Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Wethouders worstelen met het duale stelsel

zondag, juli 26th, 2009

 DUALISME, RISICO VOOR DE DEMOCRATIE 

Als de gemeenteraad niet heel duidelijk op zijn strepen staat, dan kan een college en kunnen de ambtenaren, die het college adviseren gemakkelijk een eigen beleid gaan voeren. Het geldt vooral voor de fracties van de collegepartijen. Zij moeten vooral niet uit verkeerd begrepen solidariteitsgevoelens voor “hun” wethouder zijn beleid door dik en dun gaan steunen. Zij moeten juist van “hun” wethouder eisen, dat hij het partijprogramma en dan vooral het coalitieakkoord als uitgangspunt voor zijn beleid hanteert. Een collegeprogramma dient evenzeer het coalitieakkoord te weerspiegelen als een regeringsverklaring het akkoord tussen de regeringspartijen weerspiegelt. Nieuwe ontwikkelingen en nieuw beleid vragen eerst overleg tussen het college en de raad en in het bijzonder de coalitiepartijen in de raad. Ik hoor vaak, dat de raad zich moet beperken tot de hoofdlijnen van het beleid. Soms kunnen op het oog ondergeschikte puntjes een wereld van verschil maken. Signaleer als fractie dus tijdig, die aspecten van het beleid, die de fractie bevreemden. Dan kun je nog bijsturen. 

Die duidelijkheid moet je al scheppen in de fase van de selectie van de kandidaat wethouders. Als wethouder ben je ondergeschikt aan de raad. De raad beslist. Al heel wat wethouders zijn de afgelopen jaren tussentijds afgetreden. Ze genoten niet langer het vertrouwen van de raad. Het is ook best moeilijk voor een wethouder. Met zijn ambtenaren weet hij na veel studie en overleg tot een zijns inziens uitstekende notitie te komen met daarin voortreffelijke voorstellen. Dan komt nota bene zijn eigen fractie met een vloed aan kritiek. Dan hoor je de wethouder zeggen: “Het lijkt wel of jullie de oppositie zijn in plaats van de fractie van mijn eigen partij”. Eerder overleg met de fractiedeskundige had zo’n probleem kunnen voorkomen. 

Wethouders vertegenwoordigen hun gemeente vaak in allerlei samenwerkingsverbanden. Daar wordt ook van alles afgesproken en de dames en heren onderling vertrouwen erop, dat iedereen dat met zijn eigen raad in orde brengt. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Een verstandige afgevaardigde houdt altijd een slag om zijn arm. 

Minstens zo erg zijn burgemeesters of wethouders met “ambities”. Zij willen van alles. Zo pas werd weer bekend, dat heel veel gemeenten inmiddels beschikken over een theater, terwijl dat in het geheel niet rendabel te exploiteren valt. Zo zie je elders vrijwel lege bedrijventerreinen of prachtige sportcomplexen met forse exploitatietekorten. Berucht zijn ook de groeiburgemeesters. Vooral in de economische kernprovincies van Nederland zien we een tekort aan woningen. Dan zien dat soort bestuurders hun kans schoon. Hele woonwijken worden uit de grond gestampt en de woningen gaan ook grif van de hand, maar werkgelegenheid is er niet en valt ook niet aan te trekken. Openbaar vervoer is beperkt tot een buslijn en de bus staat samen met al die forensenauto’s elke morgen in de file. Het rijk kiest voor steeds minder richting geven aan ruimtelijke ontwikkelingen en zo krijgen lokale bestuurders hun kans als ze niet aan strakke teugels worden gehouden door een raad. 

Recent is een dergelijk conflict uitgevochten in Rotterdam. Leonard Geluk, CDA-wethouder met veel prestige raakte in conflict met de voorzitter van de CDA-fractie, die hem dictatoriaal gedrag verweet. Uiteindelijk is Geluk uitgeweken naar een andere baan. Een speciale CDA-commissie van wijzen gaf de fractievoorzitter gelijk. In het duale stelsel is de fractie ‘steeds aan zet om het authentieke CDA-geluid te laten horen’. 

En wij in de gemeente Bunnik hopen nu maar, dat onze CDA-fractie de eigen wethouder wat meer in de hand houdt en hem er vooral toe dwingt te luisteren naar de raad en de raad tenslotte zou eens wat beter moeten luisteren naar de bevolking en zich eens wat beter allerlei verkiezingsbeloften moeten herinneren. 

Jaargang 2, Nr. 22.

Beroepstrots! Mag dat?

zondag, juli 19th, 2009

 


OUD-LEERLINGEN 

Mijn oudste oud-leerlingen uit het schooljaar 1954-1955 worden dit jaar 65 en krijgen AOW. Ik had toen een combinatieklas met het derde en vierde leerjaar, totaal 46 leerlingen. Het gemiddelde intelligentieniveau was er niet erg hoog. Men beweerde dat generaties van extreem alcoholmisbruik in combinatie met inteelt daarvan de oorzaken waren. Maar het feit, dat er geen hooggeschoolde werkgelegenheid was, deed de intelligentere jonge mensen naar elders vertrekken en daardoor daalde de gemiddelde intelligentie ook. Je ziet dat vaker in vertrekgebieden. Het werd bevestigd door de intelligentietesten, die bij de keuring voor de militaire dienstplicht werden afgenomen. Toch is een van onze CdK’s een afstammeling van een familie uit dit dorp. Op de kinderen van mijn toenmalige kostbaas na ben ik nooit meer een oud-leerling uit de jaren 1954-1956 tegen gekomen. 

Dat was anders bij mijn tweede school in een betere wijk van een van onze provinciale hoofdsteden. Daar heb ik enkele keren een reünie meegemaakt. Maar buiten dat kwam ik maar zelden een oud-leerling tegen. Een keer bleek een meisje geografie te hebben gestudeerd. Ik ontmoette haar op een KNAG-bijeenkomst. En in mijn laatste jaar bleek een van de leerlingen een oud-leerling te kennen, die ergens in Limburg huisarts is. Veel leuker was, dat een oud-leerling mij op Internet had gevonden en weer contact zocht, omdat hij een verhaal over zijn loopbaan in het onderwijs wilde schrijven. Hij was jaren lang rector in Noord-Brabant. 

Op die twee basisscholen heb ik in tien jaar ongeveer 350 verschillende leerlingen in de klas gehad. Op het Niels Stensen College in Utrecht zullen het er in dertig jaar naar schatting tussen de drie en vierduizend zijn geweest. Dan is de kans, dat je een oud-leerling tegen komt uiteraard groter. Het gebeurt nog steeds. Ik bezoek de Waterleidingplas in de Loosdrechtse Plassen, waar drinkwater voor Amsterdam een eerste zuivering krijgt en de voorlichter is een oud-leerling. Ik kom op een avond van de historische kring en een jonge vrouw zegt: “Dag mijnheer Jorna” en het blijkt een oud-leerling, die ik aanvankelijk maar met moeite herken. Ik werk vaak mee aan Open Monumentendag en de voorzitster van het comité is een oud leerling. Als ik dan in het kader van de Open Monumentendag een rondleiding door het dorp verzorg om de groei te laten zien, blijkt een van de deelneemsters een oud/leerling. Ik kom op het gezondheidscentrum en een medewerkster herkent mij als oud-docent van het Niels Stensen College. In hetzelfde gebouw blijkt de tandarts/plaatsvervanger een oud/leerling met wiens vader ik op de HBS zat. 

Het Niels Stensen College heeft slechts een dikke veertig jaar bestaan. Door witte vlucht liep de school leeg en na de witte leerlingen vertrokken ook de intelligentere `zwarte` leerlingen en toen bleven er te weinig kinderen over om de school voort te zetten. Door deze gebeurtenis kwam de problematiek echter wel naar buiten en kwam op de politieke agenda. Plaatselijk zijn er goede oplossingen gevonden, maar een landelijk geldende structurele oplossing voor het probleem van zwarte en witte scholen is er nog steeds niet. Ik vind dat beschamend. Is die school in die veertig jaar van betekenis geweest. Ik weet zeker van wel, omdat de school een enorme uitstraling had, bijvoorbeeld door het Project Leerplanontwikkeling Natuurkunde (PLON) en het project Proefschool Nieuwe Media. Maar ik kijk ook naar oud/leerlingen. Sommigen zijn Bekende Nederlanders (BN/ers) zoals Jos Collignon, Rita Verdonk en Marco van Basten. Er zijn twee terreinen waar ik bijzonder naar kijk, de wetenschap en de religie. Ik ben er gelukkig mee, dat veel oud/leerlingen verder zijn gegaan in de geografie. Twee daarvan zijn hoogleraar, een al jaren in de planologie en een ander in de ontwikkelingsgeografie. Enigszins verwant aan de sociale geografie is er ook een hoogleraar in de sociologie. Een ander dient de mensheid als hoogleraar microbiologie, want het onderzoek van haar vakgroep leidt tot de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. 

Toen het Niels Stensen College in 1962 werd opgericht was het nog een echte katholieke school. Gaandeweg werd dat minder en dan is het toch bijzonder als je merkt, dat oud/leerlingen theologie hebben gestudeerd en werken als buurtpastor, als gevangenispastor, in meerdere parochies als pastoraal werkster of als directeur van een onderdeel van Cordaid. Een ander werkt bij de Wilde Ganzen en een is programmamaakster bij KRO´s Kruispunt. 

Elke keer als ik oud/leerlingen tegenkom en merk, dat ze goed functioneren in de maatschappij, dan denk ik weer± Die school mag dan maar veertig jaar hebben bestaan+ hij is er niet voor niets geweest!

Jaargang 2, Nr. 21.

Opnieuw de Ring Utrecht

vrijdag, juli 10th, 2009

GOED NIEUWS VOOR LANDSCHAP EN MILIEU 

Kunt u zich voorstellen, dat ik blij was, toen ik van onze afdelingssecretaris onderstaand bericht op de mail kreeg? Hieronder vraag ik mij af wat de Raad van de stad Utrecht heeft bewogen om zo kritisch te staan tegenover de plannen voor de Utrechtse ring. 

De gemeenteraad van Utrecht  op 8 juli kwam tot de volgende conclusie:

Debat over de bestuursovereenkomst Pakketstudies
In de Pakketstudies staan de maatregelen voor een betere bereikbaarheid van de Ring rondom Utrecht. Maandag 6 juli zou het akkoord tussen de verschillende betrokken overheden worden getekend waarin ook de voorkeursvariant zou worden bepaald. Het college was van mening dat nog geen voorkeursalternatief kan worden gepresenteerd, omdat geen van de alternatieven tot een oplossing leidt van het bereikbaarheidsprobleem. De raad kreeg daarom een voortgangsnotitie. Het besluit over de voorkeursvariant zal waarschijnlijk in het najaar worden genomen.

Uit de notitie blijkt dat de mogelijke wegen door Amelisweerd en Leidsche Rijn niet langer kansrijk zijn. Alle partijen in de raad waren hier blij mee. GroenLinks diende, samen met D66 en de SP, een motie in waarin het college werd opgedragen zich in te spannen voor het Niet Verbreden-alternatief, inclusief de OV+++ variant en de Kracht van Utrecht variant volwaardig mee te nemen in de bepaling van het voorkeursalternatief. Het uitgangspunt bij Niet Verbreden is dat er geen fysieke capaciteitsuitbreiding op de Ring plaatsvindt. De motie werd unaniem aangenomen.

De boeken met reacties uit de regio beslaan een halve meter boekenkast of 8 Cd’s met gescande reacties op de Startnotitie. Totaal 3037 personen hebben gereageerd en daarbij waren 2056 unieke reacties. Velen daarvan kwamen uit Leidse Rijn. Je zult daar maar zijn gaan wonen in de omgeving van het geplande parkgebied en daar wordt dan plotseling een snelweg doorheen gepland. Enerzijds de emotionaliteit, anderzijds de deskundigheid van de reacties zal de Utrechtse Raad en het College tot nadenken hebben gestemd. 

Maar er is nog een andere reden. Utrecht probeert het autoverkeer zoveel mogelijk uit de binnenstad te weren. Vooral die auto’s, die dwars door de stad rijden, zijn hen een doorn in het oog. Voor al die auto’s van de werkforensen moet ook een parkeerplek zijn. Dus moeten er nog meer dure parkeergarages komen. Het parkeren is al erg duur gemaakt, maar veel fanatieke automobilisten willen het liefst voor de deur van hun bestemming parkeren en dat mag iets kosten. 

Als we nu al die autosnelwegen in Nederland nog verder gaan verbreden, kunnen er nog meer auto’s naar de steden rijden, elke morgen zich de stad in wringen, de hele dag een parkeerplaats bezetten en dan ’s avonds stapvoets de stad weer uit proberen te komen. En intussen maar NOx, CO en fijnstof uitblazen. De EU normen worden voortdurend overtreden en de leefbaarheid van de stad vermindert voortdurend. Dat die autofanaten en hun hele lobby en de o zo dynamische minister Eurlings dat nu niet door hebben.

De komende weken toch maar eens goed de Richtlijnen voor de MER eerste fase bekijken en eens kijken welke richting het heen gaat. Intussen mijn waardering voor de Utrechtse Raad, want in een tijd van dualisme moet je al die voortvarende bestuurders voortdurend voor de voeten lopen. Voor dat je het weet, hebben ze weer dingen in gang gezet, waar de Raad nog in het geheel geen weet van heeft en hebben ze al afspraken gemaakt met collega’s van andere gemeenten. Vaak zijn zulke afspraken maar moeilijk terug te draaien. Zo merkten we afgelopen maandag, dat de projectleider voor het Waterlinie Fort bij Vechten er zonder meer van uit gaat, dat het Rijsbruggerweg tracé van Houten naar de A12 doorgaat, terwijl de Raad van Bunnik daartoe nog niet besloten heeft en een bezwaarprocedure bij de Raad van State behoorlijk veel kans maakt. 

Er mag op Planeetgroenlinks best eens een discussie over de voors en tegens van dualisme losbarsten.

Jaargang 2, Nr. 20

Een cadeautje voor mij zelf

zondag, juli 5th, 2009

 

EEN POLITICUS MOET WETEN WAT ER ONDERGRONDS SPEELT 

Vraagt u het maar aan een Amsterdams raadslid en hij zal de opmerking onmiddellijk beamen. De aanleg van een ondergrondse metro was al eerder een probleem door het verzet van de buurt tegen de sloop van woningen. Nu bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn stapelen de problemen zich op. Wat wil je in een stad, die op veenmodder en slappe klei is gebouwd en alleen door de fundering met duizenden palen niet wegzakt in die brij. Het liedje zegt het al. Amsterdam, die grote stad, die is gebouwd op palen. Het is daarom een goed idee van de gemeente Amsterdam de uitgave te subsidiëren  van “De Bosatlas van Ondergronds Nederland”, uitgegeven bij Noordhoff Uitgevers in Groningen. 

Bij de boekhandel vroegen ze: “Is het een cadeautje?” “Ja, voor mij zelf!” was als gebruikelijk mijn antwoord. En een cadeautje, dat is het. Wat valt er in deze atlas veel te genieten. Het eerste hoofdstuk gaat over de geologie en de bodembewegingen. Wel mooi in het Darwin-jaar. De evolutie zorgde voor miljoenen verschillende fossielen, overblijfselen van planten of dieren. Sommigen daarvan hebben maar een korte periode in de geschiedenis van de aardkorst geleefd en zijn daardoor kenmerkend voor de aardlaag, waarin ze voorkomen. Aan de hand van deze gidsfossielen kunnen geologen de relatieve ouderdom van de aardlagen bepalen. In dit hoofdstuk leer je ook waardoor er in de buurt van Roermond af en toe aardbevingen voorkomen en er is een interessante kaart, waarop je kunt zien, dat flinke delen van Nederland ten opzichte van de zeespiegel gaan stijgen. De rest zakt tot meer dan 60 cm tot 2050 en dan stijgt de zeespiegel naar verwachting ook nog. Goed om te weten als je gaat stemmen voor of tegen dijkverhoging en versterking van de duinen. Bodemverontreiniging is ook zo’n mooi onderwerp voor gemeenteraden. Dat is weer griezelig voor de drinkwatervoorziening. Ons drinkwater komt voor 63% uit het grondwater en voor 36% is het eerst in de grond geïnfiltreerd oppervlaktewater. De overblijvende 1% is duinwater. 

In laag Nederland zijn de bovenste lagen de laatste tienduizend jaar gevormd. Zo vind je archeologische resten bijna altijd bedekt door veen of een meter klei. Dat is niet slecht, want daardoor blijft alles mooi beschermd en verteert het hout van een Romeins schip in Woerden en Leidse Rijn niet. Maar al die resten in de ondergrond maakt bouwen in Nederland weer extra duur, want de bouwer moet vaak eerst archeologisch onderzoek doen en dat zelf betalen. Terwijl het land en de vaderlandse wetenschap ervan profiteert. Op een archeologische overzichtskaart zag ik,  dat in de buurt van het op te richten Nationaal Historisch Museum grafheuvels voorkomen. Magertjes, want niets vergeleken bij de nu afgewezen locatie bij de John Frostbrug. Daar zie je de Limesweg en een Romeins castellum vlakbij. In een volgend hoofdstuk over Natuur en Landbouw vinden we een kaart, waarop aangegeven hoe vaak in Nederland het natuurlijk reliëf verstoord is. Daarover schreef ik drie weken geleden. Een andere kaart laat de enorme uitbreiding van de rode gebieden zien, het gebouwde oppervlak. 

Nederland is arm aan delfstoffen, leerde ik als kind. Inmiddels weten we beter. Van zand, klei en kalksteen wisten we toen al, maar slechts een deel van de steenkool was bekend en de aardolie en het aardgas nog minder. We krijgen in dit en het volgende hoofdstuk een wat beter beeld van de toekomstige energievoorziening. Zo is er veel aandacht voor de mogelijkheid energie in de bodem op te slaan en gebruik te maken van aardwarmte. Twee buizen in de grond en in de een pomp je water naar beneden en in de ander het warme water omhoog en daarmee kun je al vlug vierduizend woningen verwarmen. Dus is er aandacht voor al die ondergrondse leidingen, want warm water of aardgas moet naar de huizen toe. 

De klapper is het hoofdstuk over “De stedelijke ondergrond van Amsterdam”. Alle narigheid, waarmee Amsterdam kampt komt aan de orde. De Noord-Zuidlijn, de bodemvervuiling, vochtige woningen, het rotten van de houten funderingspalen en de moeilijke waterhuishouding. Het lijkt mij verplichte kost voor alle huidige en toekomstige raadsleden. Niet alleen die van Amsterdam, want soortgelijke problemen vind je op veel meer plaatsen. Een heel nuttig boek voor politici dus. 

Ben ik alleen maar enthousiast? Neen. De kaarten van heel Nederland met soms heel veel details zijn zo klein van schaal: 1 : 1.250.000 (1cm = 12,5KM), dat je de kleuren maar moeilijk uit elkaar kunt houden en door het ontbreken van andere topografische bijzonderheden, wegen of spoorlijnen is het vaak moeilijk vast te stellen, wat op een bepaalde plaats de geologische afzetting of de grondsoort of het bodemtype is. Daarbij zijn bepaalde gebieden extra interessant en van zulke gebieden had ik graag nog meer detailkaarten gezien. Daar staat tegenover, dat er uitgebreide overzichten van internetsites en literatuurlijsten zijn opgenomen, waar nadere gegevens te vinden zijn. Ik ben in ieder geval blij met het cadeautje, dat ik mij zelf heb gegeven.

Jaargang 2, Nr. 19.

Onterecht verwijten naar de gemeente Bunnik

zondag, juni 28th, 2009

ZUID-OOST-UTRECHT MAG BUNNIK DANKBAAR ZIJN 

De gemeente Bunnik krijgt volgens sommige persorganen nogal wat verwijten van omliggende gemeenten. Bunnik zou te veeleisend zijn en onvoldoende meewerken bij de realisering van een verbinding van Houten met de A12. En vooral Perspectief 21, de lokale progressieve partij, waarin PvdA, GroenLinks en niet aan een landelijke partij gebondenen samenwerken, zou zich onverantwoordelijk gedragen. Wat is er aan de hand? 

Houten kreeg al weer jaren geleden een Vinex-lokatie, Houten Zuid.  Daarvoor kreeg deze gemeente veel geld, onder andere om de Rondweg van Houten aan te sluiten op de A12. Al dat geld was op en nog was de weg er niet. De Houtense VVD bedacht een mooi plan. We bouwen tussen Bunnik en Houten een nieuwe wijk van 5000 huizen, laten de nieuwe bewoners flink extra betalen en met de winst financieren we de weg. B & W van Bunnik zagen er ook wel wat in, want meer huizen betekent meer inwoners, dus meer verdienen. Maar zo iets mag je natuurlijk niet hardop zeggen. Een columnist geniet wat meer vrijheid. Bovendien kon bij de nieuwe aansluiting een nieuw bedrijventerrein komen en in hun onschuld dachten ze, dat ook dat winst zou opleveren. Binnen het CDA hebben boeren en grondeigenaren veel invloed en dat merk je voortdurend. 

De plannen leverden veel verzet op, maar door manipulatie van rapporten konden de deelnemende partijen rustig doordrammen. Het is verbazend, dat het kan, want de bezwaren tegen het gekozen tracé zijn zo overduidelijk en de voordelen van alternatieven zijn opvallend. De weg vormt een nieuwe doorsnijding van het landschap en de barrièrewerking voor de natuur en voor het lokale verkeer is bekend. Toch krijgen deze aspecten in de verschillende rapporten geen enkele aandacht. Aardkundige waarden worden aangetast, want de weg ligt straks in een fossiel Rijndal en de restgeul wordt gedegradeerd tot bermsloot. De provincie Utrecht laat er zich op voorstaan zuinig om te gaan met aardkundige waarden! Ja, ja. Rijkswaterstaat zou normaal nooit een zo beroerd aansluitpunt accepteren. Tussen  de uitrit van een benzinestation en de op- en afrit bij Bunnik op een plek dichtbij het spoor, dat wellicht ter plaatse verbreed moet worden en vlak langs de winputten van de waterleiding aan de Tureluurweg. En geen tunnel onder de A12 maar een hoog viaduct, dat voor de kern Bunnik nog meer stank en lawaai geeft dan de A12 nu al. Het MER-onderzoek ging uit van een ongelijkvloerse kruising met de Achterdijk. Daar blijkt geen geld voor en dus komt er een rotonde, die het mogelijk maakt naar Fort Vechten te rijden, waar wellicht een Romeinenmuseum komt en het voorlichtingscentrum voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. En dan hebben ze niet in de gaten, dat er een prima sluipweg ontstaat. 

Het landschap en de leefbaarheid worden fors aangetast, terwijl de prettige leefomgeving nu juist een heel belangrijke vestigingsfactor is voor bijvoorbeeld kennisintensieve instituten en bedrijven. De gemeente Bunnik telt nog veel groen en het is dan de taak van de gemeente en de provincie om er voor te waken, dat al dat groen niet wordt aangetast door wegenaanleg. De Utrechtse agglomeratie heeft een bijzondere vorm. Vanuit Utrecht zie je in zuidelijk richting Nieuwegein en IJsselstein en met een groene zone ertussen Houten. Naar het Westen groeit Leidse Rijn. Naar het Noorden vinden we Maarssen en naar het Noordoosten De Bilt-Bilthoven en Zeist. Maar daartussen liggen groene wiggen, die er voor zorgen, dat je vanuit de stad al snel in de groene ruimte bent. Ik zou zeggen: Houden zo. Als deze aansluiting ter hoogte van NS-station Bunnik er komt heeft dat zeer nadelige gevolgen voor het verkeer op de A12. Daar treedt nu al regelmatig filevorming op. Als de Houtenaren straks voorkruipen, dan neemt de file tijd in de ochtendspits met ZESTIG PROCENT toe. Dus mensen uit de richting Wijk bij Duurstede, uit Zeist en Driebergen, uit Maarn en Maarsbergen en Woudenberg, uit Veenendaal en Scherpenzeel, uit Wageningen en Ede: maak je borst maar nat. En het verbreden van de A12 naar het oosten helpt niet, zolang de capaciteit van de Utrechtse Ring te laag blijft. Voor die flessenhals loopt het straks nog veel erger vast. Wat een oplossing lijkt voor de Houtense problemen verergert de situatie alleen maar. 

In Bunnik staat men pal voor de leefbaarheid van dit deel van de provincie, voor de bereikbaarheid van Utrecht en de rest van de Randstad, voor het landschap, waar de inwoners van Utrecht, Houten en Zeist kunnen recreëren en reeën zich nog thuis voelen en voor de bereikbaarheid van Houten door te wijzen op betere alternatieven, die ze daar maar niet willen zien. En ik ben trots op GroenLinks, de enige partij, die in de Staten van Utrecht tegengas geeft.

Jaargang 2, nr.18

Tweede Kamer, bemoei je niet met het Historisch Museum

vrijdag, juni 19th, 2009

ONZE TWEEDE KAMER IS GEEN UITVOEREND ORGAAN 

Niet gehinderd door enige kennis van de plaatselijke situatie noch van de Nederlandse geschiedenis discussiëren 2e kamerleden en de minister met elkaar over het nieuw op te richten Historisch Museum. Jaren terug, toen het vak geschiedenis weer eens ter discussie stond, werden kamerleden regelmatig aan testjes onderworpen om aan te tonen hoe hard het vak wel nodig was. De meeste kamerleden scoorden niet al te hoog. Tijdens de discussies over de Europese Grondwet kwam ook de Nederlandse identiteit ter sprake. Die was allesbehalve duidelijk. Van een historisch bepaalde identiteit was nog minder sprake, want veel benul van onze eigen geschiedenis hebben de meeste Nederlanders niet. En zo kwam er het idee van een Museum van de Nederlandse Geschiedenis.  Jan Marijnissen was een groot voorvechter. Maar waar moest het komen? Amsterdam, Arnhem en Den Haag waren in de race. Arnhem won door de voorgestelde combinatie van openluchtmuseum en historisch museum. 

De locatie bij het NOM is een smalle strook tussen de nauwe toegangsweg naar het museum en de dieper liggende Cattepoelseweg. Het bedoelde historische museum heeft daar niet echt de ruimte. Bovendien is er een parkeerprobleem als het parkeerterrein wordt ingenomen door het nieuwe museum. VOORSTEL: Graaf de parkeerstrook af tot het niveau van de Cattepoelseweg of dieper, bouw daar een parkeergarage en daar bovenop het museum. Auto's uit het zicht en mensen, die met de trolleybus komen kunnen rustig wandelen naar de ingang van een van de musea. De plek heeft geen historische waarde, behalve de Galgenberg een paar honderd meter ervandaan.

Dan scoort de wereldberoemde John Frostbrug beter met aan de overkant de locatie van een Romeins Castellum bij Meinerswijk en in de directe omgeving de Sabelspoort, de Sint Walburgisbasiliek, de Grote of Sint Eusebiuskerk en het Duivelshuis van Maarten van Rossum. Maarten van Rossum was de veldheer van de Hertog van Gelre en hield in het begin van de zestiende eeuw nogal huis in het Utrechtse.  De hier langs de Rijn gelegen grens van het Romeinse rijk, de Limes is nog steeds een betekenisvolle cultuurgrens, waar Germaans en Latijns, Protestant en Katholiek Europa elkaar ontmoeten. Die grens begint met de Muur van Hadrianus in Engeland en loopt van de Noordzee naar de Zwarte Zee langs de Rijn, de Main en de Donau. Ja onze Nederlandse geschiedenis is nauw verbonden met de Europese geschiedenis. Een legioen uit Pannonnië (Hongarije) bewaakte hier de grens. De Rijn was in de Romeinse tijd een belangrijke handelsweg. Voor de Romeinse forten werd natuursteen uit de Eifel aangevoerd. Door de vondst van Romeinse scheepswrakken in Leidse Rijn en Woerden is hierover de laatste tijd veel bekend geworden. En de Rijn bleef een belangrijke handelsweg, al is in de moderne tijd de Waal de belangrijkste scheepvaartroute geworden. De ligging aan de monding van de Rijn vormt mede de basis voor onze welvaart. Ik kan mij goed voorstellen, dat vakmensen de voorkeur geven aan deze locatie.
 

En beste Amsterdammers en Hagenaars en andere Randstedelingen, leer nu eens af de Nederlandse geschiedenis synoniem te achten met de Hollandse geschiedenis. Toen Den Haag alleen nog maar een buitengoed kende van de Hollandse graven en Amsterdam een eenvoudig vissersdorp was waren het Oosten en Zuiden van de Nederlanden al volop in ontwikkeling en lag daar het economisch zwaartepunt. Holland werd pas na 1500 een belangrijk deel van de Nederlanden toen door betere schepen en betere navigatiemiddelen de ontdekkingsreizen mogelijk  werden en Nederland zich tot een handelsnatie kon ontwikkelen. Er zijn genoeg musea en oude binnensteden, die ons dat laten zien. 

Ook daarom is Arnhem terecht gekozen. Het ligt dichtbij het geografisch middelpunt van Nederland en is per auto en per openbaar vervoer uitstekend te bereiken. Arnhem is een terechte keus.

Tweede Jaargang, Nummer 17.

De Darthuizer Poort: uniek in Nederland

zaterdag, juni 13th, 2009

MEER RELIËF VOOR GROEN 

GroenLinks mag zijn aanhang vooral in de steden vinden, toch is er veel aandacht voor de natuur, voor planten en dieren. Dat zie je in onze programma’s en gelukkig ook in de dagelijkse politieke praktijk. Maar de natuur is meer dan planten en dieren en daarover gaat deze column. 

Dieren eten planten en worden gegeten door roofdieren en door de mens. Bepalend voor het leven op onze planeet zijn dus de planten, Dat plantaardig leven verschilt van gebied naar gebied. Dat komt door verschillen in klimaat, bodem, waterhuishouding, hoogteligging en reliëf en niet te vergeten de invloed van de mens. Over het reliëf wil ik het vandaag vooral hebben.  

Nederland is overwegend vlak. Alleen de kust- en landduinen, de stuwwallen en de heuvels in Zuid-Limburg laten opvallende hoogteverschillen zien. Het grootste deel van Nederland kent slechts weinig opvallende hoogteverschillen van één tot twee meter. Toch zijn die kleine verschillen bepalend voor de bewoning, de oudere wegen en het agrarisch bodemgebruik. Mensen wonen op strandwallen, oeverwallen en stroomruggen en op dekzandruggen. Daar liggen de wegen en vindt men traditioneel akkerbouw en tuinbouw. In de stad Den Haag liggen de betere wijken op oude strandwallen en daartussen vind je op vochtige venige bodems de volkswijken. Microreliëf is van groot belang, maar boeren, wegenbouwers en stedenbouwers vinden al die hoogteverschillen maar lastig. Als zij het voor het zeggen hebben worden alle lage gebieden opgehoogd en alle iets hogere gebieden vlak geschaafd. Met al die moderne grondverzetmachines is dat een fluitje van een cent. De weg gegraven grond brengt ook nog eens een mooie cent op. Als je deze mensen hun gang zou laten gaan is Nederland binnenkort echt helemaal plat. Hier ligt dus een taak voor bestuurders, die in bestemmingsplannen het microreliëf moeten beschermen. Houdt Nederland mooi. Er zijn ook plekken in Nederland met zeer bijzondere reliëfvormen. In de provincie Utrecht zijn daarvan een aantal tot “Aardkundig Monument” verklaard. Een rivierduin in de Lek, een stuifzandgebied bij Soest, een vroegere Rijnloop in het landgoed Oostbroek bij De Bilt, de Grebbeberg en het Steneneiland bij Maarn. Wat dit betreft loopt de provincie voorop. Elders in Nederland vind je “Geologische Rëservaten” als de Heimansgroeve langs de Geul of het Geologisch reservaat P. van der Lijn bij Urk met Noordelijke zwerfstenen. 

Zo’n unieke plek is ook de Darthuizer Poort bij Leersum niet ver van Ginkelduin, waar GroenLinks bijeenkwam in september 2008. De Utrechtse Heuvelrug is een lichtgolvende stuwwal, maar bij Leersum is er een opening in die heuvelrug, bijna een kilometer breed, maar weinig opvallend doordat het gebied bebost is. Wat is het unieke. Toen tijdens de een na laatste ijstijd, het Saalien het Noordelijke landijs het gebied binnendrong, dat we nu kennen als de Utrechtse/Gelderse Vallei, werden aan weerszijden stuwwallen omhoog gedrukt. Aan de westzijde ’t Gooi en de Utrechtse Heuvelrug en aan de oostzijde de stuwwal Wageningen-Harderwijk. In de zomer kwam de temperatuur boven de nul graden. Het ijs smolt. Het smeltwater schuurde hier een breed en diep dal uit. Later is het een paar meter opgevuld door dekzand, dat plaatselijk is gaan stuiven. Er zijn wel meer ijssmeltwaterdalen, maar die zijn niet zo diep uitgeschuurd en niet zo breed. Vroeger waren de dalwanden van dit dal veel beter te zien. Door de bebossing nu niet meer. Toch is het belangrijk, dat het bijzondere van deze plek bij het publiek bekend wordt. Dat zou kunnen door een brede laan dwars door het dal te creëren en op voor het publiek gemakkelijk toegankelijke plaatsen voorlichtingspanelen te plaatsen. Zou de Provincie Utrecht, de gemeente Utrechtse Heuvelrug en het Utrechts Landschap in eendrachtige samenwerking daarvoor kunnen zorgen. Het gebied wordt er voor toeristen alleen maar interessanter door en voor sommige mensen zijn economische belangen van nog meer betekenis dan alle bijzondere dingen, die de natuur biedt. Het is evenzeer verwonderlijk, dat de Darthuizer Poort nog steeds niet tot Aardkundig Monument is verklaard. Politici aan het werk, zou ik zeggen. 

Meer weten?
Zie Geografie, Jaargang 18, nummer 5, mei 2009.
Grondboor & Hamer, Jaargang 62, Nr. 5, 2008. 

Column van de Week, Jaargang 2, Nr. 16.

Commentaar bij de uitslag

vrijdag, juni 5th, 2009

PROFICIAT JUDITH, BAS EN MARIJE!  

Wat een fantastisch resultaat hebben jullie gehaald: met drie mensen naar het Europees Parlement. Gefeliciteerd! De felicitaties gelden het gehele campagneteam en al die plaatselijke afdelingen, die geplakt hebben en gefolderd, bijeenkomsten hebben georganiseerd of mensen via Internet hebben bewerkt. Aan een campagne als deze is lang gewerkt. Er is een bijzonder programma gemaakt, waarin de kernpunten steeds meer mensen gaan aanspreken. De debatten, die vooraf gingen aan de keuze van de lijsttrekker waren tegelijk ook heel goede opwarmertjes voor de eigenlijke campagne. Judith bleek een terechte keuze en dat bleek nog veel meer bij allerlei debatten. Ze straalt enthousiasme uit, weet de dingen op een eenvoudige en aansprekende manier te brengen en met af en toe een Amsterdams accentje en een flinke dosis flair wist zij zich uitstekend te weren in een gezelschap met vooral mannen. Tijdens de campagne heb ik Bas een keer mee gemaakt. Hij bleef zich zelf en was daardoor zeer overtuigend. Marije is enorm gegroeid sinds ik haar jaren terug meemaakte. Dit wordt een prima GroenLinks delegatie naar de fractie van de Europese Groenen. 

Ik heb mij af en toe flink geërgerd aan sommige media. De Volkskrant lijkt steeds zo objectief, maar waarom zoek je bij een bericht over de peilingen zo vaak tevergeefs naar de stand bij GroenLinks? Waarom is zo’n sneer nodig over dat meisje van GroenLinks, waarvan nog nooit iemand heeft gehoord? Waarom werd er zo gemakkelijk ruimte geschapen voor eurosceptische opiniërende stukken? Maar, eerlijk is eerlijk: de laatste weken vond ik geen stomme fouten meer in de Volkskrant en was er van scepticisme nauwelijks nog sprake. 

Van de actualiteitenrubrieken moeten we Een Vandaag maar eens goed in de gaten gaan houden. In Telegraafstijl worden daar mensen geïndoctrineerd met PVV-ideeën. Sluipenderwijs wordt het gif toegediend zonder dat de mensen het in de gaten hebben. Om de mensen nog meer zand in de ogen te strooien roept Geert regelmatig, dat bij de publieke zenders de Linkse Kerk aan de macht is. Niets is minder waar. Dat blijkt ook uit het Een Vandaag Opiniepanel. Dat is allesbehalve een doorsnee van de Nederlandse bevolking, maar zo wordt het wel voorgesteld. Zo werd door dit panel de uiterst ondeskundige Madlener tot beste debater gekozen. Een Vandaag stinkt. 

Een campagne wordt hoofdzakelijk op landelijk niveau gevoerd. Men trekt weliswaar het land in, maar het zijn de landelijke media, die het beeld bepalen. Toch geloof ik, dat er veel meer aandacht aan lokale actie moet worden besteed. Het succes van de plaatselijke afdeling en de fractie straalt af op de Europese campagne, maar het omgekeerde is ook waar. Als we het in Europa goed doen, dan groeit ook plaatselijk het vertrouwen in GroenLinks. De Europese campagne op plaatselijk niveau is een opwarmertje voor de gemeenteraadsverkiezingen. Wordt er nu actief huis aan huis gefolderd, dan geeft dat een beeld van GroenLinks als echt actieve mensen. Daar kun je op bouwen. Dit zou beter moeten doordringen in de hoofden van lokale bestuurders en leden. Daarom ben ik altijd benieuwd hoe wij het in de gemeente Bunnik in verhouding tot andere gemeenten doen. Daarom hier de ranglijst voor de eerste tien naar percentage. In absolute cijfers tellen we nauwelijks mee als kleine gemeente. 

1.    Nijmegen en Utrecht                         20,9 %     
3.   Amsterdam en Wageningen                 20,0 %
5.    Groningen                                        17,4%
6.    Leiden                                             16,8%
7.    Arnhem                                            15,4%
8.     Bunnik                                                     15,3%
9.    Haarlem                                           15,2%
10.   Ubbergen                                         14,0% 

In de gemeente Bunnik met Odijk en Werkhoven is GroenLinks onderdeel van de lokale progressieve politieke partij Perspectief 21, die zes van de vijftien zetels in de gemeenteraad bezet en twee wethouders heeft. Recent heeft deze fractie als enige zijn rug rechtgehouden tegenover het institutionele geweld van de gemeente Houten, het bestuur Regio Utrecht en de provincie Utrecht. Koste wat kost moet er een weg van Houten naar de A12 komen dwars door het fraaie Kromme Rijnlandschap en dat terwijl er alternatieven zijn. Misschien is GroenLinks beloond. De PvdA minder, maar die waren dan ook onzichtbaar tijdens de campagne. Vooral de PvdA zal hard moeten gaan werken aan versterking op het lokale vlak. 

Voor mij was het gisteren al feest, maar nog meer toen ik vanmorgen hoorde, dat we zelfs drie zetels hebben gescoord. Geweldig!!

Jaargang 2, nr. 15.

Campagne voeren

zondag, mei 31st, 2009

WAT ZIJN SOMMIGE MENSEN ONVRIENDELIJK 

Odijk is een leuk dorp om te wonen. De mensen zijn er vriendelijk en zeggen elkaar op straat goedendag. Wij houden niet zo van dikdoenerij. In de sportclubs ontmoet je mensen van alle rangen en standen. We zijn in Odijk ook erg behulpzaam. Het is een heel sociaal dorp. We komen voor elkaar op en we weten elkaar te vinden als we iets voor elkaar willen krijgen. Bij de gemeente weten ze dat ook. 

Af en toe denk je, dat er iets aan het veranderen is. Utrecht en Zeist liggen niet ver weg en zo komen er ook mensen wonen, die een dorp niet zo gewend zijn. Het kost hen moeite te integreren. Daarom ben ik met het idee gekomen nieuwkomers een integratiequiz aan te bieden. Die vind je op de site van de gemeente Bunnik: www.bunnik.nl . 

Odijk heeft ruim vijfduizend inwoners en toch twee flinke supermarkten. Ze zijn redelijk goedkoop, ook vanwege de onderlinge concurrentie en trekken daardoor klanten uit de wijde omgeving. Of het nu daaraan lag, maar toen ik afgelopen zaterdag morgen bij de winkels stond, kreeg ik heel veel geïnteresseerde mensen, maar af en toe kwam er een nors nee als ik vroeg of ik iets mocht vragen. Sommige mensen hadden gewoon haast en zeiden vriendelijk, nee sorry, ik heb haast. Maar met de meeste mensen kreeg ik goed contact. Het ging zo anders dan vorige keren. Nu moest ik de mensen echt aanspreken. Het ging zo: Goede morgen mevrouw! Mag ik u iets vragen? Ja? Weet u al of u aanstaande donderdag gaat stemmen. Als ze ja zeiden, dan vroeg ik of ze al wisten op welke partij. Vaak zeiden ze dan nee of ik weet het nog niet zeker. Dan zei ik, dat ik ze mooi kon helpen. Ik had een A6 papiertje gemaakt, waarop je kon zien, hoe je bij de verschillende kieswijzers kunt komen. Dat waardeerden de meeste mens heel erg. Ik hoop, dat ik het opkomstpercentage iets omhoog heb gekregen. En af en toe kreeg je echt aardige gesprekken, zoals met een vrouw, die zei SP te willen stemmen, maar kennelijk niet wist, dat de SP nogal eurosceptisch is. En wat valt er voor FEMNET nog vreselijk veel te doen, want het waren vooral vrouwen, die niet zouden gaan stemmen. Ik zei, dan of ze wisten, dat hun betovergrootmoeders hadden gevochten voor vrouwenkiesrecht. Een keer flapte ik er zachtjes uit, dat ze vroeger dachten, dat vrouwen te dom zijn om te gaan stemmen.  

Heel wat kinderen mocht ik blij maken met een sleutelhanger of een molentje of een ballon, maar de volgende keer moet er wel wat meer van dat materiaal zijn. Via de kinderen kom je immers in contact met de ouders. Heel leuk vonden de mensen een zandloper, die aangeeft dat de vijf minuten douchen voorbij is. Maar ik miste een eenvoudige vijf- of tienpuntenfolder, die je de mensen kunt aanbieden zonder hele gesprekken. We hadden ook te weinig kranten om huis aan huis te bezorgen in de gehele gemeente. Ik weet nog niet of er te weinig besteld zijn of dat we op rantsoen zijn gezet. Zelf denk ik, dat in onze gemeente folderen goed werkt. Die lui van GroenLinks zijn tenminste actief. Ik was trouwens de enige, die op De Meent bij de winkels stond.  

Wat ben ik benieuwd over de uitslag van aanstaande donderdag! Misschien horen we de Nederlandse uitslag ook pas op zondag. Wie kan mij dat vertellen? Ik hoop, dat de eurofiele partijen het goed gaan doen, dat ze veel stemmen trekken van de grote partijen, die met de eurosceptische wind meewaaien. Wat wordt het?

Jaargang 2, Nr. 14

Het Proces tegen de Staat gaat door!

maandag, mei 25th, 2009

Dreigen met de dood van miljoenen: Daaraan wil ik mijn vrijheid niet danken 

Al sinds de grote demonstraties tegen de kernraketten in de jaren tachtig procederen nu nog bijna tweeduizend Nederlanders tegen de staat. Elke keer wordt er weer een nieuwe rechtsgang gevonden. Er ligt een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, dat het gebruik van kernwapens of het dreigen daarmee, zelfs het treffen van voorbereidingen daartoe in strijd is met het internationaal humanitair oorlogsrecht. Het gebruik van kernwapens zou immers miljoenen slachtoffers onder burgers veroorzaken en dat is verboden. 

De Nederlandse rechterlijke macht steunt in alle opzichten dit Nederlandse regeringsbeleid. Je kunt het nauwelijks geloven. Die zich christelijk noemende partijen als CDA en CU, die in de Bijbel lezen, dat Christus tegen Petrus zegt, dat hij het zwaard in de schede moet houden en die internationaal solidaire PvdA zien er geen been in miljoenen te doden. Hoe kun je in geweten nog op zulke partijen stemmen? Als daartegen gedemonstreerd wordt op luchtmachtbases dan zijn Nederlandse rechters altijd bereid de demonstranten tot gevangenisstraf te veroordelen. Maar het ergste is, dat ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, keihard tegen de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in, het dreigen met kernwapens rechtmatig heeft verklaard. Internationaal recht gaat altijd boven nationaal recht. 

Op 16 februari 2009 hebben wij bij de rechtbank in Den Haag de Hoge Raad vanwege deze misdadige uitspraak aangeklaagd. Op 1 april 2009 heeft de rechtbank uitspraak gedaan en onze aanklacht verworpen. De motivatie ging in twee lijnen. Het proces zou een herhaing van een eerder proces zijn. Maar intussen ligt er wel een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof en die moet in dit nieuwe proces worden betrokken. Bovendien kun je pas procederen tegen een misdaad, wanneer die begaan is. Dus nadat de Hoge Raad de misdadige uitspraak heeft gedaan. De tweede lijn is, dat het in deze zaak gaat over ideële zaken en niet om materiële, waarover het recht gaat. Ging het dus om een paar centen, dan mochten we procederen, maar nu het om idealen gaat doet de rechter geen uitspraak. Dat is weglopen voor je verantwoordelijkheid, want ons doel is nu juist om de enorme materiële, lijfelijke en geestelijke schade van een kernoorlog te voorkomen. Dus gaan we in hoger beroep. 

De meeste medestanders zullen wel mee blijven procederen, maar we zijn keurig in de gelegenheid gesteld om af te haken. Maar wie kan zich erbij neerleggen, dat het nog steeds staand beleid is, dat wij bereid zijn tot het begaan van een nucleaire massamoord. We worden geregeerd door potentiële oorlogsmisdadigers. Och het zal zo’n vaart net lopen, hoor ik vele brave medeburgers al zeggen. Zo vraag ik mij elke keer weer af, hoe het mogelijk was, dat al die brave Duitse burgers Hitler en zijn trawanten aan de macht lieten komen. Zo vragen zoveel mensen zich af, hoe het mogelijk is, dat mensen bereid zijn hun medeburgers te doden in voormalig Joegoslavië of in Rwanda of Burundi of Soedan of Afghanistan. Werken aan een vreedzame wereld is ieders opdracht.

Jaargang 2. Nr. 13.