WINNAARS EN VERLIEZERS
Hoe verklaar je het ontstaan van de EEG, die nu de Europese Unie heet? De voorganger van de EEG was de EGKS, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Behalve voor kolen staal ging het ook om schroot en ijzererts. Er ontstond een gemeenschappelijke markt voor deze producten. Het werd verkocht als een middel om in de toekomst oorlogen te voorkomen, want zonder staal win je geen oorlogen. Dat idee van een oorlog voorkomen speelt nog steeds een rol. Maar voor mij is de echte oorzaak de behoefte van de multinationale ondernemingen aan een grotere markt voor hun producten. Zij konden met machines zo veel produceren, dat de eigen nationale markt te klein werd. Doordat we zo veel konden produceren, nam de welvaart sterk toe. Daardoor werd het lidmaatschap voor andere landen ook aantrekkelijk. Daardoor telt de EU nu zoveel leden. Sommige landen wilden geen lid worden, zoals Zwitserland, dat nog steeds streeft naar neutraliteit. Andere landen voldeden nog niet volledig aan de criteria voor het lidmaatschap, de Kopenhagencriteria. De oplossing was een associatieverdrag met de EU. Die landen werden geen lid, maar waren wel met de EU verbonden en namen ook allerlei voorschriften van de EU in hun eigen wetgeving over. Denk bijvoorbeeld aan kwaliteitseisen voor de producten. Ook met de geassocieerde landen is er een levendige handel en daardoor zijn ook deze landen welvarender geworden. Dat kwam ook doordat ondernemingen van buiten de EU zich in de EU vestigden om met name de invoerrechten te omzeilen. Het sterkste voorbeeld daavan is Ierland. Het zorgde voor weer extra werkgelegenheid en dus stijgende welvaart.
Het is dus geen wonder, dat Oekraïne graag een associatie met de EU wil. Van samenwerking met Rusland is weinig te verwachten, zeker nu de olieprijzen zo gezakt zijn. Zoals veel Europese bedrijven zich in Polen vestigden omdat daar de lonen lager waren, zo hoopt Oekraïne op hetzelfde. Het land hoopt meer te exporteren naar de EU. Het weet, dat het te maken krijgt met de concurrentie vanuit de EU. Zijn de eigen producten van voldoende kwaliteit om te kunnen concurreren? Of moeten ze concurreren door een lage prijs, die mogelijk is door de lage lonen? Is er voldoende marktorganisatie om goedkope agrarische producten naar de EU te exporteren? Hebben de producten een aanvaardbare kwaliteit? Is de afstand tot de markt niet te groot?
Als er een nieuwe grotere markt ontstaat, neemt voor iedereen de concurrentie toe. Wie wint die concurrentieslag? Wie zijn de verliezers? Wie heeft de meeste concurrentievoordelen? Voor elk product is dat weer anders. Positieve vestigingsvoordelen voor Oekraïne zijn de aanwezigheid van delfstoffen, de vruchtbare zwarte aarde, de redelijk geschoolde bevolking, de relatief lage lonen. Er zijn een aantal grote bedrijven, die waarschijnlijk wel in staat zijn met de EU te concurreren. Die bedrijven hebben vooral aangedrongen op het associatieverdrag. Het land heeft een achterstand waar het gaat om modern ondernemerschap, hoogwaardige technologie, goede infrastructuur, beheersing van de Engelse taal door de beroepsbevolking. Het lijkt mij van het grootste belang, dat ondernemingen uit de EU zich in Oekraïne vestigen en het land helpen naar een moderne economie. Daarvoor is dat associatieverdrag uiteraard zeer noodzakelijk. Dus moeten we 6 april ja stemmen.
Jaargang 8, Nr. 395.