Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Geloven in God en de natuurwetenschappen

donderdag, april 30th, 2015

Geloven in God. Is dat weten, dat God bestaat? Als God er werkelijk voor ons is, zoals de Bijbel zegt, dan moet dat een heel ander zijn wezen, dan het zijn van de mens of de planten en dieren of de bergen en de oceanen of de sterren en de planeten. Wat het zijn van God inhoudt, kunnen wij naar mijn overtuiging niet met ons verstand omvatten. Ik kan soms vermoeden, dat het God is, die voor ons zorgt, die wonderlijke dingen laat gebeuren. Ik weet het dan niet, maar voorzichtigjes aan geloof ik het. Misschien is God aan het werk geweest.

Mensen vormen beelden van God. Die veranderen in de loop van de tijd. Maar die beelden zijn niet de werkelijkheid. Er was het beeld van de almachtige God en de alwetende God en nu is er meer het beeld van de liefdevolle God, de zorgende God. Het bestaan van God bewijzen lijkt mij niet mogelijk. Het niet bestaan van God kun je evenmin bewijzen.

God is met onze zintuigen of met allerlei instrumenten niet waarneembaar. Dat wil weer niet zeggen, dat hij/zij/het niet bestaat. Er kan een andere werkelijkheid bestaan buiten de ons bekende werkelijkheid. Als wetenschapper mag je dat niet uitsluiten. Geografen probeerden de uitkomsten van ruimtelijke processen te voorspellen, zoals economen dat doen met behulp van hun modellen. Het klopt nooit, want mensen handelen niet altijd logisch volgens vaststaande wetten. We kunnen uitspraken doen met een zekere waarschijnlijkheid, maar meer ook niet. Natuurwetten zijn niet bruikbaar in de economische of sociale of psychologische of ruimtelijke wetenschappen. Zo moet je de natuurwetenschappen ook niet gebruiken om het wel of niet bestaan van God te bewijzen. Dat is naar mijn mening methodologisch onjuist.

Voor de moderne mens is dat moeilijk. Hij is diep onder de indruk van al die wetenschappelijke prestaties. We doorgronden steeds beter de opbouw van de materie en van het heelal. We begrijpen steeds beter het leven van mens en dier. Denk aan het dna. Je dan zo maar overgeven aan een geloof in het bestaan van God en dat zonder enig bewijs, is moeilijk. Twijfelen is bijna vanzelfsprekend. Geloven is een kostbare gave.

Mijn jongste broer is zijn werkzame leven lang scheikundeleraar geweest. Hij heeft die twijfel gekend. Hij heeft zich door die geloofscrisis heen geworsteld en nu is hij op velerlei wijze actief in kerkelijk werk. Maar die schijnbare tegenstelling tussen het geloof in het Goddelijke en de waarneembare werkelijkheid van de natuurwetenschappen laat hem niet los. Hij heeft een interessante Powerpoint presentatie gemaakt, waarin hij een beeld schept van  het ontstaan en de opbouw van het heelal, van de natuurwetenschappen en de evolutie van het leven. Daarbij legt hij steeds een link naar de Bijbel en hij tracht Bijbel en natuurwetenschappen met elkaar te verzoenen. Dat is heel boeiend en het kan zeker ook tot discussie leiden. Hij is leraar genoeg om die moeilijke materie toch begrijpelijk te maken.

Harrie Jorna, mijn broer dus, heeft mij gevraagd om op mijn weblog er aandacht voor te vragen. Ik zou mij kunnen voorstellen, dat u in uw parochie of geloofsgemeenschap of kerkelijke gemeente of een afdeling van het Humanistisch verbond er een avond aan zou willen wijden. Harrie is bereid naar u toe te komen. Hij wil u zelfs de complete Powerpoint presentatie via de mail toesturen. Dan kunt u beter beoordelen of het voor uw publiek geschikt is. Bent u geïnteresseerd of wilt u er meer over weten, neem dan contact op via een E-mail naar harriejorna@hotmail.com   Zijn aanpak is een manier om de terechte twijfel aan ons aloude geloof bespreekbaar te maken.

Jaargang 8, Nr.359.

Betaalde en gratis media

vrijdag, april 24th, 2015

HUIS-AAN-HUIS-BLADEN EN COMMERCIËLE OMROEPEN

Ook al worden ze gratis genoemd, ze zijn natuurlijk niet gratis. Ze worden betaald met reclamegelden en wij be­talen de bedrijven, die reclame maken door hun diensten of producten te kopen. Maar ze zijn afhankelijk van de advertenties en dus van de bedrijven. Ze zijn niet echt onafhankelijk. Ze proberen het wel, maar je merkt toch altijd een zekere terughoudendheid.

Deze week vulde ik een enquête in, een lezersonderzoek voor het Bunniks Nieuws/’t Groentje, opgezet door een jonge studente van de Hogeschool van Amsterdam. Het ging om lezerstevredenheid. Hoe beoordeelde je de kwa­liteit? Wat miste je. Er komen ook nog panelgesprekken. Die zijn heel belangrijk, want dan kan het zwakke punt aan de orde komen. Net als veel middenstanders durft het blad niet goed partij te kiezen. Het Bunniks Nieuws kan soms zeer kritisch zijn naar de plaatselijke politiek en onderzoek doen naar foute praktijken bij aanbestedingen. Dan kan ik me nooit onttrekken aan de idee, dat het door boze concurrenten is ingefluisterd, want hoe komen ze anders aan de informatie. De gemeente eist hoge prijzen voor de bouwrijpe grond, die ze zelf goedkoop als agrari­sche grond heeft gekocht. Ik heb er wel eens met een boze agrariër over gesproken. Ik zei, dat als de gemeente hogere prijzen betaalde boeren meer kunnen betalen voor een vrij komend bedrijf. Dan stijgen dus de grond­prijzen. Voor jonge boeren wordt het dan bijna onmoge­lijk zelf een bedrijf te starten of het eigen bedrijf te vergroten. In zo’n veld vol belangentegenstellingen opereert het Bunniks Nieuws. Zo’n diepgaande analyse zul je er niet in vinden. Ze raadplegen zelden een echte des­kundige, zoals mijn eigen lijfblad doet. In de gemeente Bunnik wonen heel wat hooggeschoolde mensen. De ge­meente maakt regelmatig gebruik van hun deskundig­heid. Zo niet het Bunniks Nieuws en evenmin de collega’s van de Nieuwsbode. Ze geven goede informatie, ook met de nodige uitleg, maar geen dieper gravende kritiek, zelden een inventarisatie van de standpunten van de drie partijen in de raad. Als dan de partijen open willen zijn en hun standpunten naar buiten willen brengen, dan geeft het blad geen thuis. Partij informatie wordt alleen ge­plaatst als een advertentie tegen een wat lager tarief.

Ik kijk zelden of nooit naar de commerciële omroepen. Ik heb niet om hun bestaan gevraagd. Ik verwacht ook geen hoge kwaliteit en voor een groot deel van hun pro­gramma’s heb ik geen interesse. Maar massa’s mensen hebben een andere smaak en kijken er wel naar. Politieke partijen zoeken hun kiezers en vinden ze aan de buis bij de commerciëlen. Dus proberen ze hun boodschap ook via die commerciële omroepen te ventileren. Voor som­mige partijen is dat nog logisch ook, gezien hun bindin­gen met de commercie.

Intussen probeert de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) een antwoord te vinden op wat het bestuur ziet als de concurrentie van de commerciële omroepen. De be­staande omroepen mogen straks niet meer vrij gebruik maken van hun grondrechten en hun eigen geluid laten horen, hun eigen doelen nastreven, waarvoor ze zijn op­gericht. Ze mogen programma’s maken en ze moeten maar afwachten of ze ook worden uitgezonden. Zo wordt de NPO een soort BBC. De Britse Radio en Televisie heeft de naam van uitzonderlijke kwaliteit te zijn, maar deze mening berust vooral op enkele uitzonderlijk goede pro­gramma’s. Er wordt net zo goed verstrooiende rommel uitgezonden. Vooral liberale partijen zijn voorstander van zo’n kleurloze omroep en ik schaam mij ervoor, dat ook GroenLinks daarbij hoort. Vaak heb ik daarbij de indruk, dat men een volkomen seculier omroepbestel wil. Je mag best met mij tegen het CDA zijn, maar dat wil niet zeg­gen, dat je dus ook tegen de KRO-NCRV moet zijn en te­gen de christelijke kerken. Wat voor levensovertuiging men ook heeft, iedereen moet de mogelijkheid hebben, daar in de publieke ruimte, inclusief de ether voor uit te komen. Vrijheid van meningsuiting is een grondrecht. De NPO mag daarin geen beperkende rol spelen. Nog minder mag de overheid dat, want die heeft juist de taak die vrijheid van meningsuiting te beschermen.

Jaargang 8. Nr.358.

Paus Franciscus over de relatie man-vrouw

vrijdag, april 17th, 2015

Niet elk verband is een oorzakelijk verband

Paus Franciscus maakt er een gewoonte van catechese te geven tijdens zijn algemene audiëntie. Afgelopen woensdag, 15 april stelde hij de vraag of de geloofsafval leidt tot de crisis in de verhouding tussen mannen en vrouwen. De kop boven het artikel in rkk.nl stelt de vraag precies andersom. Zie:
http://www.rkk.nl/nieuws/paus_geloofsafval_gevolg_crisis_verhouding_man-vrouw .

De paus redeneert: Als de mens zich niet meer verbonden voelt met zijn Vader in de hemel, leidt dat dan ook tot minder geloof in de band tussen man en vrouw. Evenals zijn voorgangers staat hij kritisch tegenover de gendertheorie. ´Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen sekse en gender. Dat er biologische verschillen zijn betekent niet dat er ook maatschappelijke verschillen zouden moeten zijn. Gendertheoretici beweren, dat noties als mannelijkheid en vrouwelijkheid eerder bepaald worden door cultuur dan door natuur.’ De rol van de vrouw is sterk afhankelijk van het economische systeem en daarmee is ook haar status afhankelijk daarvan en van andere cultuurelementen zoals het verwantschapssysteem en het erfrecht. Soms is de jonge vrouw een soort slavin van haar schoonfamilie. In onze traditionele gezinnen had de vrouw een ondergeschikte rol. Ze was bijvoorbeeld niet handelingsbevoegd. De man was echt het hoofd van de echtverbintenis. De huwelijken van dit type beantwoordden zeker niet aan het huidige romantische liefdesideaal. Dat wil niet zeggen, dat de huwelijken van vandaag wel aan dat ideaal beantwoorden. Als een op de drie huwelijken op een mislukking uitloopt is er wel degelijk sprake van een crisis. Daarover kun je geen algemeen geldende uitspraken doen. Elk huwelijk is weer anders. Beter is je af te vragen waardoor een huwelijk gelukkig en duurzaam wordt. Die vraag heb ik al eerder in een blog beantwoord. Zo’n drie en een half jaar geleden waren wij 50 jaar getrouwd en vroegen volleybalvrienden en vriendinnen me hoe we het zo lang hadden uitgehouden. In een goed huwelijk hebben beiden als doel de ander gelukkig te maken en niet andersom. Want als je als doel hebt zelf gelukkig te worden ligt een teleurstelling op de loer. Het vraagt ook verdraagzaamheid, want niemand is volmaakt. In een goed huwelijk zijn de twee gelijkwaardig aan elkaar. Ze delen idealen en werken er samen aan die idealen te verwezenlijken. Ze voeden samen hun kinderen op. Ze delen het werk in het gezin. Moeder moet niet al jong een afgeleefd sloofje worden. Ik zie op die manier heel veel gelukkige huwelijken om mij heen. Juist de discussies over genderverschillen hebben ertoe geleid, dat de rol van mannen binnen een huwelijk vrouwvriendelijker is geworden. Misschien heeft de paus dat in Argentinië of Italië nog niet kunnen waarnemen.

Geloof in God is niet vrijblijvend. Religies eisen nogal wat van hun volgelingen. In het Christendom gaat het er vooral om je naasten lief te hebben en zo God te dienen. Als die naastenliefde op de tocht komt te staan, dan gaat het mis in een huwelijk en gaat het mis in de liefdesband met God. In deze visie hangen de geloofscrisis en de huwelijkscrisis beiden beide samen met de toenemende eigenliefde, al kunnen ook andere oorzaken een rol spelen. Dit alles wil weer niet zeggen, dat een ongelovige niet kan liefhebben. Ook agnosten en atheïsten kunnen veel voor hun medemensen betekenen en een geweldig huwelijk hebben.

De laatste alinea is het meest interessant. De paus wijst op het bijzondere vermogen van vrouwen om dingen op een heel andere manier te bezien. Daarvan zou de maatschappij en de kerk veel meer gebruik kunnen maken. Als Kerk hebben wij nog een lange weg te gaan om de consequenties voor de kerk van dit inzicht diep te doordenken. Welke rol gaan vrouwen straks in de kerk spelen? Denkt de paus aan hernieuwing van de diakenwijding van vrouwen?

Jaargang 8, Nr. 357.

 

Een Kerk die niet dient, dient tot niets

vrijdag, april 10th, 2015

IN MEMORIAM PETER VAN STRATUM

Peter is een van de mensen, waarvan je kunt zeggen, dat je blij bent hem gekend te hebben. Hij wist mij vaak over te helen om actief te worden. Maar zelf heeft hij zich zijn hele leven enorm ingezet. Hij werd op 4 oktober 1941 in Eindhoven geboren. Na de middelbare school ging hij Frans studeren. In Parijs kwam hij in contact met Abbé Pierre. Het heeft voor een belangrijk deel zijn leven bepaald. Peter was jarenlang bestuurslid van de Emmausbeweging in Nederland, die gebruikte goederen inzamelt en in hun winkels verkoopt. Hij werkte bij V&D en door zijn vakbondswerk daar stapte hij over naar de Dienstenbond en uiteindelijk naar het Productschap Water, Frisdranken en Sappen. Een laatste activiteit speelde zich af in Tsjechië, waar hij na de val van het IJzeren Gordijn bedrijven hielp op weg naar een moderne Westerse bedrijfsvoering.

Peter was in de zeventiger jaren van de vorige eeuw voorzitter van de PPR in Bunnik, Odijk en Werkhoven. Hij kwam een keer langs om te vragen of wij lid wilden worden. We werden lid. Aanvankelijk ging het kalm aan. Maar bij de verkiezingen van 1986 kwam er een PPR-PSP-lijst en werd Cor als raadslid gekozen samen met PSP-er Jan-Willen van Dormolen. In 1989 was er dus een stevige basis voor de afdeling Bunnik van GroenLinks. In 1998 kwam Perspectief 21 in de raad. Zou het allemaal gebeurd zijn als Peter ons niet gevraagd had lid te worden?

In die tijd zei Peter ons een keer, dat hij wat meer tijd had en iets voor de parochie wilde gaan doen. Hij werd voorzitter van de Parochiële Caritas Instelling. In ons welvarende dorp had de PCI weinig te doen. De parochie was wat naar binnen gekeerd. Peter kwam met het idee om iets te gaan doen aan missie en ontwikkeling. Dat werd het Dolores-project. Er werd geld ingezameld en Pater Ab van Leeuwen s.v.d. gebruikte het om jongens en meisjes uit arme gezinnen te helpen, die naar de middelbare school wilden en soms ook daarna naar een college. Dat was echte ontwikkelingssamenwerking, want zonder geschoolde mensen komt een land niet tot ontwikkeling. In die tijd herhaalde Peter graag de woorden van de Franse bisschop Jean Gaillot: “Een kerk die niet dient, dient tot niets.”. We kunnen constateren, dat in Odijk die diaconale houding op vele manieren gemeengoed is geworden. Dat is ook de verdienste van Peter. Er gaat nog steeds jaarlijks een bedrag naar de Filippijnen. Overigens had Peter door zijn vakbondswerk en door zijn lidmaatschap van de Rotary heel veel internationale contacten.

Als lid van de Rotary heeft hij uitwisseling met Brandys nad Labem in Tsjechië tot stand gebracht. Over en weer werden bezoeken gebracht. Een scholierenkoor kwam naar Nederland en ons koor Multiple Voice ging naar Tsjechië. Voor ons kwam daardoor een persoonlijk contact tot stand, dat voor beide kanten waardevol was.

Samen met Peter was ik in 1997 op de Tweede Europese Oecumenische Bijeenkomst in Graz in Oostenrijk. Peter maakte er tegelijk gebruik van een tweetal beroemde kathedralen te bezoeken. Hij wilde alle kathedralen uit een boek een keer gezien hebben. Maar het was vooral een heel bijzondere ontmoeting met christenen van allerlei kerken uit heel Europa. Het thema was ‘Verzoening’. Het was sterk geïnspireerd, door de verzoening tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland en tussen wit en zwart in Zuid-Afrika. Die boodschap, dat verzoening tussen vroegere vijanden mogelijk is, kan in deze wereld vol conflicten niet genoeg herhaald worden. Die reis heeft onze band versterkt. Elke keer deed Peter weer een beroep op me. Zo hebben we figuurlijk menig een-tweetje gespeeld. Peter, met velen zal ik je missen, maar jouw leven zal ons blijvend inspireren.

Jaargang 8, Nr.356.

Mesdag Panorama en Mauritshuis

vrijdag, april 3rd, 2015

OOK DEN HAAG PAKT UIT

Het lijkt wel of onze grote steden met elkaar concurreren om de aandacht te trekken van een groot publiek en zo veel toeristen te trekken. Amsterdam met de “Oude Rembrandt” en “Tijdgenoten van Rembrandt” en “Matisse” in het Stedelijk. Utrecht met de start van de Tour. Den Haag met het gerenoveerde Mauritshuis en daarbij een tentoonstelling van kunst uit de particuliere New Yorkse Frick Collection, het uitgebreide Mesdag Panorama en dan nog het Nederlandse Landschap van de Haagse School in het Gemeentemuseum. Waarin ons kleine Nederland groot kan zijn….!

Het Mesdag Panorama had ik eerder bezocht. Het had toen niet zo veel indruk gemaakt. Het leek er op, dat het niet echt als serieuze kunst werd beschouwd, maar meer als een evenement voor een massapubliek. We namen er nu eens rustig de tijd voor. Samen met een tentoonstelling van schilderijen, die in het bezit zijn van leden van de familie Mesdag en de vaste collectie krijg je een goed beeld van het werk van Hendrik Willem Mesdag en van zijn vrouw Sientje Mesdag-van Houten. Mesdag specialiseerde zich in zee- en strandgezichten. Het was nog de tijd, dat de Scheveningse bomschuiten op het strand werden getrokken. Sientje schilderde vooral landschappen en stillevens en beiden maakten ook fraaie portretten. Verrassend was te vernemen, dat de broer van Sientje de minister was van het zogenaamde Kinderwetje van Houten.

Het Panorama is een enorm schilderij dat rondom het platform voor de bezoekers hangt. Het geeft een beeld van de zee en het land rondom een duintop in het vroegere Scheveningen. Mesdag zelf, zijn vrouw en bevriende schilders hebben er aan gewerkt. Een tijd terug heeft er een ingrijpende restauratie plaats gevonden. De werkelijkheid wordt zeer suggestief weergegeven. Alles bij elkaar een bezoekje waard.

Een wandeling van ongeveer een kwartier brengt je bij het Mauritshuis. Het gebouw op de hoek van de Korte Vijverberg en het Plein is er bij getrokken en beide gebouwen zijn ondergronds met elkaar verbonden. Uit de diepte klim je dan omhoog en daar hangt de Frick Collectie. Een gefortuneerde staalmagnaat heeft de verzameling kunst samen gebracht. Het is vooral Europese kunst uit allerlei perioden, zelfs Vlaamse primitieven. Interessant om te zien. De man heeft ongetwijfeld smaak. Maar de eigen collectie van het Mauritshuis is toch echt wat anders. Het is mooi, dat het museum zo veel wil laten zien, maar ik kreeg af en toe het gevoel, dat het allemaal wat overladen was. Als je bereid bent er wat tijd voor te nemen valt er in het Mauritshuis veel te genieten. Bijna alle groten uit de Nederlandse schilderkunst zijn er te zien. Nu moeten we nog een keer naar Den Haag voor die landschappen in het Gemeentemuseum, misschien te combineren met Dordrecht.

Jaargang 8, Nr. 355.

GroenLinks en de Partij voor de Dieren

vrijdag, maart 27th, 2015

CONCURRENTEN OF BONDGENOTEN?

Bij verkiezingen probeert elke partij zoveel mogelijk stemmen binnen te halen. Dan zijn alle partijen elkaars concurrenten. Maar dat bedoel ik niet. Elke partij richt zich op een deel van de kiezers. De vraag wordt dan of GroenLinks en de Partij voor de Dieren in dezelfde vijver vissen. Proberen ze beiden hetzelfde type kiezer te verleiden? Daarbij is niet zozeer het stemgedrag in de Kamer bepalend. De meeste kiezers zijn daar niet of nauwelijks van op de hoogte. Het gaat ook niet om de verkiezingsprogramma’s. Daar wordt weliswaar veel energie in gestoken, maar slechts weinig kiezers verdiepen zich er in. De partijen doen ook weinig moeite hun programma meer bekend te maken. Campagnestrategen kiezen een of meer aansprekende items, waarmee de kiezers bestookt worden. Kieswijzermakers produceren stellingen, waarvan ze verwachten, dat de partijen er erg verschillend over denken. Dan vind ik het nogal eens verrassend te vernemen wat de mening is van mijn favoriete partij. Meestal zit ik er niet mee. Aan het eind kom ik toch goed uit. Nooit bij de PVV of de VVD bijvoorbeeld en evenmin bij het CDA of bij D66. Wel in de buurt van de PvdA, GL, CU, SP en PvdD.

Welk beeld hebben de kiezers van GL en van de PvdD? GL is die partij, die de huidige regering soms aan een meerderheid helpt. De PvdD wordt daar niet van verdacht. In de beeldvorming is de Partij voor de Dieren een typische one issue partij. Het is de partij, die opkomt voor de dieren. Tegen dierenmishandeling, liefst geen vlees eten, slachten zo pijnloos mogelijk. Tegen megastallen, tegen te veel dieren op een kleine oppervlakte. Tegen de hengelsport Tegen dieren in een circus en sommigen verwachten, dat ook verzet tegen dierentuinen er aan komt. Tsja lief zijn voor de dieren. Het spreekt kinderen aan, misschien ook de jonge kiezers. Vegetariërs en veganisten voelen zich erbij thuis. Dit wat oppervlakkige beeld doet de partij geen recht. De Partij voor de Dieren is een echte milieupartij, maar op een andere manier dan GroenLinks. Het idee van je persoonlijke voetafdruk komt naar voren en daarmee het draagvermogen van de planeet aarde. Dan hoor je ze roepen, dat we met onze huidige leefwijze vijf aardes nodig hebben en dat we dus in een enorm tempo alle hulpbronnen opmaken. Gelukkig, dat er nog zoveel landen arm zijn, zodat ze onze aardse rijkdommen niet verbrassen en het milieu vervuilen. Maar wat als ze ook tot welvaart komen? Dan zal de planeet ten onder gaan. Dan komen ook de pleidooien om de bevolkingsgroei af te remmen en de bevolking te laten krimpen. Dat geluid heb ik ook bij GroenLinks gehoord, maar het kreeg weinig weerklank. Ik vraag mij af of daardoor GroenLinkskiezers zijn overgestapt naar de Partij voor de Dieren.

Hoe is het GroenLinksmilieubeleid in hoofdlijnen? Ons milieubeleid is veel meer afgestemd op andere beleidsterreinen. Soortendiversiteit kun je bijvoorbeeld bereiken door boeren een rol te geven bij natuurbeheer. Vermindering van de bevolkingsdruk in de Derde Wereld kun je bereiken door beter onderwijs, betere medische zorg voor moeder en kind en hogere welvaart. Dan begrijpen moeders, dat ze niet meer zo veel kinderen hoeven baren als in de tijd, dat de helft van de zuigelingen jong stierf. Het belangrijkste mondiale milieuprobleem is het klimaatprobleem. Door sterk in te zetten op een duurzame energievoorziening wordt de CO2 verhoging teruggedrongen en verbetert tegelijk de energiezekerheid. Vooral via de EU wordt hieraan gewerkt. De oplossing van milieuproblemen moeten we zoeken in innovatie op allerlei terrein.

Hier zijn boeken vol over geschreven. Het zijn uiterst complexe zaken. Al die milieuproblemen lijken onoplosbaar. Dat maakt het voor GroenLinks ook zo moeilijk om de massa te overtuigen. En dan komen al die andere GroenLinksonderwerpen er nog bij. Het pacifisme in een tijd, dat de wereld in brand lijkt te staan. Een eerlijker economie, terwijl de mensen voor al een baan willen. De migratie vanuit arme gebieden en oorlogsgebieden. De mensenrechten hier, maar vooral in dictaturen buiten Europa. GroenLinks heeft overal een mening over. Probeer het als eenvoudige kiezer zonder dagblad en met een voorkeur voor sport of Tv-shows maar eens te snappen. Dan is het toch veel gemakkelijker voor die lieve geitjes of kalfjes  te stemmen.

Intussen blijft het dwaas, dat twee partijen, die in werkelijkheid vaak dezelfde standpunten hebben toch gescheiden optrekken. De natuur, het milieu en alle mensen, die het moeilijk hebben verdienen beter.

Jaargang 8, Nr.354.

Verkiezingen provincie en waterschap

vrijdag, maart 20th, 2015

REDELIJK TEVREDEN

Ik ben redelijk tevreden over de uitslagen van de verkiezingen voor de provincie en voor het waterschap. Als we die 5,3% bij de Tweede Kamer verkiezingen zouden halen, dan waren dat negen zetels. Daar zou iedere GroenLinkser graag voor tekenen. Maar bij het kiezen voor de Tweede Kamer gaan andere factoren meespelen en dan vooral de vraag: Wie wordt de grootste partij? Hier in Bunnik krijgt Perspectief 21 alle linkse stemmen en de laatste keer zes van de vijftien zetels. Vertaald naar de Tweede Kamer zou Verenigd Links zonder D66 zestig Kamerzetels bezetten. D66 gaat hier samen met de VVD in “de Liberalen”. Maar op landelijk niveau zou een regering van D66, CU en Verenigd Links mogelijk kunnen worden. Ik vrees dat ik dat niet meer zal beleven, maar zo’n politieke vernieuwing zou pas echt progressief zijn.

Voor zover ik kan nagaan is bij de Waterschap verkiezingen “Water Natuurlijk” succesvol geweest. Een GroenLinkser zal zich met die partij het meest verwant voelen. Het betekent, dat recreatie en natuurbelangen bij ons waterschap ook aandacht zullen krijgen naast de fundamentele doelstellingen, veiligheid, droge voeten en schoon water. Vanmiddag heb ik dus weer genoten tijdens mijn wandeling over het jaagpad langs de Kromme Rijn. Na de verbreding en het maken van natuurlijke oevers is het pad weer goed te belopen. De Kromme Rijn kan straks nog beter de bedoelde ecologische verbinding zijn. De water- en oeverplanten trekken bepaalde insecten aan en die weer vogels en kikkers. De ooievaars zijn vandaag weer neergestreken op het nest bij de samenvloeiing van Kromme Rijn en Langbroekerwetering. Dat wordt weer spannend. Gaan er jonge ooievaartjes komen?

In allerlei publicaties is de laatste weken gefilosofeerd over de toekomst van de waterschappen. Ik snap uitstekend, dat de provincies die waterschappen er graag bij nemen. Helaas trekt de polderindeling zich weinig aan van provinciegrenzen. Maar daar is nog wel een oplossing voor te vinden. Of een verambtelijkte organisatie goed zal werken, betwijfel ik. In een waterschap komt het aan op soms zeer kleine details. Eén zwak punt in een dijk kan bij een doorbraak een enorm groot gebied overstromen. In Houten bijvoorbeeld zijn delen waar het water meer dan vier meter hoog komt. Je zult er maar in een bungalow wonen met alles gelijkvloers. Hebben die mensen er ooit over nagedacht waar ze heen moeten vluchten? Dan zie ik liever een waterschap waar de bewoners nauw betrokken zijn. Ik kwam ook non argumenten tegen. Het waterschap zou uit de Middeleeuwen stammen en dus verouderd zijn. Maar een waterschap steunt op eeuwenlange ervaringskennis en is daardoor zeer doelmatig. Het waterschap zou feodaal zijn. Soms wordt een hoogheemraad dijkgraaf genoemd, maar hij is daarmee niet van adel. Wat wel voorkwam, maar nu steeds minder, is, dat in het waterschapsbestuur iemand van adel voorzitter was, zoals burgemeesters vroeger nogal eens van adel waren. Die tijden zijn voorbij.

Voor een waterschap zijn er nu voor het eerst echte verkiezingen geweest. Er zijn landen en niet de minste landen, waar veel meer instanties en functionarissen door de bevolking gekozen worden. Schoolbesturen, politiecommissarissen, officieren van justitie, burgemeesters en wethouders. Het is dus niet zo vreemd, dat het bestuur van een specifieke taakorganisatie gekozen wordt. Juist die specifieke taak vergt een specifieke deskundigheid en een heel bepaald verantwoordelijkheidsgevoel. Dat neem ik waar bij waterschapbestuurders.

Van mij mogen de waterschappen blijven. Misschien valt er iets van te leren. De overdracht van taken aan gemeenten leidt tot samenwerking tussen gemeenten, waarbij niet gekozen wethouders of burgemeesters een soort dagelijks bestuur vormen. Voor de gemeenteraden is het moeilijk om hun democratische controlerende taak uit te oefenen. Komt er straks een gekozen bestuur voor de jeugdzorg in Zuidoost Utrecht?

Jaargang 8, Nr. 353.

De Campagne van GroenLinks

vrijdag, maart 13th, 2015

BRAM VAN OJIK IN HET ZONNETJE

Bram van Ojik heeft zich de afgelopen twee jaar verdienstelijk gemaakt door GroenLinks weer op de kaart te zetten. Maar in Odijk vinden ze het toch wel bijzonder, dat daardoor ook de Carnavalsnaam van het dorp “Ojik”  in heel Nederland bekend wordt. Afgelopen zaterdag, 7 maart was Bram in Utrecht vergezeld van Gedeputeerde Mariëtte Pennarts, Eerste Kamerlid Tineke Strik, Wethouder Lot van Hooijdonk en een stoet vooral jonge GroenLinksers. Vooraf aan de campagneactiviteiten kreeg van Ojik de carnavalsvlag van “Ojik” aangeboden met daarop de naam Ojik, maar ook het logo van de carnavalsvereniging “de Rijnpinters”, een goed gevulde pint schuimend bier. Dat logo beviel de jeugdige omstanders wel. Ze zagen het zelfs als een aantrekkelijk nieuw logo voor de partij. Bram, Heer van Ojik was verguld met de vlag. Hij bekende, dat hij al sinds de middelbare school weet, dat zijn naam van Ojik ofwel Odijk stamt. Dat had zijn toenmalige aardrijkskundeleraar voor hem uitgevogeld.

Waar draait de campagne in Utrecht om? In de stad Utrecht wordt veel gefietst. Van en naar het station en van en naar de Uithof, het universiteitscentrum in de polder, oostelijk van de stad. Desondanks zie je overvolle gelede bussen naar de Uithof rijden met tussenposen van een paar minuten. Over enkele jaren is de sneltram klaar, die langs het spoor eerst zuidwaarts rijdt en dan afbuigt naar stadion “De Galgenwaard” en vandaar via de Weg naar de Wetenschap naar de Uithof gaat en dus ook naar het UMC Utrecht. Ondanks dat rijden er nog veel auto’s in de stad van mensen, die er werken of willen winkelen of de Jaarbeurs willen bezoeken. Dat laatste kun je beter niet doen, want erheen gaat het nog wel, maar om vervolgens van de parkeerterreinen weg te komen en de stad uit kan gemakkelijk een uur duren. Nog veel meer stank komt van de Ruit rond Utrecht. Utrecht is het verkeersplein van Nederland. Je zult er maar wonen. Conservatieve partijen, de VVD voorop presteren het dan om nog meer autowegen aan te leggen om gemakkelijker naar je werk te kunnen rijden. Ik ervaar het inmiddels. Astma maakt je niet bepaald fit. Dit na ons de zondvloed beleid vraagt om tegengas. Daar kan GroenLinks samen met enkele andere partijen voor zorgen. Dus moeten allerlei woon- en werkgebieden door snelle fietsroutes met elkaar verbonden worden. De resultaten worden inmiddels zichtbaar.

Een ander heikel punt zijn de windmolens. Ze worden alsmaar hoger en zo kunnen ze meer stroom opwekken. Maar hoe hoger de molen hoe groter de weerstand. Toch is het als Kieskompas gelijk heeft een minderheid die tegen is. Van de invullers van Kieskompas is 49,84% vóór, 12% twijfelt en een minderheid van 32,16% is dus tegen. We zijn gewend geraakt aan hoogspanningsmasten en aan autowegen en aan het lawaai ervan en zo zal het met windmolens ook gaan, vooral als omwonenden ook een aandeel kunnen kopen en zo goedkope elektriciteit kunnen afnemen. De provincie Utrecht kent fraaie landschappen en is gemiddeld dichtbevolkt, maar er zijn kale weidegebieden met veel ruimte, zoals sommige kommen en de veenweidegebieden. Het kan er behoorlijk waaien, al is de gemiddelde windkracht wat lager dan aan de kust en rond het IJsselmeer.

Over die fraaie landschappen gesproken, je vindt er ook veel wild. In het Kromme Rijngebied met parkbossen en grienden zie je vroeg in de avond of ’s ochtends vroeg veel reeën. Die trekken en kruisen daarbij de autosnelwegen. Gelukkig zijn er de laatste jaren veel wildviaducten bijgekomen. Afgelopen zomer schreef ik over de ooievaars bij Odijk, waar de wandelroute Krommerijnpad langs komt. De laatste maanden is er veel veranderd. De Kromme Rijn is verbreed en heeft natuurvriendelijke oevers gekregen. Dat is nog niet allemaal klaar, maar het pad is nu weer beloopbaar. Utrecht – Wijk bij Duurstede, twee dagen genieten en slapen bij Vrienden van de Fiets. Onderweg kom je ook bij het fraaie landhuis Oud-Amelisweerd. Het is bekend door enkele kamers met origineel Chinees behang. Het Armando-museum is er nu gevestigd. Binnen niet al te lange tijd is op het Fort bij Vechten er een kwartiertje lopen vandaan het Waterliniemuseum klaar. Opeens is Bunnik museumstad geworden. GroenLinks gedeputeerde Mariëtte Pennarts heeft daar hard aan gewerkt. Ze is de afgelopen vier jaar ook druk geweest met de overdracht van de jeugdzorg naar de gemeenten. Een van de weinige onderdelen van de zorg, waar het geen klachten regent.

Er valt woensdag, 18 maart iets te kiezen. Ik weet het al. En u, lezer. Nog onzeker, surf naar Kieskompas. Succes.

Jaargang 8, Nr.352.

 

 

 

Hoe links is GroenLinks?

vrijdag, maart 6th, 2015

WE NEMEN HET OP VOOR DE MINSTBEDEELDEN

We kunnen niet meer zo veel met de begrippenparen links/rechts of conservatief/progressief en ook niet met de tegenstelling veel of weinig staatsbetrokkenheid. In het assenkruis van Kieskompas sta ik even links als GroenLinks, maar ben ik minder progressief. Het afbreken van de verzorgingsstaat, meestal aangeduid als het betaalbaar houden wordt door sommigen progressief genoemd. Op die manier wil ik niet progressief zijn.

Het onrecht in de wereld is enorm. De rijkste 1% bezit meer dan de rest van de wereldbevolking. Op 7 miljard wereldburgers zijn dat overigens nog 70 miljoen mensen. Die bezitten in de wereld een enorme macht. Ze beheersen in zo sterke mate de politiek, dat het heel moeilijk is om die tegenstelling, dat onrecht te verminderen. Weliswaar leven minder mensen in armoede, maar het onrecht neemt toe. De rijken groeien sneller in bezit dan dat de armoede afneemt. Paus Franciscus houdt niet op daarop te wijzen. Misschien, dat daarom Noord Amerikaanse bisschoppen hem vijandig gezind zijn volgens Brandpunt. Zelfs Kardinaal Eijk roert die tegenstelling arm-rijk aan in zijn recente Vastenbrief.

Wat moet er gebeuren? De Europese Unie en de Verenigde Staten moeten samen een eind maken aan de grootschalige belastingontwijking door grootverdieners en multinationals. Winstbelasting moet betaald worden in het land, waar die winst gemaakt wordt. Daarbij behoort het belastingpercentage veel meer in evenwicht te zijn met de percentages van de inkomstenbelasting. Daarmee nemen de staatsinkomsten zodanig toe, dat de staatsschuld snel kan verdwijnen. De winstuitkeringen nemen af en daarmee de snelle toename van de rijkdom van enkelen. Dan betalen de bedrijven tenminste een eerlijke bijdrage aan de scholingskosten van hun werknemers en aan de bouw en het onderhoud van de infrastructuur, waarvan ze volop gebruik maken. Daarbij moet de hoogte van de vennootschapsbelasting binnen de EU geharmoniseerd worden. De lidstaten met een BNP per inwoner onder het gemiddelde kunnen dan een wat lager tarief hanteren om zo hun concurrentiepositie te verbeteren.

Wat doet GroenLinks? Een oplossing vergt minstens regelgeving op het niveau van de EU al zou een mondiaal niveau nog beter zijn. Belastingharmonisatie mag dan een doel zijn, het vergt veel tijd en daarbij moet enorm veel tegenstand overwonnen worden. Wie zijn de tegenstanders? Dat zijn niet alleen de superrijken, maar ook al die mannetjes en vrouwtjes, die ze goed betaald in dienst hebben om hun belangen te behartigen: lobbyisten, politici, bankiers, de topmensen van bedrijven, werkgeversorganisaties, sommige ambtenaren, sommige wetenschappers en heel veel simpele zielen, die niet door hebben door wie ze gepakt worden. Er is een partij, die de werkloosheid niet wijt, aan de bedrijfseigenaren, die hun winsten willen maximaliseren, maar aan de concurrenten op de arbeidsmarkt, die uit een buitenland komen. Maar of je nu wit of zwart bent, als werkloze ben je allebei het slachtoffer van een economische elite, die vooral het eigen belang op het oog heeft. Ik zie in die partij vooral een werktuig van die economische elite.

De Groenen in het Europees Parlement hebben onder leiding van de Nederlandse Judith Sargentini het voor elkaar gekregen, dat er nu lijst komt van alle multinationals en hun nevenbedrijven in allerlei staten, zodat hun structuur doorzichtiger wordt en we beter in staat zijn het ontwijken van belastingen te ontwarren. Op die manier is GroenLinks een linkse partij. Ze streeft naar een fundamentele aanpak van de tegenstelling arm-rijk. Ze wil het onrecht aanpakken. Laten we hopen, dat ze onder die superrijken ook bondgenoten vinden, want niet iedereen is zo gewetenloos om de eigen winst belangrijker te vinden dan de werkgelegenheid van al die “gewone mensen”.

Jaargang 8, Nr. 351.

Hoe groen is GroenLinks?

vrijdag, februari 27th, 2015

WE NEMEN HET MILIEU SERIEUS

Milieu is voor veel mensen geen populair onderwerp. Ze geloven niet in de ernst van de milieuproblemen. Ze denken dat de techniek wel een oplossing zal vinden. Ze voelen zich zelf niet verantwoordelijk en denken, dat hun individuele bijdrage niet zal helpen. Ze missen voldoende kennis om de negatieve gevolgen op korte en op lange termijn te begrijpen. Ze zien ook niet allerlei negatieve gevolgen voor hen zelf. Zo is het verkeer een belangrijke veroorzaker van fijn stof in de atmosfeer. Dat fijn stof verergert astma en COPD. Het zorgt er niet voor, dat een astmalijder dus minder zal gaan auto rijden. Net als een roker, die weet, dat roken dodelijk kan zijn en toch niet stopt. Milieugedrag veranderen is geen eenvoudige zaak.

Als je mensen waarschuwt voor de risico’s bedanken ze je niet. Integendeel, ze nemen het je kwalijk, dat je hen bang gemaakt hebt. Ze reageren geïrriteerd. Jullie willen ons onze auto afnemen. Jullie willen ons uitzicht verpesten door windmolens te bouwen. Nederland maakt energie met die groene belastingen voor mensen met een laag inkomen veel te duur. Voor ons gewone mensen zijn die zogenaamde gezonde biologische producten onbetaalbaar. Jullie willen, dat we met openbaar vervoer gaan reizen maar als er wat blaadjes op de rails gewaaid zijn of als een wissel vast gevroren is, rijden de treinen niet of met enorme vertragingen. Milieuvriendelijk gedrag vraagt iets van mensen.

Waarom zou je het milieu serieus nemen? We leven in dat milieu. We zijn er afhankelijk van. We ademen de lucht. Om te leven hebben we zuurstof nodig, anders stikken we. Helaas is die lucht vaak vervuild. We drinken het water. Wij pompen dat bij Bunnik uit de diepe ondergrond en dat water is vaak eeuwen geleden in de bodem van de Utrechtse Heuvelrug weggezakt. Maar grote delen van Nederland moeten van oppervlaktewater drinkwater maken. Onze landbouw maakt gebruik van de bodem en heeft vaak ook extra water nodig. Door bodemverontreiniging maar ook door vervuild water en vervuilde lucht komt onze voedselvoorziening in gevaar. Onze kleding komt voor een groot deel ook uit de natuur: de wol van schapen, de zijde van de zijderups, de katoen is het zaadpluis van de katoenplant, linnen bestaat uit de vezels van de vlasplant. De grondstoffen voor kunstvezels komen uit de diepere ondergrond. Heel ons leven is afhankelijk van wat de natuur ons oplevert. Dan is het alleen maar verstandig de natuur niet te verpesten.

De natuur heeft ook een eigen waarde. We kunnen van de schoonheid van de natuur genieten als we er wandelen of fietsen of zwemmen in buitenwater of als we schilderen of fotograferen. Dat vergt overigens ook een zekere opvoeding. Als ouders hun kinderen nooit meenemen in de natuur wordt het voor die kinderen moeilijk gevoel voor de natuur te ontwikkelen. Je hoeft het niet te geloven, maar er zijn mensen, die in de natuur tot een godservaring komen. Ze voelen zich verbonden met het goddelijke  De ongelovige zal wellicht juist onder de indruk raken van al die sporen van de evolutie, die hij in de natuur waarneemt.

In het milieubeleid speelt de energiezekerheid nu een grote rol. We beseffen, dat de fossiele energiebronnen inclusief uranium voor kerncentrales vroeg of laat opraken. Wat dan? Vergeleken met ons dagelijks energieverbruik is de dagelijks stralingsenergie van de zon veel groter. Daarnaast is er windenergie en waterkracht en geothermische energie ofwel aardwarmte. We hoeven dus niet bang te zijn voor een energietekort, maar het vraagt wel flink wat investeringen om er gebruik van te kunnen maken. Als we onze huizen goed isoleren hebben we minder energie nodig. Tegelijk lossen we de extra opwarming van de aarde op en dus ook het risico van de stijgende zeespiegel. Het produceren en monteren en enig onderhoud geeft heel veel werkgelegenheid. Zo wordt ook het tekort aan werk opgelost.

Kijk en daarom ga ik op 18 maart weer op GroenLinks stemmen. Op elk niveau of het nu de gemeente is of de provincie of het rijk of de Europese Unie is GroenLinks bezig hieraan te werken. Nu u nog lezer of lezeres.

Jaargang 8, Nr. 350.