Author Archive

Het Griekse referendum

donderdag, juli 2nd, 2015

BESTAAT EUROPESE SOLIDARITEIT?

Zelfs bij Nederlandse solidariteit kun je vraagtekens zetten. De dikke IK denkt vooral aan zich zelf en scheldt op uitkeringstrekkers, die van onze centen leven en dikke televisies in huis hebben. Kunt u zich voorstellen, dat in de armere randprovincies met veel werklozen er veel minder medische zorg zou zijn tenzij de mensen er zelf voor betalen? Kunt u zich voorstellen, dat uw werkloze kinderen en kleinkinderen maar heel kort een uitkering krijgen en vervolgens afhankelijk zijn van uw pensioen? De hele familie moet leven van het ook al gekorte pensioen van de grootouders. Er zijn binnen Nederland flinke regionale welvaartsverschillen. De grootste bijdrage aan het BNP komt uit de Randstadprovincies en daarnaast uit Noord-Brabant. Natuurlijk gaan er geldstromen vanuit de welvarende provincies met weinig werklozen naar de provincies met veel werklozen. Zelfs Geert heb ik daar nog niet over horen klagen. Toch is Nederland pas tweehonderd jaar een eenheidsstaat. Die staat zorgt ervoor, dat werkzoekenden in heel Nederland hetzelfde behandeld worden. Door de decentralisatie van een deel van de zorg bestaat overigens wel het risico, dat in de ene gemeente er ruimere toedeling van zorg gaat optreden dan in de andere. Als dit merkbaar wordt, zal het ongetwijfeld tot scherpe protesten leiden. Regionale ongelijkheid wordt binnen Nederland als onwenselijk beschouwd.

Na de invoering van de Euro merkten de Grieken en zij niet alleen, al snel, dat er binnen de Europese Unie de regionale ongelijkheden onaanvaardbaar groot zijn. Dat gaf sociale onrust en met geleend geld werd die bezworen. De lonen stegen en daarmee verspeelden de Grieken een van de weinige gunstige vestigingsplaatsfactoren. Arbeidsintensieve industrieën sloten de deuren. De werkloosheid nam toe. De Griekse crisis barstte los. Zie eerdere columns van30 april 2010, 2 en 9 juli 2011.

Heeft het zin de Grieken alsmaar geld te lenen? Het meeste daarvan verdwijnt weer even snel uit Griekenland om de eerdere leningen af te lossen en de rente te betalen. Maar heel weinig komt Griekenland zelf ten goede. De armoede wordt steeds erger. En intussen zijn wij de Griekse scheepsmagnaten ter wille, die de Griekse belastingen willen ontwijken. Voorzitter Jeroen Dijsselbloem is daar als Nederlands minister van financiën mede verantwoordelijk voor.

Natuurlijk moet er in Griekenland veel hervormd worden. Denk aan betere belastinginning, bestrijding van corruptie en vriendjespolitiek. Maar als de Grieken hun economie niet op poten kunnen zetten, dan blijft de narigheid. Dan moet het kapitaal niet uit het land verdwijnen naar andere EU-landen. Dan moeten multinationals volop investeren in Griekenland, zoals Philips eerder deed toen het productie overbracht naar Polen. Dan moeten handelaren in de gehele EU en daarbuiten Griekse producten gaan importeren en wij consumenten moeten vooral Griekse olijfolie of druiven kopen. Dan moeten we en masse in Griekenland op vakantie gaan. Dan helpen we de Grieken pas echt. Maar daarover hoor je ze in Brussel niet praten. Het zou een terechte aanval op het systeem van de vrije markteconomie zijn. Die ultralinkse Griekse regering moet een lesje geleerd worden. En zo laten we de gewone Grieken rustig creperen en de domsten onder ons roepen over die luie Grieken.Toch hoop ik dat de Grieken zondag JA stemmen, zodat ze bij europa blijven horen. Ik vermoed dat over honderd jaar de historici met verbazing zullen spreken over het gebrek aan Europese solidariteit in het begin van de eenentwintigste eeuw.

Jaargang 8, Nr. 367.

Belastingherzieningen 2

vrijdag, juni 26th, 2015

BTW-TARIEVEN

Hoge Btw-tarieven vind je soms in landen met een niet zo goed werkende belastingdienst. Loon- en inkomstenbelasting worden er veelvuldig ontdoken, vaak ook nog met medewerking van corrupte belastingambtenaren. Het zijn vooral de mensen met hogere inkomens met een eigen zaak of met een zelfstandig beroep, die gemakkelijk de inkomstenbelasting kunnen ontduiken. De schade voor de staat en dat zijn wij allemaal, is des te groter. De Btw is veel gemakkelijker te innen en daarom zie je in zulke landen extra hoge Btw-tarieven.

Hoge Btw-tarieven zijn extra nadelig voor de mensen met een laag inkomen. Ze hebben al niet veel te besteden en door het hoge Btw-tarief zijn de prijzen extra hoog. Omdat ze vaak in loondienst zijn, is het ontduiken van de loonbelasting lastig. Zij betalen het volle pond en ook nog de extra hoge Btw. De hoge inkomens ontduiken de inkomstenbelasting en hebben minder moeite om de hogere prijzen te betalen. Vaak hebben ze een deel van hun inkomen zwart en kopen goederen zwart of betalen diensten zwart. Zo ontduiken ze dus ook nog de Btw. In Griekenland vormen deze praktijken een fors deel van de problemen. Maar hier in Nederland gebeurt het nog veel te vaak. In mijn ogen is het jatten van je medeburgers.

De laatste jaren heeft men de werkgelegenheid bevorderd, door voor onderhoud en reparatie het lage Btw-tarief van 6% te rekenen. Vroeger deed ik zelf het schilderwerk en soms eenvoudige reparaties. De tuin hield ik zelf bij en ik vond het wel fijn, dat de kapper niet zo duur was. Maar ik word een dagje ouder en ik kan het niet niet allemaal meer aan. Soms helpen kinderen of kleinkinderen met de tuin. Sinds het voorjaar 2012 hebben we voor de tuin een hovenier ingeschakeld. Dat kostte ons sindsdien ruim 4700 Euro, waarvan een deel onder het 6% tarief. Als voor het tuinwerk het 21% tarief zou hebben gegolden, was de rekening 190 Euro hoger geweest. Voor de schilder zou de rekening sedert 2005 950 Euro hoger zijn geweest en voor mijn kapper ben ik per jaar zestien en een halve Euro meer kwijt. Ik kan dat wel missen, maar ik denk, dat er veel mensen zullen zijn, die wat minder vaak naar de kapper gaan of zelf de tondeuse gaan hanteren. Het werkgelegenheidseffect zal minder worden en daarmee de inkomsten voor de staat. Wellicht vallen er ontslagen en moeten er uitkeringen worden opgebracht. Dat geldt voor allerlei arbeidsintensieve activiteiten. Denk ook aan toneel of concerten. Een verhoging van het 6% Btw-tarief lijkt mij geen verstandige zaak.

Iets anders is de Btw voor zeer luxe goederen en voor milieu schadelijke producten of activiteiten. Het onderwerp “vergroening” van de belastingen is in mijn partij nogal populair. Zo mag het vlees rustig onder het 21% tarief vallen. De consequentie is dan wel, dat vlees eten iets voor de rijken wordt en in veel gezinnen alleen op zondag nog vlees gegeten wordt. Ik ken dat nog van vroeger. Barbecueën wordt dan een nog kostbaarder zaak. Daarmee maak je je als politieke partij niet populair, behalve dan onder vegetariërs. Hier zie je als neveneffect, dat de tegenstelling arm-rijk verscherpt wordt. Er kan een spanning optreden tussen groen en links. Het geldt voor alle groene belastingen. De lage inkomens horen gecompenseerd te worden. Zij kunnen zich vaak ook moeilijk aan negatieve milieueffecten onttrekken. Wordt de brandstof duurder, dan ga je je huis beter isoleren, maar wat doe je als je in een huurhuis woont? Dan ben je afhankelijk van je huisbaas. GroenLinks zou over dit soort zaken veel duidelijker moeten zijn.

Jaargang 8, Nr. 366.

Belastingherzieningen

vrijdag, juni 19th, 2015

GAAT IETS WEZENLIJK VERANDEREN?

Belasting betalen is voor de dommen. Dat schijnt een gevleugeld woord te zijn onder de superrijken. Deze week waren belastinghervormingen in het nieuws. De EU wil iets doen tegen de belastingontwijking door multinationale ondernemingen. In Nederland wil de huidige regering het belastingstelsel grondig herzien. Het lijkt meer op een verschuiving. De wezenlijke problemen worden niet aangepakt.

Al tientallen jaren ergeren we ons aan het ontwijken van de winstbelasting door multinationale ondernemingen. De winsten worden boekhoudkundig verschoven naar belastingparadijzen met een extreem lage of in het geheel geen winstbelasting. Nederland speelt daarin een belangrijke rol. We herbergen duizenden brievenbusfirma’s. die een rol spelen in dit spel. Ze sluiten geheime overeenkomsten met de Nederlandse belastingdienst over kortingen op de winstbelasting. Het Europees Parlement heeft besloten, dat er een lijst moet komen van multinationale ondernemingen met al hun dochterbedrijven, zodat gemakkelijker na te gaan is hoe de belastingontwijking in zijn werk gaat. De President van de USA heeft als uitgangspunt, dat winstbelasting betaald moet worden in het land, waar de winst gemaakt is. Dat vind ik ook. Van een onderneming is bekend hoeveel de totale omzet is, inclusief die van dochterbedrijven en van dochters van dochterbedrijven en ga maar door. Zo moet ook bekend zijn hoe groot de omzet in bijvoorbeeld Nederland is. Die omzet is een bepaald percentage van de totale omzet. De winstbelasting moet dan betaald worden over hetzelfde percentage van de totale winst van de onderneming. Zo simpel kan het zijn. Winstcijfers spelen een belangrijke rol bij de koersen van de aandelen. Omzetcijfers horen in de jaarverslagen. Nu wordt gevreesd, dat onder de lidstaten van de EU een “race tot the bottom” ontstaat met steeds lagere percentages winstbelasting. Dus is het logisch, dat de lidstaten een behoorlijk hoog minimum percentage afspreken met een streng verbod om daar stiekem onder te duiken. Als er naar behoren winstbelasting betaald wordt, kunnen de loonbelasting en de BTW omlaag. Het is in ons aller belang, dat de diefstal uit onze portemonnee door de bedrijven gestopt wordt. Tsja, voor de aandeelhouders is het minder leuk. Dan moeten we uiteraard niet meer VVD stemmen, want die partij is de grote beschermer van grote bedrijven en hun aandeelhouders. Ik ben benieuwd wat het standpunt van D66 is. Vaak is die partij in financiële zaken een lightversie van de VVD.

De vermogensongelijkheid in Nederland neemt toe. Vermogenswinsten worden vaak niet belast. Dat is vaak ook moeilijk, want de vermogens worden gewoontegewijs ondergebracht in stichtingen of andere rechtsvormen, gevestigd op bijvoorbeeld de Kanaaleilanden. Kapitalen worden ondergebracht bij banken in Zwitserland of Luxemburg en voor de fiscus verzwegen. Daar gaat iets aan gedaan worden. Het bankgeheim zal worden opgeheven. Internationale wetgeving moet aan dit soort praktijken een eind maken.

Ik las over een andere manier om winst weg te sluizen. Eigenaars van ondernemingen brengen de winst onder bij de reserve van de onderneming. Geen winst meer. Bij de belastingherziening kan worden voorgeschreven, dat het winst toevoegen aan de reserves pas mag gebeuren na het betalen van winstbelasting.

Ondernemingen profiteren op velerlei manieren van de staatsuitgaven. Ze maken gebruik van infrastructuur als wegen, havens en kanalen, vliegvelden en de luchtverkeersleiding, spoorlijnen, stations en emplacementen en goed ontsloten bedrijventerreinen. De staat zorgt voor de broodnodige veiligheid in velerlei opzicht. Denk aan politie, betalingsverkeer of internet, maar ook voor gezonde leefomstandigheden, voedselveiligheid en hygiëne. De staat sluit handelsverdragen met andere staten, zodat ondernemers goederen en diensten veilig kunnen exporteren. Als ondernemers op zo vele manieren profiteren van de staat, dan mag daar een forse bijdrage aan de staatsinkomsten tegenover staan.

Jaargang 8, Nr. 365.

 

Schloss Moyland in Nordrhein-Westphalen

zaterdag, juni 13th, 2015

EEN BIJZONDER MUSEUM

Ik had de wegwijzer met “Schloss Moyland” al zo vaak gezien rijdend in het Duitse gebied, dat grenst aan de Achterhoek en rijdend over de Autobahn naar Oberhausen. Het maakte me nieuwsgierig. Onlangs was ik een lang weekend in het gebied en ik zocht het op. Het ligt tussen Kleef en Kalkar. Toen ik er was, zag ik dat een foto van het kasteel de toeristische kaart van de Kreis Kleve siert. Het is in neogotische stijl gebouwd net als kasteel Haarzuilens, maar Moyland is veel soberder en wel zo mooi. Het kasteel is net als Haarzuilens door een park omgeven en daar vind je een rijkdom aan beeldhouwwerken. In een bijgebouw worden aparte tentoonstellingen georganiseerd. Je kunt er dus heel wat uurtjes doorbrengen. Wij hebben ons beperkt tot de tentoonstelling in het kasteel. Vroeger waren er massa’s schilderijen opgehangen, die de wanden van boven tot beneden vulden. Dat is nu anders.

We hebben de tentoonstelling “Kunst beweegt. Sterke vrouwen” bekeken. Die is er tot september 2015 te zien.  In het museum is kunst bijeengebracht, die door de gebroeders Hans en Franz Joseph van der Grinten aanvankelijk in hun huis in Kranenburg is verzameld. Daarbij speelde de kunstenaar Joseph Beuys (1921 – 1986) een belangrijke rol. Deze kocht kunst van collega kunstenaars op en verkocht de kunstwerken samen met zijn eigen werk. Veel kwam terecht in de kunstverzameling van de gebroeders van der Grinten.

De tentoonstelling is chronologisch en thematisch van opbouw. In de benedenverdieping, het souterrain vinden we beeldhouwwerken. De eerste zaal toont kunst uit de 19e eeuw in neoclassicistische stijl.Kunstenaars lieten zich inspireren door de kunst uit de klassieke oudheid. De beelden waren goed verkoopbaar, want de neoklassieken waren in de mode. Je ziet het ook bij kastelen en landhuizen uit die tijd. Daarna komen allerlei stijlen uit de tijd rond 1900 en daarna aan de orde tot en met de artistieke uitingen, die zijn samengesteld uit afvalmateriaal. Veel werk is daarbij van Joseph Beuys.  Hij is opgeleid aan de Kunstacademie van Dusseldorf en werd er later hoogleraar.

De begane grond met de receptie toont grafiek, kunstenaars en thema’s. Een eerste zaal toont werk van Max-Klinger (1857 – 1920), een serie prenten, vervaardigd voor een prachtuitgave van het verhaal van Amor en Psyche, opus V, 1880. Een volgend thema is Liefde en Eros, met houtsneden in Jugendstil en Expressionisme. In een gang hangen schilderijen met zee en strandgezichten. Afbeeldingen van ateliers tonen de werkplek van de kunstenaars en hun modellen. Er is daarbij veel aandacht voor het naakt met alle details.

De eerste verdieping met de Twijnzaal (Zwirnersaal) is vooral gewijd aan het werk van Joseph Beuys en de rol, die de vrouw in zijn werk speelt. “Joseph Beuys vatte het vrouwelijk lichaam op als plastische vorm en zag de vrouw als draagster van levensenergieën en –processen.” Bijzonder vond ik de zaal met vrouwen in de natuur en de zaal met “Sterke vrouwen”. “Het gaat om heldinnen, zieneressen, tovenaressen, en vooral actrices. De laatsten staan voor beweging en energie. Allen zijn ze een uitdrukking van geestelijke kracht en een spiritueel complex van krachten.”  Joseph Beuys toont zich ook een geëngageerd. Kunstenaar in zijn beeldhouwwerken uit de jaren zeventig van de twintigste eeuw.

We hadden geen idee, wat ons daar in Schloss Moyland te wachten stond. Ik heb er geen spijt van deze tentoonstelling bezocht te hebben. Weer een iets anders dan de Haagsche School met landschappen.

Jaargang 8, Nr. 364.

Waarom geen TTIP?

vrijdag, juni 5th, 2015

TAL VAN RISICO’S

Donderdagavond, 4 juni was ik bij een interessante bijeenkomst over een handelsverdrag tussen de USA en de EU, het Transatlantic Trade and Investment Partnership, kortweg TTIP. Spreek uit als tee tip. De Landbouwwerkgroep en de Europawerkgroep van GroenLinks waren de organisatoren. Het doel van TTIP is de wederzijdse handel te vergemakkelijken en de investeringen te beschermen. Het zou leiden tot meer economische groei, lagere prijzen en meer banen, kortom tot meer welvaart. Wie kan daar tegen zijn?

Maar er blijken nogal wat addertjes onder het gras. De economische groei en meer banen worden in twijfel getrokken. Bedrijven zien in kwaliteitseisen en milieuregels handelsbelemmeringen, die moeten worden weggenomen. TTIP kan zo een risico herbergen voor de voedselveiligheid en voor het milieu. Allerlei sociale rechten van werknemers kosten geld, net als de milieumaatregelen. Hogere prijzen belemmeren de handel. Dus moeten sociale regels, milieuvoorschriften en gezondheidseisen verdwijnen. Bedrijven kunnen dat via een arbitrage hof bereiken. Dat zou TTIP voor elke Europeaan volkomen onaanvaardbaar maken.

Maar dan komen er wellicht ook regels om investeringen te beschermen. Stel dat een Amerikaanse multinational in Nederland investeert in een energie-intensief bedrijf. Dit vanwege het goedkope aardgas of vanwege de goedkope aanvoer van steenkool. Het bedrijf zit hier en het Nederlandse parlement wil fossiele energie duurder maken, zodat duurzame energie een betere concurrentiepositie krijgt en het milieu minder vervuild wordt. Het bedrijf is hevig verontwaardigd, noemt de Nederlandse overheid onbetrouwbaar en gaat bij een arbitrage hof procederen. De multinational eist schadevergoeding van de Nederlandse staat. Ongelofelijk. Toch vind je in bestaande verdragen dergelijke regels. Ik vind, dat nieuwe wetgeving behoort tot de normale bedrijfsrisico’s. Had je maar beter moeten nadenken. Iedereen weet, dat een dergelijke wet er zit aan te komen. Waarom een apart hof? In Nederland biedt onze rechtsstaat alle mogelijkheden om een beroep te doen op een rechter.

Maar er is meer. Het kwam deze avond maar zijdelings ter sprake. Waarom worden producten goedkopen? Ze kunnen nu in sterkere mate op de meest geschikte, dus goedkoopste plaats worden voortgebracht. De regio’s met de gunstigste vestigingsplaatsfactoren zien hun economische activiteiten toenemen. Dat gaat ten koste van andere regio’s met ongunstige vestigingsplaatsfactoren. Daar vermindert de werkgelegenheid. Hoeveel Griekenlanden komen er bij in Europa?  Dezelfde vraag kun je voor de USA stellen. Het tot stand komen van TTIP maakt in een aantal gebieden een grondige hervorming van de economische structuur noodzakelijk. Krijgen die gebieden steun van de EU of van de federale regering in Washington? Of wordt er weer over die “luie Grieken” geroepen?

In Nederland, vanouds een handelsland, zien sommigen vooral nieuwe kansen. We hebben altijd voor vrijhandel gepleit. Toen het goedkope Amerikaanse graan rond 1880 Europa binnen kwam reageerde Frankrijk met beschermende maatregelen. In Nederland werd de landbouw gemoderniseerd. Er kwam meer onderzoek en landbouwonderwijs en landbouwvoorlichting. Nederland werd een belangrijke exporteur van agrarische producten. De Franse landbouw bleef lange tijd achterlopen. Van de geschiedenis moet je leren. Maar opnieuw zijn de Fransen het sterkst tegen TTIP. Tsja, wat is wijsheid.

P.S. Zie ook het artikel in GroenLinks Magazine digitaal.

Jaargang 8, Nr. 363.

Eerste en tweede corrector

vrijdag, mei 29th, 2015

EEN CORRECTE HOUDING VAN EEN EXAMINATOR

Ik maak er geen gewoonte van eenentwintig jaar na mijn afscheid van school nog over onderwijs te schrijven. Een bericht in de Volkskrant daagt mij echter enorm uit. Er zijn mensen, die willen, dat niet de eigen leraar maar de nu tweede corrector als eerste examens nakijkt. De tweede correctoren maken er soms een potje van. Ze kijken een steekproef na of maar een paar vragen. Vervolgens zetten ze rustig hun handtekening voor akkoord. De gewoonte is ontstaan toen de vergoeding voor het optreden als tweede corrector verviel. Zelf vond ik, dat ik genoeg verdiende en bovendien geen les meer hoefde te geven in de eindexamenklas. Maar het getuigt niet van fatsoenlijk werkgeverschap zo maar bestaande vergoedingen in te trekken.

Ik ben er van overtuigd, dat de examenmakers hun uiterste best doen om goede vragen te stellen. Die zijn niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Ze zijn duidelijk voor de leerlingen. Eventuele figuren zijn goed leesbaar, correct en actueel. Er verandert veel in de wereld. Nieuw onderzoek zorgt voor veranderende opvattingen. Desondanks bleek bij de vergaderingen van aardrijkskundeleraren elke keer weer, dat er kritiek op de vragen was, die door de vergadering werd onderschreven. Problematischer waren de bijgevoegde antwoordmodellen. Noem drie kenmerken of drie oorzaken of drie gevolgen en de vergadering noemde er zo één, twee of drie bij. Na een landelijke vergadering werden de resultaten van de regionale vergaderingen samengevoegd tot een landelijke aanvulling op het antwoordmodel. Die aanvulling had geen rechtskracht, maar het antwoordmodel vermeldde als aanvullende regel, dat ook antwoorden, die naar het oordeel van de examinator goed waren ook goed gerekend konden worden. Door de aanvulling werd onenigheid tussen eerste en tweede corrector zo veel mogelijk voorkomen.

Een landelijke toetsing schijnt nodig te zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Dat blijkt vooral bij sommige scholen met een hoger gemiddelde voor het schoolonderzoek dan voor het centraal schriftelijk. Soms kan dat komen door het feit, dat bij het schoolonderzoek andere dingen getoetst worden als bij het centraal schriftelijk. Maar het kan ook het gevolg zijn van een te laag niveau van het schoolonderzoek. De stof voor het centraal schriftelijk is slechts een deel van de totale examenstof. Ik meende wel eens te merken, dat de rest van de examenstof niet in het schoolonderzoek getoetst werd. Door je helemaal te concentreren op de stof voor het c.s.e. kon je goede scores verwachten. Echt eerlijk was het niet. In de bovenbouw was bijvoorbeeld ontwikkelingsproblematiek en Europese integratie de aandacht waard. Ik vond meningsvorming erg belangrijk. Ik vond en vind, dat je als school tekort schiet als je je beperkt tot kennisoverdracht. Ik zou wel eens willen weten hoe mijn oud-leerlingen er nu na dertig, veertig of vijftig jaar over denken.

Mijn doel als examinator was de leerlingen een verdiend en verantwoord cijfer toe te kennen en dan zo hoog mogelijk. Dat betekent dus niet op alle slakken zout leggen. Goed overwegen of een antwoord goed gerekend zou kunnen worden ook al ontbrak het in het antwoordmodel en de aanvulling. Zo handelde ik ook als tweede corrector. Je moet ook die leerlingen van een collega docent beschermen tegen een te strenge examinator of een die zijn afkeer of voorkeur voor een leerling(e) al dan niet bewust laat meespelen.

Waarom zo’n soepele houding? Een centraal schriftelijk examen zou objectief zijn, maar is dat uiteraard niet. Er kunnen altijd oorzaken zijn van een slechter presteren dan gewoonlijk: Ziekte, vermoeidheid, zenuwachtigheid, faalangst, ongesteldheid, huiselijke problemen, ziekte of overlijden van een dierbare. Maar ik merkte een enkele keer, dat er collega’s zijn, die uitermate streng zijn. Ze wensen de landelijke aanvulling op het correctiemodel niet te erkennen. Ze eisen een zeer exacte beantwoording van de vragen in overeenstemming met het correctiemodel. Ze werken waarschijnlijk op een school met een zeer strenge selectie en hebben dus leerlingen, die bovengemiddeld scoren en gewend zijn aan die zeer strenge beoordeling. Die ene keer werd ik er echt een beetje ziek van. Vrijwel altijd lagen de cijfers voor schoolonderzoek en centraal schriftelijk dichtbij elkaar. Ik heb nooit cadeautjes uitgedeeld. Maar ik heb ook nooit leerlingen het slachtoffer laten worden van een over kritische beoordeling. Ik ben bang dat het juist dat soort letterzifters zijn, een zeer kleine minderheid, die voorstander zijn van de omkering van de correctievolgorde. Die asociale houding tegenover eindexamenkandidaten tref ik helaas ook aan bij de staatssecretaris voor onderwijs, Sander Dekker. Geef zo iemand nooit zijn zin.

Jaargang 8, Nr. 362.

De verjaardag

donderdag, mei 21st, 2015

GEEN KROONJAAR MAAR TOCH

Vandaag een jaar geleden was ik na een zware operatie net uit het ziekenhuis. Ik was nog geen cent waard. Ik kon eigenlijk alleen achter een rollator lopen of binnenshuis een paar passen. Trappen lopen ging helemaal niet. Vanaf toen is het herstel begonnen. Steeds meer zonder rollator. Kleine blokjes om buiten. Voorzichtig zover zien te komen, dat ik aan hartrevalidatie kon beginnen. In het begin hield ik de loopband geen vijf minuten vol. Maar ik ging zienderogen vooruit. Ik ging ook buiten zonder rollator lopen en maar even nog met een stok. Ik ging weer fietsen. Afgelopen winter is de conditie wel wat achteruit gegaan, maar ik ben die nu weer aan het opvoeren.

Deze week moest ik voor het ziekenhuis een enquête invullen. Wat je niet allemaal kunt mankeren. Maar bij mij valt dat mee. Ze vroegen niet naar mijn gevoel. Ik voel me vooral heel dankbaar. Het had ook mis kunnen gaan. In Lourdes heb ik die dankbaarheid stil kunnen uiten. En ik heb een extra grote kaars opgestoken om te bedanken. Dank, dat er goede chirurgen waren met een enorme inzet.

Nu kan ik eerstdaags met de hele familie mijn eenentachtigste verjaardag gaan vieren. Mijn tachtigste vorig jaar ging heel rustig aan en toch was het flink vermoeiend. Het is nu geen kroonjaar, maar ook 81 is een bijzonder getal: 81 = 92 = 34. Het wordt een familiefeest. De honderden bezoekers van dit weblog moeten het met dit blog doen.

Als bevolkingsgeograaf besef ik, dat ik langzamerhand boven het gemiddelde voor mannen begin te raken. Als ik vroeger weer keihard moest werken om de rapportcijfers op tijd te kunnen inleveren, vroeg ik me wel eens af of ik op die manier niet te snel zou verslijten. Slijtageverschijnselen waren er inderdaad, maar met de eerder vermelde operatie is daar iets aan gedaan. Nu maar hopen, dat ik mijn moeder mag achterna gaan, die de 89 haalde. Aan ooms en tantes, die pas ver boven de negentig stopten, wil ik voorlopig niet denken.

We worden allemaal steeds ouder en dat heeft nogal wat financiële gevolgen. Mensen moeten langer door werken om de pensioenen betaalbaar te houden. Maar al die oudere mensen zijn ook koopkrachtige consumenten en dus een stimulans voor de economie. Terwijl ik vroeger het huis zelf schilderde en zelf de tuin onderhield zet ik nu beroepsmensen aan het werk. Zie ons ouderen dus niet alleen als een kostenpost, maar ook als een bron van inkomsten. En dan zwijg ik nog over de goede doelen en over de toeristensector. Een beetje heb ik dat toch wel, dat Zwitserlevengevoel.

Jaargang 8, Nr. 361.

Bedevaart naar Lourdes

maandag, mei 18th, 2015

THEMA KOMT NIET UIT DE VERF

Ruim dertienhonderd rooms-katholieken uit het Aartsbisdom Utrecht waren van 2 tot 9 mei in Lourdes. Daarbij waren zo’n 260 jongeren, tieners en kinderen. Bij de bedevaart hoort traditioneel een toeristisch uitje naar de Pyreneeën, Gavarnie en Pont d’Espagne. Daar bij het restaurant op 1500 meter hoogte had ik een bijzondere ontmoeting. Een oudere mevrouw sprak met een jonge vrouw met een kind. Ik zei: “Mag ik u een onbescheiden vraag stellen? Zie ik hier drie generaties?” Ja dat klopte. Ze kwamen uit Apeldoorn waar ik geëvacueerd ben geweest. Na de bevrijding ging ik er nog een paar weken naar school. Dat is zeventig jaar geleden. De kinderen zitten nu op diezelfde school. Zo heb je tijdens zo’n bedevaart voortdurend ontmoetingen. Je hoort bij elkaar.

Ook deze bedevaart had nog een sterk traditioneel karakter. Veel vieringen, maar steeds met een eigen karakter. Zo was er een avond van barmhartigheid. Vroeger noemden we dat een boeteviering. Je mag boete doen voor je fouten en tekorten. De oproep tot barmhartigheid is eigenlijk mooier. Als anderen je iets aan doen, dan kun je heel lang boos blijven, maar je kunt de ander ook de hand reiken en het goed maken. Dan voelt die ander zich een stuk beter. Daarvoor hoef je overigens helemaal niet godsdienstig te zijn. Een andere viering was die van de handoplegging. Als je dat wilt legt een priester zijn handen op je hoofd en spreekt een stil gebed uit. Het is een zegening, waarbij hij Gods hulp voor je vraagt, dat het goed met je gaat. Zo wensen wij elkaar bij het afscheid nemen het beste toe. Bekend van Lourdes is ook de Lichtprocessie. Mensen dragen een brandende kaars met een kapje er omheen tegen de wind. Voorop de rolstoelen en daarachter honderden meters aan deelnemers die bidden en luisteren en zingen. Daarbij vooral het Bernadettelied met als refrein “Ave, ave, ave Maria”. Ave betekent gegroet. Daarbij steekt iedereen zijn kaars omhoog. Toch maakte de internationale Eucharistieviering weer de meeste indruk. Je wordt je bewust van het feit, dat de kerk over de gehele wereld verbreid is, dat al die mensen een eenheid vormen en hetzelfde levensideaal hebben. Dat het kleingeestige gedoe binnen de Nederlandse kerk en vooral ook in het geseculariseerde deel van de bevolking eigenlijk iets is, waar je je niet al te druk over moet maken.

Maar dan het thema. Paus Franciscus stuurde aan de gehele kerk vorig jaar een bemoedigingsbrief, een apostolische exhortatie, “De Vreugde van het Evangelie”. In die brief, een boek van 175 bladzijden riep hij alle gedoopten op ervan te getuigen, dat het verhaal van Jezus van Nazareth een blij verhaal is. Ik hoor de sceptische reacties al. Er is vaak een verhaal van hel en verdoemenis van gemaakt. Ik kan dat met de woorden van Franciscus best uitleggen, maar het lijkt vaak, dat mensen hun mobieltje uit hebben gezet of dat de mails in de Spambox verdwijnen. De boodschap komt niet over. Het negatieve beeld uit de media overheerst. Of er is onverschilligheid of er is te weinig lef, want je moet je tegenwoordig verantwoorden als je vertelt nog serieus kerk gebonden te zijn. Veel mensen schrikken als je hen vertelt, dat de paus van iedere gedoopte verwacht, dat hij voor zijn geloof uit komt.

De leiding van de bedevaart meende, dat het thema voldoende zou worden ingevuld door er tijdens de preken aandacht aan te schenken. Ik denk, dat je blij mag zijn als de luisteraars één enkele gedachte uit zo’n preek oppikken. Ik had verwacht, dat we er daarnaast in onderlinge gesprekken aandacht aan zouden besteden. Nu is er onderling heel veel gesproken en vaak waren zulke gesprekken de individuele deelnemers tot grote steun. Zo breng je de mensen ook vreugde.

Wat ik zou willen is meer handreiking. Is het het beste de vreugde van het Evangelie vooral metterdaad te verkondigen door net als Jezus van Nazareth de blinden te laten zien, de doven te laten horen, de lammen te laten lopen, de eenzamen uit hun eenzaamheid te verlossen en de armen te helpen? Hoe nuttig zijn informele gesprekken, waar je allerlei misverstanden rechtzet? Hoe ga je om met de bekentenis van mensen, die zeggen niet in god te geloven? Hoe overtuig je mensen, die vinden dat ze geen kerk nodig hebben om goed te leven? Helaas was voor zulke gesprekken geen tijd ingeruimd. Het had best een viering minder gekund. Een beetje vernieuwing kan de bedevaart best gebruiken.

Jaargang 8, Nr. 360.

Wisseling van de wacht bij GroenLinks

woensdag, mei 13th, 2015

 

VAARWEL BRAM, WELKOM JESSE

 

 De wisseling van de wacht in de GroenLinks Tweede Kamer fractie kwam erg plotseling, maar niet geheel onverwacht. Het was niet waarschijnlijk, dat Bram van Ojik voor nog een periode zou opteren en dus lag een tussentijds afscheid voor de hand. Er moet een kundig regisseur aan het werk zijn geweest. Zo werd het op de Tv en in de kranten het openingsnieuws met ongewoon veel aandacht. Dat doet mijn GroenLinkshart goed.

Bram van Ojik heeft zeer verdienstelijk werk geleverd. Hij heeft de rust in de fractie hersteld. Zo won hij het vertrouwen van de leden van GroenLinks en van de kiezers. Er kwamen weer goede resultaten bij de verkiezingen voor Europa, de gemeenteraden en de Provinciale Staten. Bij die laatste verkiezingen merkte ik, dat het percentage voor GroenLinks bij Tweede Kamerverkiezingen negen zetels had kunnen opleveren. Het wordt overigens hard werken om bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer een nog beter resultaat te realiseren. Hopelijk hebben die zogenaamde strategische stemmers hun lesje geleerd nu het beleid van de huidige regering zo veel mensen in moeilijkheden heeft gebracht. Dat daarbij D66 steeds meer een VVD-achtige partij wordt zal een deel van hun kiezers (weer) op GroenLinks kunnen laten stemmen.

Bram van Ojik straalde in zijn optreden rust uit, wijsheid,  inzicht en overtuigingskracht en hij ging gewetensvol te werk, waarbij hij het het opnam voor de zwaksten in onze samenleving en elders in Europa en in de Derde Wereld. Hij dwong respect af en werd gerespecteerd door zijn collega’s in de Kamer en door leden van het kabinet. Het is mooi, dat hij niet hecht aan zijn baan, maar oog heeft voor het belang van de boodschap, die GroenLinks verkondigt. Hij ziet in, dat het moment is gekomen om het werk aan jongere mensen over te laten. Die zijn intussen gegroeid in politiek inzicht en persoonlijke overtuigingskracht. Bram kan met een gerust hart vertrekken.

Jesse Klaver heb ik eigenlijk maar één keer meegemaakt. De laatste twwe jaar heb ik geen grote bijeenkomsten kunnen bijwonen, Die ene keer ging het, meen ik, over werkgelegenheid en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, Jesse zag niet zo veel problemen. Ik heb iets gezegd, dat solidariteit van de werkenden nodig is als tegenmacht tegenover werkgevers, tegenover het kapitaal. Die belangentegensteling is er nu eenmaal en zal er ook blijven. Dat zegt mijn opa ook altijd, was het antwoord van Jesse. Ik zou qua leeftijd ook zijn opa kunnen zijn, Tsja. Intussen heeft Jesse wel veel bij geleerd. Nu is hij de man in Nederland, die de enorme zelfverrijking van de top van het bedrijsleven aan de kaak stelt en het opneemt voor de groeiende groep mensen, die tot armoede is vervallen. Het begint steeds meer een structurele armoede te worden. De ontwikkelingen in de economie maken veel werk door automatisering overbodig. Er komt steeds minder werk voor laagopgeleiden. Een tweedeling dreigt, is waarschijnlijk al aanwezig. Kinderen groeien in armoede op. Dan is het veel moeilijker om een goede scholing te verkrijgen. Armoede wordt erfelijk, maar dan veel massaler dan tot nu toe. Dan is het ergerlijk dat grote ondernemingen een zo weinig belasting op hun winst betalen. Voor de komende jaren wordt een belangrijke opgave om tot een eerlijke inkomensverdeling en verdeling van werk te komen. Daarbij gaat het ook om die mensen, die door ziekte of andere beperkingen niet tot werken in staat zijn.  Voor al die mensen moet GroenLinks samen met de SP en misschien de CU opkomen. Op de PvdA en D66 hoeven we niet te rekenen en helemaal niet op het CDA en de VVD. Je hoort mensen zeggen: “Wat hebben we het toch goed in Nederland.” Het lot van die groeiende groep armen ontgaat hen volkomen.

Onze partij is behalve links ook groen. Teveel mensen sluiten het liefst hun ogen voor het milieuprobleem. Straks worden ze pas wakker als ze natte voeten krijgen. De zeespiegelstijging is al een realiteit. Een milieuvervuiling wordt hier en daar met succes bestreden, maar de luchtvervuiling is in Nederland verstikkend. In de Pyreneeën vergat ik een keer mijn pufjes, maar dat bleek geen probleem. Hier zit ik al de hele dag te hoesten. Daarom moet de energievoorzienig zo snel mogelijk zonder fossiele brandstoffen. Ook hier stuiten we op de macht van het grootkapitaal.

Veel van deze zaken kunnen alleen echt goed geregeld worden op Europees niveau, maar gezien het gebrek aan Europese beslissende democratie, moeten vooral in alle lidstaten de neuzen dezelfde richting uit gaan wijzen. Ik zie de macht van de Europese Raad voorlopig niet afnemen ten gunste van het Europees Parlement.

Dat zijn zo’n paar onderwerpen, waar GroenLinks voor staat. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen stemgedrag. Stem je voor partijen, die de rijksten in de wereld hun gang laten gaan of stem je voor de machtelozen? Ik hoop, dat Jesse Klaver veel mensen zal doen beseffen wat er op het spel staat. Ik wens hem veel succes.

 

Geloven in God en de natuurwetenschappen

donderdag, april 30th, 2015

Geloven in God. Is dat weten, dat God bestaat? Als God er werkelijk voor ons is, zoals de Bijbel zegt, dan moet dat een heel ander zijn wezen, dan het zijn van de mens of de planten en dieren of de bergen en de oceanen of de sterren en de planeten. Wat het zijn van God inhoudt, kunnen wij naar mijn overtuiging niet met ons verstand omvatten. Ik kan soms vermoeden, dat het God is, die voor ons zorgt, die wonderlijke dingen laat gebeuren. Ik weet het dan niet, maar voorzichtigjes aan geloof ik het. Misschien is God aan het werk geweest.

Mensen vormen beelden van God. Die veranderen in de loop van de tijd. Maar die beelden zijn niet de werkelijkheid. Er was het beeld van de almachtige God en de alwetende God en nu is er meer het beeld van de liefdevolle God, de zorgende God. Het bestaan van God bewijzen lijkt mij niet mogelijk. Het niet bestaan van God kun je evenmin bewijzen.

God is met onze zintuigen of met allerlei instrumenten niet waarneembaar. Dat wil weer niet zeggen, dat hij/zij/het niet bestaat. Er kan een andere werkelijkheid bestaan buiten de ons bekende werkelijkheid. Als wetenschapper mag je dat niet uitsluiten. Geografen probeerden de uitkomsten van ruimtelijke processen te voorspellen, zoals economen dat doen met behulp van hun modellen. Het klopt nooit, want mensen handelen niet altijd logisch volgens vaststaande wetten. We kunnen uitspraken doen met een zekere waarschijnlijkheid, maar meer ook niet. Natuurwetten zijn niet bruikbaar in de economische of sociale of psychologische of ruimtelijke wetenschappen. Zo moet je de natuurwetenschappen ook niet gebruiken om het wel of niet bestaan van God te bewijzen. Dat is naar mijn mening methodologisch onjuist.

Voor de moderne mens is dat moeilijk. Hij is diep onder de indruk van al die wetenschappelijke prestaties. We doorgronden steeds beter de opbouw van de materie en van het heelal. We begrijpen steeds beter het leven van mens en dier. Denk aan het dna. Je dan zo maar overgeven aan een geloof in het bestaan van God en dat zonder enig bewijs, is moeilijk. Twijfelen is bijna vanzelfsprekend. Geloven is een kostbare gave.

Mijn jongste broer is zijn werkzame leven lang scheikundeleraar geweest. Hij heeft die twijfel gekend. Hij heeft zich door die geloofscrisis heen geworsteld en nu is hij op velerlei wijze actief in kerkelijk werk. Maar die schijnbare tegenstelling tussen het geloof in het Goddelijke en de waarneembare werkelijkheid van de natuurwetenschappen laat hem niet los. Hij heeft een interessante Powerpoint presentatie gemaakt, waarin hij een beeld schept van  het ontstaan en de opbouw van het heelal, van de natuurwetenschappen en de evolutie van het leven. Daarbij legt hij steeds een link naar de Bijbel en hij tracht Bijbel en natuurwetenschappen met elkaar te verzoenen. Dat is heel boeiend en het kan zeker ook tot discussie leiden. Hij is leraar genoeg om die moeilijke materie toch begrijpelijk te maken.

Harrie Jorna, mijn broer dus, heeft mij gevraagd om op mijn weblog er aandacht voor te vragen. Ik zou mij kunnen voorstellen, dat u in uw parochie of geloofsgemeenschap of kerkelijke gemeente of een afdeling van het Humanistisch verbond er een avond aan zou willen wijden. Harrie is bereid naar u toe te komen. Hij wil u zelfs de complete Powerpoint presentatie via de mail toesturen. Dan kunt u beter beoordelen of het voor uw publiek geschikt is. Bent u geïnteresseerd of wilt u er meer over weten, neem dan contact op via een E-mail naar harriejorna@hotmail.com   Zijn aanpak is een manier om de terechte twijfel aan ons aloude geloof bespreekbaar te maken.

Jaargang 8, Nr.359.