INFORMATIEVERZADIGING
Vroeger had je een veel dunnere krant en de nieuwsberichten op de radio en eventueel had je een opinieweekblad. Dan bleef er heel wat tijd over voor vrijwilligerswerk en klussen in en om het huis. Jonge mensen van vandaag kunnen het zich nauwelijks voorstellen. Tegenwoordig is er naast de radio de TV, het internet, een veel dikkere en gedegener krant, allerlei bladen, je E-mails en het plaatselijke nieuws. Het kost wat tijd om een beetje bij te blijven. Bovendien gaat het allemaal niet meer zo vlug als toen je twintig was. Dus moet je selecteren. Eigenlijk was ik daarmee al bezig toen ik nog les gaf. Ik liet werkstukken maken en daarbij was selecteren van bronnen een belangrijke vaardigheid om aan te leren. Vandaag is het volkomen onmogelijk alle informatie te verwerken, die op je af komt.
Dan is het ook geen wonder, dat allerlei media verwoed met elkaar concurreren om de aandacht van het publiek te krijgen. Daarbij valt het mij op, dat ze vaak niet erg aardig zijn voor elkaar. Met name de publieke omroepen moeten het nogal eens ontgelden. Smalend wordt er gesproken over de staatsomroepen, want ze worden met publiek geld betaald. Dat getuigt niet van enig historisch bewustzijn. Toen er nog geen commerciële zenders waren en iedereen naar de Tv van publieke omroepen keek, betaalde je –als je eerlijk was – Kijk- en Luistergeld. Iedereen was zo geabonneerd op radio en Tv van de toen bestaande omroepen. Er waren veel zwartkijkers en het opsporen van de gratis kijkende medeburgers kostte veel geld. Zo werd het Kijk- en Luistergeld gefiscaliseerd. Iedere belastingbetaler betaalde mee aan de uitzendingen. Net zo als je op een krant geabonneerd bent, ben je dat ook op de radio en Tv van de publieke omroepen. Niks geen staatsomroep, maar publieke bekostiging van uitzendingen door onafhankelijke omroepen. Toch wordt die onafhankelijkheid voortdurend ondergraven. Elke uitgave van de staat nodigt uit tot bezuinigen. Zo kun je ook druk uitoefenen om ‘aardiger’ te zijn voor de zittende regering. Je kunt de omroepen ook wettelijk dwingen om te fuseren. Dan krijg je meer kleurloosheid en uitzendingen, die veel minder vanuit een duidelijk waardenpatroon zijn gemaakt. Het verschil met de commerciële zenders wordt minder. Kwaliteit en diepgang staan niet meer voorop, maar de kijkcijfers. Ik vind het echt onvoorstelbaar, dat een overheid zegt, dat de geluiden van de “Linkse Kerk” vanuit Hilversum maar tot zwijgen moeten worden gebracht. Ik zou het even schandalig vinden als een linkse regering rechtse meningen op radio en Tv zou verbieden of bemoeilijken.
Natuurlijk wordt veel irritatie tussen de media onderling veroorzaakt door de concurrentie bij het binnenhalen van reclamegelden en advertentie-inkomsten. Gratis dagbladen en huis-aan-huisbladen en de commerciële zenders zijn geheel afhankelijk van reclamegelden, maar bij de dagbladen en tijdschriften met betalende abonnees spelen advertentie-inkomsten evengoed een rol, net als bij de publieke omroepen. Eigenlijk maakt het weinig verschil. Ook de reclameboodschappen en advertenties worden door ons betaald als we de producten van de adverteerders kopen. Soms denk ik wel eens, dat de producten veel goedkoper zouden kunnen zijn als er niet zo veel reclame werd gemaakt. Maar met reclame krijg je meer omzet en dus een goedkoper product.
Ik ben gelukkig met het lezen van een kwaliteitskrant, met het luisteren naar mooie muziek en met het kijken naar programma’s waar ik van houd en actualiteiten en nieuwsrubrieken, waar ik goede, objectieve informatie krijg, goede uitleg en goede commentaren. Voor mij hoeft er niet zoveel te veranderen.
Jaargang 3, Nr. 150.