Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

De schoonheid van het landschap ervaren

zaterdag, december 12th, 2015

EEN KWESTIE VAN OPVOEDING

In een groepje van 10 tot 13 mensen, mannen en vrouwen, jong en oud bespreken we de milieu-encycliek ‘Laudato si’ van Paus Franciscus. Het is een bijzonder rijk document. Milieuverwoesting en armoede worden met elkaar in verband gebracht, want ze worden beiden veroorzaakt door ons productiesysteem, dat én het milieu én de mensen uitbuit. Ik heb al eerder blogs gewijd aan het bij elkaar horen van aantasting van het milieu en armoede. De armsten hebben vaak het meest te lijden onder de milieuvervuiling en kunnen er het moeilijkst aan ontsnappen. Groen en Links horen bij elkaar. Voor mij is het mooi te ontdekken, dat onze Paus er net zo over denkt, alleen vaak nog wat diepzinniger dan de blogs, die u van mij gewend bent. Voor de grap zeg ik af en toe, dat ik de paus ga voordragen voor de programcommissie van GroenLinks. Maar misschien zou het beter zijn, dat hij het CDA programma gaat schrijven en dat de Tweede Kamerleden van het CDA zich dan ook eens een keer aan het partijprogramma gaan houden.

Tijdens onze gesprekken kwam de vraag aan de orde, hoe je aankijkt tegen natuur en landschap. Kun je genieten van de schoonheid van de natuur. Kom je in de natuur vertoevend tot rust en kalmte? Voel je je behaaglijk in de natuur? Heb je oog voor bijzondere landschapselementen? Je kunt constateren, dat heel veel mensen deze vragen ontkennend beantwoorden. Toen ik nog werkte als aardrijkskundeleraar probeerde ik aan te sluiten bij de ervaringen van de leerlingen. Nou, dat kon ik vergeten. Het gros had geen enkele ervaring met landschap en natuur. Het betekende, dat hun ouders er in het weekend nooit op uit trokken met de kinderen om bijvoorbeeld een boswandeling te maken. Ik vrees, dat de kennis, die wij probeerden aan te reiken niet echt beklijfde. Als het onderwerp in de bovenbouw terug kwam, was veel weer uit het geheugen verdwenen. Maar er zullen gunstige uitzonderingen zijn geweest.

Die kennis over natuur en landschap brengt geen geld op. Kinderen en hun ouders richten zich bij hun vakkenkeuze op vraag of het vak nodig is voor die opleidingen, die leiden naar goed betaalde banen. Onze maatschappelijke status wordt steeds meer bepaald door inkomen en consumptie. Hoe groter het huis, hoe dikker de auto, hoe verder de vakantiereis, hoe chiquer de party, hoe hoger de status. Het gaat niet meer om culturele zaken als muziek, literatuur, museumbezoek, wijsheid of vrijwilligerswerk. Het gaat om de poen. Zulke mensen lachen om mijn natuurbeleving.

Ik vertelde over mijn wandelingen en fietstochten door het Kromme Rijngebied. Ik herken de stroomrug of de oeverwal aan de boomgaarden, de licht kronkelende weg, de oudere boerderijen. Als ik een kom in duik zie ik kaarsrechte wegen en sloten en vooral grasland of griendbossen. Ik herken de geulen van de oude rivierlopen en zie de Houtenseweg-Kruisweg omlaag en omhoog gaan bij het kruisen van een oude rivierloop. Maar voor mij geldt, dat ik in dit alles Gods scheppende hand zie, die ook nog steeds door gaat met zijn scheppende arbeid. De natuur verandert voortdurend. Soms is de mens medewerker, bouwt hij op positieve wijze mee aan die veranderingen in het landschap. Als je zo het landschap beschouwt, dan raak je soms diep onder de indruk en soms ook bedroefd over de onverschilligheid van leden van Provinciale Staten van Utrecht, die beslissen, dat een weg van Houten naar de A12 uitgerekend in een oude rivierloop wordt neergelegd. Die weg wordt overigens tot nu toe nauwelijks gebruikt.

Een van de deelnemers vertelde hoe ze met haar gezin door de bergen wandelde. Ze kwamen boven aan bij een bergtop en kregen na die klim de beloning van een schitterend uitzicht. Haar zoontje riep: “Oh, wat heeft God de wereld prachtig geschapen.” Misschien zouden we wat meer naar de wereld moeten kijken door de ogen van kinderen.

Terwijl ik de laatste hand leg aan dit blog begint het Journaal met het bericht, dat er in Parijs een akkoord is. Goed nieuws over dat mondiale probleem van de opwarming en de zeespiegelstijging. Een grote stap voorwaarts, maar misschien nog niet genoeg. Beter iets dan niets.

Jaargang 8, Nr. 388.

Het nieuwe Waterliniemuseum

vrijdag, december 4th, 2015

IN HET FORT BIJ VECHTEN TUSSEN UTRECHT EN BUNNIK

Het gloednieuwe Waterliniemuseum in het Fort bij Vechten is terecht geprezen vanwege de bijzondere architectuur. Het op een na grootste fort van Nederland verdedigt samen met het nabij gelegen Fort bij Rhijnauwen het zogenaamde Houtense Vlak. Het gebied is door de afzettingen van de Kromme Rijn zo hoog komen te liggen, dat het niet geïnundeerd kan worden. Samen met de Utrechtse Lunetten moesten de versterkingen een vijand de toegang tot de stad Utrecht verhinderen. Het mooie is, dat al die forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie nooit door een vijand bestookt zijn. Soms hoeft wapentuig niet gebruikt te worden.

Vroeger lag er Westelijker een waterlinie, die wel gebruikt is om de Fransen tegen te houden. Dat lukte totdat een keer het water bevroor en de Fransen over het ijs toch konden oprukken. In 1869 is de waterlinie naar het oosten verschoven, zodat de stad Utrecht beschermd werd tegen een vijand, die vanuit het oosten zou oprukken. In 1940 is de linie niet echt beproefd. Na het bombardement op Rotterdam gaf Nederland zich over. De Nieuwe Hollandse Waterlinie strekt zich uit tussen Gorinchem in het Zuiden tot Muiden in het Noorden. Met water uit de rivieren en de Zuiderzee kon een brede strook onder water worden gezet. Zo diep, dat je er niet door kon waden, maar niet zo diep, dat je erover heen kon varen. Door Oost-West verlopende dijkjes werd verhinderd, dat het inundatiewater wegstroomde. Bij elk dijkje lag een fort, zodat een vijand niet via zo’n dijkje kon oprukken. Rond het fort lagen de kringen, waar niet gebouwd mocht worden of alleen in hout. Zo werd een vrij schootsveld gegarandeerd. Het betekent dat er Oostelijk van Utrecht een vrije strook in het landschap ligt, waar vooral in de forten, vaak tientallen jaren ongebruikt, de natuur zijn gang kon gaan. Vooral de vele soorten vleermuizen vinden in die donkere fortgangen onderdak, maar op Vechten en Rhijnauwen leven ook reeën en vele soorten vogels. Bij het nieuwe museum is een wandelroute over het fort verkrijgbaar. Onderweg staan overal bordjes met uitleg. Veel bomen en struiken op het fort zijn verwijderd, zodat men een goed overzicht krijgt.

Het nieuwe museum is op ingenieuze wijze in het fort ingebouwd. Door een van de manschappenverblijfsruimtes van de bomvrije kazerne kom je in het museum. Het ligt rond een langgerekte binnenplaats met in beton een fors model van de complete waterlinie met overal kranen, waarmee de linie in werking kan worden gezet. Het museum is verder met aarde bedekt en zo geheel in de vestingwallen opgenomen.

De Romeinen hadden hier ook een groot grensfort. Het lag bij de toenmalige splitsing van de Rijn en de Vecht. De Romeinen wilden de Vecht gebruiken om naar het Noorden op te rukken en hun rijk verder uit te breiden. Dat is niet echt gelukt. In het museum wordt aan die Romeinse tijd eveneens aandacht besteed. Er zijn sprekende poppen. Een boerin vertelt over de ellende van de inundatie van hun land. Heel bijzonder is ook de virtuele vlucht, die je over de waterlinie kunt maken. Je krijgt een soort bril op en je voelt jezelf eerst naar het model op de binnenplaats zweven en daarna word je opgetild tot hoog boven de waterlinie en je zweeft aan je parachute naar beneden. Hoe dat gaat met mensen met hoogtevrees? Het schijnt mee te vallen.

Toen ik daar tijdens een rondleiding over het fort dwaalde en later met het museum kennis maakte, dacht ik, dit wordt een enorme hit, nog net geen Openluchtmuseum of de Efteling. Ik zag er jongetjes enthousiast rond springen. Het is leuk en nog leerzaam ook en interessant voor jong en oud. En het mooie is, dat er nooit is gevochten.

Jaargang 8, Nr. 387.

Een geseculariseerde samenleving

vrijdag, november 27th, 2015

WELKE KEUZES MOET IK MAKEN?

Onlangs las ik de rubriek ‘Column in AMSTERDAM’ in de Volkskrant van 16 november 2015. Margriet Oostveen sprak met Hans Boutellier, auteur van “Het seculiere experiment”. Na lezing bleef ik met tal van vragen zitten. Margriet Oostveen raadde me aan het boek maar te gaan lezen. Ik hoop, dat ik er aan toekom.

Hans Boutellier meent, dat het samen leven van zo veel verschillende mensen in Nederland wordt mogelijk gemaakt door de rechtstaat. Inderdaad verhindert de rechtstaat, dat we elkaar voortdurend naar het leven staan. Er worden geen ketters meer verbrand. Soms constateer ik echter in seculiere kringen een groeiende onverdraagzaamheid naar alles wat naar religie ruikt. Er zijn politieke partijen, die vinden, dat religie naar achter de voordeur dient te worden verbannen. Eerder schreef ik een column, waarin ik liet zien, dat religies het steeds moeilijker krijgen zich in onze maatschappij te uiten. Denk aan het binnenkort verdwijnen van de kleine religieuze zendgemachtigden. Als de invloed van de kerken steeds minder wordt, wat komt er dan voor in de plaats? Die vraag houdt ook Hans Boutellier bezig.

Het vreedzaam samenleven van mensen in Nederland mag dan mogelijk gemaakt worden door de rechtstaat, maar de samenleving is meer dan een verzameling wetboeken. Het gaat eigenlijk meer om de geest achter al die wetsartikelen. Gedrag van mensen wordt bepaald door hun waarden, hun opvattingen aan de hand waarvan ze hun eigen gedrag beoordelen. Aan die waarden ontlenen ze hun normen. Dat zijn geboden en verboden. Vroeger werden die aangereikt door de kerken, maar eigenlijk door de religieuze gemeenschappen rond die kerken. Buitenkerkelijken vonden onderdak bij bijvoorbeeld het humanisme, het pacifisme of het humanisme. Je leven speelde zich ook grotendeels af binnen de eigen zuil. Je wist waaraan je je te houden had.

Toen sloeg de twijfel toe. Is het allemaal wel waar wat we allemaal geloven. In een wereld van absolute zekerheden hadden de meeste mensen nooit geleerd om te gaan met hun twijfels. Er waren nog veel meer redenen om het geloof maar overboord te zetten. Kindermisbruik, pilverbod, huwende priesters, die uit het ambt traden, een verouderd Godsbeeld, een hiërarchische kerk, de veronderstelde rijkdom van de kerken en ga maar door. Zo kozen de mensen hun eigen weg en stelde hun eigen geloof samen. En eigenlijk veranderde er niet zo veel, behalve dat het kerkbezoek afnam en gemeenschappen kapot gemaakt werden. Mensen hoorden nergens meer bij.

Eigenlijk hoopte ik in de column een antwoord te vinden op mijn vragen over het seculiere deel van de bevolking. Hoe komen ze tot hun eigen waardenstelsel? Waardoor of door wie worden ze in hun leven geïnspireerd? Wat hebben ze over voor hun medemensen? Welke rol willen ze spelen in de samenleving van hun buurt, wijk of dorp? Ik ben over veel tevreden. Af en toe zijn er van die signaaltjes dat er iets mis is. In Bunnik zijn geen vrijwilligers te vinden voor de Zonnebloem. Jammer voor ouderen en zieken.  Jonge nieuwkomers in een straat willen niet meedoen met het groenonderhoud. Dat moet de gemeente maar doen. De houding naar de oorlogsvluchtelingen uit Syrië.

Je eigen waardenstelsel opbouwen vergt wel enige ontwikkeling. Onderzoek van Motivaction bevestigt het. Een groeiende groep is nergens meer in geïnteresseerd. Ze staan maatschappelijk aan de kant. Ze worden door al die vrijheidlievende seculieren maar mooi in de steek gelaten. Misschien zijn ze voor hen even onbereikbaar als voor bijvoorbeeld de kerken. Ze blijven, vrees ik, ook buiten de participatiesamenleving. Tsja, wat is er eigenlijk in de plaats gekomen voor onze zuilenmaatschappij?

Jaargang 8, Nr. 386.

Het opbouwen van een nieuw Syrië

vrijdag, november 20th, 2015

BESCHERMING MINDERHEDEN CRUCIAAL

Alle aandacht gaat nu uit naar onze problemen: terrorisme in Europa en de maar niet eindigende vluchtelingenstroom. Wat de Syrische burgeroorlog voor de gewone mensen in dat land betekent ontgaat de meeste Nederlanders Toch werken de dagelijkse bombardementen, het gebrek aan vrijheid en de wederzijdse wreedheden zo ontwrichtend, dat mensen om hun lijfsbehoud het land ontvluchten als ze daartoe tenminste in staat zijn. Dat hangt af van de financiële positie. Intussen werken die pushfactoren maar door. Mensen worden uit hun land weggedrukt.

Goed nieuws is geen nieuws. In de media krijgen vooral de problemen met de opvang, de incidenten tussen asielzoekers onderling en de protesten van sommige Nederlanders veel aandacht. Dat voedt de ongerustheid van veel mensen, de angst voor de onbekende vreemdelingen. Wat er allemaal goed gaat, de geweldige inzet van veel vrijwilligers en de materiële hulp van velen krijgen veel minder aandacht. Ik was op een bijeenkomst van de Linker Wang en mijn vrouw op een ontmoeting georganiseerd door GroenLinks Bunnik. Allebei raakten we onder de indruk van alle positieve ontwikkelingen.

Maar intussen vraag ik mij steeds af of er nog toekomst is voor Syrië. Zal het land ooit nog vrede kennen? Zullen de strijdende partijen daar vroeg of laat de krankzinnigheid van het elkaar uitmoorden gaan inzien? Zoals wij na eeuwen steeds weer oplaaiende oorlogen in Europa zeventig jaar geleden besloten tot vreedzaam samenleven in een Verenigd Europa. Zoals de strijd tussen Protestanten en Katholieken in Noord-Ierland is geëindigd evenals het conflict tussen witten en zwarten in het Zuid-Afrika van de Apartheid.

In eerdere blogs heb ik gewezen op de vele minderheidsgroepen in Syrië, die onder het bewind van Assad daar konden leven te midden van een Soennitische meerderheid. Van een democratie naar Westers model hebben die minderheidsgroepen weinig goeds te verwachten. Dat maakt het allemaal zo hopeloos. Ik sprak erover met een GroenLinkskamerlid. Wat is eigenlijk het standpunt van GroenLinks over de toekomst van Syrië? Ik kreeg geen duidelijk antwoord. Ik zei, dat bij elke oplossing van het Syrische conflict de veilige positie van de minderheidsgroepen gegarandeerd moet worden. Assad en zijn aanhang moeten erbij betrokken worden. Alle partijen begaan in Syrië de meest verschrikkelijke misdaden. Assad is niet de enige. Maar hoe maak je de Syriërs duidelijk, dat democratie bescherming van en respect voor minderheiden inhoudt?

In Europa is dit een normale zaak. Het loopt niet overal helemaal positief, maar de principes van vrijheid en gelijke rechten voor iedereen gelden in elk land. Eigenlijk zou het verblijf van die duizenden vluchtelingen in Europa een lange demonstratie moeten zijn van de werking van onze democratie, van onderlinge verdraagzaamheid en respect, van coalitievorming, van compromissen in de politiek van eerbied voor de universele mensenrechten. Ze zouden vooral kennismoeten maken met onze lessen van de geschiedenis, onze literatuur en de enorme verscheidenheid aan culturele uitingen nu en in het verleden. En dat alles zonder hen ons model op te dringen, maar slechts als voorbeelden ter inspiratie bij het bedenken van hun nieuwe Syrië.

Dat vraagt van ons een enorme verantwoordelijkheid. Velen van ons tonen zich zeer gastvrij en hulpvaardig, maar vreemdelingenhaat past niet in de Europese cultuur en zeker niet in de Nederlandse cultuur. Ons land is altijd open en gastvrij geweest. Zo zou de komst van al die Syriërs wel eens heel goed kunnen uitwerken. Met optimisme kom je verder.

Jaargang 8, Nr. 385.

Plattelandsontwikkeling

vrijdag, november 13th, 2015

MEER TOERISME

Mede gesteund door de Europese Unie is het Kromme Rijngebied veel attractiever geworden voor toeristen. Ik schreef er al eerder over. Er zijn nu nieuwe ontwikkelingen. Het Kromme Rijnpad van Utrecht naar Wijk bij Duurstede is gekozen tot de meest aantrekkelijke wandelroute in de provincie Utrecht. Daar ben ik het helemaal mee eens. Vanuit Utrecht begint de route bij het Ledig Erf, het zuidelijke puntje van de binnenstad. Daar mondt de Kromme Rijn uit in de stadsgracht. Het eerste stuk door de stad is aardig met een gevangenis, een park, het stadion Galgewaard en de toegangsweg naar het universiteitscentrum de Uithof. Voor architectuurliefhebbers is er op de Uithof heel wat interessants te zien. Voorbij het zwembad Krommerijn en restaurant het Tolhuys komen we bij de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen. Ze liggen in de gemeente Bunnik, maar zijn eigendom van de gemeente Utrecht. Ze worden vooral op mooie zomerdagen enorm druk bezocht. Oud Amelisweerd is een tijd het zomerpaleis geweest van koning Lodewijk Napoleon. Er zijn kamers met chinees behang. Nu herbergt het gebouw het Armandomuseum. Maar dicht erbij is het Waterliniemuseum in het Fort bij Vechten sinds kort geopend. De Volkskrant roemde de bijzondere architectuur, maar de inhoud van het museum is eveneens de moeite waard. Vanaf de rand van Utrecht wandel je steeds in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Horeca vind je in het gebied ook. Voorbij Kasteel Rhijnauwen wandelen we tussen weilanden, boomgaarden en moerasbossen langs de rivier voorbij het dorp Bunnik, een golfbaan en onder het spoor en de snelweg door naar Odijk, dat in een grote bocht van  de rivier is gebouwd. Het afgelopen jaar is het waterschap daar druk bezig geweest natuurvriendelijke oevers aan te leggen met strandjes, vissteigertjes en aanlegplaatsen. De rivier is op veel plaatsen breder geworden, maar voor een deel ondiep. Het is de bedoeling, dat daar waterplanten gaan groeien. Interessant is ook een nevengeul vanuit de Langbroeker wetering, waar je de werking van stromend water kunt observeren. Bij een picknick tafel bij de stuw met vistrap vind je een groot paneel met uitleg. Het ooievaarsnest is dit jaar niet bewoond geweest. Daarvoor gaven alle werkzaamheden te veel onrust. De route gaat verder op de andere oever langs het dorp, de tennisbaan en de nieuwste wijk naar het jaagpad richting Werkhoven. Daar kom je langs Kasteel Beverweerd, twee eeuwen door een tak van de Nassaus bewoond geweest. Nu is het bekend door een schilder, die de stijl van beroemde kunstenaars perfect nabootst in geheel nieuwe schilderijen. De route loopt nu niet steeds direct langs de rivier, maar is niet minder aantrekkelijk. Onlangs liepen we door tot de bushalte bij kasteel Hardenbroek en gingen we per bus terug naar Odijk. Dat is het leuke van de route. Je komt steeds weer dichtbij bushaltes van lijn 41 Utrecht – Wijk bij Duurstede. Misschien komen we elkaar binnenkort tegen. Ik moet voor mijn gezondheid veel wandelen.

Jaargang 8, nr. 384.

Handtekeningenactie

vrijdag, november 6th, 2015

Meer openheid bij benoemingen op hoge posten

Avaaz, een mondiale pressiegroep is een handtekeningenactie gestart om de Tweede Kamer te verplichten een debat te wijden aan de wijd verbreide vriendjespolitiek bij benoemingen van hoge ambtenaren, burgemeesters, commissarissen van de koning en hoge rechters. Vooral leden van politieke partijen worden op cruciale posten gedumpt om zo meer politieke macht te kunnen uitoefenen. Het is een bekend fenomeen en ouders plaatsen hun kinderen op bepaalde middelbare scholen, zodat hun kinderen daar al kunnen beginnen aan het opbouwen van een netwerk. Ik laat nu eerst Avaaz aan het woord.

Sinds decennia hebben de grote politieke partijen bijna absolute macht als het gaat om de benoeming van hun eigen leden in publieke functies als burgemeester, topambtenaren en leden van adviesraden en commissies. Op die manier wordt de overgrote meerderheid van de Nederlanders uitgesloten, en mist de overheid de talenten van enorm veel hooggekwalificeerde mensen. Maar als wij nu 40.000 handtekeningen inzamelen, dan kunnen we deze praktijk stoppen, zorgen dat elke gekwalificeerde persoon een publieke functie kan krijgen, en onze democratie versterken. Klik hier om mee te doen en vertel het door:

TEKEN NU

Beste vrienden, Sinds decennia worden de burgemeesters, leden van adviesraden en hogere ambtenaren grotendeels benoemd in achterkamertjes, waarbij de grote politieke partijen bepalen wie de baan krijgt. Dit is in strijd met onze meest basale democratische principes. We zien het steeds opnieuw. Wanneer een baan in het openbaar bestuur open komt, kan iedereen solliciteren, maar “Als je geen partijlid bent, maak je geen schijn van kans” — hoe gekwalificeerd of ervaren je ook bent. Maar er is een oplossing. Meer Democratie heeft een campagne gelanceerd om de juridische loopholes te schrappen en een onafhankelijke commissie in te stellen die de eerlijkheid en openheid van alle benoemingen bewaakt. Volgens peilingen steunt 70% van de Nederlanders deze hervorming. Als we nu op korte termijn 40.000 handtekeningen indienen, dan is de Tweede Kamer verplicht om ons voorstel te bespreken en erover te stemmen — dit is de beste kans die we hebben om ervoor te zorgen dat onze stem luid en duidelijk wordt gehoord.  Klik hieronder om een einde te maken aan deze vriendjespolitiek die in strijd is met onze grondwet. https://secure.avaaz.org/nl/vriendjespolitiek_2/?btBArbb&v=67075 Slechts 2,5% van de volwassen Nederlanders zijn lid van een politieke partij. Wij, de overige 97,5%, worden vanaf het begin uitgesloten. Dat is niet alleen oneerlijk, het is ook een verspilling van talent, omdat de overheid de skills mist van een enorme hoeveelheid hoog gekwalificeerde mensen. Laten we eens de burgemeesters bekijken. Van de circa 400 gemeenten hebben er niet minder dan 336 een CDA-, PvdA- of VVD-burgemeester (in 2014). De lokale partijen kregen 24% van de stemmen in 2014, maar slechts 3% van alle burgemeestersposten. Het is ook slecht voor de onafhankelijkheid van alle adviesraden en onderzoekscommissies. Er zijn er honderden — van de Raad van State en de Nationale Rekenkamer tot aan het Commissariaat voor de Media. Zij moeten de regering onafhankelijk advies geven en hun daden controleren. Het is niet goed als zij gevuld zijn met mensen die allemaal uit dezelfde partijen komen, die elkaar persoonlijk kennen en die elkaar aan banen helpen.  Onze Grondwet zegt dat alle Nederlanders op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn en dat discriminatie op politieke gronden is verboden.  Maar een weinig bekend artikel 5.4 in de Wet Gelijke Behandeling maakt opeens een uitzondering voor publieke benoemingen. Op die manier kunnen zelfs rechters niets doen voor mensen die vermoeden dat zij werden gediscrimineerd. Deze juridische loophole moet worden afgeschaft. In plaats daarvan zou Nederland het Britse systeem kunnen volgen, dat sinds 150 jaar een Civil Service Commission heeft wiens belangrijkste taak is het voorkomen van partijpolitieke benoemingen en het zorgen voor eerlijke en open benoemingen die zijn gebaseerd op verdienste. Laten we dit systeem nu veranderen en onze democratie naar een hoger niveau tillen. Teken hier en vertel je vrienden hierover:  https://secure.avaaz.org/nl/vriendjespolitiek_2/?btBArbb&v=67075

Met hoop en vastberadenheid, Luis, Arjen and Niesco

Ik heb deze petitie ondertekend. Al deze politiek getinte benoemingen leiden tot veel moeilijk te controleren macht en invloed. Land niet altijd worden de best beschikbare mensen benoemd. Grote delen van de bevolking worden buitengesloten Je ziet steeds weer dezelfde families vertegenwoordigd in bestuurlijk Nederland. Sommige mensen maken terecht bezwaar tegen het erfelijk karakter van het koningschap. Dan zou je nog veel meer bezwaar moeten maken aan deze ondoorzichtige praktijken bij benoemingen.

Toch valt op dit alles wel wat af te dingen. Slechts 2,5% van de volwassen Nederlanders is lid van een politieke partij. Ik heb wel lagere percentages gehoord. Het is veel meer geweest. Voor mijn gevoel hoor je lid te zijn van een politieke partij al zijn er redenen te bedenken om dat niet te zijn. Toen ik voorzitter was van een plaatselijke Scoutinggroep koos ik er voor geen lid te zijn. Het zou bij contacten met de subsidiërende overheid problemen kunnen geven. Als heel veel mensen lid zijn van een politieke partij wordt de indruk vermeden, dat mensen alleen maar lid worden om carrière te maken.

Ik moest ook weer denken aan een artikel, dat ik tientallen jaren geleden schreef over de besluitvorming bij leerplannen, examenprogramma’s en examenaanpak bij mijn vak aardrijkskunde. Ik liet zien, dat het maar enkele tientallen mensen waren, die het beleid bepaalden: KNAG-bestuurders, lerarenopleiders, universiteitsmedewerkers, vak-inspecteurs, leerplanmedewerkers, examenmakers , methodeschrijvers en enkele enthousiaste collega’s. De andere collega’s moesten vervolgens het beleid uitvoeren. Daarover werd veel gemopperd en veel kritiek was waarschijnlijk terecht. Maar waarom kwamen al die mopperaars nooit op vergaderingen? Waarom richtten ze geen werkgroepen op, die het beleid kritisch gingen volgen? Ze bleven aan de kant staat en hielden op die manier het systeem in stand. Mijn Avaaz-vrienden wijzen op het Britse systeem. We kunnen toch een Nationaal Beraad oprichten, dat alle benoemingen kritisch gaat volgen. Dat Beraad zal dan regelmatig rapporten publiceren, waarin kwalijke praktijken en overduidelijke vriendjespolitiek aan de kaak worden gesteld. Zo’n Nationaal Beraad zou een forse druk leggen op de politiek om een eerlijker systeem voor belangrijke benoemingen tot stand te brengen.

Jaargang 8, Nr. 383.

Bunnik en het doorgaande verkeer

vrijdag, oktober 30th, 2015

DE DRIEDELING VAN BUNNIK BLIJFT

Binnenkort is het mogelijk om vanuit de richting Utrecht buitenom het dorp Bunnik naar de A12 en via de N229 naar Odijk, Werkhoven, Cothen en Wijk bij Duurstede te rijden. En natuurlijk ook naar Houten, Langbroek en Doorn. Dat gaat een forse ontlasting van de Bunnikse traverse betekenen, maar verkeer naar de Bunnikse wijken en via de Sportlaan – Koelaan naar Zeist zal de traverse blijven gebruiken. Perspectief 21 de lokale progressieve partij organiseerde afgelopen woensdag, 28 oktober een brainstormavond over de kansen voor verbetering van de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid. Ik ben geen inwoner van het dorp Bunnik, maar ik heb wel belang bij de verkeerssituatie aldaar.

Wat is voor mij en voor andere inwoners van Odijk en Werkhoven belangrijk? We moeten op een prettige manier door Bunnik naar de winkels aldaar, naar Zeist, naar de Uithof en naar Utrecht kunnen fietsen. Ook per auto en per lijnbus 41 moeten de winkels als de boekhandel, de fotoshop, de vishandel, de bloemist de Blokker in Bunnik bereikbaar blijven. Als Bunnik veel verkeer trekt, moet de ontsluiting van het dorp daar kansen toe bieden. Met alle drukte roepen mensen soms: We sluiten de boel af. Dat kan natuurlijk niet.

Waardoor trekt Bunnik zo veel verkeer? Bunnik heeft veel eigen werkgelegenheid, vooral kantoren met het bedrijventerrein De Twaalf Apostelen als belangrijkste verkeersaantrekker. Het ligt aan de Westzijde van het dorp en ongunstig ten opzichte van de afritten van de A12 en de dorpen langs de N229. De gemeente verwacht, dat het verkeer naar de Twaalf Apostelen buitenom zal rijden en dan via een stukje traverse naar het kantorengebied, maar dat is nog maar de vraag. Eigenlijk moeten we de toekomstige ontwikkelingen eerst afwachten, voordat verdere plannen kunnen worden gemaakt. Maar ontmoediging van het verkeer via de traverse lijkt logisch.

Hoe kunnen we de leefbaarheid van Bunnik bevorderen door de traverse tussen de Van Zijldreef en de Julianalaan aan te passen? Een interessante suggestie was de hoofdrijbaan te reserveren voor autoverkeer en voor parkeren. Door verschuiving van de wegas kan de snelheidsbeperking tot 30 KM/uur worden afgedwongen. De parallelwegen kunnen dan voor fietsers en voetgangers worden bestemd, die niet langer gehinderd worden door autoverkeer en geparkeerde auto’s.

Bunnikers zouden het geweldig vinden wanneer het dorpscentrum meer een eenheid wordt met een dorpsplein met terrasjes en leuke winkels, een echte ontmoetingsplaats. Dan zou het parkeren meer naar de randen van het centrum moeten. Winkeliers roepen dan, dat hun klanten voor hun winkel willen parkeren. Mensen zijn nogal dubbel in hun verlangens. Het aantrekkelijke van het Bunnikse winkelcentrum is het gratis, maar door de blauwe zone toch beperkt parkeren. Voor een ondergrondse parkeergarage zal geen geld zijn. Dat kan ook niet gratis, maar zo zou een aantrekkelijker winkelgebied kunnen ontstaan. Het is maar wat je wilt.

De Julianalaan is eigenlijk qua profiel een woonstraat, maar moet helaas veel verkeer verwerken. Zeist heeft veel werkgelegenheid en het personeel komt ten dele via de A12 en via de N229 door Bunnik naar Zeist. Men hoopt, dat de tunnel onder het spoor bij station Driebergen-Zeist een ontlasting voor Bunnik zal betekenen. Veel kantoren zitten aan de Westzijde van Zeist en dan is de route via Bunnik sneller. Een rechtstreekse aansluiting van Bunnik op de A12 is onmogelijk en niet alleen vanwege de hoge kosten, maar ook vanwege de verkeer aantrekkende werking op een punt bij Slot Zeist, waar Zeist dat terecht liever niet heeft. De Julianalaan zal druk blijven.

Jaargang 8, Nr. 382.

Kerksluitingen

vrijdag, oktober 23rd, 2015

EIJK EN CONSORTEN ONTNEMEN MENSEN DE MOED EN HUN GELOOF IN GOD

Als er duivels bestaan, dan moeten die wel heel blij zijn met de huidige leiding van het aartsbisdom. Iedereen ziet het kwaad in de wereld en het heeft vele gedaanten. Kijk naar Syrië en Irak en het wordt moeilijk daar nog goede mensen te ontdekken. De Kerk leert van alles over het kwaad en over duivels. Zijn er duivels, die ons verleiden tegen God en tegen het goede in te gaan? Je kunt ze niet waarnemen, maar hun werk is in onze wereld heel goed waarneembaar. Een kleine inleiding om duidelijk te maken, dat iedereen bloot kan staan duivelse verleidingen, ook een kardinaal-aartsbisschop.

Op 11 oktober was de uitzending van Kruispunt gewijd aan kerksluitingen. Het was voor mij en voor anderen een deprimerende ervaring. Als u de uitzending zelf wilt zien klik dan op de link. http://www.kro-ncrv.nl/kruispunt/seizoenen/2015/30-141534-11-10-2015 U kunt dan zien hoe in de omgeving van Ulft in de Gelderse Achterhoek in allerlei kleine dorpen de kerken dicht gaan. Misschien blijven er twee open. Hoe hebben die kerken zich eeuwenlang weten te handhaven? Vaak via erfenissen kregen ze veel onroerend goed in bezit en met de opbrengst daarvan en de giften van de parochianen was het mogelijk de kerk in stand te houden en in het levensonderhoud van de parochiepriester te voorzien. Die pastoor kreeg bovendien van de boeren veel giften in natura. Wat is er veranderd? De bevolking krimpt. Bij gebrek aan een opvolger worden agrarische bedrijven opgeheven en met de grond worden andere bedrijven vergroot, zodat een rendabele bedrijfsvoering mogelijk wordt. Lang niet alle bedrijfsgebouwen blijven permanent bewoond. In het gebied is niet veel alternatieve werkgelegenheid zoals de traditionele metaalindustrie meer. Dan zie je de winkels verdwijnen, het café, de sportclub, de school en nu ook de kerk. Het lijkt een onontkoombaar proces en toch zijn er kleine kernen, die er in slagen voorzieningen overeind te houden. Dat vraagt een forse inzet van de bewoners en veel inzet van vrijwilligers, die bijvoorbeeld een kleine supermarkt runnen of een dorpshuis overeind houden.

Dat kan ook met een kerk. Dan moeten er voldoende goed toegeruste vrijwilligers zijn en er moeten voldoende inkomsten zijn. Meestal zijn er wel vrijwilligers, maar de toerusting vormt een probleem. De vroegere pastorale school bestaat niet meer en het alternatief wordt niet bepaald nadrukkelijk gepromoot. Vrijwilligers en pastoraal werkers m/v worden niet echt op waarde geschat door de bisdomleiding evenals de vieringen, die door hen verzorgd worden. Het ideaal van de bisdomleiding is, dat iedereen naar dat ene eucharistisch centrum gaat. Dus moet straks iedereen naar Ulft. En dat kunnen maar weinig mensen opbrengen. Die weinigen zijn in de ogen van de bisdomleiding de echt goede katholieken en de rest wordt door de Maliebaan afgeschreven. Hun jaarlijkse bijdrage aan de Actie Kerkbalans zal ongetwijfeld sterk teruglopen en zo zitten we in een neerwaartse spiraal. Intussen beschikt de megaparochie over meer dan 14 miljoen Euro aan kapitaal, vooral in de vorm van onroerend goed en afkomstig van de vroegere kleine dorpskerken. Zeven ton aan inkomsten lijkt me niet te hoog geschat. Niet direct een goede herder, die zijn schapen zo in de steek laat.

Daarom vond ik deze uitzending zo deprimerend. Schapen, die zich gewillig naar de slachtbank laten leiden. Een pastoor, die misbruik maakt van het gebrek aan kennis van het kerkrecht, want met de sluiting loopt hij vooruit op een situatie, die zich over tien jaar zal voordoen. Dat mag kerkrechtelijk niet. Maar is er een alternatief? Dat vergt een totaal ander beleid. Het vraagt vertrouwen in gewone mensen, in leken. Het vraagt de bereidheid veel verantwoordelijkheid te leggen bij die lokale geloofsgemeenschap. Het is daarbij nodig jongere randkatholieken dringend uit te nodigen aan de slag te gaan voor de eigen lokale gemeenschap. Het vraagt de inzet van velen en het vraagt offervaardigheid van iedereen. Het gebrekkige geloof van de huidige bisdomleiding verhindert een beleidsomslag aan de Maliebaan. We zullen het zelf moeten doen. We zullen ons niet laten ontmoedigen door een stel ongelovige prelaten. We willen geen handlangers van hen zijn door de lokale gemeenschap in de steek te laten. We houden onze kerken open.

Jaargang 8, Nr. 381.

Individu versus gemeenschap

vrijdag, oktober 16th, 2015

JE KUNT TOCH BEST EEN GOED MENS ZIJN ZONDER BIJ EEN CLUB TE HOREN

Deze week heb ik gecollecteerd voor de Brandwondenstichting. Het was echt wel een succes, want op de ruim 120 adressen kreeg ik maar twee keer een pertinente weigering. Het was erg koud met een snerpende wind ook nog. De mensen zeiden ook, dat het koud was. Opeens antwoordde ik: “Als zoveel mens zo veel geven krijg ik het er warm van.” Ik kreeg vaak een glimlach terug al moesten veel mensen er eerst even over nadenken. Het duidt op een levend gemeenschapsgevoel. Mensen met brandwonden moet je echt helpen. Het waren allerlei mensen: man of vrouw, jong of oud, welvarend of met een krappe beurs. Achter zo’n collecte zit een forse organisatie. Als je brandwondenslachtoffers wilt helpen kun je dat nooit alleen.

Die ervaring heb ik heel vaak in mijn leven opgedaan. Een scoutinggroep oprichten of een lerarenclub of een lokale politieke partij; je doet het nooit alleen. Zelfs dit blog schrijven. Ik heb uiteraard een provider nodig, maar als ik die vier tot vijfduizend unieke bezoekers per maand niet had, dan had al dat schrijven geen zin. Zonder het te beseffen vormen al die mensen een kenmerkende groep.

Ik heb het al vaker geschreven. Het einde van de verzuiling heeft mensen van een soort tehuis beroofd. Binnen de zuil waren er voor mensen in nood vele mogelijkheden. Vaak wordt er tegenwoordig geconstateerd, dat er nogal wat mensen lijden aan eenzaamheid. In ons diaconaal beraad praten we er vaak over. Het blijkt nogal moeilijk om zulke mensen echt uit hun eenzaamheid te verlossen, zelfs als onze bezoekgroep contact met ze heeft. Maar heel veel mensen horen tegenwoordig nergens meer bij. Hoe bereik je die? We stuitten op het probleem, dat mensen zelf geen auto meer kunnen rijden. Ze kennen niemand, die hen kan helpen en voor een taxi is er geen geld. Zo hebben we nu in Odijk een coöperatie opgericht, waarvan iedereen lid kan worden voor 2 Euro per maand. Dan kun je gebruik maken van de dienst “Chauffeur van Odijk”. Het idee is bij de kerken opgekomen, maar juist om iedereen te helpen, hebben we het bij die coöperatie ondergebracht. Elke Odijkenaar kan er vrijwilliger worden en iedereen kan er gebruik van maken. Zo ontstaan overal nieuwe verbanden, waar mensen onderdak vinden.

Lord Robert Baden Powell zag als zijn opdracht in het leven de wereld een klein beetje beter achter te laten dan je hem gevonden hebt. Dat idee vind ik nog steeds zeer inspirerend. Tegelijk besef ik, dat ik in mijn eentje weinig kan. Ja, ik kan een goed mens zijn zonder bij een kerk of een levensbeschouwing of een beweging te horen, maar als ik werkelijk wat wil bereiken, dan kan ik dat nooit alleen. In onze geloofsgemeenschap van de H. Nicolaas in Odijk beseffen we dat allemaal heel goed. We vormen een warme gemeenschap. We zijn er voor elkaar en we zijn er voor al die anderen. Elke zondag vieren we die gemeenschap. Als iemand ernstig ziek is leven velen met hem of haar en de familie mee. Als iemand overlijdt komen honderden mensen naar zijn afscheid. We staan niet alleen.

Een geloofsgemeenschap draait niet om allerlei geboden en verboden, zoals sommigen nog steeds denken. Natuurlijk zijn er kerkelijke potentaten, die hun uiterste best doen dat oude beeld te handhaven. Intussen zijn we druk bezig die wereld waarin we leven een klein beetje beter achter te laten dan we hem gevonden hebben. Jezus van Nazareth is een inspirerend voorbeeld.

Wat zou het fijn zijn als zeer veel jonge mensen zouden ontdekken, wat de waarde en de vreugde is van samen gemeenschap zijn.

Jaargang 8, Nr.380.

Solidair met de armsten en met de natuur

vrijdag, oktober 9th, 2015

DE WAARDEN VAN SECULIERE MEDEBURGERS

Onlangs hoorde ik samen met een groep Rooms-katholieken een boeiende lezing over de groeiende tegenstelling tussen arm en rijk in de wereld. Het onderwerp komt ook in de toespraken en de geschriften van paus Franciscus voortdurend terug. In zijn encycliek Laudato si legt de paus een voortdurend verband tussen het milieuvraagstuk en de armoede. De hele lezing was sterk bijbels gefundeerd. Jezus van Nazareth leert ons hoe wij met de minsten der Zijnen om moeten gaan. Denk daarbij aan de vluchtelingen, die in grote aantallen Europa binnen komen. Na de lezing stelde ik de vraag welke aanknopingspunten er zijn bij die mensen, die aan de Bijbel geen boodschap hebben. Wat kan hen motiveren om de eigen rijkdom te matigen en de armen bij te staan. Wat kan hun houding tegenover Gods schepping verbeteren? De spreker was niet gewend om zich tot die doelgroep van seculiere medeburgers te richten. Maar sindsdien heeft mijn vraag mij bezig gehouden.

Hulp aan armen, verdrukten, zieken, eenzamen, stervenden vormt de kern van de boodschap van Jezus van Nazareth. Je moet er altijd zijn voor je naasten. God liefhebben en de naasten gelijk je zelf is het voornaamste gebod. In moderne woorden: het draait om solidariteit. In elke menselijke beschaving leefde dat besef. Een horde jagers en verzamelaars kon niet overleven zonder onderlinge solidariteit. Dan weer de een , dan weer de andere jager kwam met een jachtbuit binnen en dan was het samen delen vanzelfsprekend, want een volgende keer had een ander het geluk. Bij sommige volkeren zie je prachtige woonhutten en als we ons afvragen hoe iemand zo’n hut in zijn eentje kan bouwen, hoor je dat het hele dorp mee gewerkt heeft. Iemand, die er altijd de kantjes van afloopt krijgt geen hulp. Solidariteit is altijd iets wederzijds.

Dat besef is door de individualisering bij een flink deel van de bevolking weg gezakt. De jonge hoog opgeleide werknemer dopt zijn eigen boontjes. Hij zorgt voor een goed salaris, prima secundaire arbeidsvoorwaarden en een auto van de zaak. Hij weet, dat de baas hem nodig heeft. Daarom is hij ook geen lid van een vakbond. Aan een cao heeft hij geen boodschap. Misschien is dat tijdens de crisis veranderd. Afspraken, die berusten op eigenbelang van werkgever en werknemer houden in een crisissituatie moeilijk stand. In deze tijd zie je hoe werknemers in onderlinge solidariteit een fatsoenlijk loon moeten afdwingen. De arbeidsonrust neemt toe. Er zijn bedrijven, waar de baas zich steeds weer solidair toont met zijn werknemers. Hij geeft een fatsoenlijk loon, maar toont ook interesse in het wel een wee van zijn mensen. In zo’n onderneming zijn de werknemers bereid tot maximale inzet. Ze leveren kwaliteit. Ze komen met goede ideeën. Het besef van onderlinge afhankelijkheid en daarmee de noodzaak van solidariteit moet weer terugkomen in de samenleving. Uit eigenbelang is het verstandig solidair te zijn.

De grootste misdaad van Geert W. is, dat hij de arbeiders van Nederlandse komaf opzet tegen arbeiders van buitenlandse komaf. Zij pikken onze banen in. Zo verstoort hij hun onderlinge solidariteit en daar lijden ze allemaal onder. Het is strijdig met de waarden van christendom en socialisme en het is zeer on-Nederlands. De individualisering, die ontaard is tot egoïsme maakt dit mogelijk. Als mensen dat nu eens gingen inzien.

Dezelfde egoïstische houding zie je terug in het milieugedrag van sommige mensen. Vandaag hoorde ik op het nieuws, dat mensen het roetfilter op hun auto laten uitschakelen om harder te kunnen rijden en minder brandstof te gebruiken. Het roet in de atmosfeer is letterlijk dodelijk voor lijders aan astma en COPD. Hetzelfde geldt voor het Volkswagenschandaal, dat waarschijnlijk meer merken zal treffen. Ik vind dit echt crimineel gedrag.

Bij welke mensen kun je nu aankloppen om steun voor de bescherming van natuur en milieu? Wie zijn de mensen, die de waarde van een schoon milieu en van natuurbehoud inzien? Mensen. die ook bereid zijn daar consequenties aan te verbinden. Ik dacht aan aanhangers van de Dierenpartij en GroenLinks, aan donateurs van Natuurmonumenten en de provinciale landschappen, milieuclubs als Milieudefensie, Greenpeace en Natuur en Milieu, Joden en christenen, die Gods schepping willen beschermen, wetenschappers en bedrijven, die zich met natuur en milieu bezighouden. Ik vrees, dat ze allemaal samen een minderheid vormen. In discussies merk ik vaak, dat argumenten, die redeneren vanuit het eigenbelang van mensen vaak nog het meest aanspreken. Het gaat om je gezondheid. Het gaat om de toekomst van je kinderen. Straks is er nog veel meer geld nodig om de schade te herstellen. Denk aan de enorme kosten, die we moeten maken om droge voeten te houden, dus een antwoord te vinden op de stijgende zeespiegel. Zelfs kennis en inzicht van het probleem leiden niet tot een gedragsverandering. Toch is die ommekeer in je doen en laten nodig. Liefst voor het te laat is.

Jaargang 8, Nr.379.