Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Op naar de verkiezingen van 15 maart

zaterdag, februari 11th, 2017

ELITAIR EN TOCH HEEL ERG LINKS

Een van de nare aspecten van de politiek is het framen. Van een tegenstander wordt ons een bepaald minder gunstig beeld opgedrongen. Regelmatig hoor je bij discussieprogramma’s over GroenLinks zeggen, dat het een elitaire club is. De elite heeft geen oog voor de positie van de gewone hardwerkende Nederlanders. De elite denkt alleen aan zich zelf en probeert zich zelf zo veel mogelijk te bevoordelen.

Inderdaad behoren veel GroenLinksleden tot de intellectuele elite en daardoor vaak ook bij de culturele elite. Met een goede opleiding kom je in aanmerking voor de beter betaalde banen. Dan ligt de verleiding op de loer om altijd maar meer te willen. Als die inhaligheid gaat ten koste van de lager betaalden, dan mag je je echt niet links noemen.

Hoofdstuk 2 van het GroenLinks Verkiezingsprogramma laat overduidelijk zien, dat deze partij het opneemt voor de mensen met een minimuminkomen of lager en met allerlei voorstellen komt om voor deze mensen het lot te verbeteren. GroenLinks wil de verschillen tussen arm en rijk kleiner maken. Dat heet nivelleren. Daarmee gaat deze partij tegen de trend in, want de laatste dertig jaar zijn de verschillen steeds groter geworden. De lonen mochten vanwege onze concurrentiepositie niet stijgen, maar de salarissen en de bonussen aan de top schoten al die jaren omhoog. De winstbelasting voor de eigenaren van de ondernemingen ging omlaag en er werden nauwelijks maatregelen genomen tegen belastingontwijking. Met individuele bedrijven werden zelfs afspraken gemaakt om minder winstbelasting te betalen. Dat krijg je als rechts voortdurend aan het bewind is. Meer dan vierhonderdduizend kinderen leven in ons welvarende land in armoede. Ze gaan ’s morgens zonder ontbijt naar school. Een flink deel van deze armen leeft van generatie op generatie in erfelijke armoede.

Als we in discussies pleiten voor hogere belastingen voor de mensen, die bijvoorbeeld meer dan twee ton per jaar verdienen, dan wordt er altijd gechanteerd met het dreigement, dat die mensen dan in België gaan wonen of dat ze hun onderneming uit Nederland weghalen. De hebzucht van de rijken is kennelijk grenzeloos. Dat duidt er op, dat de oplossing in Europees verband nog effectiever kan worden. Het programma stelt een harmonisatie van de winstbelasting met een minimumtarief voor de gehele EU voor. Dan is er geen ontsnappen meer mogelijk. Dat is naar mijn mening de belangrijkste reden waarom gewetenloze lieden pleiten voor minder EU. Het was niet voor niets de aandelenhandelaar Michael Farage, die het hardst geijverd heeft voor de Brexit. Het is een beetje erg zielig, dat juist veel eenvoudige Britten er in gestonken zijn. Pas dus op voor mensen die ons willen verleiden om voor een Nexit te zijn.

Wat doet het programma voor de laagste inkomens? De lonen horen met de welvaart te stijgen en de inkomensverschillen moeten eerlijker worden. De laagste inkomens betalen geen belasting, maar ontvangen juist het omgekeerde, een herstel van oneerlijke inkomensverhoudingen. De schuldenproblematiek wordt aangepakt. Voor mensen met een laag of geen aanvullend pensioen wordt het algemeen ouderdomspensioen hoger. Dat wordt mogelijk door verschillende belastingen voor de top te verhogen.

GroenLinks is wel degelijk links en trekt zich meer dan veel andere partijen het lot van de minsten in onze samenleving aan. De partij neemt afstand van de hebzucht van de rijksten, die geen geld over hebben voor het behoud van onze woonplaneet en evenmin iets over hebben voor een eerlijk inkomensbeleid. Die hebzucht van de rijken werd door Paus Franciscus aan de kaak gesteld in zijn rondzendbrief over het milieu.

Jaargang 9, Nr448.

Gaan we ook op GroenLinks stemmen?

zaterdag, februari 4th, 2017

MET ALLEEN TECHNISCHE VERHALEN OVER HET MILIEU KOM JE NIET VERDER

Ook in Bunnik bereiden we ons voor op de verkiezingscampagne. In ons bestuur zit een specialist in modern campagne voeren. We moeten gaan canvassen. De deuren langs en de mensen vragen te gaan stemmen en bij voorkeur op GroenLinks. We delen folders uit bij de winkels en maken een praatje met het publiek. Er zijn ook massale bijeenkomsten. Die in Utrecht was uitverkocht. We waren te laat. Tsja, dat zijn we niet meer gewend. We voerden altijd een inhoudelijke campagne. Dat missen sommige leden. Daarom hebben we afgesproken, dat mijn blogs gaan zorgen voor een meer inhoudelijk GroenLinks geluid.

Ik merk ook, dat een flink deel van het publiek nauwelijks op de hoogte is van wat er allemaal speelt in Nederland, Europa en de Wereld. Oppervlakkige kreten pikken ze op. Erg kritisch zijn ze daarbij niet. Er zijn ook kiezers, die nog steeds van jongs af aan op dezelfde partij stemmen. Dat getuigt evenmin van een kritische geest. Voor al die mensen wil ik mijn politieke blogs schrijven. Niet gemakkelijk, maar ik ga het proberen.

GroenLinks wil af van de fossiele brandstoffen, steenkool, olie en gas en van de kernenergie. We willen schone energie van windmolens en zonnepanelen en eventueel van stromend water en aardwarmte. Dat kan door fossiele brandstoffen niet langer te subsidiëren en door schone energie niet te belasten. We merken immers, dat mensen gevoelig zijn voor financieel voordeel. Als je een deel van je spaargeld omzet in zonnepanelen verdien je meer aan de opgewekte elektriciteit dan aan de rente van de bank. Het verhaal over de opwarming van het klimaat en de stijgende zeespiegel geloven ze pas als het water over de dijken stroomt. Er zijn nog meer trucjes als goede isolatie en warmtepompen. Er zijn al huizen, waar de energiemeters allemaal op nul blijven staan. Lekker voordelig toch.

Een tweede milieuonderwerp is de kringloopeconomie. Die heet dan circulaire economie. Tsja, voor politici is het moeilijk het jargon te vermijden. Het scheiden van afval lukt hier behoorlijk, maar of bij allerlei apparaten ook goed gaat valt te betwijfelen. Ik merk vaak, dat het personeel in winkels en andere specialisten wel veel over de apparaten weten, maar van recyclebare onderdelen weinig benul hebben.

Zo komen we bij onderwijs en voorlichting. Het ontgaat de opstellers van het programma, dat onderwijs ook een vormende taak heeft en de opvoeding door de ouders met toepasselijke kennis kan ondersteunen. Wil het milieubeleid succesvol worden, dan hangt dat af van al die individuele huishoudens. Hoe is de houding van ouders tegenover afvalscheiding en energiebesparing en schone energie. Als die houding onverschillig is of afwijzend of sarcastisch of Trumpiaans dan doet alle onderwijs en alle voorlichting helemaal niets. Ouders voeden vooral op door consequent het goede voorbeeld te geven. Zo bepalen zij de toekomst, waar GroenLinks zich op wil richten.

Jaargang 9, Nr. 447.   

Op expeditie naar Noord Nederland

zaterdag, januari 28th, 2017

RODIN IN GRONINGEN EN ALMA TADEMA IN LEEUWARDEN

Het is al meer dan zestig jaar geleden, dat ik voor het eerst bekende beelden van Rodin zag op de eerste Sonsbeek tentoonstelling in Arnhem. Toen al maakten beelden als de Burgers van Calais en de Denker grote indruk op mij. Dat één man zo iets kon maken. De tentoonstelling in het Groninger museum laat zien hoe Rodin tot zijn reusachtige productie kon komen. Hij werkte niet alleen. Rodin was de ontwerper en tientallen personeelsleden maakten de beelden. De tentoonstelling laat ons die werkwijze van Rodin zien. Hij schetste een beeld, vormde het vervolgens in klei. Daar was hij heel goed in. Van het beeld in klei werd een gipsafdruk gemaakt. Gips is wat minder kwetsbaar als gedroogde klei. Het ontwerp in gips werd vervolgens gebruikt om het beeld in brons of marmer te vervaardigen. Er werden overigens meerdere gipsafdrukken gemaakt. Sommigen werden in stukken gezaagd en in een later stadium werd zo’n arm, been of romp weer gebruikt om een ander beeld te maken of een beeldencompositie. De tentoonstelling laat veel voorbeelden zien van beeldcomposities, waarbij twee of soms meer figuren samen een prachtig geheel vormen, zoals danspaar tijdens een ballet. Alles werd gefotografeerd. Bestaande beelden werden soms vergroot tot enorme proporties. De tentoonstelling laat bijvoorbeeld een reusachtige afbeelding van De Denker zien. Aan elk stadium is een zaal gewijd en dat komt ten slotte samen in een groep beelden, per stadium een, van de Franse Romantische schrijver Honoré de Balzac. Elders in de tentoonstelling zijn twee koppen van Balzac te zien. Veel indruk maakt ook een groep min of meer identieke gietsels van het beeld ‘Het Bronzen Tijdperk’. De Belgische soldaat Auguste Neyt stond er model voor. Rodin had hem nauwkeurig geobserveerd en toen hij het model goed kende vorm gegeven. Critici beweerden, dat Rodin van het levende model de vorm voor het beeld had gemaakt. Rodin liet meerdere afgietsels maken, die allemaal door de afwerking en het verschil in patina niet volkomen identiek zijn. Deze groep bronzen beelden maakte op mij grote indruk. Dat gold ook voor enkele beelden uit de groep ‘De Burgers van Calais’, gemaakt als een oorlogsmonument. Daarvoor moet je wel lage trappen op, maar er is een lift, zij het wat verborgen. Daar zijn ook beelden in marmer te zien.

Van Groningen gingen we met de Arriva-trein naar Leeuwarden door bijzondere landschappen waarover ik eerder in de zomer van 2015 schreef. Landschappen als een plaatje.

In het Fries Museum stond een lange rij voor de kaartverkoop en vervolgens moesten we nog een tijd wachten voordat we de zaal in mochten. De tentoonstelling gewijd aan de schilder Laurens Alma Tadema trekt enorm veel bezoekers voor iemand, die vooral in Engeland beroemd werd, maar in Nederland veel minder bekendheid geniet. Als kind, zoon van een notaris, kreeg hij al tekenles en na zijn gymnasiumopleiding studeerde hij eerst in Antwerpen en vervolgens bij bekende meesters uit zijn tijd. Op zijn reizen naar Italië maakte hij kennis met de archeologie en ging zich daarin uitgebreid verdiepen. Veel schilderijen vertellen de verhalen uit het Romeinse verleden, waarbij hij zorgvuldig lette op de juiste kledij van de afgebeelde figuren. Zo kon zijn werk een inspiratiebron zijn voor de spektakelfilms, gewijd aan het oude Rome.

Alma Tadema werd al jong weduwnaar, maar in Londen ontmoette hij een jong meisje, dat enkele jaren later zijn vrouw werd. Het tweetal ontwikkelde zich tot een bekend societypaar, dat regelmatig grote ontvangsten hield, waar ook hun klanten vaak kwamen. Hij noemde zich nu Lawrence Alma Tadema, maar Alma was eigenlijk een voornaam. Meerdere schilderijen zijn gewijd aan zijn tweede vrouw en aan zijn dochter. Juist in die portretten toont hij zijn meesterschap. Veel van die historische schilderijen zijn wat vlakker en doen een beetje denken aan die geschiedenisplaten, die vroeger de muren van klaslokalen sierden.

Toch een bijzondere tentoonstelling en de moeite van een reis naar Leeuwarden waard, maar wees wel vlug, want na 7 februari is het afgelopen.

Jaargang 9, Nr.446.

Donald J. Trump President

zondag, januari 22nd, 2017

EEN ONGEMAKKELIJK GEVOEL

We kunnen nauwelijks geloven wat hij allemaal zegt te willen bereiken. We konden niet geloven, dat hij zou worden gekozen en zelfs nu vraag ik me nog af of er bedrog is gepleegd bij zijn verkiezing tot president van de Verenigde Staten van Amerika. Als het zo is, weten er meer mensen van en die hebben nu macht over de president van het machtigste land van de wereld. Dat voelt nogal onbehaaglijk.

Ik heb de uitzending van de inauguratieplechtigheid van begin tot einde gevolgd en mij troffen vele tegenstellingen. Daar was het beeld van de direct aanwezigen, die zich allemaal keurig gedroegen en op gepaste momenten applaudisseerden. Tegelijk waren er beelden van protesten en rellen. Het viel mee, vergeleken bij de Kroningsrellen van Beatrix. De VS vormen nu een verdeeld land; de kuststaten tegenover het centrale deel van het land. Daar helpen geen mooie woorden in de inauguratierede tegen. We zijn dan wel allemaal Amerikanen, maar de ene helft staat tegenover de andere helft. Eigenlijk klonk dat ook door tijdens de plechtigheid. Mooie woorden van de vertegenwoordigers van de vele religies en een inauguratierede waarin de solidariteit beperkt wordt tot de Amerikanen: America first! Jezus van Nazareth leerde, dat we iedereen moeten lief hebben, zelfs hen, waaraan we een hekel hebben. Nu spelen nationale symbolen in de VS altijd al een belangrijke rol. De vlag, de Onafhankelijkheidsverklaring, de Grondwet, het volkslied, de hoofdstad Washington D.C., het leger, de luchtmacht en de marine en zelfs de Nationale Garde. Amerikanen kennen veel meer dan wij hun rechten. Burgerschapsvorming speelt in het onderwijs een belangrijke rol. Bij elke inauguratie komt dat sterke nationale gevoel naar voren. Nu klonk het allemaal nogal vals.

Gaat Trump met al zijn grootspraak bereiken wat hij zegt te willen bereiken? Wordt hij inderdaad de kampioen banenschepper? Misschien kan hij wat productie naar de VS terug halen, maar intussen is ook in de lage-lonen-landen de automatisering verder gegaan en is de winst aan werkgelegenheid veel minder dan het verlies, toen de bedrijven vertrokken. Daarom hebben bedrijven ook weinig bezwaar tegen het terughalen. De loonintensiteit is sterk teruggelopen en er zijn tegelijk ook minder transportkosten. Er komt nog iets bij. Er vertrok ongeschoold werk en er komen automatiseringsspecialisten en monteurs voor terug. Industrie is iets heel anders als vastgoedontwikkeling en –beheer. Het lijkt ook, dat Trump weinig inzicht heeft in de globalisering van de economie. Een voorbeeld: Automatisering speelt in de VS een belangrijke rol. De computer, de tablets, de I-pads en de automatisch werkende apparaten hebben chips nodig en in een mobieltje zit een klein beetje goud, maar meer dan in gouderts en er zitten zeldzame metalen in. De VS zullen veel zaken moeten importeren en dus ook moeten exporteren. Veel bedrijven zijn sterk exportgericht. Wetenschap en techniek zijn internationaal verknoopt. We hebben elkaar nodig en moeten gewoon samenwerken om de beste resultaten te boeken. Dat wetend klinkt het isolationistische gebral van Trump vooral infantiel.

Trump is ondernemer en hij weet, dat hij goed personeel nodig heeft. In zijn regering heeft hij waarschijnlijk echte toppers in hun vak aangetrokken, maar of die ook in staat zijn hun ideeën in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat aan de man te brengen is nog maar de vraag. Is zo’n minister in staat bekwame en ook loyale ambtenaren aan te trekken? Nogal wat ideeën van Trump zijn strijdig met wat de Republikeinse Partij wil. Komt er nu een machtsstrijd? Senatoren en Afgevaardigden zijn bij hun verkiezingscampagnes gesponsord en de sponsoren willen hun belangen behartigd zien. Trump zou wel eens op veel verzet uit de ‘eigen’ Republikeinse gelederen kunnen stuiten.

Misschien denkt Trump de rijksten in het land te kunnen omkopen door de belastingen te verlagen. Maar tegelijk belooft hij herstel van de infrastructuur en de bouw van nieuwe wegen, bruggen, tunnels, vliegvelden en havens. Daarvoor heeft hij geen geld door de verlaagde belastingen. Dus gaat hij geld lenen en zo wordt de Amerikaanse staatsschuld nog hoger. Als er afgelost moet worden is hij al lang dood en begraven. De jeugd van nu draait daar straks voor op.

Ik kan mij goed voorstellen, dat er veel verzet is tegen Trump. Europese populisten koesteren zich in Trump’s voorlopig succes. Maar kroegpraat van populistische ‘denkers’ levert nog geen doorwrocht politiek programma op. Europa is nu gewaarschuwd. Hoedt u voor populisten.

Jaargang 9, Nr. 445.

Elite is een scheldwoord geworden

zondag, januari 15th, 2017

OM WELKE ELITE GAAT HET DAN?

Een elite is een betrekkelijk kleine uitgelezen groep van mensen, die ergens in uitblinken. Zo kun je de Olympische ploeg naar Rio de Janeiro als de sportieve Nederlandse elite zien. Zo is het Concertgebouworkest een onderdeel van de Nederlandse culturele elite. Kennelijk gaat het om een heel andere elite, die de boosheid van veel mensen wekt. Daarover straks meer. Als je ergens heel goed in bent dan vinden we in Nederland, dat je je daarniet op moet laten voorstaan. Dan mopperen we over elitair gedrag. Je hoort je bescheiden op te stellen. Bescheidenheid siert de mens. De meeste mensen uit een elite houden ook niet van dik doen. Ze willen liever niet te veel opvallen. Het zijn vaak hun bewonderaars, die een overdreven beeld van hun idolen schetsen. Anderzijds moet je met je sportieve prestaties of met je muzikale optredens wel een inkomen vergaren. Daar zit publiciteit aan vast. En je moet grif handtekeningen uitdelen of poseren met je fan voor een selfie.

Die sportieve elite en culturele elite en wetenschappelijke elite wekken meestal niet onze ergernis. We bewonderen een olympische gouden medaillewinnaar of de jonge musicus, die een concours wint of onze Nederlandse Nobelprijswinnaar. We zijn als Nederlanders trots op die mensen. Waar zit hem dan wel de pijn?

We constateren, dat er in Nederland sprake is van een tweedeling: De elite en het volk. De elite bewoont een duur huis, rijdt een dikke auto, is hoog geschoold en heeft dus een goed betaalde baan, gaat een paarkeer per jaar op vakantie, bezit ook nog een huis in een buitenland en organiseert regelmatig grote diners of kostbare feesten. Wie het breed heeft laat het breed hangen. Met dat al heeft de elite ook economische macht. Als eigenaar van een grote onderneming bepaalt hij (of zij) het sociale beleid. Er zijn ondernemers, die het belang van hun werknemers centraal stellen. Dan zie je meestal, dat het personeel er alles aan doet om de firma goed te laten draaien. We weten, maar al te goed, dat het ook voorkomt, dat er mensen omwille van de winstgevendheid worden ontslagen. Robots, die nooit ziek worden, nemen hun werk over. Het zorgt voor grote economische onzekerheid. Het geeft angst om de toekomst en de elite krijgt de schuld. Wat klopt er niet in deze analyse?

Ten eerste leven wij in een vrije markteconomie. Er is concurrentie tussen ondernemingen in binnen- en buitenland. Die concurrentie dwingt bedrijven tot kostenbesparing en dat kan banenverlies opleveren. Ten tweede moeten bedrijven reageren op veranderingen. Denk aan winkels, die steeds meer de concurrentie voelen van onlineverkoop. Ten derde raken producten buiten gebruik. We hebben geen kolenhaarden meer in de huiskamer, dus zijn de mijnwerkers in Limburg en de haardenmakers in de Achterhoek hun banen verloren. Eerder is dat gebeurd met de turfstekers. Nu gaat Shell windmolens bouwen en loopt de werkgelegenheid in de oliewinning terug. De aandeelhouders eisten die verandering.

Zo komen we bij de elite, die op wereldschaal de macht over de economie heeft. Zij bepalen het beleid van de grote ondernemingen, kunnen de aandelenkoersen manipuleren, kunnen regeringen dwingen de winstbelasting laag te houden door te dreigen de productie te verplaatsen en met een muisklik verplaatsen ze in een seconde miljarden van het ene land naar het andere. Politici kunnen hun macht slechts via grote organisaties onder controle brengen. Naar mijn mening is de Brexit te verklaren uit de vrees, dat de EU bijvoorbeeld de winstbelasting aan een minimum zou kunnen binden en zou kunnen bepalen, dat die belasting betaald moet worden in het land, waar de winst gemaakt is en niet in een of ander belastingparadijs. Er zijn politici, die zich in naam tegen de elite afzetten en intussen tegen de EU ageren, die alleen macht genoeg heeft om die wereldelite onder de duim te houden.

Ene Geert W. geeft de buitenlanders de schuld van de werkloosheid en zo houdt hij de werkelijke veroorzakers daarvan uit de wind. Geert W. is een knechtje van het kapitaal ondanks de sociale politiek van de PVV.

Hoe zit het met die eerder beschreven grachtengordelelite? De meesten van hen zijn uitvoerders van een beleid, waarop ze zelf geen invloed kunnen uitoefenen. Als ze hun bedrijf winstgevend houden krijgen ze daar goed voor betaald.

Jaargang 9, Nr. 444.

Bunnik heeft een nieuwe wethouder

zaterdag, januari 7th, 2017

HET ACHTERLIGGENDE PROBLEEM LIGT ER NOG STEEDS

Na het aftreden van de Bunnikse Wethouder Rob Zakee is in sneltreinvaart een nieuw wethouder gevonden, een vrouw met ervaring als wethouder en als leidinggevende bij de centrale van de Wereldwinkels. Ze heet Erica Spil en was wethouder in de gemeente Ronde Venen. We verwachten veel van haar. De selectiecommissie heeft snel en effectief gewerkt.

Er is wel meer duidelijkheid gekomen omtrent de reden van aftreden van de vorige wethouder. Rob Zakee voelde zich ongelukkig doordat hij met beperkte middelen en te weinig mankracht zijn idealen niet kon verwezenlijken. Hij voelde er niets voor om dan maar een aantal projecten in de ijskast te stoppen tot betere tijden.

Het heeft mij verbaasd, dat ondanks de toegenomen taken van gemeenten in Bunnik de gemeentelijke lasten niet verzwaard zijn. Eerdere bezuinigingen op het ambtenarenapparaat zijn niet terug gedraaid. In een coalitie met de Liberalen, een lokale partij van VVD en D66 is het uiteraard moeilijk tot een belastingverhoging te komen. De oppositiepartij, het CDA, zou dat aan de kaak moeten stellen, maar die lieden spelen liever op de man dan de bal. In plaats van het gemeentelijk belang te dienen, denken ze, dat het laten struikelen van een wethouder een geweldige prestatie is als oppositiepartij. In een kleine plattelandsgemeenschap werk je als oppositie zo goed mogelijk mee en helpt het college door met betere oplossingen te komen. Door personen aan te vallen wek je bij veel mensen, ook uit eigen kring alleen maar ergernis.

In zijn nieuwjaarstoespraak heeft burgemeester Ostendorp een voorzetje gegeven. Hij sprak over de grote inzet waarmee gewerkt wordt, maar meende, dat we af en toe ook eens moeten nadenken over onze ambities. Is het wellicht nodig het ambtenarenapparaat te versterken om al onze ambities ook echt te kunnen realiseren? Politiek is kiezen. Wat willen we? Onze idealen waarmaken met behulp van een sterkere bezetting van het gemeentehuis? En dus ook met onze 15½ duizend inwoners wat meer belasting betalen of willen we onze idealen maar inslikken? Durven we die discussie aan vóór de volgende verkiezingen in 2018?

Wethouder Spil staat haar mannetje. Ze kent de uitdaging en schrikt er niet voor terug. Wat gaan wij als burgers doen? Elke keer weer boos worden als er een oplossing wordt gekozen, die ons niet aanstaat? Of gaan we opbouwende kritiek leveren? Worden we al weer die beste stuurlui aan de kant? Of gaan we meedoen aan de training voor toekomstige raadsleden? Worden we actief lid van een politieke partij? Of roeptoeteren we, dat politieke partijen uit de tijd zijn? Weten we, dat we echt niet alles zo maar cadeau krijgen, maar dat er voor gewerkt moet worden? Verwende knapen en meiden, ga aan de slag.

Jaargang 9, Nr. 443.

Goede voornemens

zaterdag, december 31st, 2016

OP ZOEK NAAR HET GOEDE BIJ DE ANDER

In juni en juli 2016 schreef iemand een ingezonden brief in De Volkskrant met als teneur, dat kerk en godsdienst ook veel goede kanten hebben. Prompt volgden felle reacties met de hele al lang bekende litanie over alle narigheid, die de diverse religies de wereld hebben gebracht. En daar kwam weer antwoord op van mensen, die hun religie als een groot goed zien. Maar er werd niet echt naar elkaar geluisterd. Als seculiere mensen hoog opgeven over de vrijheid, die ze genieten nu ze niet meer gebonden zijn aan kerkelijke geboden en verboden, dan probeerde geen kerkelijk iemand het mooie van vrijheid te ontdekken en vroeg men zich niet af hoe het staat met de vrijheid van religieuze mensen. Zo zijn er veel meer voorbeelden te geven. Ik constateerde, dat er niets van een dialoog ontstond. Het werd een gesprek tussen doven en blinden. Op 31 juli schreef ik onderstaande brief naar de Brievenrubriek van De Volkskrant. Er bleek geen ruimte voor. De brief was wel geredigeerd en gereed voor publicatie gemaakt. Hieronder vindt u de betreffende brief.

De discussie over wel of geen religie leidt nog niet tot dialoog

De stroom van brieven over het geluk dat religie je kan geven of juist de narigheid, die religie veroorzaakt is heel boeiend. Maar wat levert het op? Beide kampen verdedigen hun eigen standpunt en gaan over tot de orde van de dag. Men verdiept zich nauwelijks in het standpunt van de ander en men streeft niet naar herkenning van wat wij allen gemeen hebben. Dat is jammer. We leven immers samen in dit land en de meesten van ons proberen er het beste van te maken. De stroom van brieven heeft tot nu toe nauwelijks tot een dialoog tussen religieus ingestelde mensen en seculiere medemensen geleid.

Als ik om mij heen kijk zie ik veel mensen, die op allerlei manieren goed werk doen. Sommigen doen dat vanuit een religieuze overtuiging, maar hoe seculiere mensen er toe komen is voor mij moeilijk te achterhalen. Vinden ze het gewoon belangrijk, dat er zo min mogelijk narigheid is? Ik weet het niet. Worden ze geïnspireerd door bijzondere mensen of door bepaalde geschriften? Ik weet het niet. Zouden religieuze mensen en niet religieuze mensen elkaar nu eens kunnen vertellen hoe ze er toe komen aan een betere wereld te werken? Zou er zo meer begrip voor elkaar kunnen ontstaan en wat minder elkaar verketteren? Moge het zo zijn.

Tot zover de brief. Nog steeds constateer ik dat zeer veel geseculariseerde mensen heel goede dingen doen in hun beroep of als vrijwilliger. Hoe ze er toe komen is geen onderwerp van gesprek. Het hoort zo, lijkt het. Ik maak van nabij mee als redacteur van een parochieblad en lid van een diaconaal beraad hoeveel inzet er is van pastores en lekenvrijwilligers om mensen in nood bij te staan. Mensen hoeven echt niet tot onze geloofsgemeenschap te behoren om geholpen te worden. Ambtenaren van de gemeente sturen mensen door naar de caritas, als er geen wettelijke mogelijkheden zijn om iemand te helpen.

Ik hoopte, dat De Volkskrant deze manier van dialoog in de rubriek ‘Opinie en Debat’ zou entameren. Tot nu toe is het er niet van gekomen, lijkt mij. Wat zou het mooi zijn als in het Nieuwe Jaar wij elkaar in Nederland vooral gaan zien als medestanders en we steeds weer proberen te ontdekken, waarin wij overeenkomen in plaats van steeds weer de nadruk te leggen op de verschillen. Zo zouden we recht doen aan de enorme inzet van al die mensen van goede wil. Tsja, dat is moeilijk als je altijd gewend bent te letten op alle fouten, die mensen maken. In mijn veertig onderwijsjaren heb ik geleerd zo veel mogelijk positieve feedback te geven. Dat stimuleerde mijn leerlingen enorm.

Laten we er samen een vreedzame samenleving van maken. Dat bedoel ik als ik alle bezoekers van mijn weblog “Alle Goeds voor het Nieuwe Jaar 2017” wens.

Jaargang 9, Nummer 442.

Zalig Kerstfeest of fijne kerstdagen?

zaterdag, december 24th, 2016

IS HET KERSTFEEST ONTKERSTEND?

We vieren de verjaardag van Jezus van Nazareth. We doen het allemaal op onze eigen manier. Wij komen met alle kinderen en kleinkinderen op Eerste Kerstdag bij elkaar en eten samen. Iedereen heeft een aantal gerechten voor zijn of haar rekening genomen. Mijn droom, dat we ook samen de Nachtmis vieren zal waarschijnlijk onvervuld blijven. Daarover denk ik vaak na.

Die Jezus van Nazareth werd dertig jaar later een bekende leraar in het joodse land. Je kunt ook zeggen een profeet, zoals het Joodse volk er meer gekend heeft. In toespraken legde hij uit, wat er met de Schriften bedoeld werd. Hij gaf er wel een eigen interpretatie aan. De kern van zijn boodschap was (en is) de liefde tot god en tot de naaste. Eens vroegen zijn leerlingen hem wie dan wel de naaste is. Zoals zo vaak gebruikte hij een verhaal om het de mensen duidelijk te maken. “Een man werd op weg van Jeruzalem naar Jericho overvallen door rovers. Gewond en beroofd lag hij langs de weg. Als Jezus nu geleefd had, was hij zo verder gegaan. Er kwam een kardinaal langs in een keurige auto. Hij had haast, want men wachtte op hem. Daarna reed de Minister van Sociale Zaken in zijn auto met chauffeur hem voorbij. Die had opdracht niet te stoppen. Tenslotte kwam er een Turk op zijn fiets langs. Die knielde bij hem neer, verzorgde zijn wonden, zetten hem achter op zijn fiets en bracht hem naar een herberg. Hij gaf de herbergier wat geld om de gewonde man te verzorgen en ging toen verder op weg naar zijn schoonmaakklus.” Jezus vroeg zijn leerlingen wie van de drie nu zijn naaste was. De leerlingen antwoordden: “De man, die hem verzorgde.” Sommige mensen hebben een hekel aan buitenlanders. Jezus leerde, dat je zelfs je vijanden lief moet hebben.

Alles, wat Jezus ons geleerd heeft is voor zeer veel mensen nog steeds belangrijk. Zij laten hun leven bepalen door de traditionele christelijke opvattingen ook al willen ze niet meer in God geloven. Toch zijn er verontrustende signalen. De vreemdelingenhaat neemt toe. Soms komt het voort uit angst. Sommige politici exploiteren, die angst ten eigen voordeel. Veel mensen zijn weerloos en geloven alles wat er beweerd wordt. Ze hebben het gelezen op Facebook. Zijn ze de boodschap van Jezus vergeten?

Ik collecteer voor goede doelen. De bewoners van één appartementengebouw weigeren uit angst collectanten binnen te laten. Ik kom stickers tegen met de boodschap, dat collectanten niet gewenst zijn. Ik had bijna “nicht erwünscht” geschreven. Onlangs zag ik in De Volkskrant een grafiek van de opbrengsten van de goede doelen, met een jarenlange dalende lijn. We worden regelmatig opgebeld door iemand van een goed doel met de vraag of je de bijdrage wilt verhogen. Het lijkt erop, dat ze bij jonge mensen bot vangen. De Zonnebloem schrapt de vakanties voor langdurig zieken per bus en per vliegtuig. Er is geen geld meer voor en in Bunnik zijn geen jonge mensen te vinden, die de afdeling van de Zonnebloem draaiende kunnen houden. Offervaardigheid is een belangrijke christelijke deugd. Lijdt onze goedgeefsheid onder de ontkerstening?

In de Joodse cultuur was echtscheiding toegestaan. Voor een verlaten vrouw betekende het een vreselijk lot en voor de kinderen evenzeer. Jezus leerde daarom, dat een huwelijk onverbreekbaar is. Het lijkt er op, dat er mensen zijn, die heel gemakkelijk scheiden en nauwelijks of niet beseffen welk leed ze veroorzaken. Ze denken alleen aan zich zelf. Sommigen noemen dat vooruitgang

Toen ik gisteren met wat mensen van de fitness over dit soort zaken sprak hoorde ik een moeder lichtelijk wanhopig zeggen: “Je weet niet hoe je tegenwoordig nog je kinderen kunt opvoeden.” Misschien is er tijdens de Kerstdagen een moment, dat u kunt nadenken over de betekenis van christelijke waarden in onze cultuur.

Jaargang 9, Nr. 441.

Gesloten bestuurscultuur

zaterdag, december 17th, 2016

ZELFS EEN SPOORLIJN NAAR DE UITHOF

Ruim vijftig jaar geleden nam het autobezit en daarmee het autogebruik explosief toe. Leidinggevenden in het bedrijfsleven vonden het vanzelfsprekend met de auto naar hun werk te gaan. Al snel volgden met de toenemende welvaart ook hun werknemers. Het was daarom vanzelfsprekend nieuwe bedrijfsgebieden op een plek te situeren, die per auto goed bereikbaar is. Dat gebeurde ook met het nieuwe universiteitscentrum De Uithof. Het ligt gunstig voor de oostzijde van de stad en ook ten opzichte van de Heuvelrug. Intussen is het aantal werknemers en de bezoekers van het UMC explosief toegenomen. Zij komen vooral per auto en dat zorgt voor veel fileverkeer tijdens de spitsuren. Studenten maken met hun gratis OV jaarkaart gebruik van de gelede bussen van lijn 11 en 12. Die rijden om de paae minuten en veelal overvol. Een dubbele sneltram is dan een veel betere oplossing. Evenveel capaciteit als een enkele sprinter en bijna even snel, maar wel met meer haltes. Ik hoop niet nog eens in het UMC terecht te komen, maar voor het bezoek is de sneltram wel zo comfortabel.

Maar D66 Rupsje-nooit-genoeg wil er een heuse trein voor in de plaats. Voor dit soort vervoer is een trein in het geheel niet geschikt. Maar de Democraten willen nog wel eens beweren, dat ze een milieupartij zijn. Nu dat valt tegen, want de provinciale D66 afdeling tekent zonder blikken of blozen een treintracé door Amelisweer, Rhijnauwen en het nationaal landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie om zo met een bochtje vlak langs de bebouwde kom van Bunnik in zo’n 8 minuten in De Uithof te zijn. Je moet maar durven. In Bunnik werken ze samen met de VVD en die lokale partij noemen zich de Liberalen en zo zijn ze ook. Zeven dagen in de week moeten de winkels open. Dat overdreven economisme krijgt nu juist veel kritiek van Jesse Klaver en van Paus Franciscus in zijn milieu-encycliek ‘Laudato si’.

Als Rob Zakee doorkrijgt, wat die mededelingen over een onderzoekje naar de ontsluiting van De Uithof in concreto kan betekenen als hij een kaartje van tracés ziet op Facebook en hij zich afvraagt of ze nu helemaal gek zijn geworden, doen de Liberalen of ze nergens van weten en doen zeer verontwaardigd over het taalgebruik van de wethouder. Het begint er op te lijken, dat CDA en de Liberalen in de Bunnikse Raad heel goed wisten, dat de zoveelste aanslag van de landschapsvernielers op til was. In plaats van alarm te slaan, laten ze dat soort lieden rustig hun gang gaan. Het zou de beide fracties passen, dat ze tegenover de Bunnikse burgerij beloven voortaan meer openheid en meer waakzaamheid te zullen betrachten tegen verdere aantasting van de “Tuin van Utrecht”, zoals het gebied van de landgoederen en de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt genoemd.

Die gesloten bestuurscultuur – mondje dicht en geen slapende honden wakker maken – vinden we niet alleen in de Gemeente Bunnik. Dat maakt de positie van een burgemeester wat penibel. In allerlei overleggen hoort hij of zij van alles, maar het is allemaal vertrouwelijk. Tegelijk heeft de burgerij recht op informatie. Wij burgers eisen openheid. Dat schuurt. Eigenlijk zou een burgemeester een praatpaal moeten hebben, iemand die van de hoed en de rand weet en samen met de burgervader een uitweg zoekt uit dit soort dilemma’s. Stof om over na te denken

Jaargang 9, Nr. 440.

Ook negatieve gevolgen van zondagse winkelopening

vrijdag, december 9th, 2016

EVALUATIE VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE BUNNIK

Het is bijna drie jaar geleden, dat het mogelijk werd, dat winkels een deel van de zondag open gingen. Aanleiding daarvoor was landelijke wetgeving. Het verbaasde ons nogal, want om sociaal-maatschappelijke redenen hadden we altijd de boot afgehouden. Vakbonden stonden er afwijzend tegenover. De vrije zondag was een na veel strijd verkregen voorrecht voor werknemers. Hij droeg bij aan een gezond leefklimaat en bevorderde sociale contacten. De zondag als rustdag in Bijbelse verhalen heeft een duidelijke rationele achtergrond. De gunstige invloed op de gezondheid geldt ook voor het seculiere deel van de bevolking. De zondagse winkelopening heeft ook economische en distributieplanologische implicaties, waar een bestuur niet zo maar aan voorbij mag gaan.

De discussienota zegt, dat er geen criteria voor de evaluatie zijn vastgesteld. Hieronder zullen daarom een aantal criteria worden genoemd.

Invloed op het werkklimaat en sociale contacten De enige reden voor het grootwinkelbedrijf om winkels op zondag open te stellen is de verwachte groei van de omzet en de winst. Door jeugdige werkkrachten in te schakelen blijven de arbeidskosten beperkt, maar er zijn ook gespecialiseerde mensen nodig als kassières, een leidinggevende, een postservicemedewerker, een slager bijvoorbeeld. Vragen: Wordt bij iedereen de werktijd op zondag gecompenseerd door vrije tijd op werkdagen? Let de Arbeidsinspectie daarop? Zijn er medewerkers, waaronder de filiaalchef, die elke zondag worden ingeschakeld? Worden medewerkers gehinderd in hun deelname aan sport en vooral competitiesport? Hoeveel procent van de mensen beoefent geen enkele sport of een andere vorm van verenigingsleven zoals Scouting? Zijn er klachten over overbelasting?

Rechtspositie Vragen: Worden vaste werknemers verplicht om van tijd tot tijd op zondag te werken? Hoe vaak? Mag iemand weigeren op zondag te werken? Is een weigering een ontslaggrond? Als een sollicitant aangeeft gewetensbezwaren te hebben tegen werken op zondag is dat een reden om hem niet te benoemen? Is uw filiaal door de concernleiding verplicht op zondag open te gaan.

Distributieplanologie en voorzieningenniveau Het woon- en leefklimaat in een stedelijke woonwijk of in een dorp wordt mede bepaald door het voorzieningenniveau. Wat betreft de winkels gaat het dan om verscheidenheid wat betreft het aanbod en wat betreft de kwaliteit. Wij in Odijk moeten voor elektrische artikelen vaak naar Bunnik. Vroeger had Bunnik een fotohandel en een schoenenzaak. De kwaliteit is al aangetast. De Discussienota wijst er op, dat andere regiogemeenten gedwongen werden de zondagse winkelopening toe te staan toen de “progressieve” gemeente Bunnik ermee begon. Er waren zelfs parkeerwachten nodig om de toestroom van auto’s in goede banen te leiden. Het is duidelijk, dat de toegenomen omzet gaat ten koste van andere middenstanders. In Odijk zijn er huizen bijgekomen en de totale omzet van alle winkels kan dus gestegen zijn. De vraag naar levensmiddelen is vrijwel inelastisch. We gaan niet aanzienlijk meer eten doordat we ook zondags naar de supermarkt kunnen. Tenzij mensen minder vers eten gaan weggooien, maar dat zou een zeer negatieve ontwikkeling zijn, maar helaas niet onvoorstelbaar. Vragen: Ten koste van welke andere middenstanders verkrijgen de supermarkten een hogere omzet? Heeft dat al geleid tot sluitingen? Let wel, een zaak houdt een lagere omzet een tijd vol. Het probleem uit zich als de eigenaars met pensioen gaan. Er is dan geen opvolger te vinden. Kijken woningzoekenden van elders naar het voorzieningenniveau van Bunnik, Odijk en Werkhoven? Heeft het voorzieningenniveau invloed op de prijzen van de koopwoningen? Als de kleine supermarkt in Werkhoven sluit mede door de vele Werkhovenaren, die in Odijk hun boodschappen doen, hoe denken we, dat ouderen zonder auto en zonder kinderen in de buurt hun boodschappen doen?

Slot Een besluit van een raad kan zeer verstrekkende gevolgen hebben. Het past een raad dan de vinger aan de pols te houden, bijvoorbeeld door duidelijke evaluatiecriteria vast te stellen. We hopen u hiermee van dienst te zijn.

Jaargang 9, Nr.439.