Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Verdwijnende voorzieningen in krimpende dorpen

donderdag, april 20th, 2017

VOORAF

Onderstaande ingezonden brief werd gedeeltelijk geplaats in de Volkskrant van 19 april. Het cursieve deel werd weggelaten. De rest bevatte de eigenlijke boodschap. Maar de kwestie van verdwijnende voorzieningen in krimpende kernen is net zo goed de aandacht waard van iedere burger, van de politiek en ook van de kerk. Afnemende solidariteit verhindert een oplossing. Dat zou bij iedereen tot bezorgdheid moeten leiden. Ik zie een samenhang met de politieke voorkeur. In het besproken dorp wonen veel VVD- en CDA-aanhangers.

GELOOFSGEMEENSCHAP

In het boeiende interview met Mgr. Gerard de Korte stelt de bisschop de vraag waarom mensen wel bereid zijn kilometers te rijden naar een supermarkt in een ander dorp, maar per se in hun eigen dorp naar de kerk willen gaan. De vergelijking is zeer leerzaam. Helaas geeft de bisschop er geen blijk van er dieper over te hebben nagedacht. Ik woon in een dorp met twee supermarkten en die trekken klanten uit twee buurdorpen aan weerszijden. In het ene dorp vinden mensen de grote supermarkt te duur en misschien speelt ook het gebrek aan parkeerruimte een rol. In het andere dorp is slechts één kleine supermarkt met een beperkt aanbod en ook wat hogere prijzen. Als ze daar meer in eigen dorp zouden kopen, kon het assortiment worden uitgebreid en konden de prijzen lager worden. Het risico op sluiting van de kleine super zou veel minder worden. Wat kan de bisschop daarvan leren. Mensen gaan naar de supermarkt in een ander dorp omdat ze daar goedkoper uit zijn. Het risico dat de eigen supermarkt sluit, nemen ze voor lief. Het eigenbelang telt meer dan het belang van hun dorpsgenoten, die geen auto ter beschikking hebben. Het financiële eigenbelang telt niet bij het ter kerke gaan in een ander dorp. Maar voor de kwestie van een ander assortiment gaat de vergelijking wel op. Ik ken mensen. die naar de Dominicus in Amsterdam gaan omdat de vieringen hen daar meer aanspreken. De Willibrordkerk in Utrecht gaat straks gelovigen trekken, die vinden, dat een mis volgens de tridentijnse ritus pas echt een mis is. Waarom willen de meeste mensen toch graag in hun eigen dorp naar de kerk? De kleine-kernen-problematiek geeft het antwoord. In veel kleine kernen staan de voorzieningen op de tocht. Als er dan in dat dorp een sterke onderlinge verbondenheid bestaat zie je, dat de dorpsvereniging bij dreigende sluiting van de laatste winkel de exploitatie overneemt en daarvoor een coöperatie opricht en vooral met vrijwilligers werkt. De gemeenschap wil niet, dat de oudere inwoners hun winkel gaan missen. Dat doet gemeenschapszin in een tijd waar individualisering de overheersende trend is. Zo laten veel kleine geloofsgemeenschappen zich inspireren door de beschrijving van de eerste christengemeenschappen in de Handelingen. Zij waren er voor elkaar. Wij willen in ons eigen dorp gemeenschap vieren met elkaar en met God in ons midden en ons daarbij laten inspireren door Het Verhaal van Jezus van Nazareth. Het benauwt ons, dat bij velen dat gemeenschapsbesef is verdwenen. De zorg voor de mens in nood ook al is die mens niet gelovig,  dreigt te verdwijnen als onze kerken sluiten. Het ware te wensen, dat velen, die nu weg blijven zouden beseffen, dat ze medeverantwoordelijk zijn voor de kerksluitingen. Maar, monseigneur, durf de mensen verantwoordelijkheid te geven. Dan gaan zij zich wel verantwoordelijk voelen. Wees een Vader Bisschop met volwassen kinderen.

Jaargang 10, Nr. 458.

Onze maatschappij

zondag, april 16th, 2017

HET MOET ANDERS, HET KAN ANDERS

Waardoor laat jij je leiden bij het bepalen van je stem? Dat was het onderwerp van een gespreksavond in februari voorafgaand aan de verkiezingen. Er waren dertig mensen bij elkaar, veel meer dan de organisatoren van het Oecumenisch Beraad Odijk hadden verwacht. Ze hadden gezorgd voor een goed gestructureerde discussie. Zo moest iedereen uit een groot aantal thema’s er drie kiezen, die erg belangrijk waren. Ik koos voor milieu en ongelijkheid, net als de helft van de aanwezigen en als enige – bleek later – voor verandering. Ik ben er van overtuigd, dat het anders moet. En als je goed luistert, ben ik niet de enige.

De verkiezingscampagne van GroenLinks was dit jaar nogal “Amerikaans”, meenden veel oudere GroenLinksers. Ik heb het eerder gemeld. Daarbij vielen vooral de zogenaamde “meet-ups” erg op. Duizenden vooral jongere kiezers kwamen naar deze bijeenkomsten met veel muziek en show en centraal de jonge lijsttrekker Jesse Klaver. Zijn kernboodschap “Wij gaan Nederland veranderen” werd door de duizenden steeds weer door gejuich onderbroken. Deze goed ontwikkelde jonge mensen begrijpen uitstekend, dat we niet kunnen doorgaan met de vernietiging van onze planeet. Zij voelen aan den lijve wat het betekent te leven onder het geweld van het economisme, waar de zwaksten en het milieu het slachtoffer van worden. De forse winst van GroenLinks is een niet mis te verstaan signaal voor die andere partijen, die zich vooral laten leiden door eigenbelang. Laten we hopen, dat de onderhandelingen tot een resultaat leiden, dat goed is voor onze aarde en voor alle bewoners.

Op 24 mei 2015 publiceerde Paus Franciscus zijn encycliek “Laudato si”, wees geprezen. Franciscus van Assisi dichtte het Zonnelied, waarin hij God lof toe zong voor Zijn schepping. Deze rondzendbrief aan alle mensen van goede wil in de gehele wereld is naar mijn mening niet vooral een vroom verhaal. Het is een keiharde boodschap aan hen, die zich laten leiden door onbegrensde hebzucht. Zij buiten de rijkdommen van onze planeet uit ten koste van het ecosysteem Aarde, dat geheel vernietigd dreigt te worden. Maar zij buiten ook de mensheid uit en veroorzaken zo de armoede in de wereld. De paus maakt het verband tussen de milieuaantasting en de armoede duidelijk. Zij hebben dezelfde oorzaak, namelijk de enorme hebzucht van de rijken. Daarbij is een kleine groep bepalend voor wat er gebeurt. Recent zien we het hier gebeuren. Er moet meer “aandeelhouderswaarde” worden gecreëerd. Twee multinationals willen zo duurzaam mogelijk werken en hun werknemers rechtvaardig behandelen, maar de hebzucht van sommigen is grenzeloos. In zijn encycliek komt de paus tot de conclusie, dat een fundamentele verandering van het economisch-technologisch systeem onontkoombaar is, wil deze wereld voor ons nageslacht behouden blijven. Het moet anders.

Zo’n pauselijke boodschap is bij lang niet iedereen welkom. In de VS riep een Republikeinse senator: “waar bemoeit de paus zich mee?” Het CDA heeft in zijn verkiezingsprogramma weinig aandacht voor het armoedeprobleem in ons land en voor het milieuvraagstuk. Hoeveel GroenLinksers beseffen, dat deze paus in veel opzichten een bondgenoot is?

De Nicolaaskerk in Odijk herbergt een warme gemeenschap. Mensen hebben zorg voor elkaar. Er gaat inspiratie van uit. Ondanks het enorme gebrek aan priesters houden wij met een paar honderd vrijwilligers die gemeenschap overeind. We zorgen dat mensen in nood geholpen worden. We doen iets aan de eenzaamheid van sommigen of het verdriet na een overlijden. We helpen ook waar nood is elders in de wereld. Allemaal goed nieuws. Daarmee haal je de krant niet. Toch maken we ons ongerust. Jonge mensen blijven weg. Ze willen ook niet weten, dat er iets goeds gebeurt en dat het goede dreigt te verdwijnen. Dus roepen we, dat we het kennelijk anders moeten gaan doen. Alweer, het moet anders.

Vandaag is het Pasen. Voor de relibeten onder mijn lezers een kleine uitleg. We vieren, dat Jezus van Nazareth na zijn dood aan het kruis na drie dagen weer levend werd en opstond uit Zijn graf. Zijn volgelingen waren na zijn dood zeer bedroefd. Maar er was niet langer reden om pessimistisch te zijn. Na veel ellende kan het toch weer goed komen. Als ik hierboven tot drie keer laat zien, dat het anders moet, dan leert het verhaal van Pasen, dat het ook anders kan. Dat is de betekenis van de aloude Paaswens: Zalig Pasen!

Jaargang 10, Nr. 457.

Maatschappelijke verruwing 3

zondag, april 9th, 2017

KERNWAARDEN VAN EEN MAATSCHAPPIJ

De Nederlandse samenleving wordt gekenmerkt door een sterke individualisering. Functioneert de samenleving daardoor minder goed? Als mensen sterk geneigd zijn tot individuele stellingname, daarover goed nadenken en niet kritiekloos achter de grote leider aanlopen kan dat een verrijking van zulk een samenleving betekenen. Er bloeien immers duizenden ideeën en als er een goede uitwisseling is, heb je voor een probleem de oplossingen voor het kiezen.

Soms kiest een mens voor een totaal isolement. Hij wil zijn eigen leventje te leiden. Niemand heeft zich met hem te bemoeien en zo bemoeit hij zich evenmin met anderen. Bij zulke mensen komt het voor, dat hun stoffelijk overschot maanden na het overlijden gevonden wordt. Soms is er zelfs geen familie meer te vinden. Zulke probleemgevallen worden door hulpinstanties niet opgemerkt.

Sterke individualisering kan er ook toe leiden, dat iemand algemeen aanvaarde waarden en normen niet accepteert. Ik bepaal zelf wel wat ik doe of laat. Niemand heeft zich daarmee te bemoeien. Zulke éénpitters onder je collega’s of je medebewoners in een flat of trappenhuis of in je familie zijn niet de makkelijkste mensen om mee om te gaan. Conclusie: Het proces van individualisering kan tot een rijkere maatschappij leiden, maar ook tot het minder goed functioneren van een samenleving, groot of klein.

De Nederlandse samenleving kenmerkt zich al eeuwen lang door een grote verscheidenheid en die neemt door arbeidsmigratie en de komst van vluchtelingen alleen maar toe. Toch konden we hier altijd goed samenleven. Je had wel rare dingen. Katholieken waren klant van de katholieke bakker en protestanten van zijn protestante collega. Joden werden niet zo geaccepteerd bij de overheid en dus werden ze bankier of advocaat of notaris. Zo werkten veel katholieken bij warenhuizen met een katholieke familie als eigenaar. In de 17e en 18e eeuw werden katholieken getolereerd en ze hadden in Amsterdam veel schuilkerken. Een samenleving met een grote diversiteit vraagt een sterke tolerantie. Het gaat om verdraagzaamheid. Nog steeds zijn tolerantie en verdraagzaamheid kernwaarden van onze samenleving. Ze staan echter onder druk. De discriminatie van de rooms-katholieken werd vooral gevoed door angst. Daarom kwamen ze niet in aanmerking voor de hoogste functies in het leger, de rechterlijke macht en de ambtenarij. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw werden ze geaccepteerd. Zo zijn in de jaren na de Tweede Wereldoorlog en vooral tijdens de koude oorlog communisten erg gewantrouwd en uitgesloten van sommige beroepen. Eeuwenlang konden allerlei mensen zonder veel problemen in Nederland leven. Intolerantie, onverdraagzaamheid en vreemdelingenhaat zijn dus ook buitengewoon on-Nederlands.

Als je echt een goed burger wilt zijn, een goed lid van de samenleving dan vraagt dat een heel groot verantwoordelijkheidsgevoel. Soms ben ik bang, dat het bij mensen begint te ontbreken. Neemt de laat-maar-waaien- mentaliteit toe? Neen, zeg ik. Kijk naar al die mooie nieuwe initiatieven, die opbloeien. Het mooist past in dit blog “De Huiskamer van Odijk”. Het Dorpshuis zocht naar een manier om meer inhoud te geven aan het begrip dorpshuis, een huis voor het hele dorp. Het zou mij niet verwonderen als zou blijken, dat meer dan de helft van de bevolking nooit in het Dorpshuis is geweest. Dat kan in de komende jaren veranderen. De Huiskamer van Odijk is een coöperatie. Onder de paraplu ervan vallen allerlei initiatieven en er komen er steeds bij. Zo is er “De Chauffeur van Odijk”. Mensen zonder eigen vervoer worden heen en weer naar een ziekenhuis gebracht of naar een verjaardag of naar school. Er is een “Boekenkast van Odijk”, waar je gratis romans kunt lenen. Je moet wel lid zijn voor 2 Euro per maand per huishouden. Er is een koffieochtend voor jonge moeders met peuters. Een ambtenaar van de gemeente houdt er spreekuur. Twee keer in de maand is er een groepsmaaltijd om andere mensen te leren kennen. Er is een klusjesdienst voor heel simpele klusjes als een schilderij ophangen voor mensen, die niet meer een trapje op kunnen. Zo wordt er aan gemeenschap gebouwd. Ongeveer één vijfde van de Odijkse huishoudens is lid, maar als je je verantwoordelijk voelt voor je dorp is een lidmaatschap vanzelfsprekend.

Toch zijn er ook tekenen van afnemend verantwoordelijkheidsgevoel. Veel te weinig mensen zijn lid van een politieke partij. Het lidmaatschap van een vakbond is voor te velen niet vanzelfsprekend. Veel mensen worstelen met hun geloof of zijn nooit gelovig geweest. Ik schreef een vorige keer al over het karakter van een geloofsgemeenschap. Voel je je verantwoordelijk voor jouw lokale geloofsgemeenschap? Maar voel je je dan ook verantwoordelijk voor de parochie met meerdere lokale kerken? En voor het bisdom of de wereldkerk? Zo kun je ook naar de politiek kijken. Je hebt te maken met de gemeentepolitiek, met de provincie en met het land. Besef je, dat stemmen een teken is van je verantwoordelijk voelen. Voel je je verantwoordelijk voor de Europese Unie? Ik wel. Kijk maar naar de paragraaf in mijn biografie. Ik kan mij goed voorstellen, dat niet iedereen de goede capaciteiten heeft om een verantwoordelijkheid waar te maken, maar denk eens aan een sportclub. Daar is allerlei werk te doen, van heel eenvoudig tot behoorlijk moeilijk. Je kunt je kinderen het al van jongs af aan leren. Geef ze verantwoordelijkheid en spreek ze er op aan. Maar vooral; toon door je eigen gedrag aan, dat je je verantwoordelijk voelt. Geef het goede voorbeeld, zoals ik mij nog steeds het goede voorbeeld van mijn vader en moeder herinner. Ben je leidinggevende, geef jouw mensen verantwoordelijkheid. Als mensen geen verantwoordelijkheid wordt toevertrouwd, voelen ze zich niet verantwoordelijk. Begin niet over tijdgebrek. Je favoriete Tv-programma laat je ook niet schieten. Het gaat om goede tijdsplanning en ook dat kun je van jongs af aan leren. Succes, mensen.

Jaargang 10, Nr. 456

Maatschappelijke verruwing 2

zaterdag, april 1st, 2017

NOG MEER NORMEN EN WAARDEN

Mijn blog van vorige week heeft wat meer aandacht getrokken. Ik liet zien, dat het begrip normen en waarden veel breder is en veel dieper gaat dan fatsoenlijke omgangsvormen. Waarden zijn opvattingen waaraan ik mijn gedrag en dat van anderen beoordeel. Normen zijn de verboden en geboden, die van die waarden zijn afgeleid. Vorige week besprak ik de waarden solidariteit/naastenliefde en eerbied voor het leven. Nu wil ik aandacht besteden aan mijn ideeën over vrijheid en trouw.

Vrijheid waardeer je pas echt als je onvrijheid heb gekend. Binnenkort is het 72 jaar geleden, dat ons gezin bevrijd werd. Hoe wij, mijn vader en moeder, mijn twee broers en mijn peuter-zusje dat beleefd hebben heb ik al eens beschreven. We beseften, dat we bevrijd waren toen een militair zei: “I am a Canadian.”. Als ik er aan terug denk, krijg ik ook vandaag nog een brok in mijn keel. Sindsdien leven wij in Nederland in vrijheid. Binnen de grenzen van de wet kan ik zeggen en schrijven wat ik wil, zonder in een gevangenis te belanden of terechtgesteld te worden. Er zijn landen in de wereld, waar ik met het schrijven van mijn blogs groot gevaar zou lopen. In Oost-Europa kreeg je vóór 1989 soms dat beklemmende gevoel weer. Na eeuwen van steeds terugkerende oorlogen leven we al heel lang in vrijheid. Dat danken we vooral aan de Europese samenwerking in de Europese Unie. Anti-Europeanen lijken nauwelijks te beseffen welk gevaarlijk spel zij spelen. Zo is de Partij voor de Vrijheid een grote vijand van onze vrijheid. Ik vermoed, dat velen dat nauwelijks beseffen. Een stem op de PVV is vaak een proteststem. Zij, die dat protest veroorzaken bedreigen onze vrijheid misschien nog meer dan de PVV. Ik sympathiseer vaak met de SP, maar hun anti-Europahouding vind ik onverstandig.

In Nederland kennen we ook een enorme persoonlijke vrijheid al zijn er mensen, die dat nog niet genoeg is. Ik vind het waardevol, dat ik in allerlei zaken een persoonlijke beslissing kan nemen en geen dwang meer ervaar van de omgeving of van een kerk of van een werkgever. We gunnen elkaar ook die vrijheid. We zeggen: “Dat moet iedereen maar voor zich zelf uitmaken”. Maar is dat ook zo? Bestaat er geen enkele beperking van de vrijheid? Uiteraard zijn er de grenzen, die de wet stelt. Je maakt ook deel uit van andere verbanden, die hun eigen grenzen stellen. Vroeger legde mijn kerk enorme beperkingen van de vrijheid op en dreigde met de hel, als je je niet aan de wetten van God en de Kerk hield. Toch was altijd het eigen geweten bepalend al beseften veel mensen dat niet. Voor mij is er niet zo heel veel veranderd. Ik zag mij zelf altijd al als een vrije jongen met een persoonlijk oordeel. Ik vind wel, dat velen zich veel te grote vrijheden veroorloven en dat zit hem vooral in de grenzen, die de vrijheid van anderen aan mijn vrijheid stellen. Het lijkt wel lekker, dat je zondags kunt winkelen en onder de dwang van de kerken uit bent, maar je dwingt het winkelpersoneel een stuk vrijheid in te leveren en de kleine middenstander een deel van zijn omzet. Is het misschien zo, dat er een groeiende tendens is om je meer vrijheid te veroorloven, terwijl je anderen opzadelt met de last ervan? Denk aan lawaaierige muziek, ook ’s nachts of aan het stoken van een open haard of houtkachel of het veel te hard rijden met je auto of afval achterlaten in de natuur of langs de openbare weg of illegaal vuurwerk afsteken of je als bedrijf niet houden aan de veiligheidsvoorschriften. Omgaan met vrijheid vergt een groot verantwoordelijkheidsgevoel.

Het sterkst is dat wellicht in een huwelijk. Sommigen veroorloven zich te veel vrijheid ten koste van de partneren hun kinderen. Men ziet in die grotere vrijheid een winst. Het is toch mooi, dat je niet je leven lang vast zit aan dezelfde partner. Is dat zo? Ook als je kinderen hebt? Wat betekende dan eigenlijk die woorden van de huwelijksbelofte? Meende je dat niet echt? Was je gewoon niet eerlijk? Wilde je altijd al niet trouw blijven aan de eerder gegeven huwelijksbelofte? Elke relatie is weer anders. Je kunt er geen generaliserende uitspraken over doen. Het lijkt mij, dat het begrip huwelijkstrouw aan ontwaarding (devaluatie) onderhevig is. Ik hoop, dat de generatie, die als kind de pijn zo sterk gevoeld heeft, gaat streven naar een sterkere huwelijksband.

Is trouw dan zo moeilijk? Trouw aan het vaderland. Het dagblad Trouw is als illegaal blad tijdens de Tweede Wereldoorlog begonnen. Elk jaar herdenken we de doden. Voor hen was trouw aan je land, aan je kameraden van de verzetsgroep, aan een bevolkingsgroep of aan een eenmaal gegeven woord zo belangrijk, dat ze er met je leven voor betaalden. Soms lijkt het dat te veel mensen trouw aan een gegeven woord te gemakkelijk terzijde schuiven. We zijn in een samenleving beland, waar je niet echt meer op elkaar kunt vertrouwen. Kunnen we nog echt op elkaar rekenen? Vertrouwen is een belangrijke basis voor het zaken doen. We ondermijnen ons bestaan, onze economie als het onderling vertrouwen niets meer waard blijkt. Clubtrouw waarborgt het goed functioneren van een vereniging en zorgt zo voor goede resultaten in de competitie. Echte trouw brengt je er toe later zelf leiding te gaan geven aan de jeugdvereniging. Trouw brengt continuïteit in de samenleving. Op trouw kun je bouwen.

Misschien ervaar ik het gebrek aan trouw wel het meest als ik meemaak hoe steeds meer mensen de kerk in de steek laten en ik tegelijk zie hoe sommige kerkleiders die mensen verloren laten lopen. Dan blijven de echte goede katholieken over. Dat zijn de mensen, die zonder enige kritiek willoos kerklid zijn. Voor mij is de kerk een gemeenschap van mensen, die zich laten inspireren door het Verhaal van Jezus van Nazareth. Die mensen zijn er voor elkaar, ze steunen elkaar en anderen en vieren hun verbondenheid met elkaar en met God in hun midden. Van een bisschop verwachten ze vaderlijke zorg, liefde en inspiratie. Ze blijven elkaar trouw. Dat besef van trouw aan de gemeenschap ontbreekt bij te veel mensen. Ook hier verlies van waarden?

Jaargang 10, Nr. 455.

Maatschappelijke verruwing

vrijdag, maart 24th, 2017

NORMEN EN WAARDEN

Ik hoor het en lees het. Er moet meer aandacht komen voor normen en waarden en dat wordt dan uitgelegd als meer aandacht voor beschaafde omgangsvormen. Als iemand zich voorneemt zich beschaafd te gedragen, dan is dat een opvatting aan de hand waarvan jij je eigen gedrag beoordeelt. Dat is de definitie van het begrip ‘waarde’. Een norm is dan het gebod of verbod, dat daarvan is afgeleid. Ik behoor geen schuttingtaal te gebruiken. Ik wil andere mensen niet uitschelden voor alles wat lelijk is. Ik wil mensen niet allerlei narigheid toewensen. Bijvoorbeeld: “Krijg de tering.” Dat in de hoop, dat mensen nog weten wat voor een nare ziekte, dat is en vooral was. Inderdaad zie je een forse verruwing van de omgangsvormen tot in de Tweede Kamer toe en zelfs Mark Rutte laat zich af en toe verleiden tot het taalgebruik van zijn leerlingen.

Het begrip normen en waarden is veel breder en gaat veel dieper. Mijn gedrag – en het gedrag van anderen – omvat veel meer dan mijn omgangsvormen en mijn taalgebruik. Veel mensen delen niet meer de waarden, die tot voor dertig à veertig jaar algemeen aanvaard werden in Nederland. Dat komt niet door ‘al die buitenlanders’. Bij velen van ons zien we het verloren gaan van belangrijke waarden. Dat blijkt uit het gedrag van mensen, uit de meningen, die ze verkondigen en recent ook weer uit de programma’s van politieke partijen en het stemgedrag van hun aanhangers.

De kernwaarde van de vakbeweging en van het socialisme was en is de nationale en internationale solidariteit en van de christenen en de Joden en de moslims de naastenliefde. De vraag, die een christen zich van tijd tot tijd hoort te stellen is dus: “Heb ik mijn naasten lief zoals ik mij zelf lief heb?” En het antwoord op de vervolgvraag is dan, dat zelfs de vijanden mijn naasten zijn. Gelukkig zie je bij veel mensen, die niet bij een godsdienst willen horen een gedrag van grote solidariteit ten opzichte van hun medemensen. Tegelijk zie je, dat de grootste partij een nogal beperkte opvatting van solidariteit / naastenliefde heeft. Minimumloon en bijstand en andere uitkeringen moeten vooral niet te hoog zijn. De bijna vierhonderdduizend kinderen in armoede in Nederland leiden niet tot maatregelen. De hebzucht van de rijksten gaat zo ver, dat ze voor zich zelf lastenverlichting eisen. Dat bedoel ik met verlies van waarden.

Eerbied voor het leven is een waarde, die ter discussie staat. Nederlanders worden steeds minder oorlogszuchtig en we schamen ons voor het gedrag van onze voorouders in de koloniën. We hebben de doodstraf afgeschaft en proberen gedetineerden zo humaan mogelijk te behandelen. Zwaar gehandicapten en lichamelijk en geestelijk zieke ouderen worden met bewonderenswaardige aandacht verzorgd. Toch lijden ook hier de instellingen onder bezuinigingen en worden mensen met een geestelijke beperking losgelaten in de maatschappij. De politie moet zich keer op keer ontfermen over ‘verwarde personen’. Zie je ook hier een verlies van waarden?

Maar eerbied voor het leven geldt ook het leven van plant en dier. Enerzijds zie je daarvoor veel meer aandacht. Denk aan actiegroepen als het Wereld Natuur Fonds en Greenpeace en de Partij voor de Dieren. Anderzijds is er ook een enorme onverschilligheid en iets van een gebrek aan opvoeding bij sommige beleidsmakers. Een stuk Amelisweerd mag rustig sneuvelen, bijvoorbeeld.

Abortus en euthanasie zijn zo individueel, dat daar moeilijk iets over te zeggen valt. Vroeger mocht het niet en het gebeurde toch. Nu mag het onder voorwaarden. Misschien is er toch een verschuiving naar er gemakkelijker voor kiezen. Het lijkt af en toe, dat mensen, die met alle beperkingen van de ouderdom toch nog een redelijk gezond leven leiden eerder dan vroeger zeggen, dat hun leven voltooid is. Vroeger zeiden ze dan, dat het voor hen niet meer hoefde en gingen gewoon door met leven. Kun je weten, dat je leven voltooid is? Ik denk van niet. Zelfs een heel oud en breekbaar mens kan nog van grote betekenis zijn voor een ander. Maar juist die anderen zijn van enorm belang om het leven van oudere mensen zin te geven. Het ware te wensen, dat rondom iedere oudere mens en kring van familie en vrienden staat in de laatste jaren van hun leven. Wanneer bent un het laatst naar oma geweest?

Jaargang 10, Nr. 454.

Een kolossaal succes voor Jesse en zijn team

vrijdag, maart 17th, 2017

COMMENTAAR

Eindelijk is GroenLinks op een niveau gekomen, dat in andere EU-staten voor een groene partij normaal is. Daar leveren de groene partijen ministers in de regeringscoalitie en dat is in Nederland alleen een voorganger van GroenLinks, de PPR overkomen. Dat is heel lang geleden in de tijd dat den Uijl profetisch sprak, dat de tijd van goedkope olie in massale hoeveelheden definitief voorbij was. Tsja, opa vertelt.

Tegelijk heeft de Partij van de Arbeid een kolossale nederlaag geleden, De partij werd door haar kiezers in de steek gelaten. Die vlogen naar alle kanten. Vaak waren dat mensen, die in 2012 strategisch hadden gestemd tijdens de race Rutte – Samson. Zo kwamen veel mensen weer terug naar GroenLinks. De PvdA moet maar bedenken, dat het de volgende keer net als GroenLinks weer enorm kan stijgen en ook D66 stond jaren terug een periode op 3 zetels.

Maar waarom verliest de VVD maar betrekkelijk weinig en de PvdA zo veel? Ik vermoed, dat het wel noodzakelijke maar ook wel erg vérgaande bezuinigingsbeleid de PvdA-achterban veel harder getroffen heeft dan de goed verdienende VVD-ers, die met hun ruime inkomen de narigheid gemakkelijk konden opvangen. Er is een fors deel van de bevolking (10%), die het moeilijk heeft de eindjes elke maand weer aan elkaar te knopen. Ze wonen in achterstandswijken, no-go-area’s voor de jongens en meisjes van de VVD en het CDA. Die geloven gewoon niet, dat er in Nederland armoede bestaat. Als GroenLinks aan een nieuwe regering gaat deelnemen, dan moet er de garantie zijn, dat het armoedeprobleem stevig wordt aangepakt. Dat uitkeringen laag moeten blijven om de mensen naar werk te dwingen is een smoes, net als het vaak gehoorde argument voor lage lonen om concurrerend te blijven.

Is Nederland nu rechtser geworden? De VVD heeft flink verloren. Forum voor Democratie met 2 zetels moet nog laten zien of het hart heeft voor de armen in eigen land. De PVV is in sociaaleconomisch opzicht behoorlijk links en de aanhang zit ook duidelijk in de hoeken waar de klappen vallen. Voor mij is Nederland niet rechtser geworden. Het land is evenmin linkser geworden. De kiezer wil volgens mij een koers door het midden. Niet dat extreme hardvochtige neoliberalisme en evenmin het linkse SP-activisme. Een cruciale rol speelt daarbij het CDA. De uitspraak van Bisschop de Korte is niet erg bekend geworden. Hij stelde, dat een katholiek op elke partij kon stemmen, behalve op die ene partij, die haat predikt. Die handelt duidelijk in strijd met wat Jezus van Nazareth ons heeft voorgedaan. De bisschop zei vervolgens, dat het uitgangspunt van de sociale leer van de Kerk is, dat wij het algemeen belang (het bonum commune) behoren te dienen. Hij vervolgde: In het programma van het CDA vind ik daar weinig van terug. Een nogal pittige uitspraak. Op de schouders van Buma en consorten ligt straks een enorme verantwoordelijkheid. Maakt hij de C in de naam waar? Trekt hij zich iets aan van de oproep van paus Franciscus in zijn encycliek Laudato si? We moeten onze leefstijl ingrijpend veranderen. We moeten Gods Schepping behouden voor ons nageslacht. We moeten de rijkdommen van de aarde eerlijker verdelen. Soberheid moet weer een element van ons leven worden. Aan D66 en CU of GL zal het niet liggen. Het CDA zal de doorslag moeten geven. Blijven wij een land van graaiers of gaan we eerlijk delen?

Jaargang 10, Nr. 453.

GroenLinks en de zorg

vrijdag, maart 10th, 2017

ZORG MAAR VOOR JE ZELF OF ZORGEN WE VOOR ELKAAR?

De afgelopen jaren is de ziekenzorg steeds meer ontwikkeld in de richting van zorg voor je zelf. Als je geen last hebt van ziekte hoef je je eigen risico niet aan te spreken. Ben je echter afhankelijk van medicijnen of moet je je bloed regelmatig laten onderzoeken, dan draai je zelf al binnen enkele maanden op voor de 385 Euro eigen risico. Zieken en gezonden delen die kosten niet. Er is een gebrek aan solidariteit. Voor iedereen gelden dezelfde premies of je stinkend rijk bent of alleen het minimumloon verdient. Ook hier zie je een gebrek aan solidariteit van de rijken met de laag betaalden. GroenLinks kiest voor solidariteit: afschaffing van het eigen risico en een inkomensafhankelijke premie.

Ik vind nog meer goede ideeën: Aandacht voor preventie, tegengaan van verspilling, tegengaan van exorbitant hoge prijzen voor medicijnen en salarissen van specialisten en bestuurders. Het zijn de grote ergernissen van velen. Wat mij opvalt is dat aan een aspect van de zorg voor ouderen geen aandacht wordt besteed. Veel mensen vragen zich af of er straks als het nodig is een plekje in een verpleeghuis te vinden is en of er gezien de toenemende behoefte wel voldoende personeel gegarandeerd is, ook in de thuiszorg. Wil je de verzorgingshuizen afschaffen en de mensen langer zelfstandig laten wonen, dan moet er wel voldoende thuiszorg zijn. Die valt weliswaar onder de gemeenten, zoals ook de jeugdzorg, maar dan moet er wel voldoende geld naar de gemeenten gaan.

GroenLinks heeft weinig moeite met ethische vraagstukken. Abortus, euthanasie en hulp bij zelfdoding mogen en zijn niet strafbaar. Pas na de verkiezingen is er op 5 april een expertmeeting over voltooid leven. Nu lijkt het, dat de programmacommissie de partij als geheel wat heeft overvallen. Er moet toch gezorgd worden voor veiligheidsgaranties. Duidelijke voorwaarden ontbreken. Maar wat nog veel ernstiger is, steeds is er sprake van een mens in nood. Het komt dan veel meer aan op goede hulp, mensen die er zijn voor mensen. Mensen, die zin geven aan het leven van een eenzame mens. Hoe versterk je en ondersteun je de mantelzorg? Wat willen we met palliatieve zorg? Wat is de betekenis van de vrijwilligers en beroepskrachten in een hospice? Is een zorgverzekeraar verplicht het verblijf in een hospice te vergoeden? Voor wie het niet weten: Mensen, die zijn uitbehandeld en wachten op hun overlijden, kunnen de laatste weken in een hospice verblijven als er thuis geen mogelijkheid is.

Je kunt niet alles in een programma opnoemen. De algemene teneur is duidelijk. GroenLinks wil solidair zijn met de mens in nood. Dat geldt ook voor de vluchtelingen. Toch mis ik bij velen dat gevoel van solidariteit. Die vluchtelingen krijgen alles gratis en ze kosten ons een berg geld. Voor de noden van de eigen inwoners is er geen geld over. Vanmiddag hoorde ik nog iemand zeggen, dat hij eraan twijfelde of wij geholpen zouden worden als wij moeten vluchten, bijvoorbeeld voor de stijgende zeespiegel. Ik raadde hem aan het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk eens te bezoeken. Na de Deltaramp in 1953 kreeg ons land vanuit de gehele wereld voor honderden miljoenen hulp naast de materiële hulp.

Bij de mopperaars over al het geld, dat nodig is voor de opvang van vluchtelingen zie je de vrees voor te weinig geld voor bijvoorbeeld betaalbare woningen voor starters op de woningmarkt. Maar vaak hoor je ook de ergernis over de grote graaiers, de mensen, die miljoenen per jaar verdienen en dan ook nog bonussen opstrijken. Misschien is het slechte voorbeeld van de super rijken wel de oorzaak van het verdwijnen van solidariteit.

Jaargang 10, Nr. 452.

GroenLinks en het buitenland

vrijdag, maart 3rd, 2017

WERELDPROBLEMEN VERGEN EENHEID IN DE EUROPESE UNIE

Is die man misschien dement aan het worden? Dat vroeg ik mij af toen President Trump van mening bleek, dat de Verenigde Staten meer kernkoppen nodig hebben. Er loopt een moderniseringsprogramma voor de huidige voorraad. Dat kost al geld. Al die kernwapens zijn voldoende om de hele wereld enkele keren te vernietigen. Dan zijn er ook nog de kernkoppen van Rusland en andere kernwapenmogendheden: Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, India, Pakistan, China, Israël. Misschien Noord-Korea en Iran. De doctrine is, dat het bezit van landen weerhoudt elkaar aan te vallen. Het is niet zonder risico’s. Er kan een ongeluk gebeuren aan boord van een onderzeeër met raketten met atoomkoppen. Een land kan ten onrechte denken aangevallen te worden en meent nog zeer korte tijd te hebben voor de tegenaanval. In een kernwapenstaat komt een staatshoofd zonder enige zelfbeheersing. Trump misschien? En Nederland? De officiële politiek van elke Nederlandse regering tot nu toe is, dat ons land bereid is als eerste kernwapens te gebruiken. GroenLinks wil, dat kernwapens in Nederland verboden worden.

Hoe zit het met andere wapens? GroenLinks ziet veel heil in Europese samenwerking bij de defensie. Zo zou veel geld bespaard kunnen worden door gezamenlijk aankoop van materieel, brandstoffen en munitie. Het zal niet meevallen de Amerikaanse druk te weerstaan om de defensie-uitgaven volgens een oude afspraak omhoog te brengen. De wapenfabrikanten willen geld verdienen en ze verschaffen werk. Maar geld uitgegeven aan wapens leidt niet tot nieuwe welvaart. Het zijn geen investeringen, die tot nieuwe opbrengsten leiden. Daarom zijn vakbonden tegenwoordig kritisch.

Het toenemend egoïsme zorgt ervoor dat nogal wat mensen tegen ontwikkelingshulp zijn. Onwetend als ze zijn, zeggen ze, dat het allemaal weggegooid geld is. Maar ze weten niet, dat intussen allerlei landen enorm vooruit gegaan zijn, zelfs in het ‘verloren’ continent Afrika. Het zou wel veel beter kunnen. De samenwerking moet gericht zijn op grotere economische zelfstandigheid van de (vroegere) Derde Wereldlanden. Heel belangrijk is dan, dat de internationale handel veel eerlijker wordt. Wij moeten onze overschotten niet op de wereldmarkt dumpen, bijvoorbeeld. Als landen welvarender worden en er veel werk is, komen de jonge mensen niet meer naar Europa. In steeds meer landen beginnen jonge mensen te beseffen, dat verdrinken in de Middellandse Zee geen aantrekkelijk perspectief biedt.

Maar internationale handel is een zaak van de Europese Unie. De baasjes van de lidstaten zorgen voortdurend voor problemen. Helaas moeten zij samen de besluiten nemen en Europese Wetten aanvaarden. Wat zit er nu achter, dat sommige partijen minder macht voor Europa willen? Er zijn van die kwesties, die je eigenlijk alleen maar via de EU kunt regelen. Mensen die profiteren van witwassen van geld of van belastingontwijking of ontduiking willen liever geen maatregelen ertegen. Dat kost ons gewone burgers geld. De AOW kan niet omhoog, bijvoorbeeld. In het Europees Parlement heerst een sfeer van willen opkomen voor de belangen van de burgers. Daar zorgen ze voor goede maatregelen en onze GroenLinks Europarlementariër Judith Sargentini speelt als rapporteur en onderhandelaar met de Raad een belangrijke rol. Zo komt er een lijst van alle dochterondernemingen en stichtingen en vennootschappen, die gebruikt worden om winsten weg te sluizen naar belastingparadijzen. En bedenk wel, dat het niet gaat om een paar honderd Euro. Het gaat in totaal elk jaar om miljarden, die wij mislopen. Europa is niet het probleem; Europa is de oplossing.

Jaargang 10, Nr.451.

Duurzame mobiliteit

vrijdag, februari 24th, 2017

GROENLINKS EN MOBILITEIT

Wij merken, dat wij op ruim één kilometer van de A12 wonen, een van de drukste autosnelwegen van Nederland, maar er zijn ook duizenden mensen, die in de buurt van de Ring van Utrecht wonen en die ervaren in nog veel sterkere mate de nadelen van het intensieve autoverkeer. We zijn slachtoffer en tegelijk zijn we ook dader. We hebben last van het lawaai, van de stank van de uitlaatgassen, van het fijnstof en het nog gevaarlijker ultrafijnstof, van de risico’s in het verkeer, van het gebrek aan parkeerruimte en we betalen fors voor het “plezier” van het auto rijden. Ik merk, dat het gros van de mensen als vanzelfsprekend voor de auto kiest bij welke vervoersvraag dan ook.

De mensen rondom Schiphol hebben dag en nacht last van het lawaai en soms zelfs van de stank van de kerosine en al zijn ze er aan gewend, steeds is er de vrees voor weer een “Bijlmerramp” met honderden slachtoffers. De NS schijnt inmiddels overgeschakeld te zijn op groene stroom, maar ook het treinverkeer veroorzaakt hinder zoals het lawaai en het wachten bij overwegen. En dan is er nog de scheepvaart, die vrijwel geheel vaart op fossiele energie.

GroenLinks wil zo veel mogelijk en zo snel mogelijk af van die fossiele brandstoffen. Daarbij hanteert de partij ook het prijsmechanisme door automobiliteit flink te belasten, dus niet het autobezit, zoals nu, maar het autogebruik en dan vooral in de spits. Het is jaren geleden. Ik had in een brugklas verteld over de nadelen van de auto (naast de voordelen). Toen stak een klein blond jongetje zijn vinger op en zei: “Maar meester, u komt toch zelf ook elke morgen met de auto.” Ik zei iets over opgesloten zitten in het systeem. Kort daarna was het Kerstvakantie en vanaf toen nam ik om half acht de bus, stapte over op de sneltram, was om acht uur op school en had nog tijd om iets te kopiëren. Om half negen begonnen de lessen. Tijdens de ritten las ik de krant. Velen kunnen een andere keus maken als ze dit willen.

Menigeen, die kiest voor de auto, moppert over de files. Wegen worden verbreed en een tijd lang zijn er geen files. Dat lokt meer mensen de auto in en prompt zijn er weer files. Toch gelooft de minister nog steeds, dat wegen verbreden de oplossing is. Allerlei belangengroepen steunen haar. Zo wil de minister bij Utrecht de Ring verbreden. Ze zegt, dat het nodig is om het interlokale en internationale verkeer doorgang te verschaffen. Dat is 27% van alle verkeer op de Ring. Het probleem zit in het lokale verkeer. Al die verbrede autosnelwegen maken het mogelijk, dat een groeiende stroom auto’s de stad binnen komt en door parkeergarages wordt opgeslokt. Willen al die automobilisten straks naar huis, dan staan ze al bij het verlaten van de parkeergarage in de file. Gaan we hiermee verder, dan kunnen de afritten naar de stad en de stadswegen al die auto’s niet meer verwerken. Of willen we in onze steden ook snelwegen op poten? Het hele systeem loopt vroeg of laat volkomen vast.

Als ik naar de binnenstad van Utrecht moet neem ik de bus. Als ik dan sta te wachten bij een halte komen er tientallen auto’s voorbij. Hoeveel mensen in die auto’s zouden evengoed de bus kunnen pakken? Als ongeveer 7% van alle automobilisten voor bus of trein of fiets kiest, is er geen probleem meer. Autowegen hoeven niet meer te worden verbreed. Een prachtig bos als Amelisweerd hoeft niet ten dele te sneuvelen. De milieuverontreiniging hoeft niet verder toe te nemen. Het autosysteem kenmerkt zich door een fors gebrek aan rationaliteit. We kunnen andere keuzes maken.

Jaargang 9, Nr. 450.

GroenLinks en het onderwijs

zaterdag, februari 18th, 2017

WAT WIL GROENLINKS MET ONDERWIJS BEREIKEN?

De eerste zinnen van het hoofdstuk over onderwijs stemmen mij hoopvol. “Het onderwijs wordt gedomineerd door het economisme. Vanaf jonge leeftijd worden kinderen opgeleid tot producten voor de arbeidsmarkt.” Inderdaad, in ons leven spelen wij veel verschillende rollen. Het onderwijs moet ons daarop voorbereiden. Je latere werk is daarbij de belangrijkste. Je inkomen bepaalt wat je daarnaast kunt. Je opvoeding en vorming geschiedt op de eerste plaats door je ouders en daarnaast ook door een sportclub of jeugdvereniging, door de mensen waarmee je omgaat zoals de buren en je vriendjes en je familie en soms ook nog door mensen van jouw levensbeschouwing. Gelukkig maar, want de school kan niet alles en zeker niet de rol van de ouders overnemen. Een kind zal later een huishouden bestieren. Een kind zal later deel uitmaken van een buurt, een wijk, een gemeente en samen met anderen richting willen geven aan de besluitvorming in een buurtvereniging of gemeenteraad. Een kind zal een rol spelen als vrijwilliger in een vereniging. Die draaien grotendeels op vrijwilligers. De school zorgt vooral voor kennis en vaardigheden, die men later in welke rol dan ook nodig heeft.

Er zijn mensen wars van, maar ik vind, dat ouders op de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. De overheid heeft daarbij een toezichthoudende rol en steunt ouders ook financieel. De ouders bepalen dus ook welke school het meest geschikt is voor hun kind. Ouders kunnen samen een school oprichten, die het best past bij hun opvoedingsidealen of hun idee over de manier van onderwijsgeven of die onderwijs geeft overeenkomstig hun levensbeschouwing. Als het goed was, zou het niet nodig moeten zijn dat de overheid scholen opricht. Je ziet dan ook, dat ouders met kinderen op openbare scholen streven naar meer zeggenschap en dat de overheid het bestuur van het openbaar onderwijs overdraagt aan een bijzondere commissie door de ouders gekozen en door de Raad beneomd.

Wat is het nu jammer, dat van deze ideeën over opvoeding en onderwijs weinig is terug te vinden in het verkiezingsprogramma van GroenLinks. Dat is misschien ook logisch, want een overheid is vooral voorwaarden scheppend bezig. Hoe krijgen we goed onderwijs? Hoe krijgen we goede leraren, die we de mogelijkheden bieden hun vak goed uit te oefenen? Hoe zorgen we voor emanciperend onderwijs, dat ook kinderen uit kansarme milieus voldoende ondersteuning biedt?

Die laatste vraag behoeft een kanttekening. Ik heb het grootste deel van mijn loopbaan gewerkt met ook zulke kinderen. Het probleem is, dat deze kinderen van thuis weinig ondersteuning krijgen. Ze krijgen geen goede tips hoe het werk te plannen of hoe ze het best woordjes kunnen leren of welk boek leuk is voor de lijst. Dan moet in het basisonderwijs de juf of de meester extra aandacht geven en in het voortgezet onderwijs de klassementor. Het probleem van de weinig geschoolde ouders blijft. Daarom zou het goed zijn, dat het programma aandacht besteedt aan het volwassenenonderwijs. De zogenaamde moedermavo is jaren terug een groot succes geweest. Soms vraag ik mij af of een groot succes bij het kansen geven er toe leidt, dat uiteindelijk een groep resteert met heel weinig aanleg en zelfs geen gouden handjes. Ik vrees, dat die groep niet voor zich zelf kan opkomen. Dat vraagt solidariteit van bijvoorbeeld een vakbond en ook solidariteit kun je al op school leren.

Tussen al die programmapunten staat er één heel raar punt bij. Het lijkt erop, dat GroenLinks opeens voorstander is van het Britse schoolsysteem van public schools en private schools. De laatsten zijn vaak dure kostscholen zoals Eton. Wat wil punt 11? Een groep kinderen krijgt les in een staatsschool en het onderwijs wordt bekostigd door de staat. Een andere groep kinderen krijgt les in een school door de ouders opgericht en die moeten het zelf betalen. Die twee groepen kinderen worden ongelijk behandeld. Dat lijkt mij totaal niet bij GroenLinks passen. Alleen zeer kapitaalkrachtige ouders zijn in staat zo’n school op te richten en blijvend te bekostigen. Je krijgt dus standenscholen. Hoe dit “ongelukje” is kunnen gebeuren, ik weet het niet, maar het behoeft wel snelle correctie.

Tsja, als je verstand hebt van onderwijs ben je wat extra kritisch. Dat wil GroenLinks ook met onderwijs bereiken. Het programma komt met veel goede ideeën. De meeste zijn niet nieuw. Maar het is kennelijk nodig er elke keer weer op te hameren. Voor mij is voortdurend bijscholing uiterst belangrijk. Eigenlijk moet je voortdurend bezig zijn je zelf bij te scholen, jouw manier van onderwijs geven te verbeteren. Ik had daar een mooie term voor. In het onderwijs moet voortdurend sprake zijn van een “ro;;ing reform”.

Jaargang 9, Nr. 449.