Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Automobiliteit in de agglomeratie Utrecht

vrijdag, juli 16th, 2010

EEN HEEL BREDE RING ROND UTRECHT 

Een heel brede ring van honderdduizenden auto’s met stank, lawaai, fijn stof en een walm van giftige gassen ligt rond de stad Utrecht. Vaak staat het er al stil en dat maakt het alleen maar erger. En dan ook nog die honderdduizenden auto’s die elke dag de stad binnen komen en weer verlaten. Het is niet erg gezond om in een hedendaagse grote stad te wonen. De autolobby en dienstbare politici van de rechtse partijen willen het allemaal nog erger maken. De auto’s moeten in beweging blijven en de stad moet bereikbaar blijven; voor auto’s wel te verstaan. Een groot deel van de bevolking begint het beu te worden. De uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen lieten dat ook duidelijk zien. Er waait een andere wind in Utrecht. Nu ook nog een goede uitslag volgend jaar voor de statenverkiezingen en de provincie kan gered worden van totale vergiftiging en asfaltering. 

Kan het anders? Wat rationeler denkende mensen van “De Vrienden van Amelisweerd” vroegen zich af wat de Kracht van Utrecht is en bedoeld is de gehele agglomeratie Utrecht. Volgens mij is dat het aangename woon- en leefklimaat, dat, gevoegd bij de centrale ligging Utrecht aantrekkelijk maakt voor hoogwaardige bedrijvigheid. Als iedereen er graag wil wonen en iedereen er graag zijn bedrijf of instelling wil vestigen geeft dat een forse uitbreiding van het bebouwde oppervlak en natuurlijk ook veel meer mobiliteit. Veel werknemers blijven in de omliggende provincies en zelfs verder weg wonen en reizen dagelijks heen en weer. Zo komt dat aangename woon- en leefklimaat wel in gevaar. Hoe kun je dit voorkomen? 

Ongeveer tweederde van het verkeer op de Utrechtse Ring is agglomeratieverkeer. Je rijdt over de Ring tot de wijk van je bestemming en gaat dan de stad in. Er is ook een Binnenring en er zijn de singels, maar door de vele verkeerslichten zijn ze weinig aantrekkelijk. Als van die 700.000 lokale automobilisten er honderdduizend zouden kiezen voor de fiets of het OV zou de Ring in het geheel niet verbreed behoeven te worden. Als je een halve eeuw lang vooral de auto-infrastructuur hebt uitgebreid en veel minder hebt gedaan aan goede fietspaden: breed, vlak, autovrij en liefst kruisingvrij; dan wordt het nu de automobiliteit uit de hand loopt wel moeilijk automobilisten uit hun tweede huis , de auto te krijgen. Het plan “De Kracht van Utrecht” voorziet dan ook in een uitgebreid net van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) en een comfortabel fietsnetwerk. De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen om dit plan als volwaardig alternatief in de onderzoeken mee te nemen. 

Een automobilist is een vreemdsoortig wezen. Hij/zij vertoont kenmerken van verslaving. Probeer een roker eens zijn sigaret te ontnemen of een alcoholist de fles. Zelfs bij het mogelijke succes van gedwongen afkicken worden vraagtekens geplaatst. De auto is iemands beste vriendin. Er is iets van een liefdesrelatie. De auto biedt je de mogelijkheid te ontsnappen aan allerlei beslommeringen. In de file kun je er nog langer van genieten. Automobiliteit lijkt voor velen een fundamenteel mensenrecht. Je kunt mensen toch niet hun autootje afnemen. Voor anderen is de auto een statussymbool, zelfs als het een lease-car van het werk is. Want hoe mooier de auto, hoe meer jouw baas je waardeert. 

Hoe breng je een automobilist op andere gedachten? Een eerste vereiste is inzicht, begrijpen, dat doorgaan op deze weg tot het totaal vastlopen leidt. Steden, de belangrijkste werkgebieden hebben maar een beperkte capaciteit aan wegen en parkeergelegenheid. Meer en bredere wegen brengen maar tijdelijk verlichting en leiden elders tot problemen. Als je Utrecht ongehinderd kunt passeren, gaan er nog meer met de auto naar andere Randstadsteden. Daarnaast inzicht in alle negatieve effecten, die we eigenlijk ons zelf en anderen aandoen. Zou je mensen zover kunnen krijgen, dat ze het inzicht ook echt aanvaarden, dat het asociaal is van je auto gebruik te maken als het ook per fiets kan of met het openbaar vervoer? Tot slot een persoonlijke ervaring. 

Ik had in een brugklas vertelt over vervoer en uitvoerig allerlei nadelen – naast de voordelen – van de auto behandeld. De klas luisterde echt aandachtig. Dat merkte ik, toen een klein blond jochie zijn vingen opstak en zei: “Maar meneer, u komt toch ook zelf elke ochtend met uw auto!” Dan sta je met de mond vol tanden. Ik gaf toe, dat ik ook in het systeem zat opgesloten. Maar een tijd later was het Kerstvakantie, de tijd van de goede voornemens. Ik besloot voortaan met de bus en de sneltram te gaan. En dat heb ik de rest van mijn loopbaan volgehouden.

 

Jaargang 3, Nr. 20.

Buurtpastoraat Utrecht

zaterdag, juli 10th, 2010

PRESENTIE: ER ZIJN VOOR DE MENSEN 

Een hulpverleenster was op bezoek in een gezin, dat zij moest begeleiden. Er ontstond een spannende situatie. Nu kon ze goed werk doen, maar de tijd was op en ze vertrok. De werkelijkheid van het welzijnswerk vandaag aan de dag. Buurtpastores zien het als hun roeping present te zijn in de wijk en te helpen waar ze kunnen en zo lang als het nodig is. Zoals een herder er altijd is voor zijn schapen: bij onrust of ziekte of verwonding of het lammeren of het scheren. Wanneer ze verloren lopen of aangevallen worden door verwilderde honden. Niet voor niets gebruikte Jezus van Nazareth zo vaak het beeld van de herder. 

In de meeste grote steden werken deze buurtpastores. Ik leerde ze kennen in Rotterdam, maar al jaren volg ik het werk van de twee Rooms-katholieke buurtpastores in Utrecht. Titus werkt in de Rivierenwijk, een arbeidersbuurt tussen het Merwedekanaal en de Vaartse Rijn in het zuiden van de stad. Hij begeleidt en stimuleert vooral de initiatieven van de bewoners zelf. Het is een gemengde buurt en dan vraagt samenwerken veel van de bewoners. Het is niet gemakkelijk bij alle verschillen elkaar toch te begrijpen en elkaar aan te voelen en dan samen besluiten te nemen en de verantwoordelijkheid nemen de besluiten uit te voren, je daar voor in te zetten. Zo hebben de bewoners het voor elkaar gekregen buurthuizen te behouden en ze in eigen beheer te nemen. Anders waren ze weg bezuinigd. Zo heeft de wijk ook een voedselbank en een wijkkrant in eigen beheer. Titus bemiddelt en begeleidt en denkt mee en zo komt hij met mensen in contact, die hem ook weten te vinden met hun persoonlijke problemen. Zo komt hij ook tot individueel pastoraat naar mensen, die al lang alle contact met de officiële kerk verloren hebben. Het mooie is nog, dat de ervaringen van buurthuizen elders in Utrecht worden uitgewisseld met de ervaringen in de Rivierenwijk. Zo worden wijken weer leefbaar. 

Monique heeft een meer individueel gerichte aanpak al werkt ze ook wel met groepjes. Ze is begonnen met op een bankje te gaan zitten in de speeltuin De Duizendpoot in de Daalse buurt bij het begin van de Amsterdamsestraatweg. De kinderen wilden wel weten wie ze was en zo kwam ze in contact met de kinderen en met de gezinnen. Dat is al weer jaren geleden. De kinderen van toen zijn volwassen en hebben nu een eigen gezin. Maar de nood in de wijk is gebleven. Ze komt in gezinnen met een veelheid aan problemen. Alhoewel de verschillende hulpverleners beter met  elkaar zijn gaan overleggen is bemiddeling in die richting nog steeds nodig. Monique werkt vooral met kinderen en werkt nauw samen met de mensen van de speeltuin. Elk kind heeft wel eens een probleempje, maar dan zijn er een vader en een moeder, die de problemen oplossen of deskundige hulp weten te vinden. Deze kinderen uit de multicultibuurt hebben het wat dat betreft moeilijker. De moeder van een slechtziend kind heeft een afspraak met een instelling voor slechtzienden. Maar ze moet de school bellen, dat haar kind afwezig zal zijn. Dat durft ze niet, want haar Nederlands is nog niet best. Grote zus moet het maar doen, maar die pint haar moeder vast. Jij moet het doen. Jij bent de moeder. De volgende morgen durft ze toch niet en dan belt de oudste dochter. Maar ze biecht het eerlijk op en Monique heeft met haar een goed gesprek over haar onzekerheid. Kleine kinderen worden pubers en die hebben zo hun eigen probleempjes. 

Tot slot een citaat: “aan het eind van het zwemmen met een groepje kinderen duik ik iets eerder dan zij onder de douche. Ik spoel mijn haren uit en krijg een duwtje van opzij. Hé M’nikie! Naast mij staat Mo, inmiddels een kop groter dan ik ben en jonge vader. Dat is lang geleden. Met het gezin waar hij uitkomt, trok ik jaren lang op omdat er veel aan de hand was. Hij vraagt hoe het met mij gaat en doe je nog steeds zwemmen met de kinderen uit de buurt? Ik doe het nu ook met mijn eigen kinderen en hij toont ze trots. Hij vertelt, dat hij een baan heeft en in de buurt van het zwembad woont en elke week gaat zwemmen met ze. Vertelt over de rest van de familie, die al lang verhuisd is uit de buurt: dat het goed gaat. Ondertussen staan we knus onder die douche alsof we weer even terug zijn in de tijd. Het doet me goed, deze ontmoeting.” 

Ik hoop maar, dat er straks weer jonge mensen gevonden worden, die Monique en Titus gaan opvolgen.

Jaargang 3, Nr. 19.

Manifest voor Verdraagzaamheid

zaterdag, juli 3rd, 2010

MINDERHEDEN ERVAREN MEER ONVERDRAAGZAAMHEID 

Ik onderteken een “Manifest voor Verdraagzaamheid” en in het Journaal zie ik beelden van een dubbele zelfmoordaanslag op een Soefimoskee in Pakistan en lees erover in de krant. Soefi’s vormen een Islamitische sekte, die een wat vriendelijkere en vreedzamere vorm van de Islam voorstaan. Weliswaar zijn er miljoenen Soefi’s, maar binnen de Islam vormen ze een minderheid. Ze worden als ketters beschouwd en vaak gediscrimineerd en vervolgd. Zo lees je vaker over discriminatie van religieuze of levensbeschouwelijke groepen, die in toenemende mate onverdraagzaamheid en erger ervaren. In delen van India werden christelijke kerken verwoest en christenen gedood. Fanatieke Hindoes zijn de daders. Christelijke kerken vinden hun aanhangers vooral onder de Dalits, de kastenlozen Binnen de christelijke gemeenschappen emanciperen ze. Dalits zijn priester geworden zelfs bisschop. Voor mensen uit de hogere kasten is dit moeilijk verteerbaar. Irakese christenen zijn hun land massaal ontvlucht In Algerije zijn al weer enkele jaren geleden katholieke monniken vermoord. Ze missioneren er niet. Ze zijn er voor de mensen. Ze proberen tot dialoog te komen. Zo heeft “Cordaid Mensen met een Missie” een deskundige uitgezonden naar Kenia om christenen, Islamieten en Hindoes te helpen tot interreligieuze dialoog te komen. Aan de Nijmeegse Radboud Universiteit heeft zij dit vak gestudeerd. Elkaar kennen, elkaar begrijpen, elkaars bedoelingen kennen en vooral elkaar vertrouwen verminderen de kans op interreligieuze conflicten. 

En Nederland? Systematische moordpartijen komen hier gelukkig niet (meer) voor, maar zijn er in het verleden wel geweest. Katholieken en  Protestanten kennen hun martelaren. Dat is al weer eeuwen geleden. De Jodenvervolging werd door de Nazi’s door hun rassenleer gelegitimeerd, maar de Joden vormen geen apart ras, misschien een volk en in ieder geval een religieuze groep. Antisemitisme was er ook in het vooroorlogse Nederland. Het werd ook gevoed door de Rooms-katholieke Kerk, die de joden eeuwen lang als Gods moordenaars heeft beschouwd. Eigenlijk is dat pas door het Tweede Vaticaans Concilie fundamenteel veranderd. Volgens persberichten is het aantal antisemitische incidenten in Nederland verminderd. Probleem is nu veel meer het onderscheid te maken tussen Jodendom en de staat Israël. Met name anders geïnformeerde Islamitische jongeren hebben daar moeite mee. Vooral het gedrag van een deel van de Marokkaanse jeugd versterkt de anti-Islamhouding. De overlast zorgt voor generaliseren. Bij sommigen kan “de Islam” geen goed meer doen. Populistische politici haken daarop in. Er is niets nieuws onder de zon. 

Alle religieuze groeperingen samen vormen in Nederland een minderheid. Elke groep apart dus zeker. Worden deze minderheidsgroepen gediscrimineerd? Er is toch officieel vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Ik kan het mij goed voorstellen, dat mensen het niet eens zijn met standpunten van religieuze leiders. Zelf ben ik het maar al te vaak niet eens met mijn aartsbisschop en zijn getrouwen. Hun gedrag is naar mijn gevoel naar groepen mensen discriminerend. Dat veroorzaakt vooral veel verdriet. Hun kille houding staat haaks op hun herderlijke opdracht. Zelf noemen ze het duidelijkheid. De leiding van mijn bisdom zou zich het Manifest voor Verdraagzaamheid heel sterk moeten aantrekken. 

In de Nederlandse samenleving ervaar ik maar al te vaak een houding van afwijzing tegenover alles, wat met godsdienst te maken heeft. Je ziet het in het fanatiek verdedigen van de openbare school en daarbij het afwijzen van bijzonder onderwijs, dat niet gesubsidieerd zou moeten worden. Je ziet het in het niet meer subsidiëren van instellingen van algemeen nut, maar op religieuze basis of het idee om de omroepen maar af te schaffen en te vervangen door een `neutraal`BBC-achtig systeem. Dan wordt er weer geroepen, dat in naam van de godsdienst zoveel kwaad is geschied en dat dat nog steeds gebeurt. Alsof de godsdiensten het monopolie hebben op het veroorzaken van narigheid. Wat voorgesteld wordt in naam van de godsdienst te gebeuren is veelal een zaak van politieke of maatschappelijke belangengroepen. 

Het allerergste vind ik, dat waar religies altijd stonden voor bepaalde waarden en dan op de eerste plaats de naastenliefde, de solidariteit er nu na het secularisatieproces geen tastbaar waardensysteem meer lijkt te bestaan, waaraan de mensen houvast hebben en dat ze hun kinderen als opvoeders kunnen voorhouden. Misschien is dat wel een van de diepere redenen voor de verminderde tolerantie in de samenleving. 

Wilt u het ˝Manifest voor Verdraagzaamheid˝ ook lezen en ondertekenen, ga dan naar www.manifestvoorverdraagzaamheid.nl . Het richt zich tot de media, de politieke partijen  nieuw te vormen kabinet.

 

Jaargang 3, Nr. 18. 

Wat is Nederland toch mooi

zaterdag, juni 26th, 2010

FIETSEND EN VAREND GENIETEN 

Het seizoen van wandelen, fietsen en varen is weer begonnen. Na de lange sneeuwrijke winter is mijn conditie weer op peil gekomen. En zo verliep de fietstocht door onze onvolprezen op één na mooiste provincie Utrecht weer vlotjes. Twaalf 55plussers waren komen opdagen. Vanuit Odijk fietsten we langs NS-Station Driebergen-Zeist langs Austerlitz naar Soesterberg. Dwars door het dorp heen kwamen we bij de afrastering van de voormalige vliegbasis Soesterberg. Daar had ik in de tachtiger jaren met duizenden andere demonstranten meegedaan aan de “omsingeling” van de basis als protest tegen de kernwapens. Nu konden we dwars over het vliegveld fietsen. Ik liet de brede orchis zien, die hier bloeit en op de startbaan dacht ik aan de duizenden keren, dat hier Amerikaanse F16’s startten, die vervolgens mijn lessen in Utrecht verstoorden of de rust in mijn tuin. Achter de basis sloegen we linksaf, kruisten de spoorlijn Utrecht Amersfoort en dronken koffie bij de “Lange Duinen”, een zandverstuiving, die door de provincie is uitgeroepen tot ‘Aardkundig monument’. Over het lijntje naar Baarn gingen we rechtdoor met Soest rechts en de bossen links, kruisten de weg Bilthoven – Baarn en fietsten door de bossen naar Lage Vuursche. We passeerden het Pluismeer, waarvan ik vermoed, dat het in een uitgewaaide laagte ligt in dit gebied met dekzand en stuifzand. De WZW-ONO richting wijst daar ook op. Na de pauze ging het verder over een licht slingerende zeer afwisselende route naar Hollandse Rading. We zagen de grenspaal met de provincie Noord-Holland en bedachten daarbij dat Rading grens betekent. Zo kwamen we in een open landschap tussen de bossen en het veen- en plassengebied, Door Maartensdijk en door Groenekan kwamen we op de Groenekanseweg en vlak na de overweg richting De Bilt sloegen we rechtsaf en fietsten over het Grootkampse pad, langs Fort Voordorp en het Voordorpse pad naar de Biltse Rading. We staken over en door het recreatiegebied bij Fort De Bilt kwamen we op de Biltsestraatweg en aan de overkant ging het door Rijnsweerd Noord en Rijnsweerd Zuid langs Zwembad Kromme Rijn door Amelisweerd en Rhijnauwen naar Bunnik en Odijk. Dat was een rondje van ongeveer 50 KM. Je kunt de route oppakken bij Driebergen-Zeist, bij Soest, bij Hollandse Rading, De Bilt, Utrecht en Bunnik. Door de week kun je in Driebergen-Zeist fietsen huren. Neem wel een goede fietskaart mee voor deze tocht door drie verschillende landschappen. 

Ik houd wel van contrasten! De volgende dag mocht ik als partner mee met de Biesbosexcursie van de Probusclub van mijn vrouw. Pensionado’s hebben toch maar een mooi leven. In het gebied Oostelijk van het Nationale Park de Biesbos worden agrarische gebieden ontpolderd om zo overloop gebieden te creëren en de rivier bij hoogwater meer ruimte te bieden. Daar is al een begin mee gemaakt. Opeens klopte mijn kaart niet meer. Die gaf de situatie weer van 2001. Waar toen het graan golfde, glinstert nu het water van “nieuwe natuur”. Tussen Noord-Brabant en de Randstad ontstaat hier een geheel nieuw natuur- en recreatiegebied. Rijkswaterstaat denkt erover om de Haringvlietsluizen vaker op een kier te zetten, zodat de getijverschillen toenemen. Bij een vaartocht bleek, dat de Biesbos nog steeds een heel bijzonder gebied is, maar vergeleken bij vroeger is het er niet mooier op geworden met al die onderbegroeiing in de grienden. Door de afsluiting van het Haringvliet gaat er meer water door de Nieuwe Waterweg. Zo wordt het zilte zeewater zo veel mogelijk terug gedrongen En dus vraag ik mij af, of dit bij open spuisluizen in de Haringvlietdam nog voldoende gebeurt. 

Het Biesbosmuseum is een bezoek zeker waard. Vanaf Werkendam wordt de route met ANWB-borden aangegeven. Het museum geeft vooral een beeld van de bestaanswijzen van vroeger. Hoe verdienden de griendwerkers, de rijswerkers, de rietsnijders, de mandenmakers, de stoelenmatters, de kuipers, de vissers en de boeren hun brood? Dat was niet echt om jaloers op te worden. Wat hebben wij dan een comfortabel leven. Het museum geeft ook een beeld van de natuur. Er zijn weer veel bevers!  Er zijn spannende verhalen over de crossers tijdens de laatste Oorlogswinter en de ondergrondse, die tientallen Duitse militairen krijgsgevangen maakten. Er is een werkelijk schitterende maquette van de plannen in dit gebied in het kader van “Ruimte voor de Rivier” .Je ziet de vloed binnenkomen en het water bij eb wegstromen. Je ziet hoe bij hoogwater in de Merwede het rivierwater door het gebied stroomt. Nieuwe fietspaden gaan het gebied ontsluiten en oude geulen worden in ere hersteld. Die Nederlanders blijven maar bezig met water en dijken en polders en de vernieuwing van de inrichting van ons land. Op naar de Biesbos dus!

 

Jaargang 3, Nr. 17.

Het Watersnoodmuseum bij Ouwerkerk

zondag, juni 20th, 2010

EINDELIJK EENS GEEN POLITIEK? 

Gisteren schreef ik op een felicitatiekaart met de afbeelding van een schilderij “Carnaval” de volgende quote: “Het hele leven is één carnaval. Niets is wat het lijkt, maar je kunt er wel om lachen!”. Naderhand bedacht ik, dat het mooi van toepassing is op de kabinetsformatie. 

Op deze Vaderdag vroeg ik mij af, of ik eigenlijk ooit een doorwrochte feministische visie op dit fenomeen heb gezien. Dan bedoel ik niet de vanzelfsprekende uithalen naar het commerciële karakter van Vaderdag. Het klemt des te meer nu we waarschijnlijk een man zonder partner en geen vader als minister-president krijgen. Hij is een vertegenwoordiger van de groeiende groep singles in onze samenleving en zo mogen we dus van een nieuwe ontwikkeling spreken. Wat moeten we daar nu van vinden? Ik ben geen ervaringsdeskundige en ik laat het dus gaarne aan anderen over. 

Eigenlijk wilde ik al sinds ons verblijf in Zeeland schrijven over een bijzonder geheel vernieuwd en uitgebreid Watersnoodmuseum bij Ouwerkerk. Ik moet mij elke keer weer realiseren, dat de Deltaramp van 1953 voor een groot deel van de Nederlandse bevolking geschiedenis is, een gebeurtenis, die je zelf niet hebt meegemaakt. Als het goed is, wordt erover op school verteld, maar mijn ervaring leert, dat je er niet op moet rekenen, dat mensen er dan ook met inzicht over kunnen praten. Na een bezoek aan het museum bij Ouwerkerk iets Oostelijk van Zierikzee wordt dat anders, want het is een echt beleefmuseum. Het is alsof je de ramp meemaakt. 

Op Schouwen-Duiveland waren twee zeer grote gaten. Bij elke vloed stroomde er water naar binnen en bij eb er weer uit. Daarbij komt, dat in het Zuidwesten de getijverschillen groter zijn door de trechterwerking van de Noordzee en van de zeegaten. Bovendien was het overstroomde gebied erg groot en kon er meer water naar binnen. De stroomgaten bij Schelphoek en bij Ouwerkerk waren zeer moeilijk te dichten. Men heeft daar gebruik gemaakt van caissons, enorme betonnen dozen, die men in de overgebleven openingen bij dood tij tot zinken bracht. Over die caissons is de dijk gebouwd. Het museum is nu gevestigd in de vier caissons, die onderling door gangen verbonden zijn. Dat maakt het allemaal extra spectaculair. 

In de eerste caisson wordt de ramp verteld aan de hand van Polygoonbeelden (TV bestond nog nauwelijks), mappen met krantenknipsels uit de hele wereld, fotoboeken, geluidsopnamen van radiozendamateurs en een grote maquette met alle dijkdoorbraken. De ramp was wekenlang wereldnieuws. Vanuit de hele wereld werd hulp geboden. Dat was echte internationale solidariteit metterdaad. 

De tweede caisson begint met een ruimte, waar je via een brug over stromend water loopt. Op dat water schuiven namen van slachtoffers voorbij. Je kunt zo’n naam oproepen en dan vertelt een nabestaande iets over het slachtoffer. Eén van de 1835 + 1. Je ziet er foto’s van begraafplaatsen en van individuele slachtoffers. Duizenden vrijwilligers gingen dat jaar in Zeeland werken om de overgebleven huizen weer bewoonbaar te maken. En je maakt de sluiting van dit laatste dijkgat bij Ouwerkerk vlak voor het begin van het stormseizoen in het najaar van 1953 mee. Het land viel weer droog. De wederopbouw kon beginnen. Die wordt vooral in beeld gebracht in de derde caisson. In het dorp Ouwerkerk zagen we nog steeds de toen gebouwde houten Zweedse woningen bewoond. Er wordt ook aandacht besteed aan de Deltawerken, maar daarvoor kun je beter naar de Neeltje Jans op de Oosterscheldedam. 

De laatste caisson is gewijd aan de toekomst. Hoe zal het onze planeet vergaan? Zeer instructief. Altijd als ik de Deltaramp en alle waterstaatkundige werken in de klas besprak vertelde ik weer, dat de deskundigen van Rijkswaterstaat, de ambtenaren en de betrokken politici heel goed wisten, dat zo’n ramp door de te lage dijken goed mogelijk was, maar dat ze om financiële redenen andere zaken prioriteit gaven. De ramp had niet hoeven gebeuren als men tijdig maatregelen genomen had. De waakzaamheid is nu groter en men is ook open over een tiental zwakke plekken in onze zeewering. Maar er zijn nieuwe rampen, die ons bedreigen en nog steeds zijn er politici, die de mensen in slaap sussen. Ik hoop niet, dat we nog ooit in onze slaap verrast worden.

 

 

Jaargang 3, Nr. 16.

Een baan voor Wilders

vrijdag, juni 11th, 2010

DE NIEUWE BISSCHOP VAN LIMBURG 

Ze komen nog maar weinig in de kerk, de Limburgse katholieken, maar volgzaam zijn ze nog steeds. Dat leerde je altijd al als katholiek; gehoorzaam zijn aan de paus, de bisschop en de pastoor. Automatisch aannemen, dat wat zij zeiden de eeuwige waarheid was. En automatisch gehoorzamen, ook aan alle hoger geplaatsten. Daarom zijn gebieden met veel katholieken ook zo vatbaar voor fascisme: Beieren, Italië, Spanje, Portugal en Hongarije. Limburg heeft nog veel van een feodale standenmaatschappij. De rijken en de Kerk speelden er onder een hoedje. Wilders is nu de nieuwe bisschop van de rechtse kerk. 

Er is daar ook alle reden voor ontevredenheid. Vroeger was er in ons land een regionaal economisch beleid. Achterblijvende gebieden werden geholpen bij het aantrekken van werkgelegenheid. Zo werd bovendien de Randstad ontlast, want daar dreigde de leefbaarheid te ernstig te worden aangetast. Maar Europa integreerde en binnen die grote Euromarkt zouden de economische kerngebieden sterker met elkaar gaan concurreren. Alle aandacht werd gericht op de Randstad. Daar bij de havens en bij Schiphol moest het gebeuren. De Randstad werd volgeplempt met bedrijfsterreinen en woongebieden. Limburg en het Noorden liepen leeg en dat was niet genoeg. Dus kwamen er ook de gastarbeiders, eerst uit Zuid-Europa, later uit Marokko en Turkije. Ze kwamen in de oude wijken en de naoorlogse flats terecht. De problemen zijn bekend. In de perifere vertrekgebieden vergrijsde de bevolking. Er worden minder kinderen geboren en het sterftecijfer stijgt. De bevolking krimpt en voorzieningen worden minder. Je wordt er niet vrolijk van. Herhaaldelijk heb ik ervoor gewaarschuwd. Opeens is Limburg zwart gekleurd, maar nu niet door het kolenstof. Resultaat van kortzichtig beleid, dat in de Randstad wordt ontwikkeld. 

Zal het succes van de PVV daaraan iets veranderen? Ik geloof er niets van. Rutte roept alsmaar, dat Nederland weer economisch sterker moet worden. Dan ligt de nadruk op de Randstad voor de hand. Extra geld voor de krimpgebieden zal er niet zijn. Er moet bezuinigd worden. Voor Limburg zal er weinig veranderen. Bij een volgende verkiezing zal de PVV winst in Limburg snel verdampen. Voor het oplossen van de problemen in de zwarte wijken zal evenmin veel geld zijn. De conflictsituaties blijven bestaan. Het zou mooi zijn als de PVV in de regering komt. Een oplossing voor de problemen zal door een PVV minister niet snel gevonden worden. Stemmen op de PVV is dus voor niets geweest. Dan hoeven er geeneens ruzies tussen PVV ministers te komen zoals eerder bij de LPF. Geef de PVV regeringsverantwoordelijkheid en ook de PVV zal van voorbijgaande aard blijken, net als de LPF en Boer Koekoek. 

Het zal geeneens zo gemakkelijk zijn de PVV in de regering te krijgen, want er is een derde partij nodig. Daarvoor komt alleen het CDA in aanmerking. Deze partij zal er weinig voor voelen. Niet alleen omdat het CDA in een crisis verkeert en eerst orde op zaken moet stellen. Het CDA heeft veel welgestelde kiezers verloren aan de VVD. Die namen niet het risico, dat het CDA opnieuw met de PvdA zou gaan regeren en bij de VVD zullen de rijken minder last hebben van bezuinigingen. Voor het CDA blijven de eenvoudige brave burgers over. Voor zover ze niet thuis zijn gebleven zullen ze een nog rechtser CDA-VVD-PVV beleid niet erg op prijs stellen. Als zij ook nog bij de partij weglopen blijft er van het CDA weinig over. De informateur zal ontdekken, dat een CDA-VVD-PVV bewind niet mogelijk is. Het op het buitenland georiënteerde bedrijfsleven zit er evenmin op te wachten.  Maar ik ga er geen weddenschap op afsluiten. 

Een nationaal kabinet met VVD, PvdA en CDA zit er na het pijnlijke scheidingsproces tussen de laatste twee niet echt in. Het CDA is nog dizzy van de klap. Dan blijft paars plus over. Dat is de combinatie, die in mijn woongemeente, Bunnik het college vormt. Perspectief 21 omvat de PvdA en GroenLinks, maar heeft ook andere linkse kiezers getrokken. VVD en D66 hebben de Liberalen opgericht. P21 heeft twee wethouders en de Liberalen één. De Liberalen hebben goed naar de bevolking geluisterd en zijn wat groener geworden. Ze zijn nu ook tegen de weg van Houten naar de A12 dwars door het groene landschap van het Krommerijngebied. Bunnik als laboratorium voor de landelijke politiek? Och een grapje moet kunnen. Maar ook grapjes kunnen een serieuze ondertoon hebben. Misschien zijn er meer, die een positieve ervaring hebben met zo’n combinatie. Schrijf erover!

 

Jaargang 3, Nr. 15.

Wie geeft nog het goede voorbeeld?

vrijdag, juni 4th, 2010

DE LASTEN EN DE LUSTEN 

Aan demissionair Minister van Financiën de Jager werd gevraagd of het niet zinnig zou zijn voor de hoogste inkomens een extra belastingschijf in te voeren, zodat ze hun bijdrage aan de oplossing van de financiële problemen concreet zouden kunnen maken. Ze profiteren vaak al extra van belastingmaatregelen als de aftrek van de hypotheekrente. Dat profijt is vaak meer, dan het totale inkomen van iemand in de bijstand of iemand met een minimumloon. De minister kwam met het gebruikelijke antwoord. Waarom nu juist weer deze hardwerkende Nederlanders in hun portemonnee treffen? Zij leveren al zo’n belangrijke bijdrage aan de welvaart in Nederland. De totale opbrengst van zo’n maatregel zou ook niet al te veel zijn en bovendien leert de ervaring, dat zulke slimme rijke Nederlanders altijd wel weer een maniertje vinden om er onderuit te komen. Daarbij worden ze geholpen door zeer deskundige en goed betaalde belastingadviseurs. 

Zo zie je maar weer eens, dat je als CDA’er het alleen maar tot bewindspersoon brengt als je je zeer dienstbaar opstelt naar de rijken, die in het CDA  vanouds de macht hebben. Het schijnt dat velen van hen maar het zekere voor het onzekere kiezen en op de VVD gaan stemmen. Nog eens in een kabinet met de PvdA is te veel gevraagd. Dat de VVD intussen heftig flirt met de PVV tekent nog meer hun mentaliteit. 

Wat zou je eigenlijk mogen verwachten van deze goed ontwikkelde en goed verdienende topfunctionarissen, die zich christen noemen of noemden? Zulke mensen hebben in onze samenleving een voorbeeldfunctie. Ik ken er, die inderdaad een sobere levensstijl hebben, uitstekende sociaal voelende werkgevers zijn, die ook nog veel vrijwilligerswerk doen. Maar voor velen geldt het spreekwoord: “Wie het breed heeft, laat het breed hangen”. Ze zijn niet vies van een bonus in zes of zeven cijfers geschreven ook al verdienen ze het niet, gezien de resultaten van het bedrijf. En dankzij dat “goede” voorbeeld zie je in toenemende mate, dat kiezers alleen aan hun eigen belang denken en hebben allerlei partijen hun specifieke doelgroep. De VVD is er voor de rijken al hebben veel VVD’stemmers dat niet in de gaten. Zij stemmen VVD wegens de belofte de belastingen te verminderen of de hypotheekrenteaftrek te handhaven. En zij vergeten, dat ze voor allerlei voorzieningen vervolgens veel meer moeten betalen. Dat heet profijtbeginsel. Minimumloners en uitkeringtrekkers stemmen SP. De middengroepen op CDA of D66 of CU of PvdA en de mensen uit de volkswijken of sommige nieuwe steden op de PVV. Mensen, die het allemaal doorzien en weten, dat een volksvertegenwoordiger onder ede belooft het algemeen belang te dienen stemt dan GroenLinks. Dat zullen er nooit erg veel worden, want het algemeen belang stellen boven je eigen belang, dat brengen niet zo veel  mensen meer op. 

We weten, dat er een financiële crisis, een bankencrisis is en een economische crisis en een energiecrisis en een klimaatcrisis, maar de meesten van ons hebben nog niet in de gaten, dat er vooral ook een mentaliteitscrisis, een crisis van waarden heerst. Het gaat nog vrij goed met Nederland, maar deze mentaliteitscrisis is een bom onder onze welvaart. Het gebrek aan onderlinge solidariteit en het toenemende egoïsme kan ons economische systeem ernstig ondermijnen en onze samenleving kapot maken. 

Als u lezer, dit in gedachten houdt en dan het programma van GroenLinks op de website bestudeert, zal ontdekken, dat deze partij de problemen ook echt onderkent en in een goed samenhangend programma oplossingen geeft. Als onze Nederlandse samenleving u lief is, dan is een stem op GroenLinks een prima idee.

 

Jaargang 3, Nr. 14.

Ja of neen tegen modellen?

maandag, mei 31st, 2010

KOMEN MODELLEN OOIT UIT? 

Een van de bekendste Nederlandse klimaatsceptici is van huis uit econoom. Hij probeert vooral twijfel te zaaien over de betrouwbaarheid van klimaatmodellen. Maar omarmt met het grootste gemak even onbetrouwbare economische modellen. Iedereen weet, dat geen enkel klimaatmodel voor 100% zekerheid biedt. Je moet met zo veel factoren rekening houden. Veranderingen hebben gevolgen voor andere factoren. Dat noemen we terugkoppelingseffecten. Als het klimaat warmer wordt, geeft dat meer verdamping. Meer waterdamp in de lucht geeft meer bewolking en die gaat de opwarming weer tegen. Maar tegelijk blijkt waterdamp ook een broeikasgas en zorgt waterdamp in de atmosfeer, net als koolzuurgas en methaan en nog meer gassen ervoor, dat de zonnewarmte en eigenlijk de uitstralingswarmte van de aarde beter door de atmosfeer wordt vastgehouden. Maar zo zijn er nog veel meer factoren van invloed en ook weer met terugkoppelingseffecten. Een beetje betrouwbaar klimaatmodel bouwen is dus een hels karwei. 

Dat geldt ook voor economische modellen. Economen bestuderen menselijk gedrag. Menselijk gedrag is eigenlijk niet in wiskundig geformuleerde regels te vatten. Mensen willen zich vaak onlogisch gedragen. Opeens worden veel mensen vegetariër. Wat klopt er dan nog van de verwachte vleesconsumptie? Maar vegetariër zijn kan ook een tijdelijke mode zijn. Kloppen de aangepaste prognoses weer niet. 

Toch haalt geen politicus zich in het hoofd geen rekening te houden met de verwachtingen van het CPB. Het beleid wordt vastgesteld op grond van de uitkomsten van modellen waarvan we weten, dat ze onbetrouwbaar zijn. Maar we moeten toch wat. Nog veel bonter maken politieke partijen het als ze op grond van gereken met die modellen menen te weten hoeveel extra banen hun voorgestelde beleid er in 2040, dus over dertig jaar zijn bijgekomen. GroenLinks baseert zijn verwachtingen tenminste op een groot aantal milieumaatregelen, die productie en plaatsing en onderhoud van allerlei apparatuur nodig maken. Als men geen windmolens gaat bouwen, komt de werkgelegenheid in de molenbouw en in de offshore er niet. 

Waar het mij vooral om gaat is, dat rechtse politici hun economisch beleid probleemloos baseren op onzekere economische modellen en dat heel vanzelfsprekend vinden, maar weigeren een gedegen klimaatbeleid voor te stellen omdat ze beweren, dat de klimaatmodellen geen 100% zekerheid bieden. Intussen is er wel zoveel zekerheid, dat wanneer vliegtuigpassagiers met dezelfde zekerheid zouden weten, dat hun vliegtuig zou kunnen neerstorten zelfs Mark Rutte of Geert Wilders niet in dat vliegtuig zouden stappen. 

In mijn veertig jaar onderwijs heb ik heel wat voorbeelden gegeven van dom menselijk gedrag, waardoor het natuurlijk milieu werd aangetast. Het verbazingwekkende was, dat dezelfde stommiteit vervolgens herhaald werd. Na de Dust Bowl in de USA ging de Sovjet Unie  maïs verbouwen in een te droge steppe en kwamen daar ook stofstormen. Overal in de wereld zie je bodemerosie, het wegspoelen van de teeltlaag en de vorming van geulen en toch blijft men de vegetatie op hellingen wegnemen. Oorspronkelijk was er in het Middellandse Zeegebied veel meer bos. Dat is om allerlei redenen veel minder geworden en het klimaat is er droger door geworden. In gebieden als de Afrikaanse Sahel breidt de woestijn zich door overbegrazing uit. De mens maakt meer kapot dan ons lief is en heeft er zelf de nadelen van te dragen. 

In de natuurlijke situatie kan een ecosysteem ook schade ondervinden, maar al spoedig ontstaat er een nieuw evenwicht. Bij het begin van een ijstijd schoven de plantengordels bij ons zuidwaarts en kregen wij een toendravegetatie. Na de ijstijd kwam het oorspronkelijke eikenbeukenbos weer terug. Maar we weten niet wat het mondiale ecosysteem aan kan, wanneer het klimaat ingrijpend verandert en de kringloop van het water fundamenteel anders wordt. Dat zien we dan wel weer, is eigenlijk geen optie. Je kunt de ontwikkelingen niet zo maar terug draaien. Koolzuurgas, dat in de atmosfeer zit, kun je er niet meer uithalen. De gok maar wagen?  Je zelf voor het lapje houden met de smoes, dat het allemaal niet zeker is? Stemmen op zulke politici lijkt mij zeer onverstandig  Alleen een partij met een robuust klimaatbeleid verdient mijn stem. Voor mij is dat GroenLinks!!

Jaargang 3, Nr. 13.

KRO in de fout

vrijdag, mei 28th, 2010

WAAROM EEN PUBLIEK NET MINDER? 

Het GroenLinks programma bevat een punt, waarin wordt voorgesteld de drie publieke TV-netten terug te brengen tot twee en de omroepverenigingen de zendmachtiging te ontnemen. Ze mogen TV-programma’s blijven produceren en die aan de netredacties leveren. In de toelichtende tekst is nergens een motivering te vinden. De KRO is er niet blij mee en roept de leden op hun stem te laten horen. Dat lijkt een verkapt stemadvies om maar niet op GroenLinks te stemmen. De KRO bezweert mij, dat de brief aan de leden niet bedoeld is als stemadvies. Zo’n brief vlak voor de verkiezingen is een forse miskleun van programmadirecteur Becking. Ik hoop, dat hij tijdig publiek excuus maakt en zijn excuses niet overlaat aan een redactrice van de KRO-bladen, die protesten van lezers beantwoordt. 

Blijft het raadselachtige programmapunt. Ziet men het als een ordinaire bezuinigingsoperatie? Bezuinigen kan ook op een andere manier. De KRO is bereid te fuseren en zo efficiënter te gaan werken. Maar de KRO is een vereniging en de leden willen graag zeggenschap houden over de programma’s. Dat is het sterke van de omroeporganisaties. De kijkers en luisteraars hebben zeggenschap en worden niet overgeleverd aan de willekeur van een “neutrale” netredactie.  Zo krijgen we leuke en mooie en boeiende en “waarden”-volle programma’s van een veel hogere kwaliteit dan het gros van de programma’s op de commerciële netten. Die kwaliteit horen we te bewaken en dan is het vreemd als er een publiek net geschrapt wordt. 

Of vindt men, dat de zuilen hun tijd gehad hebben en dat we dus? Naar een BBC-achtige nationale omroep toe moeten. Is de Nederlandse samenleving dan hetzelfde als de Britse? Daar geloof ik helemaal niets van. 

Ik laat naar beide zijden mijn stem horen. De KRO en GroenLinks zijn mij beide lief. Ik wens ze beide een behouden vaart.

De grenzeloze generatie

zaterdag, mei 22nd, 2010

ANTIAUTORITAIRE OPVOEDING VRAAGT OPVOEDERS MET AUTORITEIT 

Ik keek naar het IKON-programma “Paul Rosenmöller en het hart van Afrika”. Paul was in Rwanda en daar waren een aantal massamoordenaars bezig met dwangarbeid, een berghelling terrasseren met als enige werktuig een eenvoudige hak. Een van de mannen werd door Paul geïnterviewd. Of hij werkelijk mensen had gedood. Ja, dat had hij gedaan en hij vertelde hoe dat ging. Dat hadden we in alle gruwelijkheid al gehoord van een zeldzame overlevende. Die had een moordpartij in een kerk meegemaakt. Paul vroeg waarom  de moordenaar de mensen gedood had. Dat doe je toch niet zo maar. Hij antwoordde: “Het moest van de regering!” Dat herhaalde hij nog een paar keer. Het was een verbijsterend interview. Paul bleef doorvragen. Hij wilde deze man begrijpen. Ja, nu had hij wel spijt, maar toen kon hij niet anders. 

Ik dacht: “Die man is nooit antiautoritair opgevoed. Hij heeft nooit geleerd, dat je niet zo maar een autoriteit, een regering moet gehoorzamen, maar altijd je eigen geweten moet volgen.” Die discussie is ook in Nederland actueel. Hoe ver mag de dwang van de staat gaan? Als een wet democratisch tot stand is gekomen, mag je dan ook neen zeggen? Hoort een democratie respect te hebben voor het eigen geweten van de burgers? Soms heb ik een nachtmerrie en droom van de mogelijkheid van een regering van CDA en VVD met gedoogsteun van de PVV. Er zijn nu al wetten, die strijdig zijn met internationale verdragen. Kinderen mogen niet zo maar op straat gezet worden. Wat kun je allemaal van een dergelijke regering verwachten? Ik vrees, dat ik dan gemakkelijk in gewetensnood kan komen. Zoals ik het nu al misdadig vind, dat het officiële defensiebeleid inhoudt, dat Nederland bereid is als eerste kernwapens te gebruiken. 

Daarom vind ik het heel belangrijk kinderen antiautoritair op te voeden. Kinderen moet je leren hun eigen geweten te volgen. Dat vraagt goed gefundeerde opvattingen over wat goed is en wat kwaad. Zulke opvattingen, zulke waarden kun je alleen maar aan je kinderen overdragen als je ze goed het waarom kunt uitleggen. Dat bedoel ik met autoriteit, echt gezag door de kwaliteit van jouw oordelen. Juist aan die waardenoverdracht mankeert het tegenwoordig bij veel opvoeders.. 

De achtergrond daarvan is, dat antiautoritair vaak gezien wordt als a-autoritair, zonder autoriteit. Je moet vooral je kinderen niet jouw waarden opdringen. Ze moeten hun eigen keuzes maken. Alleen moet ze dat wel eerst leren en daarvoor hebben ze hun ouders, hun opvoeders nodig. Het resultaat van 25 jaar waarden-loze opvoeding is de grenzeloze generatie.

Ik heb daarover gelezen in een publicatie van twee Morivaction-medewerkers: “De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders”. De opvoeders van de grenzeloze generatie willen eeuwig jong blijven en vriendje met hun kinderen. Ze stellen nooit grenzen. Zo krijg je de grenzeloze generatie, jonge mensen, die doen waar ze zin in hebben en alles achterwege laten waar ze geen zin in hebben. Je wordt er niet vrolijk van als je dit alles leest. Het geldt uiteraard niet voor alle vijfentwintig-minners, maar voor mij aanvaardbare mentaliteitsgroepen vormen onder deze jeugd slechts een kleine minderheid. Besef daarbij dat dit niet het traditionele verhaal over de jeugd van vandaag is. Het boek is het resultaat van gedegen onderzoek. Is er een oplossing? Ja, eigenlijk heel simpel: opvoeders moeten weer gaan opvoeden.

Jaargang 3, Nr. 12.