EEN KWESTIE VAN OPVOEDING
In een groepje van 10 tot 13 mensen, mannen en vrouwen, jong en oud bespreken we de milieu-encycliek ‘Laudato si’ van Paus Franciscus. Het is een bijzonder rijk document. Milieuverwoesting en armoede worden met elkaar in verband gebracht, want ze worden beiden veroorzaakt door ons productiesysteem, dat én het milieu én de mensen uitbuit. Ik heb al eerder blogs gewijd aan het bij elkaar horen van aantasting van het milieu en armoede. De armsten hebben vaak het meest te lijden onder de milieuvervuiling en kunnen er het moeilijkst aan ontsnappen. Groen en Links horen bij elkaar. Voor mij is het mooi te ontdekken, dat onze Paus er net zo over denkt, alleen vaak nog wat diepzinniger dan de blogs, die u van mij gewend bent. Voor de grap zeg ik af en toe, dat ik de paus ga voordragen voor de programcommissie van GroenLinks. Maar misschien zou het beter zijn, dat hij het CDA programma gaat schrijven en dat de Tweede Kamerleden van het CDA zich dan ook eens een keer aan het partijprogramma gaan houden.
Tijdens onze gesprekken kwam de vraag aan de orde, hoe je aankijkt tegen natuur en landschap. Kun je genieten van de schoonheid van de natuur. Kom je in de natuur vertoevend tot rust en kalmte? Voel je je behaaglijk in de natuur? Heb je oog voor bijzondere landschapselementen? Je kunt constateren, dat heel veel mensen deze vragen ontkennend beantwoorden. Toen ik nog werkte als aardrijkskundeleraar probeerde ik aan te sluiten bij de ervaringen van de leerlingen. Nou, dat kon ik vergeten. Het gros had geen enkele ervaring met landschap en natuur. Het betekende, dat hun ouders er in het weekend nooit op uit trokken met de kinderen om bijvoorbeeld een boswandeling te maken. Ik vrees, dat de kennis, die wij probeerden aan te reiken niet echt beklijfde. Als het onderwerp in de bovenbouw terug kwam, was veel weer uit het geheugen verdwenen. Maar er zullen gunstige uitzonderingen zijn geweest.
Die kennis over natuur en landschap brengt geen geld op. Kinderen en hun ouders richten zich bij hun vakkenkeuze op vraag of het vak nodig is voor die opleidingen, die leiden naar goed betaalde banen. Onze maatschappelijke status wordt steeds meer bepaald door inkomen en consumptie. Hoe groter het huis, hoe dikker de auto, hoe verder de vakantiereis, hoe chiquer de party, hoe hoger de status. Het gaat niet meer om culturele zaken als muziek, literatuur, museumbezoek, wijsheid of vrijwilligerswerk. Het gaat om de poen. Zulke mensen lachen om mijn natuurbeleving.
Ik vertelde over mijn wandelingen en fietstochten door het Kromme Rijngebied. Ik herken de stroomrug of de oeverwal aan de boomgaarden, de licht kronkelende weg, de oudere boerderijen. Als ik een kom in duik zie ik kaarsrechte wegen en sloten en vooral grasland of griendbossen. Ik herken de geulen van de oude rivierlopen en zie de Houtenseweg-Kruisweg omlaag en omhoog gaan bij het kruisen van een oude rivierloop. Maar voor mij geldt, dat ik in dit alles Gods scheppende hand zie, die ook nog steeds door gaat met zijn scheppende arbeid. De natuur verandert voortdurend. Soms is de mens medewerker, bouwt hij op positieve wijze mee aan die veranderingen in het landschap. Als je zo het landschap beschouwt, dan raak je soms diep onder de indruk en soms ook bedroefd over de onverschilligheid van leden van Provinciale Staten van Utrecht, die beslissen, dat een weg van Houten naar de A12 uitgerekend in een oude rivierloop wordt neergelegd. Die weg wordt overigens tot nu toe nauwelijks gebruikt.
Een van de deelnemers vertelde hoe ze met haar gezin door de bergen wandelde. Ze kwamen boven aan bij een bergtop en kregen na die klim de beloning van een schitterend uitzicht. Haar zoontje riep: “Oh, wat heeft God de wereld prachtig geschapen.” Misschien zouden we wat meer naar de wereld moeten kijken door de ogen van kinderen.
Terwijl ik de laatste hand leg aan dit blog begint het Journaal met het bericht, dat er in Parijs een akkoord is. Goed nieuws over dat mondiale probleem van de opwarming en de zeespiegelstijging. Een grote stap voorwaarts, maar misschien nog niet genoeg. Beter iets dan niets.
Jaargang 8, Nr. 388.