Archive for januari, 2012

Atlas van Europese Waarden

vrijdag, januari 27th, 2012

LEESBAARHEID KAARTEN ENORM
VERBETERD

Recent is een nieuwe editie van de “Atlas van Europese Waarden. Trends en Tradities rond de eeuwwisseling” verschenen. In alle Europese staten, inclusief Turkije en Rusland worden voortdurend mensen ondervraagd op tal van terreinen. Ze moeten bijvoorbeeld aangeven in hoeverre ze het eens of oneens zijn met een bepaalde stelling. Zo’n stelling moet uiteraard in de betreffende landstaal vertaald worden. Dat is sowieso al moeilijk en dan blijft nog het probleem dat een woord in de ene taal net een iets andere betekenis of gevoelswaarde heeft als in het Engels, de voertaal van de atlas en het voorafgaande onderzoek. Dat maakt het onderzoek ook erg kostbaar en dat is in de prijs van de atlas goed te merken. Die is exclusief BTW € 139,– en samen met de 6% BTW en de vervoerskosten kwam de rekening op € 156,88 uit. Kijk je echter naar de fraaie vormgeving en de schat aan gegevens, dan vind ik de atlas dat bedrag zeker waard.

Mijn kritiek bij de vorige uitgave van 2005 was, dat de kaarten heel moeilijk leesbaar waren. Bij elk hoofdstuk paste een bepaalde kleur en de kaarten gaven de verschillen per land aan in meerdere tinten per kleur. De verschillen in tint waren zo klein, dat je maar moeilijk kon bepalen bij welk percentage de kleur hoorde. Nu is er gekozen voor duidelijk contrasterende kleuren, waarbij het verschil tussen hoogste en laagste waarde in een oogopslag te zien is. Ook de vele staaf- en cirkeldiagrammen zijn goed leesbaar.

Na een voorwoord van de President van de Europese Raad, Herman van Rompuy komt een kort hoofdstuk met een snelle samenvatting van de Europese geschiedenis. Je merkt dan hoeveel de Europese staten gemeenschappelijk aan geschiedenis hebben en de geschiedenis vormt het land. Desondanks zijn de verschillen tussen de staten enorm. Ik probeerde een of andere regelmaat te ontdekken, maar die is er op het eerste gezicht niet. In de volgende hoofdstukken komen allerlei aspecten aan de orde van Europa, Gezin en familie, Arbeid, Religie, Politiek, Samenleving en Welzijn. Dan volgt een conclusie. Er is korte informatie per land en informatie over de studie op zich.

De eerste kaart in de atlas met als titel “European citizenship” geeft de resultaten per land naar de vraag in hoeverre de mensen zich Europeaan voelen. Zij moesten de vraag beantwoorden bij welk gebied zij  het meest behoren en dan de volgorde bepalen tot het er het minst bij behoren. Daarbij moesten ze kiezen uit de woonplaats, de regio, het land, Europa en de wereld. Als Europa als eerste of tweede genoemd werd, dan telde dat mee als antwoord met Europa verbonden. Alleen in Luxemburg en Kosovo voelt meer dan 30% zich zo met Europa verbonden, dat zij Europa op de eerste of tweede plaats zetten. België, Zwitserland en Finland scoren tussen de 20 en 29%. Onder het gemiddelde zitten Groot-Brittannië en nog sterker Ierland, Spanje, Polen, Oekraïne, Roemenië, Georgië en Turkije. De Russen voelen zich het minst Europees. In elk land geeft een cirkeldiagram aan welk percentage welk gebied als eerste noemt. Zo voelen Nederlanders zich sterk verbonden met hun woonplaats en hun land en minder met hun regio, terwijl de Duitsers zich sterk verbonden voelen met ook de woonplaats, maar niet met de Bondsrepubliek, maar meer met de eigen bondsland Beieren of Nedersaksen bijvoorbeeld. In bondsstaten als Zwitserland en Oostenrijk zie je eveneens die sterke binding aan kanton of Bundesland. Gelukkig voelen nog heel wat Belgen zich verbonden met België. De regio scoort er wat lager, maar dan komt weer de vraag of als regio de provincies of de taalgebieden zijn bedoeld. U ziet, hoeveel interessante dingen je kunt zien op nu maar één kaart. Ik ga er dus de komende tijd nog meer blogs aan wijden.

Loek Halman, Inge Sieben and Marga van Zundert: Atlas of European Values. Trends and Traditions at the turn of the Century. Tilburg University European Values Study. Uitgave Brill, Leiden. ISBN 978 90 04 20705 9.

Jaargang 4, Nr. 199.

Station Driebergen-Zeist in de toekomst

vrijdag, januari 20th, 2012

NOG WAT PUNTJES OP DE I NODIG

De verbinding tussen Zeist en Driebergen, de Driebergseweg – Hoofdstraat, is een weg met hindernissen. Er zit een dubbele op- en afrit van de A12 in en een overweg bij station Driebergen-Zeist. De kruising met de A12 wordt nu verruimd in het kader van de verbreding van de A12. Het Bunnikse Bedrijf BAM heeft er een mooie klus aan nu er nog maar weinig woningen en gebouwen kunnen worden gebouwd. Die verbreding hakt er letterlijk goed slecht in, want er zijn heel wat bomen gesneuveld. Elke keer als ik er dan weer langs fiets, denk ik: “Hoe lang blijft die benzine nog betaalbaar voor de gemiddelde automobilist?” De vraag neemt enorm toe en het aanbod stijgt te weinig. Het winnen van de aardolie wordt steeds kostbaarder. Komt er een moment, dat die A12 er grotendeels ongebruikt bij ligt?

Daarom is het maar goed, dat er tegelijk gewerkt wordt aan verbetering van het spoor. Bij station Driebergen-Zeist komen straks vier sporen en gaat de Driebergseweg onder het spoor door. De vier sporen maken het mogelijk, dat intercity’s hier een stoptrein passeren en zo kunnen er straks meer treinen rijden tussen Utrecht en Arnhem en tussen Utrecht en Veenendaal en Rhenen. Die snelsporen komen aan de buitenkant te liggen en middenin komt een breed eilandperron waar aan weerszijde treinen kunnen stoppen. Onder de sporen en het perron komen de fietsenstalling en het stationsgebouw en een doorgang voor fietsers en voetgangers. Via een trap en een lift kan men op het perron komen. Tijdens een informatieavond merkte iemand op, dat als er iets flink fout gaat op een van de sporen ter hoogte van de trap er geen andere vluchtweg is voor de mensen op het eilandperron dan over de sporen. Mijn conclusie was, dat er nooduitgangen moeten komen aan de oost- en de westkant van het eilandperron. Aan de oostkant zou een (beweegbare) trap kunnen komen naar het fietspad aan de oostkant van de Driebergseweg. Dat fietspad ligt hoger dan de weg voor de auto’s. Meer westelijk zou de vluchtweg via een tunnel naar de parkeergarage kunnen lopen.

Die parkeergarage voor 800 auto’s is nog niet definitief op de plek gesitueerd. De kantoren aan de huidige Stationsweg moeten er voor wijken. Er is veel leegstand bij kantoren. Een nieuwe locatie vinden lijkt geen probleem, maar het moet ook financieel rondkomen. Uit de woorden van de gedeputeerde maakte ik op, dat hij rond dit station meer activiteiten wil. Het huidige P+R terrein zou daar ruimte aan bieden, maar ik vrees, dat er ook verlekkerd wordt gekeken naar tuincentrum en kwekerij Abbing. Voor sommige mensen zijn kantoren veel mooier dan een kwekerij met bloemen en planten.

Het is wel zeer wenselijk, dat er meer parkeermogelijkheden komen. Ik verwacht ook, dat er meer treinforensen zullen komen als het auto rijden te kostbaar wordt. Het is mij niet duidelijk geworden of het perron vanuit de parkeergarage rechtstreeks bereikbaar is. Het lijkt mij zeer wenselijk. Of een lift dan ook nog rendabel is zou men moeten nagaan. De Heuvelrug kent veel instellingen voor ouderen en mensen met een beperking. Camera’s zullen in de parkeergarage en de tunnel naar het perron voor veiligheid moeten zorgen.

Voor fietsers is de situatie vergeleken bij het vorige ontwerp verbeterd. De route Odijk – Zeist wordt dagelijks gebruikt door tientallen scholieren en mensen, die met de trein naar hun werk gaan. Hij maakt ook deel uit van de landelijke fietsroute LF4. Vergeleken bij het vorige ontwerp is de route veel veiliger geworden voor fietsers. Als zij vanuit Odijk rechtsaf moeten over een “Nieuwe Stationsweg” moeten ze alleen verkeer van rechts voorrang verlenen. Deze T-kruising zou wat veiliger kunnen worden door een plateau. Tot het kruispunt bij de Breullaan is er geen kruising meer met doorgaand autoverkeer. Wel moeten ze omlaag onder het spoor door en weer omhoog. Onder de sporen en het perron is ook de fietsenstalling. Dus moet er voor de toegang voldoende ruimte zijn zodat de doorgang op het fietspad niet wordt versperd. Ik merkte ook, dat ik redelijk comfortabel naar het fietspad door het landgoed Willinkhof kan fietsen. Maar men hoopt, dat alles klaar zal zijn in 2020 en dan zou ik 85 jaar jong zijn. Of ik dan nog kan fietsen? Ik hoop het mee te maken!

Jaargang 4, Nr. 198.

Misbruik in de Rooms-katholieke Kerk

dinsdag, januari 17th, 2012

Empathie gevraagd

De Rooms-katholieke Kerk maakt in Nederland een moeilijke tijd door. De misbruikaffaire hakt er in. Allerlei meningen komen naar voren. Intussen is het onder onze mensen geen populair gespreksonderwerp. We zijn het zat er alsmaar over te horen. De meesten van ons is het indertijd volkomen ontgaan. Meestal kennen we ook geen slachtoffer. De overgrote meerderheid van de priesters, fraters en nonnen gedroeg zich keurig. Zoals velen kan ik zeggen, dat ik nooit iets heb meegemaakt, terwijl ik bij nonnen op de kleuterschool zat, bij fraters op de Lagere school en op de kweekschool en intussen had ik vaak intensieve contacten met parochiegeestelijken. En toch hoor je volkomen onverwacht over de vernederende straffen voor een neef op een internaat voor kinderen en wat later over de vergeefse toenaderingspoging van een frater naar een klasgenoot. Er zijn in Nederland duizenden mannen en vrouwen, die de ellende van misbruik in hun jeugd levenslang meedragen. Het zijn mensen, die blijvend in nood verkeren. Je kunt er o zo gemakkelijk mee geconfronteerd worden. Dan kun je als mens voor die mens in nood iets betekenen. Luisteren naar zo’n lijdende mens en met hen het verdriet voelen en de woede en de bitterheid. En bedenken, dat het ook jouw kind of kleinkind zou kunnen overkomen en wat dat met jou zou doen.

Van onze bisschoppen wordt ook verwacht, dat zij zo met de slachtoffers meevoelen. Toen ik onze bisschop Wim Eijk op de TV zag en hoorde, kon ik daar weinig van merken. Ik zag een bestuurder, die verantwoording aflegde over zijn organisatorische aanpak van de affaire. Hij sprak ook over schaamte en verdriet en spijt, maar het waren slechts woorden. Van gevoelens van schaamte en verdriet en spijt werd niets zichtbaar of hoorbaar. Het was of hij zich had voorgenomen zich in alle opzichten te beheersen. Het leek ook of zijn vorige beroep van arts nog meespeelde en dat hij koel tot een diagnose kwam en precies wist welke behandeling nodig was en zich niet realiseerde, dat die mensen iets heel anders verwachten dan een pil of een poedertje. Wat zou het goed zijn als ook bisschoppen kinderen en kleinkinderen zouden hebben. Dan zouden ze geen gebrek hebben aan empathie, het vermogen om met iemand anders mee te voelen.

====================

Dit commentaar werd geschreven na de publicatie van het Deetman rapport. Het was bestemd voor ons parochieblad, maar er was te weinig ruimte, want de brief van de bisschoppen van drie A5 pagina's moest er per sé in. Tsja.

Intussen heeft deze bisschop tijdens een bijeenkomst met slachtoffers in Hengelo (Ov.) beloofd, dat zij voor een gesprek zullen worden uitgenodigd.

Discussie in de Partijraad van GroenLinks

zaterdag, januari 14th, 2012

RECHT OP DE ZELF GEKOZEN DOOD

Een vaak voorkomende scène in een film. Een wanhopige mens staat op de rand van een dak en dreigt te springen. Wakkere politieman komt dichterbij, praat heel verstandig, gaat in op de emoties. Dan breekt de wil van de springer en laat hij zich door de agent wegvoeren. Soms wordt de scène nog gruwelijker gemaakt door het publiek te laten roepen: “Spring lafaard!”. Je maag krimpt samen. Hoe kunnen ze? Zijn ze krankzinnig?

Een verstandig mens vindt het heel normaal om een zelfdoding te voorkomen. Je komt thuis, vind jouw kind of je partner bewusteloos en de nodige doosjes pillen op de tafel. Razendsnel bel je 112. In het ziekenhuis wordt de maag leeg gepompt en je bent hartstikke gelukkig als de dood wordt voorkomen en de patiënt waarschijnlijk ook. Veel pogingen tot zelfdoding zijn immers niet bedoeld om te lukken, maar vormen een signaal van wanhoop. Help me, want ik heb het zo moeilijk. Het is inmiddels ruim 45 jaar geleden, dat ik les gaf in een eindexamenklas van een HBO instelling. In die klas waren er dat jaar twee zelfdodingen. In een van de gevallen vertelde de jongeman zijn ouders nog, dat hij er zo’n spijt van had, maar het was al te laat.

Zelfdoding is een raadselachtig verschijnsel. Je kunt je niet of nauwelijks inleven in de geestestoestand van een zelfdoder. De nabestaanden blijven vaak achter met de waaromvraag en een schuldgevoel. Hadden wij het kunnen voorkomen? Soms biedt een afscheidsbrief enig inzicht. Vaak is er ook woede. Je laat mij achter met de problemen of ik rekende op een fijne oude dag met jou en nu ben je weg. Er bestaan ook bijeenkomsten voor groepen nabestaanden om samen het gebeuren te verwerken.

Zelfdoding zoals hier beschreven is van een geheel andere aard als de eis om zelf een eind aan je leven te mogen maken omdat je oud geworden klaar bent met je leven. Zo zegt men dat. Ik kan mij best de angst of de wanhoop of een depressie voorstellen, die mensen tot een ultieme daad drijft, maar als een gezonde zeventigjarige zegt klaar te zijn met het leven, dan vraag ik mij verbijsterd af hoe hij of zij dat weet. Ik ben die leeftijd al zeven en een half jaar voorbij en elke keer ontdek ik weer, dat ik iets voor mijn familie of mijn vrienden of mijn omgeving of mijn partij of de gemeenschap kan betekenen. Nu bijna twee jaar geleden beschreef ik na haar overlijden, hoe een tante van mij ruim een half jaar daarvoor ontdekte hoeveel ze voor een gezin betekende waar zij de rol had van plaatsvervangend oma. Haar leven kreeg zo weer zin en ze kreeg weer zin in het leven. Het is de ander, die jouw leven zin geeft. Het betekent voor ons een enorme verantwoordelijkheid. Wij moeten er zijn voor de ander.

In een sterk geïndividualiseerde maatschappij valt het niet mee om die verantwoordelijkheid waar te maken. Velen voelen zich alleen maar voor zich zelf verantwoordelijk en zelfs dat is problematisch. Maar hoe maak je de verantwoordelijkheid waar als de ander zich daarvoor afsluit? Wat doe je als mensen niets met een ander te maken willen hebben? Leven en laten leven? En eventueel niet langer meer leven? Waar ligt de grens van wat wij als gemeenschap toestaan? Stellen wij als liberaal denkende mensen nog grenzen?

Het moge duidelijk zijn, dat de discussie in de Partijraad van GroenLinks mij aan het denken heeft gezet. Ik kreeg de indruk, dat er voor een libertaire of vrijheidslievende partij geen grenzen  worden gesteld aan het individuele gedrag. Vrijheid blijheid. Dat laatste is nu juist de vraag. Is er blijheid wanneer een medemens geen verdere zin in zijn of haar leven ziet en kiest voor het einde?

Jaargang 4, Nr. 197.

Blogsstatistieken

vrijdag, januari 6th, 2012

GROEIENDE BELANGSTELLING

Toen ik nu bijna vier jaar geleden met mijn weblog begon, had ik daarbij wel bepaalde ideeën. Ik wilde een onafhankelijk medium om mijn gedachten kwijt te kunnen. Ik geloofde, dat ik wel iets te zeggen had en dat geloof ik nog steeds. Die gedachten, meestal over actuele zaken, kwamen vooral terecht in mijn Columns van de Week, inmiddels bijna 200. Daarnaast wilde ik mijn weblog gebruiken als een soort archief voor elders gepubliceerde stukken of zienswijzen. Daarvoor waren de andere rubrieken. Zo kan ik merken, dat het aantal bezoekers toeneemt, zo gauw ik iets publiceer over de Rooms-katholieke Kerk. Ook het onderwerp Dossier A12 Salto over de verbinding van Houten met de A12 trekt regelmatig bezoekers en dan met name ook het alternatief, de Meerpaalvariant. In mijn zienswijzen daarover komt ook steeds naar voren, dat er veel informatie ontbreekt, zodat er eigenlijk geen goede besluitvorming mogelijk is. Zou het daarom zijn, dat de publicatie van het definitieve ontwerp bestemmingsplan twee maanden is uitgesteld?

Ik ben dan ook heel nieuwsgierig naar de resultaten van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de invloed van bloggers op de politiek. Daarvoor wordt ook mijn weblog gebruikt en ik kreeg de indruk, dat zij de gehele inhoud gedownload hebben. Wil ik invloed uitoefenen? Ja en neen. Ja, want af en toe erger ik mij dood over bijvoorbeeld toestanden in de zorg en hoop dan mensen wakker te schudden. Neen, want mijn bedoeling is vooral mensen aan het denken te zetten en zo tot een eigen mening te komen. Mensen zouden veel meer moeten nadenken over wat er in onze samenleving aan de hand is. Dat is een eerste stap naar verandering.

Het aardige is ook, dat steeds meer oud-leerlingen van het Niels Stensen College in Utrecht mijn weblog beginnen te ontdekken. Dat merk ik aan de gebruikte zoektermen en soms aan de reacties. Dan blijkt, dat ze mijn gedrevenheid van toen voordat ik per 1 augustus 1994 stopte nog steeds herkennen. Ik kom op de meest onverwachte momenten oud-leerlingen tegen en elke keer doet het mij weer goed te ontdekken, dat ze hun weg in het leven gevonden hebben.

Er is ook een duidelijke groei in de belangstelling. Soms publiceer je iets, dat echt de aandacht trekt. Mijn weblog is natuurlijk niet te vergelijke met bekende bloggers, die al veel langer bezig zijn. Die trekken op een dag bezoekersaantallen, waar ik een maand over doe. Mijn hoogste aantal bezoekers op één dag is 197. Maar interessanter is de groei, die te constateren valt.

Unieke bezoekers

 003954

005899

011384

Max. per maand

Nov 487

Sep 101

Dec 1113

Totaal bezoekers

009430

013983

024276

Maandmaximum

Jul 993

Sep 1493

Mei 2393

Pagina’s

033409

046130

068725

Maandmaximum

Jul 4123

Sep5196

Dec 6680

Aan favorieten toegev.

247

153

234

Hits

057815

073443

088552

Bytes

342,54MB

372,80MB

540,74MB

 

2009

2010

2011

 

Er is sprake van een groeiende belangstelling. Daarbij moet worden opgemerkt, dat het werkelijke aantal bezoekers hoger ligt, doordat het weblog gelinkt is met andere sites zoals www.planeetgroenlinks.nl. Dus moet je anderhalf tot twee keer zoveel bij bovenstaande aantallen optellen. De omvang van mijn weblog is zo stevig gegroeid, dat ook mijn provider meer ruimte moest inruimen.

In de afgelopen decembermaand trok mijn weblog gemiddeld ruim 72 bezoekers per dag. Toch krijg ik maar weinig reacties. Het maakt alles nog spannender als er discussies ontstaan. Schroom niet!

Tot slot: Alle Goeds voor dit nieuwe jaar!

Jaargang 4, Nr. 196.