Archive for the ‘COLUMN VAN DE WEEK’ Category

Praarpalen verdwijnen langs de snelweg

maandag, juli 3rd, 2017

Praatpaal

De praatpalen verdwijnen langs de snelwegen. Het woord praatpaal heeft ook een figuurlijke betekenis gekregen. Een praatpaal is iemand waar je tegen aan kunt praten en die jou een luisterend oor biedt. Soms heb je zo’n praatpaalfunctie beroepsmatig: de klassementor, een pastor, een sporttrainer, een huisarts of wanneer het ernstiger wordt een psycholoog of psychiater. Minstens zo belangrijk zijn al die mensen, die een ander met een probleem welwillend en belangstellend aanhoren, vragen stellen, meedenken aan een oplossing. Zo je hart kunnen luchten geeft een mens weer moed. Ik hoop, dat de praatpaal in die betekenis nooit verdwijnt.

Extra column

Vakantie in Cornwall en Devon 4 en slot

zaterdag, juli 1st, 2017

HOORGTEPUNTEN AAN HET SLOT

Op weg naar Bath deden we Cheddar aan, bekend om zijn kaas en appelcider, maar wat mij betreft meer vanwege de Cheddar Gorge. Een kronkelende kloof door de Mendib Hills. Het is een prachtig natuurgebied onder bescherming van de National Trust. Ik maakte er flink wat foto’s, onder andere met daar levende geiten.

In het regenachtige Bath kregen we eerst met de eigen bus een rondrit, waarvan ik me alleen een paleis en een rond plein met herenhuizen rondom voor de upperten herinner. Later zagen we tijdens de wandeling de kathedraal ook van binnen en verder een uitgestrekt voetgangersgebied met veel winkels. Ik was niet kapot van Bath.

Op weg naar Dover bezochten we eerst Stonehenge. Het gehele ontvangstgebeuren ligt meer dan een kilometer van het eigenlijke Stonehenge. Zo wordt de verlatenheid in het landschap recht gedaan. Je wordt er met een busje naartoe gebracht. Rond het archeologisch monument loopt op flinke afstand een pad rondom. Iedereen heeft een soort telefoon met toelichting bij een nummer. Omdat je zo veraf moet blijven, maakt het monument wat minder indruk dan je zou mogen verwachten gezien de reusachtige stenen, waaruit het bestaat. Daarnaast stond er een harde wind en was de temperatuur zo’n 11o Celsius. Je moet er wat voor over hebben. Het museum was weer echt interessant en aanzienlijk behaaglijker. Met alle toelichting via het telefoontje werd het toch een heel leerzaam bezoek. Ondanks alle onderzoek weet men van Stonehenge nog steeds niet het fijne. Het monument is een soort kalender en tevens een begraafplaats.

Leeds Castle was het laatste snoepje van de week. Het kasteel is gebouwd op twee eilandjes in een flink meer. Het interieur is weliswaar fotogeniek, maar niet van bijzondere historische waarde. Op de schilderijen herken je figuren uit de Britse geschiedenis zoals Hendrik VIII. Vanuit het kasteel heb je steeds weer een mooi uitzicht op het park. Men heeft goed gebruik gemaakt van de aanwezige hoogteverschillen om mooie waterpartijen te creëren. Uiteraard is het park in de Engelse landschapsstijl. We genoten aan het eind nog van een prachtige bloementuin terrasvormig aangelegd en op het zuiden gericht. Daar hadden we wel langer willen blijven. De doolhof hebben we helemaal niet gezien.

Verder naar het laatste hotel langs de weg van Dover naar Canterbury. Hier was alles gelijkvloers. Wel heerlijk eens geen gedoe met (soms kleine) liften en in de gang maar één keer een trapje. De volgende dag verliep de gang door de grenscontrole zeer vlot. We raakten flink wat klein geld kwijt aan de koffie. De reis naar Duinkerken verliep heel rustig en we waren ook heel vlot op weg naar huis.

We hebben van deze reis in alle opzichten genoten. Het landschap was bijzonder. De vele parken en tuinen zeer fraai. De chauffeur-reisleider een echte vakman. Het eten was smakelijk, ook tijdens de lunches op eigen gelegenheid. We kunnen deze Oad-reis aanbevelen, maar het is wel een reis voor liefhebbers.

Jaargang 10, Nr. 467.

Op vakantie in Cornwall en Devon 3

zaterdag, juni 24th, 2017

EINDELIJK WAT RUST

In Barnstaple bleven we drie nachten in hetzelfde hotel. Dus twee ochtenden, waarop je je niet hoeft te haasten om op tijd met de koffers bij de bus te zijn. De zaterdag in Barnstaple was een vrije dag. We moesten ons maar zelf vermaken. We gingen eerst even naar de Rooms-katholieke kerk vlakbij het hotel. We waren er om vijf voor tien en om tien uur begon een Eucharistieviering. De volgende dag zou er op Pinksteren niets van komen. De zondag was helemaal vol gepland. Zo vierden we toch nog Pinksteren en we konden een aantal Britse dames de vrede wensen. De preek duurde ongeveer één minuut. We waren snel weer buiten. Nu maar een koffietent zoeken en intussen ook winkels kijken. We gingen ook de overdekte markt bekijken en ontdekten een stand met typisch Britse lapjespetten. Voor twaalf pond werd ik de eigenaar. Verder naar het kasteelpark, maar van het kasteel restte slechts een flinke heuvel. Van bovenaf had je een aardig uitzicht over de stad en het park, waar een bruidspaar op de foto werd gezet. Het stadhuis is aan de overkant. Langs de rivier liepen we terug naar het hotel. ’s Middags wandelden we over een wandel- en fietspad, vroeger een spoorlijn, een flink eind langs de rivier de Taw en namen de bus terug. Wat dichte begroeiing zorgt ervoor, dat je van de bedrijventerreinen weinig ziet. Het fietspad wordt redelijk veel gebruikt – niet voor Nederlandse begrippen – en ook door ouders met kleine kinderen. Er is in Barnstaple een fietsenverhuur.

Pinksterzondag begon met regen, maar we troffen een droge periode toen we een keurig asfalt pad volgden met links een steile afgrond naar zee en rechts een even steile helling omhoog in een gebied, waar berggeiten voorkomen. Een spannende tocht naar het plaatsje Lynton. We dronken eerst koffie in een gezellig huiskamerachtig café en wandelden vervolgens wat rond. De regenbuien werden intenser. In een keurige cadeauwinkel ontdekten we dezelfde petten als in de overdekte markt van Barnstaple, maar wel tien pond duurder. Sommigen van het gezelschap hebben de tandradbaan naar Lynmouth genomen en merkten, dat er beneden een Eerste H. Communiefeest was. Tsja, het was immers Pinksteren.

Of het aan de bewolkte hemel lag of het ruige landschap, maar Exmoor maakte op mij een bijzondere indruk. Een mensenleven is te kort om alle bijzondere dingen te doen, maar hier had ik wel met mijn scoutingvriendenl een ruige trektocht willen maken. Het is een geologisch zeer oud gebied met gesteente uit het Devoon, sterk afgesleten en het heeft waarschijnlijk tijdens de ijstijden zijn licht golvend reliëf gekregen. Ik had er graag wat langer gebleven en verlangde naar een grondboor op te kijken of er veen aan de oppervlakte ligt, gezien de naam “moor”. Maar ja, we waren met gewone wel heel belangstellende toeristen onderweg en niet met een groep geografen, vroegere collega’s.

De volgende verrassing wachtte ons: Arlington Court. Een fraai landhuis ligt in een uitgestrekt park, natuurlijk in Engelse landschapsstijl. Er is ook een ommuurde tuin met prachtige bloemen en planten en een niet toegankelijke kerk. Ik vroeg waarom het buitengoed ‘court’ heet. Dat was een heel goede vraag, maar de suppoost wist geen antwoord. Na enige tijd, kwam toch het antwoord. Het buiten had in vroegere tijden een juridische functie voor de omgeving. Er werd recht gesproken in een “court of justice”.

Terug in het hotel wachtte ons opnieuw een voortreffelijk diner, dit keer ten dele in de vorm van een lopend buffet. De koffie wordt er geserveerd in de lounge. Daar kun je dan de tafelgesprekken voortzetten. Het waren vaak boeiende gesprekken, ook over controversiële onderwerpen, zoals migratie. Het was een heel gezellige groep met allemaal aardige mensen. Misschien zorgt een reisprogramma toch voor een zekere nu positieve selectie.

Jaargang 10, Nr. 466.

Op vakantie in Cornwall en Devon 2

zaterdag, juni 17th, 2017

WEG VAN DE AUTOWEG HET WOESTE DARTMOOR IN

De derde dag begon pas echt na de koffie in Honiton met de ontmoeting met Gill Westcott, Green kandidaat voor de Britse parlementsverkiezingen. Daarmee begon ik vorige week deze serie. We moesten verder en iets voorbij Exeter verlieten we de autoweg en gingen verder over de smalle en bochtige B3212 naar Moretonhampstead, waar we de lunch gebruikten. Daarna kwamen we pas echt in Dartmoor, een wat hoger gelegen granietplateau, bedekt met veen en voor een groot deel een Nationaal Park. Het heeft een ruig klimaat met sneeuw in de winter. Hier en daar zijn wat gecultiveerde gebiedjes, maar het is grotendeels heide en alleen maar geschikt voor extensieve veehouderij. Schapen en paarden lopen er los. Vroeger werd er graniet gewonnen, dat ook in bouw gebruikt werd. Bij een beek met een niet meer gebruikte stenen brug vind je het bezoekerscentrum van het Nationaal Park. Verderop bij Princeton ligt de beruchte Dartmoor Prison midden in de wildernis. De geschiedenis van deze gevangenis wordt verteld in een museum in Princeton. Met een foto- of ijsjesstop namen we afscheid van de ponny’s van Dartmoor. Verder ging het over de A390, A38, A30, A392 naar Newquay, waar ons hotel en de Atlantische Oceaan ons wachtten. Na het diner maakten we er een wandeling langs de steile klifkust vlak voor het hotel. De plaats is volop in ontwikkeling. Je ziet er veel nieuwbouw en er wordt nog volop gebouwd.

De ochtend van de vierde dag besteedden we aan een bezoek aan Land’s End. De uiterste Westelijke punt van Engeland op 5o40’ WL. Het gebied is vreselijk verpest door een soort pretparkje vol horeca in quasi traditionele stijl. Daar moet je langs of door om over een keurig geasfalteerd wandelpad bij de eigenlijke kaap te komen. Het was gelukkig niet mistig en dus konden we de rotspunten verder naar het Westen goed zien, ook de vuurtoren op een van die eilandjes. Je kunt maar beter wat verder naar het Zuiden lopen om de authenticiteit van het gebied te ervaren. Jaren geleden bezochten we Kaap Finisterre in Noordwest Spanje. Het was een mistige dag en het was een mysterieuze plek, waar je voelde, dat de geesten van verdronken zeelieden er rondwaarden. Dat heeft toen veel meer indruk op mij gemaakt.

Een flink stuk naar het Oosten ligt Saint Michael’s Mount, een flinke berg in een baai bij Penzance, bij hoogwater een eiland, maar bij laagwater met de kust verbonden. Het lijkt erg op Mont Saint Michel in Bretagne met ook een klooster. We kochten maar wat fotokaarten, want van fotograferen kwam weinig terecht.

Op de terugweg deden we Truro aan, een regionaal centrum. We aten er een heerlijke omelet en bezochten de prachtige neogotische kathedraal. In de winkel van die kathedraal vonden we een boeiend boekje over landschap en geologie vam Zuidwest Engeland. De centrumfunctie van de stad blijkt uit de vele ook luxe winkels, waaronder een enorme goed gesorteerde boekhandel. De stad herbergt ook het regionale bestuur en veel onderwijsinstellingen. Restte ons nog een stukje terugreis naar Newquai.

De vijfde dag was tot in de middag gewijd aan het indrukwekkende Eden Project. Het ligt in een voormalige porseleinaardegroeve. In de omgeving zie je de stortbergen van het uitgewassen restmateriaal. Vanaf de keurige parkeerplaatsen daal je af in de groeve en komt dan bij het entreegebouw. De architectuur is heel bijzonder. Zigzaggend ga je door de tuinaanleg verder naar beneden naar het binnen gebeuren. In reusachtige doorzichtige bollen, opgebouwd uit zeshoekige platen perspex (?) wordt het klimaat van de vochtige tropen nagebootst en vind je bloemen en planten uit vier vochtig tropische gebieden. Na de vier regionale afdelingen is er nog een afdeling met tropische landbouwgewassen zoals koffie, kaneel of bananen. Je komt ook steeds hoger in de bol en daar is dan een meters hoge waterval. De Nederlandstalige gids wist ontzettend veel, voor sommigen te veel. Die haakten af, want het was al heel lang koffietijd. Ik hield vol, want tijdens mijn studie heb ik er zo veel over gelezen, dat ik het ook wel eens wilde zien. Na een flinke hap met koffie bekeken we nog snel de Mediterrane bol. De tijd was veel te kort. De onderzoeksafdeling en de enorme buitentuin hebben we niet gezien. Je kunt er met gemak een dag doorbrengen. Het is een geweldig boeiend project met tienduizenden planten en naar Nederlands ontwerp. Het Edenproject ligt in de vork van de A390 en de A391 hemelsbreed ruim 2KM noordelijk van de splitsing.

Er wachtte ons nog een flinke tocht naar het Noorden, naar Barnstaple, waar we drie nachten zouden doorbrengen. Volgende week vertel ik verder.

Jaargang 10, Nr. 465.

Op vakantie in Cornwall en Devon

zaterdag, juni 10th, 2017

Op het conservatieve platteland is campagne voeren niet nodig

Dat wilde ik wel eens meemaken; een verkiezingscampagne in Groot-Brittannië met die aloude democratie. Dat viel tegen. Een keer zag ik op een huis iets van een affiche en één keer ontmoette ik de groene kandidate Gill Westcott, die in de hoofdstraat van Honiton in Devon stond te flyeren. Er volgde een kort gesprekje. Met het Britse districtenstelsel maakte zij weinig kans op een parlementszetel. Met nu 3,5% van de stemmen halen de Greens geen enkele zetel. Haar eerste programmapunt is dan ook een democratischer kiesstelsel met evenredige vertegenwoordiging. Ze benijdde ons om het succes van GroenLinks van 4 naar 14 zetels van de 150. Ik legde haar uit waarom je als Groene ook moet opkomen voor de zwakken in de samenleving. Ze stemde daar volledig mee in. Als ik in Groot-Brittannië woonde, zou ik lid zijn van de Greens.

Wij maken al jaren busreizen. Vanaf het opstappunt bij Utrecht waren we naar het vertrekpunt bij Moerdijk gebracht. Vandaar vertrok onze bus richting Calais. Bij de Belgisch-Franse grens is een omwegje ingebouwd om het inkomende verkeer beter in het oog te kunnen houden. Het levert flinke files op. Al voor Calais zien we een omheind terrein, waar vrachtauto’s een veilig heenkomen zoeken. Dan naderen we het havengebied en rijden we tussen meters hoge hekken door. Het verkeer moet zich in rijen opstellen. Dan verschijnt er een auto van de douane, die we moeten volgen. Uiteindelijk moet iedereen uitstappen en in een gebouw worden onze passen of ID-kaarten door de Franse grenspolitie gecontroleerd en daarna nog intensiever door de Britse grensbewakers. Alles om te voorkomen, dat ongewenste buitenlanders toch op de boot naar Dover komen. Het leverde fors oponthoud op, maar daardoor konden we onmiddellijk de veerboot oprijden. Die vertrok al vlug daarna. We werden er niet vrolijk van, maar we konden er ook enig begrip voor opbrengen. Het Brexit-referendum draaide immers ook rond de komst van vreemdelingen en het vrij verkeer van werknemers binnen de EU. Dat hun kinderen en kleinkinderen straks geen leuke baan op het vasteland kunnen gaan zoeken, vergeten de meesten.

Na de witte krijtrotsen van Dover wachtte ons nog een flinke reis richting ons vakantiegebied Devon en Cornwall. Ons eerste hotel lag in Bournemouth, nog Westelijk van Southampton. Het is zo’n typisch Britse badplaats met bijna alleen maar hotels en appartementengebouwen dichtbij de kust, gelukkig wel met veel beplanting in tuinen en parken en langs de lanen. De volgende dag was bedoeld als rustdag, maar je kon ook een bezoek brengen aan het eiland Wight. Het was druk bij de veerboot, zodat we op de volgende moesten wachten. Maar de Costa-koffie was goed. De overtocht duurde niet lang.

Het eiland Wight is 37 KM Oost-West en 21 KM Noord-Zuid en de wegen zijn niet al te breed en met veel bochten. Het Osborne House was de zomerresidentie van Koningin Victoria. Het ligt in een prachtig park in Engelse landschapsstijl met uitzicht op The Solent, het water tussen Wight en Engeland. In het park ligt een ommuurde tuin met kleurrijke bloemen en planten en twee kassen. Zo’n tuin heeft een heel eigen klimaat. Het paleis zelf is ook te bezichtigen. Het is enorm groot, want ook de hofhouding ging mee en er werden gasten ontvangen. We kennen het ook uit Nederland, maar alles is groter. Dat geldt ook voor het landschap met heuvels en diepe droge dalen. Het leek mij een typisch fossiel toendralandschap, dat zijn vorm in de ijstijden heeft gekregen. De ondergrond was toen bevroren, zodat in de zomer het smeltwater van de wintersneeuw niet kon wegzakken. Het stroomde met het regenwater over de oppervlakte weg en schuurde de diepe dalen uit. Die smeltwaterdalen bepalen het reliëf van het eiland. Aan de kust op het Zuid-Oosten wandelden we over een kust pad met strand in de diepte en we maakten een fotostop om de rotspunten van de Needles te fotograferen. Maar ja, de batterij van mijn toestel was leeg. Restte ons nog de tocht met de veerboot en de busreis naar het hotel. Dat was de tweede dag. Volgende week een tweede blog en er zal best ook een derde en misschien een vierde komen.

Jaargang 10, Nr. 464.

GroenLinks en de vrijheid van onderwijs 3

vrijdag, mei 26th, 2017

BIJEENKOMST OVER DE VRIJHEID VAN ONDERWIJS

Afgelopen zaterdag heb ik een bijeenkomst over de vrijheid van onderwijs bijgewoond. Aanleiding was het met een kleine meerderheid aangenomen amendement op het ontwerp verkiezingsprogramma van GroenLinks. De partij vindt, dat Artikel 23 van de Grondwet herziening behoeft. Het amendement ging veel verder. Alle kinderen gaan naar één school onder beheer van de overheid en het onderwijs is gratis. Ouders, die daarenboven hun kinderen godsdienstles willen laten geven, mogen dat in de vrije tijd en op eigen kosten. Het bijzonder onderwijs wordt zo in feite afgeschaft, ook het onderwijs op basis van een pedagogisch-didactische visie als Montessori, Vrije School enzovoort. Hierover bestaat veel onvrede.

In de toelichting werd gewezen op de scheiding van Kerk en Staat. De Statt zou in deze visie op het principe van de Scheiding van Kerk en Staat niet tot taak hebben godsdienstonderwijste bekostigen. De indiener van de motie was door persoonlijke omstandigheden verhinderd aanwezig te zijn en kon dus niet de vraag beantwoorden of het amendement is ingegeven door godsdiensthaat. Een medeondertekenaar zei, dat hij had getekend, omdat hij het onjuist vindt, dat (een klein deel van) de bijzondere scholen leerlingen kunnen weigeren en eigen eisen kunnen stellen aan te benoemen leerkrachten. Die eisen ziet men als discriminatie op grond van seksuele voorkeur. Dat de overgrote meerderheid van de bijzondere scholen een open toelatingsbeleid hebben wordt daarbij vergeten.

Ik had mij op de bijeenkomst voorbereid en sommige dingen kon ik kwijt, andere niet. Hieronder die voorbereiding.

Mijn vrouw en ik gaan niet meer een hele dag naar een GroenLinks- congres. Toen we later lazen over het met een kleine meerderheid aangenomen amendement waren we verbijsterd. Waarom?

Het amendement past niet in de traditie van GroenLinks. Die kennen wij goed, want wij zijn vanaf het begin lid van GroenLinks en daarvoor van de PPR. In GroenLinks treft ons altijd, dat mensen met een totaal verschillende achtergrond en inspiratiebron elkaar vinden in een programma met idealen, die wij in onze levensovertuiging al jaren delen. Altijd is er een enorm respect voor elkaar. Dat missen we in het onderhavige amendement.

De indieners gaan uit van een betekenis van Scheiding van Kerk en Staat, die in Nederland niet gebruikelijk is. Hier betekent het alleen, dat de Kerk de Staat niets voorschrijft en de Staat de Kerk niets oplegt wat betreft haar leer en organisatie. In Nederland werken Kerk en Staat op meerdere terreinen samen in een coöperatief model. Het begrip scheiding van Kerk en Staat is niet wettelijk vastgelegd. Naar Frans voorbeeld proberen sommigen de betekenis te veranderen in een absolute scheiding. Dat wel.

Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Deel daarvan is de keuze van een school, die het beste past bij hun opvoedingsidealen en waar de kinderen zich thuis voelen. Die idealen zijn gegrond in hun levensovertuiging. De wet biedt de mogelijkheid met een grote groep ouders een nieuwe school te stichten naar eigen pedagogisch-didactische opvattingen of eigen levensovertuiging. Aangezien de overheid het onderwijs bekostigt, stelt die wel een aantal voorwaarden.

Het bijzonder karakter van een school zit niet in een uurtje godsdienstles. De bijzondere school is in een eigen subcultuur ingebed. Bij allerlei vakken komt dat tot uiting. Samen met ouders onderzocht ik in de tachtiger jaren van de vorige eeuw of vakken op een middelbare school een bijdrage kunnen geven aan vredeseducatie. Het gaat om kennis over bijvoorbeeld kernbommen en om houdingsdoelen. Alle vakken vonden, dat hun vak daartoe in staat was. Zo werkten we aan de identiteit van onze school.

In handen van een overheid met in onze ogen slechte bedoelingen biedt het amendement een fors risico. Stel, dat in een gemeente de PVV zo veel zetels krijgt, dat de partij in het college komt. De PVV-wethouder krijgt het onderwijs onder zich. Bij benoemingen tracht hij PVV-ers benoemd te krijgen. Zou u uw kinderen nog naar de openbare school sturen of straks naar de staatsschool van het amendement? We moeten zuinig zijn op de vrijheid van onderwijs.

Tijdens de bijeenkomst bleek, dat er heel veel verschillende meningen vertegenwoordigd waren. Voorstanders van Openbaar Onderwijs bleken in de meerderheid bij de aanwezigen. Overduidelijk was, dat we met de meningsvorming zeker nog niet klaar waren. Zo werd er steeds onderzocht wat de verschillen waren. Het ware mij liever geweest, dat onderzocht werd wat de overeenkomsten zijn. Wat hebben we gemeenschappelijk. Welke waarden zijn typische GroenLinksidealen en zouden we in het onderwijs, dat we geven samen kunnen nastreven. Ik maakte duidelijk, dat neutraal onderwijs niet bestaat. In de loop der jaren heb ik mijn aardrijkskundecollega’s van allerlei scholen duidelijk kunnen maken, dat iedereen in zijn lessen heel sterk of heel weinig kritisch staat tegenover de geografische situatie, die hij beschrijft. Als je voltstaat met de geografisch werkelijkheid te beschrijven, dan is jouw boodschap: Zo is het en zo hoort het! Voor mij is dat een uiterst venijnige vorm van indoctrinatie.

De fracties in de Eerste en Tweede Kamer hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Zij verzekerden de aanwezigen, dat zij niet zullen meewerken aan een plan om het bijzonder onderwijs af te schaffen. Dat was een hele geruststelling. Intussen zitten we wel met het met een met kleine meerderheid aangenomen amendement. De maatschappij verandert. Ook het onderwijs moet daarop inspelen. De Werkgroep Onderwijs wil daaraan gaan werken. Laten we hopen, dat deze werkgroep een open toelatingsbeleid heeft. Dus wordt vervolgd.

Jaargang 10, Nr. 463.

GroenLinks en de Vrijheid van Onderwijs 2

donderdag, mei 18th, 2017

WELKE LEERSTOF BIED JE AAN?

De indieners van het amendement op een programmapunt in het verkiezingsprogramma van GroenLinks laten duidelijk blijken, dat ze weinig op hebben met kerken en religie. Ze willen voor alle kinderen gratis onderwijs door de staat aangeboden. Als ouders hun kinderen iets over godsdienst willen leren, dan moet dat in de eigen tijd en door hen zelf betaald. Want in hun ogen is het gezien de scheiding tussen kerk en staat geen overheidstaak godsdienstonderwijs te bekostigen. Het is nogal onnozel te denken, dat een bijzondere school zijn karakter dankt aan één uurtje godsdienstles per week. Onderwijs is cultuuroverdracht en daarbij komt de betekenis van de religie steeds weer naar voren.

Voor het geschiedenisonderwijs kennen we sinds 2006 de Canon van Nederland. In 24 thema’s wordt een overzicht gegeven, wat in het geschiedenisonderwijs op de basisschool en de middelbare school minimaal behandeld hoort te worden. Uiteraard zitten daar heel wat godsdienstige onderwerpen bij. Hoe praat je dan over de rol van de kloosters in de Middeleeuwen? Met waardering of heb je het over de primitieve ideeën van die kloosterlingen. En moet je dan vervolgens als ouders dat weer allemaal gaan bijstellen? In het landschap van nu is de vroegere ontginning nog duidelijk zichtbaar. Bij die ontginning hebben bisschoppen en kloosters een belangrijke rol gespeeld. Bij aardrijkskunde kan dat aan de orde komen. Spreek je bij Nederlandse letterkunde over de mystici als Ruusbroec en Hadewych en later over Vondel en weer later over Guido Gezelle? Ik vrees, dat in het huidige literatuuronderwijs al vreselijk veel geschrapt is. Er is voor andere prioriteiten gekozen. Armoe troef.

Als leerkracht heb je een enorme verantwoordelijkheid. Jouw opvattingen klinken altijd door in jouw manier van onderwijs geven. Juist wat zo tussen neus en lippen verteld wordt of de manier waarover gesproken wordt over een onderwerp kan er toe leiden, dat leerlingen zonder dat zij dat zelf beseffen toch beïnvloed worden. Als leerlingen mij vroegen waarom ik een sticker van de PPR en later van GroenLinks op mijn tas had zitten, legde ik hen uit, dat mijn opvattingen – of ik wilde of niet – zouden doorklinken in mijn lessen en dat ze daarop verdacht moesten zijn en kritisch moesten luisteren.

Bij veel vakken klinken allerlei waarden door. Denk aan de literatuur bij de talen, de politieke en godsdienstige opvattingen in de verschillende perioden van de geschiedenis, rechtvaardige lonen og handel bij economie, Derde Wereldproblematiek bij aardrijkskunde of regionale ongelijkheden in inkomen, werkgelegenheid, voorzieningen als scholen, ziekenhuizen, culturele instellingen. Vergeet maatschappijleer/burgerschapsvorming niet. Als docent moet je met je leerlingen zaken analyseren. Uiteindelijk moeten leerlingen zoveel inzicht krijgen, dat ze tot een gefundeerd oordeel en tot een eigen keuze kunnen komen. Dan zit je wel in de bovenbouw van Havo en Vwo.

Ik moet er niet aan denken, dat een van mijn kleinkinderen wordt overgeleverd aan een docent met PVV-sympathieën. Ik verwacht minimaal respect voor de waarden, die Jezus van Nazareth ons voorgeleefd heeft. Bij de indieners van het amendement heb ik dat respect niet kunnen waarnemen. Ze mogen mij aanstaande zaterdag, 20 mei, uit de droom helpen.

Jaargang 10, Nr. 462.

GroenLinks en de Vrijheid van Onderwijs

zaterdag, mei 13th, 2017

WAT WIL GROENLINKS MET DE VRIJHEID VAN ONDERWIJS?

In het officiële verkiezingsprogramma van GroenLinks vinden we in Hoofdstuk3 over onderwijs programmapunt 11: “Artikel 23 dient te worden herzien met als oogmerk dat de overheid kwalitatief goed onderwijs voor iedereen aanbiedt, financiert en op kwaliteit controleert. Daarbovenop kunnen ouders zelf vormen van bijzonder onderwijs aanbieden in de eigen tijd en door henzelf gefinancierd”. Het klinkt wat krom en dat schijnt veroorzaakt te zijn door het combineren van het oorspronkelijke ontwerp met een amendement, dat met een zeer kleine meerderheid is aanvaard.

De reacties binnen en buiten de partij waren bijzonder kritisch. GroenLinks ontstond door een fusie van PPR en EVP, partijen van linkse christenen en de PSP en de CPN. Er was altijd wel een kleine groep van fanatieke voorstanders van openbaar onderwijs, maar dat leidde er nooit toe, dat de partij het plan opperde het bijzonder onderwijs de nek om te draaien. Zaterdag, 20 mei organiseert De Linker Wang samen met de Onderwijswerkgroep van GroenLinks een bijeenkomst over dit onderwerp. Je moet je daarvoor opgeven.

Wat is mijn mening? Onderwijs vormt een deel van de opvoeding. Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Ze zorgen niet alleen voor goede voeding, goede zorg voor hun gezondheid, goede kleding en huisvesting. Ze leren hun kinderen ook hoe zij zich in de samenleving horen te gedragen, hoe hun houding hoort te zijn tegenover hun medemensen, dichtbij en veraf. Ze leren hen wat politieke verantwoordelijkheid inhoudt. Al die gedragsregels leren ze hun kinderen vooral door hun goede voorbeeld. Ze praten er ook over met hun kinderen en vertellen over hun inspiratiebronnen. Ze laten hun kinderen ook zien wat verdraagzaamheid betekent, want mensen denken er niet allemaal hetzelfde over en toch moet je op een prettige manier met elkaar kunnen omgaan. Zo maken kinderen kennis met het waardenpakket van hun ouders en zien hoe hun ouders er ook naar leven.

Dat is het ideaal, maar we weten maar al te goed, dat er ouders zijn, die er een potje van maken, hun kinderen mishandelen, hun geen hygiëne leren, geen medemenselijkheid. Ze vertellen met intens plezier hoe een collega gepest wordt. Ze zijn verbaasd als ze dan horen hoe hun kind op school een van de gemeenste pesters is. Lang niet alle ouders verstaan de kunst van goed opvoeden.

Voor veel ouders is godsdienstige opvoeding het moeilijkst. Zelfs als ze zelf hun religie intens beleven en zo hun kinderen daarin meenemen, dan ontbreekt vaak de nodige kennis. Vooral onder katholieken werd die kennisoverdracht vooral aan de school overgelaten. Maar het gaat niet alleen om kennis. Het gaat ook over je houding tegenover je medemens. Jezus van Nazareth kan zo’n voorbeeld zijn. Als het goed is, kun je dat op allerlei manieren bij alle vakken merken. Het gaat dan niet om katholieke wiskunde of joodse gymnastiek, maar wel om de waarden, die in het onderwijs doorklinken.

Samen met ouders heb ik in de tachtiger jaren allerlei kennis- en houdingsdoelen van Vredesopvoeding op een rijtje gezet en mijn collega’s van allerlei vakken gevraagd wat ze er aan deden. Alle vakken konden meerdere doelen in hun omgang met de leerlingen nastreven.

Zo kun je samen met ouders vorm geven aan de identiteit van de school. Ouders kiezen ook heel bewust een school, die past bij hun kind, een school waar hun kind zich thuis voelt. Maar ouders kijken ook naar de waarden, die een school in het onderwijs nastreeft. Dat komt in allerlei activiteiten naar voren. Een school wordt niet katholiek als er één uur per week catechismus wordt gegeven. Daarom is het programmapunt van GL ook uitermate dwaas.

Rond 1975 verzette de Landelijke Werkgroep Aardrijkskunde Onderwijs tegen een verplicht schriftelijk eindexamen voor ons vak. Het zou methodische vernieuwing zoals projectonderwijs bemoeilijken en het bijzonder karakter kunnen aantasten. Een keer is er een incident geweest. Er was een meerkeuzevraag over de ouderdom van de löss. Op een christelijke school wilden de leerlingen het goede antwoord niet geven, omdat het strijdig zou zijn met hun bijbelse berekening van de ouderdom van de schepping. De vak inspecteur wilde geen rel. Hun antwoord is gewoon goed gerekend. Daar was ik het helemaal mee eens. Zo’n vraag hoorde gewoon niet in het C.S.E..

Ik ben 16 jaar voorzitter geweest van de Kring Utrecht van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. Leraren van allerlei scholen werkten samen aan een betere kwaliteit van het aardrijkskunde-onderwijs. Er waren nooit problemen. Een ding heb ik mijn collega’s duidelijk kunnen maken. Als je gewoon “neutraal” of zogenaamd “objectief” de aardrijkskunde van Nederland beschrijft, dan is de impliciete boodschap in jouw onderwijs, dat het allemaal zo hoort. We weten maar al te goed, dat er in Nederland heel wat dingen anders zouden moeten. We komen bij die beschrijving van Nederland heel wat ruimtelijke conflicten tegen. We moeten leerlingen leren kiezen. Dan gaat het om doelmatigheid. Dat is een vorm van evaluatie, de hoogste intellectuele activiteit volgens de Taxonomie van Bloom. Maar het gaat ook om toetsing aan jouw waarden. De waarden van een GroenLinkser zijn heel andere dan die van een VVD-er. Daar moet je leerlingen bewust van maken. Zo worden zij zich bewust van hun eigen waarden. Een kleinkind bleek zich achteraf ervan bewust, dat ze helemaal niet blij was met de overheersende waarden van haar middelbare school. Die waren meer neo-liberaal, dan evangelisch. Toch noemde dat lyceum zich christelijk. Het is niet gemakkelijk een passende school te kiezen.

Jaargang 10, Nr. 461.

Vrijheid en vrede in heel Europa

vrijdag, mei 5th, 2017

EUROPA IS NIET HET PROBLEEM, EUROPA IS DE OPLOSSING

Vandaag vieren we in Nederland Bevrijdingsdag. In lang niet alle Europese landen wordt dezelfde datum aangehouden. Delen van het Duitse leger en de vloot hadden zich al eerder overgegeven. Op 7 mei 1945 tekende de Duitse generaal Jodl in Reims de documenten tot onvoorwaardelijke overgave van alle strijdkrachten onder Duits bevel. De overgave ging in op 8 mei 1945 om 23.01 uur Midden Europese Tijd. Op 9 mei 1945 hadden alle Duitse legeronderdelen de strijd gestaakt. De Tweede Wereldoorlog was geëindigd. Er werd nog geen vrede gesloten en formeel is het nooit zo ver gekomen.

Maar 9 mei is daarom de Dag van Europa geworden. We vieren de onderlinge verbondenheid, we vieren de vrede, we vieren de vrijheid in Europa. Die verbondenheid in de Europese Unie is de beste garantie voor vrede en vrijheid. Eeuwenlang was het de tegenstelling tussen het Oostrijk en het Westrijk, tussen Duitsland en Frankrijk, die steeds weer tot oorlog leidde. Daarom was het initiatief van Robert Schumann, de Franse minister van Buitenlandse Zaken om het gezag over kolen, staal, ijzererts en schroot aan de afzonderlijke regeringen te ontnemen zo belangrijk. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal kwam in 1952 tot stand. De EGKS is nu onderdeel van de Europese Unie. In 1952 waren het maar zes landen, die de EGKS oprichtten: West-Duitsland, Frankrijk, Italië, België, Nederland en Luxemburg. In die tijd waren Spanje en Portugal dictaturen. Achter het IJzeren Gordijn was de Sovjet Unie de baas. Pas na 1989 kon de EU de huidige omvang bereiken.

In Nederland is er net als in zo veel landen een tegenstelling tussen het centrum, de Randstad en de periferie, de grensprovincies. In het centrum zijn inkomens en bezit hoger, er wonen meer hoger opgeleide mensen er is minder werkloosheid en het aantal inwoners groeit nog steeds. In Groningen, Drente, delen van Overijssel en de Achterhoek en in Limburg ligt de werkloosheid hoger. Jonge mensen trekken er weg en de bevolking krimpt, zodat ook het voorzieningenniveau achteruit gaat. Dat leidt tot onvrede bij de bevolking en je ziet er een hoger percentage PVV-stemmers. Er is een periode geweest, dat er meer aandacht aan die achterblijvende gebieden werd besteed. Er kwamen rijksdiensten naar toe en de grote ondernemingen bouwden er fabrieken. Dat regionaal-economisch beleid is veranderd. Nu moet de Randstad economisch zo krachtig mogelijk worden om zo te kunnen concurreren met andere Europese centrumgebieden. Dan zie je, dat ook in Europa de perifere gebieden achterop raken. Griekenland, Italië, Cyprus en Portugal hebben het economisch moeilijk. In Polen en Hongarije zie je extreem rechtse partijen aan de macht komen. Echte Europese solidariteit komt maar moeilijk tot stand. Vroeger gaven wij in Nederland de schuld aan “Den Haag”. Nu geven we de schuld aan Brussel. Mensen begrijpen niet, dat een land als Nederland of zelfs de gehele Europese Unie maar weinig invloed heeft op de groei van de economie. De economische macht ligt bij het bedrijfsleven en eigenlijk bij de rijkste aandeelhouders, die maximale winsten eisen. Als een onderneming productie verplaatst naar een lage-lonen-land, stijgen de winsten en misschien dalen de prijzen en neemt de omzet toe en zo stijgen de winsten nog meer. Zelfs dan zijn die rijksten in de wereld nog niet tevreden. Ze eisen lagere winstbelasting of ze ontwijken belasting met boekhoudkundige trucs. Die rijksten in de wereld ontduiken zelfs belasting en doen aan witwassen van hun zwarte geld. Een regering, die zich verzet, wordt gechanteerd met het dreigen fabrieken te sluiten. Alleen een land als de USA is groot en machtig genoeg om tegen die rijksten in te gaan. Alleen zijn de “gewone mensen” daar zo dom geweest een knecht van de allerrijksten als presidente kiezen. Ook de EU zou bij echte eenheid groot en machtig genoeg zijn om alle smerige praktijken van de allerrijksten een halt toe te roepen. Het Europees Parlement is druk bezig wetgeving te ontwikkelen tegen witwassen, belastingontwijking naar belastingparadijzen tegen de ‘race to the bottom’ van de percentages winstbelasting. Die rijksten betalen nauwelijks belasting. Ze stelen ook op die manier van de armsten. De EU kan dus een belangrijke rol spelen om de welvaart eerlijker te verdelen. De EU is dus niet het probleem, maar kan de oplossing zijn als wij dat samen willen. Daarom steek ik op de Dag van Europa op 9 mei weer de blauwe vlag met de twaalf gouden sterren uit.

Jaargang 10, Nr. 460.

Op ontdekkingsreis in Brabant

vrijdag, april 28th, 2017

STEVENSBEEK IN OOST-BRABANT

Nu ik er weer aan terugdenk, besef ik wat een rijkdom het is, een heel weekend weg met je kinderen en kleinkinderen. Iedereen vermaakt zich en we doen veel samen. Dat is geluk.

Dit weekend waren we terecht gekomen in Stevensbeek. Het ligt zo’n 4 KM noordelijk van Overloon, zuidwest van Boxmeer en zuidoost van Sint Anthonis. Zaterdagmorgen maakten we met z’n tweeën een flinke wandeling. We hadden de topografische kaart 1: 50.000 bij ons. We zagen eerst de Pater Eymardstraat en ik weet, dat hij de stichter is van de congregatie van de Paters van het H. Sacrament. Dat was het eerste raadsel. Wat was de band tussen Stevensbeek en die congregatie? We liepen over de Lactariaweg. Had die naam iets met melk te maken? Verderop droeg een boerderij die naam, maar die leek niet op een melkfabriek. Er waren vooral kaarsrechte wegen en een tamelijk moderne verkaveling, al waren de percelen net al de boerderijen niet erg groot. Het moet een heideontginningsgebied zijn, zoals ik dat in 2015 in het Fries-Drentse Wold ook gezien had. Op de kaart had ik bos gezien en in het bos zagen we de stuifduintjes. Zo’n stuifzand is niet geschikt voor grasland of akkers. We zagen een grasplaggenbedrijf: intensivering om op weinig grond toch een redelijk inkomen te verkrijgen. Verderop enorme varkensschuren netjes op een wat afgelegen plek. Nog een vorm van intensivering was een fors kastuinbouwbedrijf. En de laatste vorm van intensivering was een bedrijf met scharrelkippen, waar scharreleieren te koop waren. De meest merkwaardige vorm van modernisering in zo’n agrarisch landschap was een uitbundig bordeel met gastvrije sexy dames.

We waren er nog niet achter, wat de geschiedenis is van het gebied. Weer thuis kregen we van de beheerster van de groepsaccomodatie een boekje, dat in 1984 was uitgegeven bij gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van Stevensbeek. We moeten terug naar de negentiende eeuw. Zo rond 1880 brak de landbouwcrisis uit door de enorme import van Amerikaans graan. Nederland moest omschakelen naar een hoogkwalitatieve landbouw: zuivelveeteelt en tuinbouw. In diezelfde tijd kwam de kunstmest in zwang. De traditionele potstalcultuur verdween. Schapen waren niet langer nodig als mestproducent. De heide was niet meer nodig als graasgebied voor de schapen. Welgestelde burgers uit Maastricht kochten voor zeer weinig geld een heidegebied van ruim 800 hectaren op en bouwden er een modelboerderij met tachtig melkkoeien, voor die tijd enorm veel. De heide werd ontgonnen door de Nederlandse Heidemaatschappij en er kwam grasland en akkerland. Het landgoed kreeg de naam Lactaria. Van heinde en ver kwam men kijken. Zelfs Prins Hendrik had belangstelling. De Maastrichtenaren verkochten Lactaria aan een jonkheer. Toen die in 1933 overleed verkochten de erfgenamen het landgoed weer aan de gemeente Sambeek. Het hele gebied kreeg kleine gemengde bedrijven met melk als voornaamste product. De grote gezinnen uit de omgeving leverden de pachters. Er was ook een dorp nodig met een school en een kerk en winkels en een hoefsmid. Dat werd Stevensbeek, genoemd naar de toenmalige burgervader Stevens van de gemeente Sambeek. Het ontstond in 1934, mijn geboortejaar en wordt dit jaar dus ook 83 jaar.

De modelboerderij bleek op den duur toch geen succes. Die werd verkocht aan de Zusters Dominicanessen van Bethanië uit Venlo. Schuin er tegenover, ook aan de Kloosterstraat, kwam een patersklooster en jawel van de Paters van het H. Sacrament. De kloosterkerk is er nog. De zusters begonnen een tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen. Hun onderkomen was nu ons verblijf. De Zusters en Paters zijn weg uit Stevensbeek, maar het dorp is nog springlevend.

Dichtbij ligt Overloon, veel toeristischer. Ik bezocht er het Oorlogsmuseum. Ik had een vage herinnering, maar het bleek nu zeer modern Alle moderne communicatietechnieken worden er toegepast. Het zet je echt aan het denken. Als je Hitler ziet tijdens zijn toespraken moet je onmiddellijk aan Erdogan denken. Als je de illegale kranten ziet zoals het Parool denk je aan het verlies aan persvrijheid in tal van landen. Een militair in een pak dat hem moet beschermen tegen gifgas doet je denken aan de recente doden in Syrië. Ik weet uiteraard niet of iedereen zijn bezoek net als ik beleef.

Je kunt er ook de Slag om Overloon beleven. Wij worden door Duitse soldaten uit ons huis verdreven, zitten vervolgens dagen lang in kelders tot we uiteindelijk bevrijd worden. En als je dan de “kelder” uitstapt kom je beelden van oorlogsgraven tegen en besef je dat hier en elders in Nederland duizenden gesneuveld zijn voor onze vrijheid. Zo was mijn bezoek een mooie voorbereiding op 4 en 5 mei.

Jaargang 10, Nr. 459.