dictatuur van ayatollah’s. Ik ben er erg sceptisch over geworden of een gewelddadige revolutie kan leiden tot een verbetering van de situatie in een land.

 Wat zien we nu bij de zogenaamde Arabische Lente? Goed ontwikkelde geseculariseerde jonge mensen, gebruik makend van moderne media als Facebook en Twitter maken de bevolking bewust van het gebrek aan democratie en op de slechte economische situatie. Ze krijgen steun van de bevolking. Het regime wankelt en een voorlopige regering organiseert verkiezingen. Islamitische partijen van de Moslim Broederschap of ermee verwant verkrijgen een meerderheid. De nieuwe regering brengt er weinig van terecht. Economische problemen los je niet zo maar op. In Libië blijven strijdgroepen hun gang gaan en heeft de nieuwe regering weinig te zeggen. In Egypte is de regering door het leger opzij gezet en het leek erop, dat die machtswisseling de steun had van veel burgers. De Moslim Broederschap meende, dat ze de meerderheid had en dus geen rekening hoefde te houden met minderheden. De Kopten hebben het geweten.

Het is een breuk met een oude traditie. In de Islamitische wereld leefden zonder veel problemen eeuwenlang kleine groepen Christenen en Joden. Zij waren ook mensen van het boek, de Bijbel van de Christenen en de Thora van de Joden. Het gebod van de gastvrijheid schreef het voor. Als er maar niet geprobeerd werd Moslims te bekeren. Nu komt er dan het streven naar democratie. Ik vraag mij steeds vaker af of Islam en moderne democratie wel kunnen samengaan. De democratie komt er vaak als een reactie op een autocratisch bewind en op slechte economische omstandigheden. Daarbij wordt vaak een verband gelegd met Westers imperialisme. De rijken en machtigen in het eigen land spelen onder een hoedje met multinationals en machtige staten. Een verband met Joodse invloeden en de rol van christenen in veel Westerse landen is gauw gelegd. Daar kunnen Christenen en Joden in het eigen land weer last van krijgen.

Syrië behoorde eeuwenlang tot het Osmaanse rijk. Toen dit na de Eerste Wereldoorlog uiteenviel werd het een Frans mandaat. Na de Tweede Wereldoorlog werd het een zelfstandige staat. Zoals vaker bij nieuwe landen vind je er meerdere bevolkingsgroepen. De meerderheid bestaat uit Soennieten, maar ze worden overheerst door een Alawitische elite. Daarnaast zijn er Sjiieten, Druzen, Koerden en Christenen in soorten, zowel Oosters Orthodoxen als met Rome verbonden Christenen. Al die minderheden zijn – ik denk terecht – bevreesd voor een regime van de Soennitische meerderheid. Die tonen zich vaak zeer onverdraagzaam tegenover minderheden en zelfs in Irak met een meerderheid van Sjiieten zorgen de oude Soennitische machthebbers voor veel onrust en de nodige vreselijke aanslagen. De heftige reactie van de Syrische regering tegenover de opstand is in dit licht goed te begrijpen, maar niet te verdedigen.

Ik ben niet in staat tussen al die strijdende groeperingen de goede partij aan te wijzen. Voor mij begaan ze allemaal de meest vreselijke misdaden. Ik betrap mij erop af en toe te denken, dat ze maar op hun krankzinnige manier moeten doorgaan met elkaar uit te moorden. Tot 1945 wisten wij in Europa daar alles van. Misschien komt er dan eindelijk dat moment van bezinning. Het is zinloos elkaar uit te moorden. We moeten een manier vinden om vreedzaam samen te leven. Of een Amerikaanse aanval dat moment dichterbij zal brengen betwijfel ik zeer. Het zal alleen maar nog meer doden kosten. De onderlinge haat zal nog groter worden. Die haat kan zich ook richten naar het Westen. De enige manier om het einde van de strijd dichterbij te brengen is een absolute stop op wapenhandel naar Syrië, waaraan ook Rusland en de Arabische wereld zich houdt. Maar dan moet zelfs de hele wereld tot bezinning komen. Voor de meer dan twee miljoen vluchtelingen is dat te wensen.

Jaargang 6, Nr. 281.