In april 2006 besprak ik in Parochiekontakt de eerste encycliek, een rondzendbrief van Paus Benedictus XVI. Het was merkwaardig, dat hij nu juist inging op een van de opmerkingen in bovenstaand artikel en daarom plaatsen we nu de bespreking van deze encycliek.
Benedictus XVI verrast ons met encycliek “God is Liefde”
Door John Jorna
Met spanning werd gewacht op de eerste encycliek van onze nieuwe paus Benedictus XVI. Die zou de toon zetten voor zijn pausschap. Kort na zijn verkiezing hoorde je van menig deskundige de opmerking, dat deze Jozef Ratzinger ons als paus nog wel eens zou kunnen verrassen. Parochiekontakt nodigde onze heilige vader daartoe uit. En zie deze eerste encycliek verrast in meerdere opzichten.
Een moderne docent aan het woord
Onze paus behandelt het onderwerp echt als een docent. Elk nieuw begrip wordt eerst duidelijk uitgelegd. Je weet nu waar hij het over heeft. Dan wordt het onderwerp punt voor punt behandeld. Zo zit dat in elkaar, beste studenten en je ziet als het ware de vroegere hoogleraar college geven. Maar het leuke is, dat hij de lezer zelf de conclusies laat trekken. Hij komt niet met gedetailleerde gedragsregels, maar laat het aan de lezer over zijn gedrag te bepalen. Zo sluit hij aan bij de moderne levenshouding, waarbij de mensen zelf uitmaken wat zij willen doen of laten. Ouderen, die zijn opgegroeid met de centimetermoraal, waarbij precies werd aangegeven wat mocht en wat niet, kunnen alleen maar beamen, dat dit zeer vernieuwend is.
Het draait om de liefde
God liefhebben en je naaste als je zelf; dat is het belangrijkste gebod. Dat is nogal wat ‘in een wereld waarin soms wraak of zelfs de plicht tot haat en geweld met de naam van God verbonden wordt’. Het woord liefde heeft vele betekenissen, soms heel platvloerse en soms ook mooie zoals vaderlandsliefde of liefde voor het vak of liefde voor je kinderen en kleinkinderen. Maar als oertype van de liefde ziet de paus de liefde tussen man en vrouw. De paus maakt dan onderscheid tussen de liefde, die een mens overweldigt en lichamelijk en geestelijk tot verrukking brengt en intens gelukkig maakt, de eros en de liefde, die geleidelijk groeit en twee mensen voor langere tijd aan elkaar bindt doordat ze alles voor elkaar over hebben en steeds bezig zijn elkaar gelukkig te maken, de agape. Terwijl eros vroeger met wantrouwen werd benaderd, zegt de paus nu, dat eros en agape beide nodig zijn en niet zonder elkaar kunnen. De paus houdt ons een mooi ideaal voor, heel nastrevenswaardig en wijst ook op allerlei ontsporingen, die mogelijk zijn, zoals de vroegere tempelprostitutie. De paus geeft ook toe, dat de kerk vroeger vaak vijandig stond tegenover de lichamelijke liefde, maar ook nu zien we ontwikkelingen, waarbij de eros beperkt wordt tot seks, alleen maar lichamelijk. Het wordt een handelsartikel.Het bijbelse Hooglied is qua oorsprong waarschijnlijk een bruiloftslied, maar wordt gezien als een beeld van de liefde van God voor de mens. De liefde van God voor de mens komt vooral tot uiting in het offer van Zijn Zoon, dat we steeds weer herdenken in de Eucharistie. Jezus van Nazareth had alles voor ons over, zelfs Zijn leven. De liefde van Jahweh voor de mens kwam ook tot uiting in het schenken van de Tora, de tien wegwijzers naar een goed leven. “Gods eros voor de mens is ook geheel en al agape. Dit is niet alleen het geval omdat deze liefde volledig om niet wordt geschonken, zonder enige voorafgaande verdienste, maar ook omdat het vergevende liefde is.” Deze gedachte wordt in de encycliek uitvoerig uitgewerkt en die uitleg maakt het wellicht mogelijk een antenne te krijgen om die liefde van God voor jou te ervaren.Via de liefde van God voor de mensen komt de paus dan tot de naastenliefde. Zelfs de mens, die je niet kent of de mens, die je eigenlijk niet zo mag; je bent in staat hem lief te hebben. De rol van de kerk bij het gestalte geven aan de naastenliefde wordt in het tweede deel van de encycliek uitgewerkt.
Caritas
Deel twee van de encycliek behandelt het beoefenen van de liefde door de Kerk als een ‘gemeenschap van liefde’. Daarbij gaat het om materiële en om geestelijke noden. In de gemeenschap van gelovigen mag geen armoede bestaan, maar de naastenliefde beperkt zich niet tot kerkleden, maar geldt iedereen, zelfs zij, die zich als vijanden beschouwen. Al kort na het ontstaan van de Kerk werden zeven mannen aangewezen als diakenen, zodat de apostelen zich vooral aan de verkondiging konden wijden. Zoals in onze parochie onderscheiden we drie werkvelden: verkondiging of catechese, het vieren van de sacramenten, de liturgie en de dienst van liefde, de diaconie. Deel twee is vooral interessant voor allen in onze parochie, die zich met diaconie bezighouden.
Scheiding van Kerk en Staat
De paus ziet het scheppen van een rechtvaardige samenleving als een taak voor de staat. Faalt de staat daarbij, dan is het de taak van de Kerk de staat te wijzen op de eisen van gerechtigheid overeenkomstig de sociale leer van de Kerk. Het mag nooit de opdracht van de Kerk worden die rechtvaardige maatschappij af te dwingen. Hier herhaalt de paus de eerdere kritiek op de bevrijdingstheologie, die ons opriep tot bewustwording van het onrecht in de wereld en tot verzet tegen dat onrecht. Zo kwamen sommige priesters ertoe zich aan te sluiten bij verzetsbewegingen in Latijns Amerika en de Filippijnen. Berucht is de vernedering van de Sandinistische minister en priester Ernesto Cardenal door de vorige paus bij zijn bezoek aan Nicaragua. Het probleem is, dat het prachtig is de staat steeds weer te wijzen op de eis van een rechtvaardige samenleving, maar wat moet je doen als zo’n dictatoriale staat zich nergens iets van aantrekt of zelfs het verzet onderdrukt? Aan dat dilemma schenkt de paus geen aandacht.
Wat er nog meer niet in staat
Ik wees er hierboven al op. De encycliek is geen stuk met allerlei verboden. Je vindt er niets in over condooms of geboorteregeling. De encycliek houdt ons op inspirerende wijze het ideaal van de liefde voor. Maar wat te doen als dat ideaal niet haalbaar blijkt? Het monogame huwelijk tot de dood ons scheidt is zeer waardevol, maar in onze maatschappij zien we, dat een op de drie huwelijken op een scheiding uitloopt. Daarover kun je niet generaliseren. Elke scheiding staat op zich en heeft de eigen specifieke oorzaken en speculeren over de schuldvraag heeft meestal weinig zin. De scheiding is er nu eenmaal en er valt weinig aan te veranderen. Hoe ga je om met mensen, die lijden onder die scheiding, er dagelijks de pijn van voelen? Hoe ga je als Kerk om met mensen, die vervolgens toch weer geluk vinden in een nieuwe relatie en daar de idealen van eros en agape wel vorm geven? Misschien is een encycliek niet de plaats om antwoord te geven op zulke vragen over de concrete pastorale zorg, maar het lijkt mij logisch, dat ook hier de vergevende liefde van God blijft gelden.Zo zullen mensen, die alleen liefde kunnen voelen en beleven voor mensen van hetzelfde geslacht zich in de kou gezet voelen. Zelf ben ik er van overtuigd, dat de idealen, die in de encycliek worden geschetst evenzeer op hen van toepassing zijn. Er zal nog wel een eeuw voorbij gaan voordat onze Kerk de eigen natuur van hun zijn en van hun relaties erkent en er haar zegen aan geeft. Gelukkig maar dat God Liefde is en zo veel geduld met die mensenkerk heeft.
Horizontaal en verticaal in elkaars verlengde
Voor de zestiger jaren met alle veranderingen in de kerk viel de nadruk in ons geloofsleven sterk op een persoonlijke relatie met God en met heiligen. De blik was als het ware naar boven gericht. Het was een verticaal geloofsleven. Altijd was daar al kritiek op, want het kwam ook toen voor, dat mensen veel in de kerk kwamen en veel baden voor en na het eten en een ochtendgebed en een avondgebed en het rozenhoedje en toch in het dagelijks leven als werkgever bijvoorbeeld hun personeel schandalig behandelden. Of anderen, die in hun werk de kantjes er af liepen of mensen, die altijd weer roddelden over anderen. Als je zo vroom was, moest je persoonlijk leven ook in orde zijn.In de zestiger jaren kwam de horizontale geloofsopvatting naar voren. Je diende God door goed te zijn voor je naasten hier op aarde. In de naaste in nood herkende je God. Eigenlijk is dat tot vandaag een sterk op de voorgrond tredende geloofsopvatting. De persoonlijke relatie met God krijgt minder aandacht.De encycliek laat nu juist zien, dat de liefde tot God en de liefde tot de naaste alles met elkaar te maken hebben. Je kunt God niet liefhebben en dienen als je je naasten niet liefhebt. God heeft jou lief, zelfs als je van de naastenliefde weinig terecht brengt. Maar kan deze sceptische moderne mens die liefde van God nog ervaren, nog werkelijk voelen en beleven? Zien we God nog als een persoon, waarmee we een relatie kunnen hebben? Eerder schreef Parochiekontakt over de boeken van Ruud Sonnen, die na een ernstige ziekte het geloof in God hervond en in dat contact met God een intens geluk kon ervaren. Dat overkomt een mens van vandaag niet zo gemakkelijk, maar je moet je daarvoor ook open stellen. Voel je je gelukkig en heeft dat iets met God te maken?Mensen durven daarover ook maar moeilijk te spreken. Je mag je er niet op laten voorstaan, dat God zo goed voor je is, denken de mensen. Maar waarom niet van Gods goedheid getuigen en zo mensen helpen God te vinden? Daarom tot slot een recente persoonlijke ervaring. Ongeveer een jaar geleden kwam ik weer in contact met een ver familielid. Zij vertelde over haar verslaafde zoon, waarvan ze al twee jaar niets meer gehoord had. Hij had wel contact met een instelling voor hulp aan verslaafden en ik kreeg de kans die instelling op een vrijdag te bezoeken. Ik informeerde naar de zoon en hoorde, dat hij zijn leven nog steeds redelijk op de rails had. Een paar dagen later belde ik op en deed verslag. Ze was zeer dankbaar en vertelde verder. Donderdag was hij jarig en ik heb de hele dag gebeden, dat ik weer eens iets zou horen. Ik heb zelfs een kaars opgestoken. En nu bel jij. Je hebt geen idee hoe gelukkig je me maakt.Was dit nu toeval of was dit een voorbeeld van Gods liefhebbende zorg voor ons mensen?
Is God Liefde? De encycliek is voor € 3,– te bestellen bij Secretariaat RKK, Postbus 13049, 3507 LA Utrecht, tel. 030 – 232 69 09, E-mail: bestel@rkk.nl