Archive for november, 2008

Kritiek op godsdiensten

zondag, november 30th, 2008

Moeten godsdiensten worden afgeschaft? 

Een boeiende kant van GroenLinks is, dat mensen met geheel verschillende inspiratiebronnen elkaar vinden in de typisch GroenLinkse idealen: ecologisch verantwoord leven, sociale rechtvaardigheid, acceptatie van de mondialisering, afwijzing van geweld en zo streven naar een vreedzame samenleving. In de discussies speelt die persoonlijke inspiratiebron vrijwel nooit een rol. Van de vele bekenden weet ik meestal niet of ze wel of niet religieus zijn, of ze meer socialistisch of meer liberaal zijn of allebei. Evenmin weet ik of ze nieuw lid zijn of vroeger lid waren van de PPR, de PSP, de CPN of de EVP. Maar ik merk wel, dat het meestal bevlogen mensen zijn en dat word je niet als er niet iets meer is, dat jou drijft. Het is voor mij heel boeiend met zulke verschillende mensen samen te werken aan de verwezenlijking van onze idealen. Ik voel mij happy en ik voel mij thuis in GroenLinks. 

Toch schrik ik af en toe als binnen GroenLinks mensen afgeven op iets, dat mij dierbaar is. Dan lees je in GroenLinks Magazine een ingezonden brief, waar ongenuanceerd wordt afgegeven op de rol van religies in de wereld. Het sms-je, dat tijdens het laatste congres werd voorgelezen met als inhoud “Schaf de godsdiensten maar af” ligt ook in die lijn. Beelden van het congres kwamen op Internet en kijkers konden een sms sturen. 

Ik weet vanzelfsprekend ook wel, dat in naam van diverse godsdiensten de meest verschrikkelijke dingen gebeuren en zijn gebeurd. Overigens speelde er vaak een ander conflict en werd de godsdienst er met de haren bij gesleept. Hitler was in het geheel niet religieus, maar op de koppels van Duitse militairen stond wel “Gott sei mit uns” . Aan het conflict in Noord-Ierland lagen sociaal-economische problemen ten grondslag. Onder katholieken was de werkloosheid veel hoger en zij wilden aansluiting bij de Ierse Republiek. Of mensen nu religieus zijn of niet, ze kunnen de meest verschrikkelijke dingen doen. Iedereen kent voorbeelden genoeg. 

Nu zijn er genoeg andere redenen om een hekel aan godsdiensten te hebben. Je kunt het geloof in het bestaan van een God maar achterlijk vinden en gelovigen zien als achterlijke idioten. Als zo’n achterlijke gelovige kan ik mij dat goed voorstellen, want mij worden nogal vreemde dingen als te geloven voorgehouden. Reken maar, dat ik aan veel dingen twijfel, de pest heb aan dogma’s en nog meer aan dogmatisch denken. Daarom ben ik altijd verbaasd te merken hoe zeker atheïsten zijn in hun ontkennen van het bestaan van een god. Wat dat betreft lijken ze op ouderwetse katholieken en op de meeste Nederlandse bisschoppen, vooral benoemd vanwege hun behoudende opvattingen. 

Die bisschoppen maken er een gewoonte van die opvattingen vaak luidkeels te verkondigen. Ook voor  hen geldt de vrijheid van meningsuiting. Ze gaan dus hun gang maar. Vaak heb ik een andere mening en ik neem mijn eigen gewetensbeslissing. Die houding vind je bij de meeste katholieken in Nederland. Maar in andere landen is de invloed van het bisschoppelijke woord veel groter. Daar vind je door het verbod van anticonceptiva dan bijvoorbeeld veel meer tienerzwangerschappen en abortussen. Het is dan religieus bepaald, maar elders is het een kwestie van nationalisme. De hele houding van de katholieke kerk rond seksualiteit is nog erg Victoriaans en door het dogmatisch denken verandert het maar langzaam. 

Er zitten dus negatieve kanten aan religie, maar sluit dan niet de ogen voor alle goede dingen, die vanuit een religieuze inspiratie gebeuren. In mijn eigen omgeving merk ik, dat mensen minder eenzaam in het leven staan en dat ze bij problemen goed worden opgevangen door buren en kennissen. Heel veel ontwikkelingswerk in de Derde Wereld gebeurt en gebeurde vanuit een religieuze achtergrond en vooral tegenwoordig gaat het minder om mensen over te halen zich bij een religie aan te sluiten. Men probeert het voorbeeld van Jezus van Nazareth voor te leven en zo de boodschap van naastenliefde zichtbaar te maken. Niet praten maar doen! 

De media schenken altijd vooral aandacht aan conflicten en negatieve dingen. Zo krijgen buitenstaanders een eenzijdig beeld van de werkelijkheid binnen plaatselijke geloofsgemeenschappen. Echte kennis over religies is bij veel mensen nauwelijks aanwezig. Dat maakt het vreedzaam samenleven in het dorp of de buurt moeilijker. Van GroenLinks mag verwacht worden, dat de partij bevordert, dat jonge mensen wat algemene kennis hebben over al die verschillende ideeën, gewoonten en gebruiken bij de verschillende bevolkingsgroepen. Zo kun je rekening houden met elkaar en dat is iets anders dan elkaar verketteren.

Profiteurs in de geprivatiseerde thuiszorg

vrijdag, november 21st, 2008

Persoonsgebonden budget trekt kleine graaiers aan! 

Mijn 94 jaar jonge Tante Jo in Den Haag is het slachtoffer geworden van een van de vele handige jongens die zich via het PersoonsGebonden Budget (PGB) op de geprivatiseerde zorgmarkt hebben gestort. 

Tante Jo is nog steeds zeer bij de pinken en zij woonde tot voor zeven maanden nog zelfstandig. Ze had wel hulp nodig en kreeg die van de Thuiszorgorganisatie Meavita: huishoudelijke hulp en persoonlijke hulp bij het aan- en uittrekken van de steunkousen. Anderhalf jaar geleden verschenen er in de kranten berichten over problemen bij Meavita. De hulpverleners bleken zich evenzeer ongerust te maken over hun baan. Dus werd mijn Tante Jo ook ongerust. Zou ze van de ene op de andere dag geen hulp meer krijgen? 

De slimme heer M. maakte daar handig gebruik van. Als ouderenadviseur had hij voor mijn tante veel goed werk gedaan: belastingpapieren in orde maken. Allerlei dingen aanvragen en daarvoor de nodige formulieren invullen. Zo had hij haar vertrouwen gwonnen. Hij vertelde mijn tante, dat ze zich vooral niet ongerust moest maken, want hij wist nog wel prima mensen, die huishoudelijke hulp konden geven. Als ze nu een PGB nam zou hij voor alles zorgen. En ja, de huishoudelijke hulpen verschenen, weliswaar van wisselende kwaliteit, maar over het algemeen ging het goed. Mijn tante Jo betaalde elke maand uit de voorschotten van haar PGB de rekeningen voor huishoudelijke hulp, maar ook voor het aan- en uittrekken van de steunkousen. Vaak deed de heer M. dat zelf, hoewel hij daar niet toe bevoegd was. Wist hij zelf eigenlijk, dat het geld van het PGB daarvoor niet gebruikt mocht worden? Persoonlijke zorg valt immers onder de AWBZ. Zo ging dat een tijd door. Van de dames hoorde mijn tante intussen minder vleiende berichten over de heer M.. Ze werd steeds wantrouwender en eiste vakbekwame persoonlijke zorg. Uiteindelijk zorgde de heer M. daarvoor via de thuiszorginstelling Cardia. Dat liep prima! 

De rekeningen voor de huishoudelijke zorg kwamen van een zorgkantoor uit de provincie Utrecht. Langzamerhand werd duidelijk, dat de heer M. iets te maken had met dat zorgkantoor. Toen werd het Pasen 2008 en tante Jo ging naar een gezellige maaltijd in het Wijk- en Dienstencentrum. Ze zat naast een collega van de heer M. en klaagde over de slechte kwaliteit van de persoonlijke zorg. Nu begreep de collega waar M. mee bezig was. Tijdens de wekelijkse telefoongesprekken kreeg ik het verhaal in geuren en kleuren te horen. Wat later tijdens een slapeloos uurtje bedacht ik, dat als de rekeningen van een zorgkantoor kwamen, dat ook moest staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. En ja, het inschrijvingsnummer stond keurig op de rekening. Ik belde met de Kamer van Koophandel en kreeg te horen, dat de eigenaar en enige aandeelhouder en algemeen directeur van het betreffende zorgkantoor de heer M. was. Dat gaf mijn tante Jo diezelfde dag door aan de collega. De directie werd op de hoogte gebracht en enkele dagen later werd M. op staande voet ontslagen wegens belangenverstrengeling. De heer M. was door een 94 jarige ontmaskerd. 

Nu loopt de verantwoording van de uitgaven van het PGB en heel eerlijk heeft de opvolgster van M. ingevuld, dat er ook betaald is voor persoonlijke zorg. En ja, die valt onder de AWBZ. Moet nu Tante Jo, die zich als Haags burger zo verdienstelijk heeft gemaakt door M. te ontmaskeren uit haar schaarse inkomsten opdraaien voor de kosten van de persoonlijke zorg of treft ze creatieve ambtenaren, die deze kosten zelf bij de AWBZ declareren of een andere oplossing bedenken en deze krasse dame de kans geven rustig te genieten van haar oude dag?  

Haagse gemeentelijke politici, die deze column lezen, trek hier een les uit en kom op voor deze dappere Haagse burgeres.

Het vervolg tot nu toe 30 november is, dat de ambtenaren strikt de regels toepassen. Dat de dader vrijuit gaat en het slachtoffer aanzienlijke financiële schade lijdt blijft buiten hun gezichtsveld. Hoe we dit oplossen? Er zijn nog wegen te gaan. En daarnaast: Wat vind de politiek?

GroenLinks over ontwikkelingssamenwerking

vrijdag, november 14th, 2008

Overzicht over de ontwikkelingssamenwerking door Nederlanders krijg je nooit! 

Het GroenLinks pamflet “De falende staat van ontwikkelingssamenwerking?”  wil het debat aanzwengelen. Daaraan lever ik graag een bijdrage. De auteurs, verbonden aan het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks sluiten aan bij de modieuze trend om de resultaten van het werk af te meten aan duidelijk geformuleerde meetbare doelstellingen. We gaan in de komende tien jaar het aantal analfabeten in die regio met 10% verminderen. Of we gaan het percentage kinderen, dat basisonderwijs volgt verhogen van vijftig naar zestig procent. Dat kun je meten. Of de kinderen later ook iets met de vergaarde kennis willen of kunnen doen is een andere vraag. 

De auteurs verbazen zich over het grote succes in een groot aantal landen van het Zuiden naast zo’n vijftig staten, waar het met de ontwikkeling maar niet lukt. Hoe kan dat nou toch, vragen ze ongeduldig. Eigenlijk geven ze zelf het antwoord. Vooral Aziatische en Latijns Amerikaanse landen zijn gewoon een aantal jaren verder in ontwikkeling. Bij hun onafhankelijkheid beschikten ze al over een goed onderwijssysteem vanaf basisscholen tot en met universiteiten. Er was een spoorwegnet, een wegennet, havens en vliegvelden. Er was al de nodige industrie, ook door eigen ondernemers opgezet. In veel Afrikaanse landen was men net bezig het basisonderwijs op te zetten en beschikte men niet of nauwelijks over verharde wegen of spoorlijnen. Deze landen waren ten hoogste grondstoffenleveranciers. Ontwikkeling vraagt tijd. Soms zie je dan de lage lonen bedrijven zich naar een nieuw land zoals Vietnam verplaatsen omdat in het huidige vestigingsland de ontwikkeling inmiddels zo ver is, dat er andere bedrijvigheid komt en de lonen stijgen. Afrika is wat dat betreft nog niet aan de beurt. 

Je zult als wetenschappelijk Bureau maar de opdracht krijgen een boekje over ontwikkelingssamenwerking te schrijven. Alle partijen hebben het erover en GroenLinks moet toch mee kunnen praten. Je leest wat boeken en rapporten en het begint je te duizelen. Wat een veelheid van doelstellingen, een veelheid van ontvangende landen en een veelheid van organisaties en instanties. Je bent al een paar maanden bezig en je krijgt maar geen overzicht. Als je hetzelfde zou proberen bij het Nederlandse midden- en kleinbedrijf zou je al vlug dezelfde ervaring krijgen. Er is een tijd geweest, dat het grootwinkelbedrijf bloeide, maar de mensen kregen in de gaten, dat de gespecialiseerde winkel betere spullen verkocht en betere service verleende en zo raakte het grootwinkelbedrijf in de problemen, wat ik al jaren had voorspeld. Zo is het ook met ontwikkelingssamenwerking. Elke regio binnen elk land heeft weer eigen problemen in de eigen bijzondere omstandigheden, die dus steeds weer een eigen aanpak vergen door mensen, die daar echt verstand van hebben en goed en langdurig samenwerken met betrouwbare partners uit het land zelf. Het meest domme, dat je als ontwikkelingswerker kunt doen is voor elk land dezelfde op Europese leest geschoeide oplossing aandragen. Je moet juist heel goed rekening houden met de plaatselijke omstandigheden op natuurlijk, sociaal en cultureel gebied. Anders ga je zeker de mist in. Vroeger gebruikte ik altijd het voorbeeld van de waterleiding in India, die niet gebruikt werd. In de kranen zaten rundlederen leertjes en in India is de koe een heilig dier. Het is dus inherent aan ontwikkelingssamenwerking, dat je moeilijk een overzicht krijgt. 

Met enige ergernis constateren de auteurs, dat de grote ontwikkelingsorganisaties als ICCO, Cordaid, Hivos en Oxfam Novib hun oorsprong kennen in de verzuiling en dat daardoor de hulp zo gefragmenteerd is. Dat lijkt mij nu juist een voordeel. Het betekent immers, dat deze organisaties al zeer langdurige banden hebben met het gebied waar ze werken of de partner waar ze mee samenwerken. Ze zijn dus niet alleen in staat een project op te zetten, maar ook om het langdurig te begeleiden en het heel geleidelijk over te dragen aan inheemse medewerkers, die tenslotte zelf ook de leiding krijgen. Bij deze ontwikkelingswerkers ligt de echte deskundigheid en zij hebben ook een goed contact met de doelgroep. Al die pogingen in Nederland om vormen van jeugd- en jongerenwerk beter te stroomlijnen en grotere organisaties op te zetten zorgen er alleen maar voor, dat de beroepskrachten het contact met de doelgroep verliezen, geen resultaten meer scoren en dus kunnen worden afgeschaft. De hoera roepende belastingbetaler moppert vervolgens over de overlast van de jeugd. Politici leren het nooit. Het lijken net mensen. 

Overigens doen die verzuilde organisaties binnen hun ´zuil´ aan internationale coördinatie. In een missiegebied met Nederlandse missionarissen werkt Cordaid en elders een ontwikkelingsorganisatie uit een ander welvarend land. 

Conclusie: Luister naar de echte deskundigen, de werkers in het veld en kijk niet te veel in boeken van zogenaamde deskundigen en naar rapporten, die na een vluchtig bezoek zijn neergepend. Stoor je minder aan de waan van de dag en de mode om o zo bang te zijn, dat “gemeenschapsgeld” niet goed besteed wordt. Overal wordt van tijd tot tijd geld over de balk gesmeten, ook in het bedrijfsleven. Maar als een bankgebouw voor de zoveelste keer verbouwd wordt, hoor je de mensen maar zelden zeggen: “Dat gebeurt van onze centen!” Die bank had ook een hogere spaarrente kunnen uitbetalen. Je mag best kritisch zijn, maar liever niet ten koste van de armste in de wereld en de werkers in het veld, die alles voor hen over hebben.

Barack Obama gekozen

vrijdag, november 7th, 2008

Prikkende ogen en een brok in de keel 

Toen ik woensdag, 5 november ’s morgens om 5 uur even TV keek en die juichende massa in Chicago zag en later bij de toespraak van Barack Obama voelde ik mij echt ontroerd. Ik was de enige niet. Maar waarom? 

Het is natuurlijk altijd bijzonder zoveel mensen zo blij en gelukkig te zien en zo enthousiast en zo geroerd als hun kandidaat gewonnen heeft. Maar dat verklaart nog niet mijn eigen ontroering. Ik schreef al eerder, dat Obama de kandidaat van mijn voorkeur is. Van hem verwacht ik meer, als het erop aankomt zijn land te leiden naar een duurzame samenleving en een minder verspillende leefwijze. Amerikanen moeten leren sparen om te investeren in plaats van op de pof te leven en geen grenzen te zien. Ik verwacht in de komende acht jaar geen ingrijpende veranderingen, maar wel stappen in de goede richting, waaraan vooral veel jongeren uit alle macht zullen meewerken. Daar gaat iets groots verricht worden: Na de informaticarevolutie een ecologische revolutie! En dat tegen veel traditioneel denkende economische leiders voor wie groei de enige oplossing is. Anders is de economie niet gezond. Ik ben benieuwd, wat er van de noodzakelijke veranderingen terecht komt. 

Obama is voor mij ook een symbool van de globalisering. Hij werd geboren in Kenya uit een Amerikaanse moeder en een Kenyaanse vader uit de Luo-stam. Hij volgde basisonderwijs in Jakarta op een Rooms-katholieke school, opgericht door Nederlandse paters Kapucijnen. In Amerika zat hij op de middelbare school en een belangrijke universiteit. Barack is een wereldburger, die uit eigen ervaring allerlei culturen kent. Daarmee is hij nog niet toegerust voor het diplomatieke spel op wereldniveau, maar hij heeft de capaciteiten zich dat snel eigen te maken en weet ook goed gebruik te maken van talrijke adviseurs. 

Jarenlang gaf ik les over de Verenigde Staten en uiteraard kwam de positie van de zwarten in Noord-Amerika aan de orde. De opheffing van de slavernij, de Burgeroorlog en de discriminatie van de zwarten, de trek naar de industrie het Noordoosten en het ontstaan van getto’s, waar het onderwijs slecht was, zodat je minder kans had op werk, dus arm bleef en in het getto moest blijven wonen, zodat jouw kinderen ook weer slecht onderwijs kregen. En toen de emancipatie van de zwarten, de strijd tegen discriminatie, de toegang bevechten tot de high schools en de universiteiten, de mars op Washington met de beroemde toespraak van Martin Luther King met de steeds herhaalde zin “I have a dream!”. En dan wordt voor het eerst een zwarte man gekozen tot president. Dat kan alleen maar als zeer veel witte mensen op hem gestemd hebben. Eindelijk die angst voor de zwarte mens overwonnen. Eindelijk echte gelijkheid. Eindelijk vrijheid. Eindelijk broederschap.

Populisme populair studiethema in Nijmegen

zaterdag, november 1st, 2008

Leidt meningen peilen tot populisme? 

Afgelopen donderdag, 29 0ktober bezocht ik een symposium over populisme in Nijmegen en diezelfde avond besprak men in mijn woongemeente Bunnik een meningspeiling van de lokale progressieve partij Perspectief 21. Plotseling zag ik een mogelijk verband tussen de twee onderwerpen. Populisten zijn geneigd om de kiezers naar de mond te praten en als je door een meningspeiling goed weet wat je kiezers willen, kun je je uitspraken aanpassen aan de volkswil en zo politiek scoren. Daarover wilde ik graag een vraag stellen, maar zoals gewoonlijk bij dit soort bijeenkomsten is de tijd te kort om alle vragen aan de beurt te laten komen. 

Het symposium “Samen voor ons eigen”, ‘Populisme in de Nederlandse politiek’ was onderdeel van het Soeterbeeck programma van de Nijmeegse Radboud Universiteit. Een viertal sprekers belichtte het onderwerp en deden dit kort en duidelijk. Populisme heeft weliswaar een negatieve klank, maar het zorgt er soms voor, dat verwaarloosde thema’s op de politieke kaart worden gezet. Daarnaast slagen zij er in politiek onverschilligen te mobiliseren. Op zich is dat positief. Ik noteerde een aantal kenmerken. Populisten zijn geneigd de maatschappij in tweeën te delen. Het is wij tegen zij. Populisten komen met schijnbaar eenvoudige oplossingen, of die nu strijdig zijn met de wet en internationale verdragen of niet. Ze zijn niet geneigd om rekening te houden met minderheden. Ze tonen een sterke afkeer van het Haagse politieke establishment. Zij roepen, dat zij en zij alleen de wil van het volk vertegenwoordigen. Daardoor zijn ze antiparlementair. Ze spelen in op de angsten, die bij de mensen leven en daardoor gedijen ze vooral goed in onzekere tijden. Zij doen zich voor als daadkrachtig en roepen, dat zij er wel voor zullen zorgen, dat het fileprobleem wordt opgelost of dat Nederland in de kortste keren weer veilig zal worden als vroeger. Hun demagogie trekt de aandacht van de media, die omwille van de aantallen abonnees of omwille van de kijkcijfers de gesignaleerde problemen sterk uitvergroten, waar de populisten dan weer gretig op inspelen. Zelfs kwaliteitskranten bezwijken af en toe voor de verleiding en daarbij spelen vooral sensationele koppen een rol, die bij lezing de inhoud van het artikel niet blijken te dekken. Lezers van de Volkskrant protesteren daartegen herhaaldelijk. 

Bill Clinton heeft tijdens zijn regeerperiode het instrument van de opiniepeiling intensief en kundig gehanteerd. Hij bleef van dag tot dag op de hoogte van wat er leefde en stelde zo nodig zijn beleid bij of zorgde voor een betere presentatie van zijn beleid. Als groot communicator kon je dat aan hem overlaten. Daarbij hield hij zich niet erg aan zijn principes en wist zo ook de steun te krijgen van het Congres. Hij had immers te maken met Republikeinse meerderheden. Hij kon zich dus ook niet aan al zijn principes houden. Hij was dus niet antiparlementair, verkocht geen simpele oplossingen en stortte zich niet in wilde avonturen om populair te blijven. Naar mijn mening hanteerde hij het instrument van de opiniepeiling op verantwoorde wijze. Vooral bij nieuwe ontwikkelingen is het belangrijk ervan op de hoogte te zijn van wat er leeft onder de mensen. 

In de gemeente Bunnik bestaat sinds 1997 de lokale progressieve politieke partij Perspectief 21. Leden van GroenLinks en Partij van de Arbeid zijn automatisch lid, tenzij zij daartegen bezwaar hebben. Daarnaast zijn er leden, die niet van een landelijke partij lid zijn. Van vier zetels in 1998 steeg de partij naar zes zetels van de vijftien in 2006 en de partij heeft twee van de drie wethouders in het college.

Als in elke gemeente zijn er een aantal lastige dilemma’s. Vooral het dorp Bunnik heeft last van verkeer tussen de A12 en Zeist, maar een nieuwe weg, zou het tussenliggende landschap met een ecologische verbindingszone doorsnijden. Zo wil Houten een verbinding met de A12 dwars door het fraaie agrarische landschap. Eigenlijk willen we geen van beide wegen, maar Houten moet wel beter ontsloten worden. Daarvoor zijn alternatieven, maar die worden onder de tafel geveegd. Als ik de enquête had samengesteld had ik laten kiezen tussen geen nieuwe wegen en de passage van Bunnik bemoeilijken, wel nieuwe wegen én hernieuwd onderzoek naar de alternatieven.
Een tweede thema is het bouwen voor ouderen en jongeren op vrijkomende terreinen binnen de kernen. Daarbij kiest men omwille van de financiële haalbaarheid voor gematigde hoogbouw, maar dat past niet erg tussen de overheersende laagbouw en leidt dus tot protesten van de omwonenden.
De welvarende gemeente Bunnik is herhaaldelijk slachtoffer geweest van Haagse bezuinigingen en hoe handhaaf je dan belangrijke dorpsvoorzieningen in de drie kernen? Hogere belastingen of concentratie en dus elke keer weer in de auto stappen om je kinderen van en naar de muziekschool of het voetbalveld in het volgende dorp te brengen, want ’s Avonds door het buitengebied fietsen is niet veilig. 

Ik vermoed, dat deze vragen voor veel inwoners knap moeilijk te beantwoorden zijn. Simpele oplossingen zijn er niet. De peiling leidde tot veel discussie en dat dient de democratie. Benadrukt werd, dat de partij en met name de fractie serieus rekening zou houden met de uitkomsten, maar dat de fractie uiteindelijk een eigen afweging zou maken. Van de uitslag gaat een duidelijk signaal uit, aan de gemeente Houten, het Bestuur Regio Utrecht en de provincie Utrecht om beter rekening te houden met de veel kleinere gemeente Bunnik en niet de simpele oplossing door te drukken. Perspectief 21 is niet bezweken voor de verleiding van goedkoop populisme, maar de gemeente Houten en met name de VVD-fractie daar zou enige zelfkritiek zeker passen.