Uit Parochiekontakt Odijk jauari/februari 2009
In zijn Adventsbrief van 30 november 2008 heeft Bisschop Wim Eijk eigenlijk zijn visie op geloven gegeven. Die geloofsvisie vormt de basis voor het beleidsplan, dat aan de adventsbrief gekoppeld is. Als u de brief leest kunt u echt kennis maken met onze bisschop, zien wat voor een man hij is, hoe hij in het leven staat en hoe hij zijn relatie met God ziet. Heel duidelijk komt ook tot uiting welke opvatting hij heeft over het bisschopsambt en op welke wijze hij leiding wil geven in zijn bisdom. Misschien zou u eerst de brief moeten lezen. U kunt hem vinden op internet op de site van het aartsbisdom, www.aartsbisdom.nl en waarschijnlijk heeft het parochiesecretariaat nog een exemplaar om voor u te kopiëren. Door zelf te lezen, kunt u achteraf nagaan of u tot dezelfde conclusie komt als de schrijver van dit artikel.
De vier evangelies van de zondagen van de Advent
Als een uitstekend docent legt bisschop Eijk uit wat de evangelies ons leren. De grote lijn in het verhaal is, hoe mensen tot een relatie met God komen. De eerste zondag leert het evangelie waakzaam te zijn, want je weet niet wanneer je heer weer zal terugkeren. Zo weten wij evenmin hoe en wanneer God komt. God wil ons ontmoeten en bij ons wonen. Dat komt in de bijbel steeds weer terug. Dat geeft ons hoop. De bisschop behandelt dan de rol van de hoop in ons leven. Door te bidden oefenen we ons in die hoop.
Dan komt een passage, die voor mijn leven heel wezenlijk is en ik denk voor velen in onze parochie: “Door onze inzet voor anderen, door de taken, die wij proberen te verwezenlijken en door onze inzet voor de voortgang van ons eigen leven dragen wij er aan bij, dat de wereld menselijker wordt en deuren naar de toekomst geopend worden. (vgl. Spe Salvi, 35) De hoop, die wij als gelovigen in ons dragen, mogen wij delen met anderen, door hen liefde te laten ervaren, door hun nabij te in het lijden, door onze medemensen te laten merken dat hun leven kostbaar is. De hoop die God ons geeft is een groot geschenk aan onze wereld.”
Maar vervolgens komt weer de vrome praat over de rol van God in de wereld. Alleen van God is gerechtigheid te verwachten, niet van allerlei aardse systemen. Hij zal uiteindelijk oordelen.De tweede zondag vertelt hoe in Johannes de Doper het woord van Jesaja vervuld wordt: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht. De bisschop overweegt hoe Johannes in de woestijn uiterst sober leefde en ziet nogal veroordelend hoe gebrek aan liefde, mededogen en solidariteit ons leven tot een woestijn maken. Als mensen aan Johannes vragen wie hij is blijft hij nederig. Hij is slechts een wegbereider, hij wijst slechts de weg. En zo kunnen wij anderen de weg wijzen naar Jezus en via hem naar God. Dat is onze missionaire opdracht. Onze liefde tot God kan de woestijn veranderen in een vruchtbare vlakte. De liefde tot God is de medicijn voor alle kwalen van deze wereld.
De bisschop is nog steeds de arts, die precies weet welke medicijn hij moet voorschrijven.
Het evangelie van de derde zondag vertelt over Johannes de Doper, die de priesters en levieten antwoordt, dat hij niet de Messias is, noch Elia, noch de profeet, maar dat hij de stem is van iemand die roept in de woestijn. En daarna wijst hij op Hem, die na hem komt. Zo moeten ook wij steeds wijzen op Jezus, die komt. Dan schrijft de bisschop: “De taak van de Kerk is om van zichzelf af te wijzen naar Christus. In de geloofsgemeenschap gaat het niet op de eerste plaats om de gemeenschap, die wij onderling ervaren, maar om Christus die ons bijeenbrengt in zijn lichaam. Niet wij zijn belangrijk, maar God is onze kracht. Als we open zijn naar God, getuigen we van het Licht. Want God wil Zijn schepping laten delen in zijn liefde en zijn vrede en zijn vreugde.”
Ik denk, dat velen juist in de gemeenschap Gods aanwezigheid ervaren als een onbegrijpelijk mysterie. God is als een warmte, die ons doorgloeit. Het beeld van de Kerk als het Lichaam van Christus spreekt ons vandaag minder aan. De bisschop vraagt ons stem te zijn en mensen de weg naar God te wijzen. Wij willen in onze gemeenschap goed zijn voor anderen en mensen zo de liefdevolle aanwezigheid van God laten ervaren. Niet praten maar doen. Zo werken onze missionarissen ook vandaag nog elders in de wereld. Geen zieltjes winnen, maar metterdaad het voorbeeld van Jezus navolgen en zo Zijn boodschap uitstralen.
De boodschap van de engel aan Maria is het onderwerp van het evangelie van de vierde zondag. Maria stemt toe, aanvaardt de uitnodiging. Dat zo maar klaar staan is een schitterend voorbeeld voor de mens van vandaag. Gelukkig zijn er nog velen, die altijd weer bereid zijn. Zo blijft onze wereld leefbaar.
Commentaar
Kennelijk ziet de bisschop als oplossing voor de geloofscrisis een terugkeer naar de traditionele manier van geloven: God verheven ergens ver weg van ons zetelend op Zijn troon, de machtige God uit de bijbel. De nadruk ligt ook sterk op de relatie met God en niet op het inspirerende voorbeeld van Jezus van Nazareth. Het is die oude verticale manier van geloven. Het horizontalisme van de vernieuwingstijd krijgt geen aandacht.
De bisschop dialogeert ook niet. Hij weet het. Hij stelt geen vragen. Hij nodigt ons niet uit met hem in gesprek te gaan. Hij vraagt ons niet over dingen na te denken en zelf onze houding te bepalen. Hij gaat niet uit van de ervaringen van ons, denkt niet met ons mee. Hij houdt geen rekening met onze twijfels, gaat er dus ook niet op in. Nog minder komt hij tot een gesprek met al die mensen, die geen boodschap meer hebben aan de Kerk. Van de secularisatie en allerlei andere opvattingen is geen enkel heil te verwachten. Hij is als de leraar die met de rug naar de klas op het bord van alles staat uit te leggen en niet merkt, dat de leerlingen stilletjes de klas verlaten hebben, want vijf minuten geleden was de bel al gegaan. Tragisch.Wat heeft deze intelligente man nog veel te leren.
Het beleidsplan
Het beleidsplan is nogal koel en zakelijk, maar elke keer komt het weer terug: Zorg voor een goede relatie met God, bidt veel en mediteer en spreek met anderen over wat de Bijbel ons leert. Dat verwacht hij ook van de priesters, diakens en pastorale werk(st)ers en parochiemedewerkers. Er zou nog veel meer over te zeggen zijn. Over de opgeheven dekenaten, die in andere vorm en met andere mensen gewoon blijven bestaan, over buitenlandse priesters, die gezocht worden en over het totaal niet noemen van de Diocesane Pastorale Raad, waarin afgevaardigden uit het gehele bisdom in gesprek waren met de bisschop. Blijft die DPRU? Het beleidsplan is een stuk, dat door de bisdomleiding is opgesteld en daarbij is slechts bij enkele aspecten overleg geweest met het veld. Alle heil komt van boven.Je bent toch niet meer van deze wereld als je denkt, dat een beleid, dat door anderen moet worden uitgevoerd op enthousiaste steun kan rekenen als het niet samen met de uitvoerders is ontwikkeld en vormgegeven. Ook al heeft de bisschop volgens de regels van de Kerk in zijn bisdom de macht, dan nog verwachten de mensen, dat hij als een vader omgaat met zijn volwassen kinderen. Ook een bisschop is nooit te oud om te leren.