Author Archive

Tweedeling in Nederland

vrijdag, augustus 12th, 2016

TWEEDELING IN KENNIS ZAL BLIJVEN

Mijn medegeograaf Josephine Bersee schreef in Opinie en Debat van de Volkskrant vanuit Hongkong een interessant artikel, maar raakte daarbij niet het werkelijke probleem. Zij stelt, dat de elite eens moet stoppen met zich zelf te verwijten, dat een deel van de bevolking in schoolse kennis achterblijft bij de rest. Zo kan de elite zich zelf over de ruggen van de ongeschoolden verrijken. Ze legt de schuld ook wel bij die laagopgeleiden zelf. Beseffen ze wel, dat inspanning nodig is om iets te bereiken? Maar, geeft ze toe, er zullen altijd mensen zijn, die het echt niet kunnen en die verdienen volop onze steun. Ze gaat ook in op de komst van buitenlanders, die op de arbeidsmarkt serieuze concurrenten kunnen worden en hun kinderen, die vaak in het onderwijs zeer ambitieus zijn. Hier spreekt haar ervaring in Hongkong heel duidelijk Zo kan er onder de laagontwikkelde Nederlanders een afkeer tegenover buitenlanders ontstaan als ze denken daardoor werkloos te blijven.

Bersee wijst terecht op het enorme succes van het Nederlandse onderwijs. Toen ik in 1946 naar de HBS ging, was ik een van de 5% van de Nederlandse jeugd, die naar Gymnasium, HBS of MMS ging. Nu gaat ongeveer 50% naar Vwo en Havo en stroomt vervolgens door naar Universiteit en Hogeschool. In sommige sectoren treden tekorten op, maar die blijven beperkt door de veel grotere deelname van vrouwen aan het arbeidsproces. Maar vanaf 12 jaar hebben de Vwo- en Havoleerlingen nauwelijks contact met hun leeftijdsgenoten op het Vmbo. Vaak beoefenen ze ook andere sporten. Bersee wijst er op, dat ze vaak ook in andere wijken wonen. Zo kan er wel degelijk een tweedeling ontstaan. Men heeft geen benul van het leven van die anderen.

Enkele problemen stipt Bersee niet aan. Er gaat nog steeds talent verloren, doordat sommige kinderen opgroeien in een milieu, waar geen studiecultuur bestaat. Ik ben er trots op 30 jaar gewerkt te hebben op een school, waar we kinderen uit zulke milieus door intensieve begeleiding wel hielpen te slagen voor hun Vwo- of Havodiploma. Maar er waren collega scholen, die hun deuren voor zulke kinderen gesloten hielden. En de adviezen van de Basisschool voor kinderen uit ‘lagere’ milieus waren en zijn nogal eens te laag. In toenemende mate vormen de kosten van verder studeren juist voor die groep studenten met financieel zwakkere ouders een probleem. Er is dus wel een zekere verantwoordelijkheid van de elite.

Veel van die Vmboleerlingen hebben dan niet zulke studiehoofden, maar ze hebben wel gouden handjes of ze zijn juist sociaal zeer intelligent. Helaas levert werk in de techniek of in de eenvoudige zorg een niet zo hoge status op. Ouders willen voor hun kind een witte boorden baan, terwijl er in ambacht en techniek vaak tekorten optreden. Ik kijk vaak met grote bewondering naar het werk van een eerlijke ambachtsman en praat er met lof over. Dat zouden we allemaal veel meer moeten doen. De eerder geschetste tweedeling maakt dat wel moeilijker.

De kern van de onvrede onder laagopgeleiden is de vrees, dat er steeds minder werk voor hen zal zijn. Al sinds de Tweede Wereldoorlog verdwijnt er werk. Dat komt door automatisering en robotisering en ook door verplaatsen van werkgelegenheid naar lagelonenlanden. Trump maakt zich daar erg druk over. Hij wil die productie terughalen naar de Verenigde Staten. Kennelijk weet hij niet, dat het al gebeurt. Intussen is die productie zo geautomatiseerd, dat er nog nauwelijks mensen aan te pas komen. Aan de ene kant gaan de onderdelen er in en aan de andere kant komen de pallets met in dozen verpakte producten eruit. In een moderne autofabriek zie je nauwelijks nog mensen. Als er zo weinig arbeid nodig is, kunnen de fabrieken evengoed in de Verenigde Staten of in Europa staan.

Die sterke automatisering betekende ook een verhoging van de arbeidsproductiviteit en als het goed was hogere lonen. Dus kon men meer kopen en dat betekende weer nieuwe werkgelegenheid. We kochten auto’s, we gingen vaker uit eten, in ons huis vind je een wasmachine, een vaatwasser, een Tv, maar ook meer kunst en we gaan vaker uit en verder en vaker op vakantie. Ik doe het schilderwerk niet meer zelf en voor het onderhoud van de tuin schakelen we af en toe een hovenier in. Maar vinden we steeds weer nieuwe goederen of diensten, die we wel willen kopen? Vertalen de gestegen winsten van de ondernemingen zich ook in hogere lonen? Of geldt de inkomensstijging alleen voor de topmensen? Blijven de ondernemingen de nationale overheden pressen om de winstbelasting laag te houden of blijven ze die winstbelasting ontwijken? Want daardoor kan de overheid minder gemakkelijk werk scheppen. Is het de elite, die dit alles bepaalt? Ik vrees van wel. De top bepaalt en de mensen met de betere banen profiteren mee. Schamen ze zich daarvoor? Wel nee. Ze vinden, dat het zo hoort en dat ze anders niet meetellen tussen al die topmensen. Het is eerder de intellectuele elite, die er vraagtekens bij zet en zich ook afvraagt of er een structurele werkloosheid voor laaggeschoolden is ontstaan. Dat zie je ook in de encycliek Laudato si, waarin Paus Franciscus laat zien hoe ons economisch-technologisch systeem leidt tot armoede hier en in de Derde Wereld. Maar hij ging als aartsbisschop ook op bezoek in de krottenwijken van Buenos Aires. Hij heeft de armoede met eigen ogen gezien.

Jaargang 9, Nr. 423.

Dialoog tussen doven?

zaterdag, augustus 6th, 2016

De discussie over wel of geen religie leidde nog niet tot dialoog 

De stroom van brieven in de rubriek “Opinie en Debat” van de Volkskrant over het geluk dat religie je kan geven of juist de narigheid, die religie veroorzaakt was heel boeiend. Maar wat leverde het op? Beide kampen verdedigden hun eigen standpunt en gingen over tot de orde van de dag. Men verdiepte zich nauwelijks in het standpunt van de ander en men streefde niet naar herkenning van wat wij allen gemeen hebben. Dat is jammer. We leven immers samen in dit land en de meesten van ons proberen er het beste van te maken. De stroom van brieven heeft tot nu toe nauwelijks tot een dialoog tussen religieus ingestelde mensen en seculiere medemensen geleid.

Als ik om mij heen kijk zie ik veel mensen, die op allerlei manieren goed werk doen. Sommigen doen dat vanuit een religieuze overtuiging, maar hoe seculiere mensen er toe komen is voor mij moeilijk te achterhalen. Vinden ze het gewoon belangrijk, dat er zo min mogelijk narigheid is? Ik weet het niet. Worden ze geïnspireerd door bijzondere mensen of door bepaalde geschriften? Ik weet het niet. Zouden religieuze mensen en niet religieuze mensen elkaar nu eens kunnen vertellen hoe ze er toe komen aan een betere wereld te werken? Zou er zo meer begrip voor elkaar kunnen ontstaan en wat minder elkaar verketteren? Moge het zo zijn.

Waarom stuurde ik bovenstaande brief naar de Volkskrant? Natuurlijk op de eerste plaats omdat de manier van reageren op elkaar in alle negativiteit mij getroffen heeft. We schieten er helemaal niets mee op. Alleen medestanders worden bevestigt in hun mening. Daarnaast is er bij mij altijd de belangstelling voor wat mensen beweegt. Wat drijft mensen? Die kennis vormt voor mij een bron van inspiratie. Goed voorbeeld doet goed volgen. Als je weet, wat mensen drijft, kun je ook beter met hen samenwerken. Je kunt beter op elkaar inspelen. Als je iets nieuws wilt beginnen of binnen een organisatie iets wilt bereiken kun je aan die kennis argumenten ontlenen.

In een vorige column liet ik zien, dat je bij de verklaring van ruimtelijke diversiteit ook moet kijken naar de waarden van de bewoners van een gebied. Kennis van de motieven van mensen bij hun handelen heeft dus ook wetenschappelijke waarde. Bedrijven geven handenvol geld uit aan marktonderzoek. Wat drijft mensen om hun producten wel of niet te kopen? Hoe beter je je klanten kent, hoe beter je op hun verlangens kunt inspelen en hoe meer geld je verdient. Kennis van de motieven van mensen heeft daarom ook economische waarde. Ik heb genoeg politieke ervaring om te weten hoe belangrijk het is te weten met welke motieven een partij de kiezers kan overtuigen. Een krant doet regelmatig lezersonderzoek, want de redactie wil de wensen van de abonnees kennen. Als ik de achtergronden van het nieuws wil weten, dan krijg ik bij mijn krant achtergrondartikelen. Het is dus echt niet zo vreemd, dat ik als religieus geïnspireerd mens mijn seculiere medeburgers beter wil begrijpen.

Allemaal onzin, want wij moderne mensen streven heel pragmatisch naar de beste oplossing en daarbij spelen allerlei hogere motieven geen enkele rol. We onderzoeken wat de beste oplossing is voor een probleem en die oplossing kiezen we. Wat is het geniepigheidje? De keuze van je doelstelling is niet waardenvrij. Daarbij kan eigenbelang of partijbelang of economisch belang een rol spelen. Je ziet het bij bedrijven. Ze streven naar winstmaximalisatie. Ze zouden ook kunnen streven naar continuïteit of naar tevreden werknemers of naar duurzaamheid van het product en het productieproces. De doelstelling van het bedrijf kan heel verschillend zijn en die keuze wordt beïnvloed door de opvattingen van de beslissers over wat het begrip bedrijfsbelang inhoudt. Maar staat winstmaximalisatie en een hoge beurskoers voorop dan is de kans groot, dat het belang van de werknemers in de knel komt: lage lonen, slechte arbeidsvoorwaarden, massaontslagen.

Het is al een oude discussie. Moet je je leerlingen kritisch maken en ze goed laten zien wat er allemaal fout is in de wereld of moet je gewoon “objectief” de geografie van een land beschrijven? Nogal wat collega’s vonden het laatste. Ze beseften niet, dat je zo de bestaande situatie als “normaal” beschrijft. Zo hoort het en dat is allesbehalve objectief.

Dus beste seculiere medeburgers leg je innerlijke roerselen eens bloot. Verschuil je niet achter de objectiviteit van het pragmatisme of achter de opvatting, dat het gewoon onmogelijk is uit te maken wat het verschil is tussen goed en kwaad. Kruip uit je schulp. Misschien heb je echt geen idee. Kom daar dan eerlijk voor uit.

Jaargang 9, Nr. 422.

Je ogen sluiten voor misstanden?

vrijdag, juli 29th, 2016

DE MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WETENSCHAPPER

Eens waren er kritische wetenschappers, die zich afvroegen of je als wetenschapper niet kritisch moest staan tegenover je werk. Je hoorde je af te vragen wat de consequenties van je werk zouden kunnen zijn. Ik denk, dat het meest bekende voorbeeld de vraag is naar de morele verantwoordelijkheid van de geleerden, die aan de ontwikkeling van de atoombom werkten. Zouden zij achteraf niet in gewetensnood zijn geraakt toen zij kennis namen van de gevolgen van de bommen op Hiroshima en Nagasaki? Vaak wordt er dan op gewezen, dat de atoombommen tot een sneller einde van de Tweede Wereldoorlog hebben geleid en zo ook tot minder slachtoffers.

Spelen ethische vragen ook bij de sociale wetenschappen? Horen sociale wetenschappers niet alleen onderzoek te doen, maar ook te onderzoeken in hoeverre mensen worden benadeeld? Worden thema’s juist niet onderzocht omdat dan al die negatieve gevolgen openbaar worden? De rijksoverheid vindt dat onaangenaam en de onderzoeker vreest straks geen budget te krijgen? In een vorig blog noemde ik het hoge percentage mislukte huwelijken een probleem. Ik wees vooral op het leed. Kinderen doen een beroep op hulp van psychologen of pedagogen. De gescheiden vrouw met nog jonge kinderen wordt soms enkele jaren afhankelijk van de bijstand. Komt er geen nieuwe partner, dan betekent het een grote beroep op de woningvoorraad en dan meestal een sociale huurwoning. Het is een van de oorzaken van het tekort. Een hoog aantal echtscheidingen brengt dus maatschappelijke kosten met zich mee. Toen ik googelde op de vraag “aantal gescheiden vrouwen in de bijstand” kreeg ik NUL hits. Misschien moet je een abonnement op CBS-publicaties hebben om een antwoord te vinden. Wel werd me duidelijk, dat er flink meer vrouwen in de bijstand zitten dan mannen.

Ik was ook nieuwsgierig naar het jaarlijkse aantal doden door fijnstof. In de hele wereld zijn het er 7 miljoen en omgerekend naar Nederland met meer fijnstof maar ook een betere gezondheidszorg zouden dat er 17.000 zijn. Het Longfonds publiceert daarover van tijd tot tijd. Ik vermoed, dat weinig automobilisten lustig toerend door Nederland zich realiseren, dat ze bijdragen aan dat aantal doden. Als ze wel over de kennis beschikken zullen ze er dan een kilometer minder om rijden of minder hard? Dat zou een mooi onderzoek kunnen opleveren voor bijvoorbeeld psychologen.

Maar vaak zijn het juist de media of de politiek, die dit soort zaken aan de orde stellen. Dat valt toe te juichen. Onderzoeksjournalisten leggen heel wat misstanden bloot. Naar mijn oordeel ligt daar ook een taak voor de wetenschap. Misstanden bloot leggen en het oordeel overlaten aan het publiek. De maatschappij in staat stellen te reageren en te werken aan verbetering van de situatie. Daarbij kunnen wetenschappers ook een rol spelen.

Opnieuw vraag ik mij af of de seculiere mens terug schrikt voor het oordelen over goed en kwaad. Het lijkt mij, dat iedereen de aloude stelregel onderschrijft: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” Laten we elkaar eerlijk zeggen of we iets verkeerd vinden. Dat lijkt mij bepaald niet onwetenschappelijk. Het hoort bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid van iedere burger of hij nu wetenschapper is of niet.

Jaargang 9, Nr. 421.

Aan de Nederlanders van Turkse afkomst

vrijdag, juli 22nd, 2016

TURKSE TOESTANDEN

Toen ik de coup en de nasleep ervan met enige spanning volgde moest ik denken aan het zogenaamde Tonkin incident. In de golf van Tonkin zouden Amerikaanse schepen door Noord Vietnamese schepen zijn aangevallen en die aanvalsdaad was voor Amerika reden om zich in de Vietnamoorlog te storten. Maar er was helemaal geen incident geweest.

In Turkije was er wel duidelijk sprake van een coup, maar uiteindelijk verliep het allemaal zo knullig, dat ik me begon af te vragen of het geen opzetje van de regering was. Want nu ziet de regering de coup als een Godsgeschenk, een prachtige reden om af te rekenen met alle critici. Die hadden ze al zo lang willen opsluiten. De lijsten lagen kennelijk al klaar. Nu konden al die “vijanden van de staat” prachtig achter slot en grendel. Alleen is het lastig om te bewijzen, dat de regering er zelf achter zit, tenzij er flink gelekt wordt. Zouden al die Erdogan aanhangers nu echt geloven, dat een grote groep Gülen getrouwen de macht wil overnemen? Of vinden ze dat helemaal niet belangrijk? Lang niet alle ontslagen militairen waren bij de coup betrokken. De rechters en ambtenaren en leraren en professoren zijn dan misschien wel kritisch en de rechters zijn wellicht bereid mensen dicht bij Erdogan te veroordelen wegens corruptie, maar een echte reden voor ontslag is er niet. Erdogan en zijn kliek willen gewoon de absolute macht en dulden geen kritiek.

In het Verenigd Koninkrijk spreken ze over “Heir’s Majesty most loyal opposition”. De oppositie heeft in een democratie een zeer wezenlijke taak, namelijk het beleid van de regering zo kritisch mogelijk volgen, zodat het desgewenst bijgesteld kan worden. Door goed oppositie voeren krijg je het beste beleid en als de regering geen gehoor geeft aan de wensen van de oppositie loopt ze de kans door de kiezers naar huis te worden gestuurd. Zo werkt democratie, als het goed is.

Een ander wezenlijk punt van democratie is, dat de rechten van minderheden gegarandeerd worden. Een goede regering beschermt de minderheden. Met de wensen van minderheden wordt rekening gehouden. Een eigen taal wordt erkend. Eigen culturele gebruiken zijn toegestaan. Ze mogen de eigen feesten vieren. De Turkse minderheid in Nederland mag eigen scholen stichten, mag eigen moskeeën bouwen, mag eigen verenigingen, zelfs eigen politieke partijen oprichten, mag zich naar eigen gebruiken kleden, zo zij dat wensen. De oprichters van de politieke partij DENK waren in net huidige Turkije al lang opgepakt. In Turkije hebben aanhangers van oppositionele partijen het moeilijk, maar hebben ook andere minderheden als Alevieten, Christenen en Koerden het moeilijk. Het verbaast mij zeer, dat al die Turkse Nederlanders, die al zo lang met onze democratie hebben kennis gemaakt, kennelijk niet zien, hoe gebrekkig de Turkse democratie functioneert. In plaats van enthousiast hun aanhankelijkheid aan Erdogan te betuigen, zouden ze via hun familie in het land het wezen van democratie moeten uitleggen. Het gaat om vrijheid, gelijkheid en broederschap, de leuzen van de Franse revolutie. Het gaat om gelijke rechten ongeacht je religie, je cultuur of je politieke gezindheid. Ik besef, dat dit een reusachtige omslag in het denken inhoudt. Juist het onderlinge respect en de grote verscheidenheid binnen een land vormen een enorme kracht naar vooruitgang, verbondenheid en veiligheid. Het wordt een lange weg om te gaan.

Jaargang 9, Nr. 420.

Boekbespreking Hans Boutellier: Het seculiere experiment

zaterdag, juli 16th, 2016

JE WEG VINDEN IN DEZE WERELD MET OF ZONDER GOD

Over dit onderwerp denk ik al jaren na. Ik vroeg mij af of het prudent is na de gebeurtenissen in Nice mijn blog hieraan te wijden. Maar mensen moeten elkaar begrijpen en dus ben ik er toch maar aan begonnen.

Ik zat nog midden in mijn werkzame leven als docent aardrijkskunde. Tijdens een bijeenkomst van katholieke leraren werd ons gevraagd met onze leerlingen na te denken over ethische vragen, waarmee zij in hun leven te maken zouden krijgen. Zo zouden we kunnen bijdragen aan de identiteit van een katholieke school. Tijdens studiedagen met de collega’s van het Niels Stensencollege kregen we als opdracht een aspect van ons leraar zijn te kiezen, waaraan wij de komende jaren zouden gaan werken. Een homo collega nam zich voor te gaan werken aan meer begrip voor het verschijnsel homofilie. Ik besloot te gaan onderzoeken hoe je leerlingen kunt leren tot een gefundeerd oordeel te komen over thema’s waarmee ze in hun leven te maken krijgen. Mijn vak aardrijkskunde is daarvoor zeer geschikt, want het aardrijk, dat wij bestuderen, het door mensen ingerichte landschap is het resultaat van menselijk handelen en elke keer moeten wij bij de verdere inrichting weer beslissen. Komt die weg er en waar moet die dan komen? Komt er nog een landingsbaan bij Schiphol of laten we het vliegverkeer elders groeien? Bouwen we windmolens in onze gemeente? Waar? Hoe hoog? Als er op het scholeneiland geen ruimte meer is voor groei, breken we dan alles af en bouwen we elders een schoolgebouw met woningen erboven? Hoe financieren we dat? Het zijn vragen uit de praktijk.

Ik merkte al studerend, dat er eerst de vraag gesteld moet worden naar de meest doelmatige oplossing. Denk maar niet, dat die, als die al gevonden wordt, ook gekozen wordt. Vaak blijkt achteraf, dat we de verkeerde keus gemaakt hebben. Het is ook niet gemakkelijk. Het zoeken naar de beste oplossing voor een ruimtelijk probleem is in de Taxonomie van Bloom de hoogste vorm van intellectuele activiteit, namelijk evaluatie. Daaraan gaan kennis en analyse en synthese vooraf. Bij veel gevallen gaat het niet alleen om doelmatigheid, maar ook om allerlei opvattingen over wat goed is en wat fout. Elke oplossing kunnen we toetsen aan onze waarden. Is het een goede zaak een weg een bijzonder fraai landschap te laten doorsnijden of kunnen we hem beter parallel laten lopen aan een bestaande spoorlijn of een kanaal, zodat er geen nieuwe doorsnijding van het landschap optreedt? In de politieke praktijk merk je, dat veel mensen een beperkt waardenapparaat bezitten. Er is in hun opvoeding iets mis gegaan.

Toen de ontzuiling flink doorzette, begon ik mij af te vragen of iedereen wel in staat zou zijn voor zich zelf een behoorlijke set van waarden te ontwikkelen. Aan de hand van die waarden beoordeel je je eigen handelen en dat van anderen. Als je die opvattingen niet van huis uit mee krijgt en niet meer de steun hebt van je zuil, hoe kom je dan tot opvattingen over goed en kwaad? Ik merkte in mijn omgeving, maar ook in de maatschappij als geheel, dat het allemaal nogal meeviel zoals de mensen zich gedroegen. Toch waren er ook signalen, die bij mij ongerustheid veroorzaakten. Zo kreeg ik leerlingen, die gewend waren alles te krijgen, wat hun hartje begeerde en dachten, dat het met het verkrijgen van een diploma ook zo zou werken. Een leraar wordt er voor betaald en de leraar moet maar zorgen, dat ik een diploma krijg.

Die analyse van het leerlingengedrag in de jaren tachtig en negentig werd bevestigd door een publicatie van het Bureau Motivaction, “De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders”. Er bleek een generatie te zijn opgegroeid, waarvan een deel van de kinderen nooit grenzen waren gesteld tijdens hun opvoeding. We kenden altijd al de collega, die er de kantjes van afloopt, maar dat type bleek plotseling een kwart van de jongeren te omvatten. Ook andere kenmerken van die jongere generatie stemden mij niet tot vreugde.

Dus was ik heel benieuwd naar een boek van de zeer seculiere Hans Boutellier, getiteld: Het seculiere experiment. Hoe we van God los gingen samenleven”. De schrijver is heel optimistisch en ziet overal prachtige initiatieven. Mensen vinden elkaar als ze een probleem zien en gaan samen aan een oplossing werken. Ik heb het boek nu gelezen, vind er veel goeds in, maar heb ook mijn bezwaren.

De auteur is min of meer uitgedaagd door een opmerking van zijn vader waarmee het boek begint: “Als er niemand meer in God gelooft, dan wordt het een zooitje , jongen.”. Nu vijftig jaar later wil de schrijver nagaan of het inderdaad een zooitje is geworden. Dan moet hij zich afvragen wat zijn vader bedoelde met een zooitje en vervolgens objectief moeten toetsen in hoeverre de criteria van zijn vader werkelijkheid zijn geworden. Nu juicht hij allerlei ontwikkelingen toe, die zijn vader waarschijnlijk afgewezen zou hebben.

Boutellier kiest zijn eigen criteria om aan te tonen, dat het nogal meevalt met alle maatschappelijke ontwikkelingen. Daarbij speelt zijn eigen deskundigheid een belangrijke rol. Hij is criminoloog, directeur van het Verwey-Jonker Instituut en bijzonder hoogleraar Veiligheid en Burgerschap aan de VU. Als het een zooitje zou zijn geworden, dan zou je dat kunnen merken aan de toegenomen criminaliteit. Die is in die vijftig jaar weliswaar toegenomen, maar neemt ook weer af. Nu is criminaliteit er altijd al geweest, ook toen het Godsgeloof nog algemeen was. Geloof in God of geen geloof in God lijken me weinig met criminaliteit te maken te hebben. Kijk maar eens naar de Italiaanse maffia, hun religiositeit en hun waarschijnlijke contacten met de Bank van het Vaticaan. De recente vermindering heeft meer te maken met de vermindering van het percentage jongeren.

De auteur ziet echter in het goed functioneren van de rechtsstaat een garantie, dat het geen zooitje wordt. Afgezien van het feit, dat het functioneren van een samenleving heel wat meer omvat dan die juridische kant zit er ook nog de vraag naar wetgeving en ethiek. Ik merk bij seculiere medeburgers vaak een enorme verabsolutering van het burgerlijk recht. Maar er was een tijd, dat slavernij juridisch geoorloofd was. En er was een plan om hulp aan illegale vreemdelingen strafbaar te maken, strijdig met internationaal recht, maar ook met wat God van ons verwacht. Vijftig jaar geleden waren er zaken verboden, die nu wettelijk zijn toegestaan. Ja, dan neemt het aantal overtredingen wel af. Hoe zou de vader oordelen over de wetten, die nu de zorg in Nederland regelen? Er zit in onze samenleving nog zo enorm veel onrecht en het neemt toe. De afbraak van ons sociaal stelsel wordt tegenwoordig progressieve politiek genoemd en krijgt vorm in verandering van de wetgeving. Belastingontwijking staat de wet toe, maar is moreel gezien gewoon diefstal van de gemeenschap.

Een tweede criterium is de ontwikkeling van de seksualiteit. De veranderingen in de laatste vijftig jaar zijn enorm. Als wij met onze kleinkinderen erover praten krijg je vooral verbaasde blikken. Ze zijn blij met alle vrijheid op dit gebied, maar ze zien beter dan de iets ouderen, dat je met die vrijheid ook moet leren omgaan. Het is echt verbazingwekkend, dat de auteur het mislukken van een op de drie huwelijken niet als een probleem ziet, nee juist als een van de aantrekkelijke kanten van de huidige samenleving. ‘Je zit niet meer je hele leven vast aan die eerste keuze.’ In dit hoofdstuk komt het woord liefde vaak voor, maar je krijgt de indruk, dat het een leeg begrip is. De auteur zou die encycliek van Benedictus XVI, ‘Çaritas in veritate’ eens moeten lezen. Dan kan hij tegelijk merken, dat het denken in de kerken niet stil staat.

Herhaaldelijk hoor ik mensen zeggen, dat het echt anders moet. Dan hebben ze het over de tweedeling in Nederland en de wereld als geheel, over het milieuprobleem, over het gebrek aan maatschappelijke verantwoordelijkheid, aan de individualisering met vaak de houding van ik doe waar ik zin in heb. Veel wordt diepgaand behandeld in de vorig jaar verschenen encycliek ‘Laudato si’ van paus Franciscus. De armen in de wereld en het milieu zijn beide slachtoffer van de hebzucht van de rijken. Ik heb sterk de indruk, dat die hebzucht in de laatste vijftig jaar alleen maar erger is geworden.

Met dit commentaar doe ik het boek van Hans Boutellier geen recht. Dat kan ook niet in een blog van beperkte omvang. Ik vermoed, dat ook Hans Boutellier streeft naar een betere wereld. Ik hoop, dat we daar samen aan kunnen werken, ieder op zijn manier en vanuit zijn eigen identiteit.

Zie ook het blog van 10 juni 2016.

Jaargang 9, Nr. 419.

Schiermonnikoog om te genieten

zaterdag, juli 9th, 2016

WERKWEKEN EN SCHOOLKAMPEN

Mijn Cor werd dit jaar tachtig en in het najaar zijn we 55 jaar getrouwd. Dan valt het niet mee nog een origineel cadeautje te verzinnen. Maar ze houdt van de zee en op een na hadden we alle Waddeneilanden al eens bezocht. Zo werd het een arrangement voor twee personen voor vijf dagen op Schiermonnikoog. Gisteren kwamen we terug.

Het was geen weer om lui op het strand te liggen bakken in de zon. Daarom hebben we veel gefietst en gewandeld. En overal kwamen we groepen kinderen tegen. Soms waren ze duidelijk met veldwerk bezig en we hoorden van een lerares uit Emmen, dat allerlei vakken daarbij samenwerkten: Biologie, scheikunde en natuurkunde. Ik miste aardrijkskunde, want het eiland laat je van alles zien op fysisch-geografisch gebied en ook sociaalgeografisch zijn er interessante verschijnselen. Dat was voor mij dus voortdurend genieten. Wel jammer was, dat we het grote kweldergebied niet ver in konden gaan, want het was nog broedseizoen. In dat kwelderlandschap zag ik zandruggen met duintjes evenwijdig aan de kustduinen. Het eiland verplaatst zich naar het Oosten. Zijn het strandwallen uit een vroeger stadium? Inmiddels is het eiland over de Gronings-Friese grens gegroeid.

 Het Westen van het eiland heeft oudere duinen met duindoorn begroeid. Ik heb weinig helmgras gezien en gelukkig ook weinig hekken. Veel van het duingebied is vrij toegankelijk. Het natte strand is hier heel breed en vlak en het droge strand is begroeid. Het is overal net anders dan in de rest van Nederland. Dat natte strand werd gebruikt voor zeilkarting. Een imposant gezicht en wat een snelheden.

Er is een opvallende verscheidenheid aan toeristische accommodaties. Je kunt er kamperen. Er zijn ook kampeerboerderijen vooral voor de schooljeugd. Er is een bungalowpark en er zijn appartementen en vakantiewoningen en er is een verscheidenheid aan hotels. En toch is het ons jaren geleden overkomen, dat we niet naar het eiland konden, want het zat vol. Toen zijn we met de Oostenwind in de rug maar naar Holwerd gefietst en hebben we ons heil gezocht op Ameland. Vroeger waren er op het eiland ook vakantiekolonies. Stadskinderen kwamen daar om aan te sterken en de gezonde zeelucht op te snuiven. Langs de Badweg zie je nog “ It Aude Kolonyhûs” voor katholieke kindertjes met de Egbertkapel er naast. In die kapel zijn op zondag vieringen en op dinsdag, woensdag en donderdag zijn er vespervieringen van de Cisterciënzers, die sinds kort weer op het eiland wonen. Ze zijn druk bezig met de voorbereidingen van de bouw van een klooster en zo draagt het eiland weer terecht de naam: oog = eiland van de schiere = grauwe monniken. Nu dragen ze een wit habijt met een zwarte band voor en achter. Ik heb één keer het laatste stukje van de completen meegemaakt, heel bijzonder op een eiland waar je in de natuur de werkende hand van de Schepper ervaart en dan in de kapel de monniken, die Gods lof zingen. Wat missen mijn seculiere landgenoten toch veel. Toch nieuwsgierig? De monniken hebben een uitstekende website met gedegen en uitvoerige informatie: http://kloosterschiermonnikoog.nl/  

En wij? Wij hadden vijf heerlijke dagen op een eiland van rust en schone lucht en prachtige vergezichten en geurende rozen en goed eten. Wat wil je nog meer? En toch wordt al dat moois in de ogen van de Eilanders bedreigd. Er zijn plannen om bij het eiland proefboringen te gaan doen en vervolgens gas te gaan winnen. Die boortorens dragen niet bepaald bij aan de schoonheid van het eiland. Maar gaswinning kan ook leiden tot bodemdaling en aardbevingen zoals in Groningen. En daarom zie je op Schiermonnikoog bijna huis aan huis affiches hangen tegen de boortorens, die het landschap gaan ontsieren. Nog meer gas betekent ook meer CO2 in de atmosfeer, dus een warmer klimaat, dus zeespiegelstijging en dat is evenmin iets om als Eilander blij mee te zijn. Dus geen boortorens op Schiermonnikoog.

Dan maar liever mee met een huifkartocht getrokken door twee PK, twee oude dames/merries zoals de stuurvrouw ze noemde. Het was een dag met buien, maar in een huifkar zit je hoog en droog. Dachten we! Want tijdens zo’n bui reden we recht tegen de wind in en de regen blies van voor naar achter door de huifkar heen. Dan heb je thuis wat te vertellen, zei ik tegen een Duitse familie. En zo is het maar net.

Jaargang 9, Nr. 418.

Stabiliteit in Turkije hard nodig

zaterdag, juli 2nd, 2016

MACHTSWELLUST ERDOGAN BEDREIGT HET LAND

Tot voor enkele jaren was Turkije een eiland van groeiende welvaart en stabiliteit in het Midden Oosten. Het toerisme bloeide. De industrie zorgde voor veel export en Turkse aannemers werkten overal en met name in Iran. De Koerden in het land hielden zich rustig en probeerden met succes langs democratische weg en door onderhandelingen een betere positie te verkrijgen. Daarnaast was er de geldstroom van Turkse werknemers in West-Europa naar hun familie in Turkije. Naast de traditionele handel in de soeks, misschien vooral gericht op toeristen, zagen we in Istanbul het moderne zakendistrict met veel hoogbouwkantoren. Er is een moderne infrastructuur van snelwegen, spoorwegen, ondergrondse en sneltrams in Istanbul met de moderne luchthaven en ook luchthavens elders, vaak voor het toerisme, maar ook voor zakelijk verkeer.

Juist toen wij er waren in 2014 ging het mis. Toen ik hoorde over de rellen in Istanbul, waar we net waren geweest, zei ik geschrokken tegen de gids, dat een eiland van stabiliteit in het Midden Oosten toch wel heel wenselijk was. Maar Erdogan lijkt van alle onrust juist te profiteren. Zijn trouwe volgelingen stellen een sterke leider op prijs en vinden welvaart belangrijker dan mensenrechten en democratie. Dus belanden journalisten achter de tralies en worden de media aan banden gelegd.

Toch is er geen getalsmatige meerderheid onder de bevolking, die Erdogan steunt. Dat bleek toen hij te kennen gaf te streven naar een presidentieel systeem als in Frankrijk en de USA. Veel mensen stemden op een Koerdische partij, die daardoor de kiesdrempel haalde. Een meerderheid voor een grondwetswijziging ontbrak. Erdogan liet het conflict met de Koerden weer oplaaien. Veel Turkse dienstplichtigen sneuvelden. Bij volgende verkiezingen verminderde de steun voor die Koerdische partij. De oppositie kan een grondwetswijziging niet meer tegenhouden.

Intussen raakt het land steeds meer betrokken bij het Syrische conflict. Turkije is tegen de Koerden en tegen het Assad regime, steunt de versplinterde oppositie, maar wil van het kalifaat van IS niets weten. En zo heeft Turkije nu te maken met bomaanslagen van Koerden en van IS. Nu zijn die Koerden niet bepaald lieverdjes, maar IS is veel en veel erger. Als Erdogan werkelijk een groot staatsman is, gaat hij onderhandelen met de Koerden en zorgt voor een wapenstilstand en op den duur een zekere autonomie voor de Koerden binnen het Turkse rijk. Dan hoeven er geen jonge Turken en geen jonge Koerden meer te sneuvelen, komt er binnenlandse stabiliteit en kunnen Turken en Koerden samen IS bestrijden. Alleen in vrijheid kan een land zich op allerlei terrein ontwikkelen, kan de innovatie zorgen voor technische vooruitgang en kan de economie weer bloeien. Maak dat een machtspoliticus als Erdogan maar eens wijs.

Jaargang 9, Nr. 417.

Brexit een waarschuwing

vrijdag, juni 24th, 2016

BREXIT OVERWINNING VOOR DE DOMHEID

In Moskou worden vandaag heel wat wodka’s achterover geslagen. Hoe meer Europa verdeeld raakt, hoe meer Poetin zijn gang kan gaan. En zoals zo vaak, wanneer het oorlog op het continent was geworden, zullen Britse soldaten sneuvelen en komen er opnieuw oorlogsbegraafplaatsen van het Britse Gemenebest. En het zullen juist de zonen van de tegenstemmers zijn, die sneuvelen, want voor hen is er geen ander werk dan om het leger in te gaan. Want reken maar niet, dat er straks meer werk komt, ook niet als de grenzen gesloten worden. Welk bedrijf gaat zich in Groot-Brittannië vestigen als de toegang tot de gemeenschappelijke markt van de Europese Unie veel lastiger wordt? Hoeveel Britse bedrijven zullen een flink deel van hun productie naar het continent verplaatsen? Hoeveel talentvolle jonge Britten zullen voor een leven op het continent kiezen? Wat moeten ze nog op hun geïsoleerde eilandenrijk?

Het is een klap voor de rijkste Britten en een les voor alle rijken in de wereld. Ze hebben vooral aan hun winsten, topsalarissen, fantastische pensioenuitkeringen en bonussen gedacht en er geen been in gezien de werknemers bij duizenden te ontslaan. Intussen gaven zij de schuld aan de buitenlanders en de Europese Unie. De slimsten zullen ongetwijfeld hun pond tegoeden hebben omgezet in Euro’s of dollars, maar het gaat hen en het hele Britse volk ongetwijfeld geld kosten. Het is een – nu nog – onbloedige revolutie.

Die onvrede over de langdurige werkloosheid en de slechter wordende lonen en andere arbeidsvoorwaarden zie je wereldwijd. Wat in het Verenigd Koninkrijk gebeurd is, vormt een waarschuwing voor de gehele Europese Unie. Er moet een structurele oplossing komen voor de enorme uitstoot van arbeidskrachten door automatisering en robotisering. Het is niet voor niets dat Paus Franciscus in zijn encycliek ‘Laudato si’ waarschuwt voor de enorme hebzucht van de rijken, waarvan de armen en het milieu het slachtoffer worden.

Aan alle politici zeg ik: Houdt op met Brussel de schuld te geven van alles wat verkeerd gaat. In het Verenigd Koninkrijk krijgt straks Londen weer de schuld. Wees open over de Europese besluitvorming en vooral over alle maatregelen waarmee wij gewoon hebben ingestemd. Werk met andere parlementen samen om Brusselse buitensporigheden – als die er al zijn – een halt toe te roepen. Schenk als pers en andere media veel meer aandacht aan de successen van het Europees Parlement en van de Europese Raad, die nu eindelijk besloten heeft echt iets te gaan doen aan de belastingontwijking, die ons burgers elk jaar weer miljarden kost. Het is legale diefstal uit mijn en uw portemonnee. Als Brexit echt tot bezinning leidt, komt er toch nog iets goeds uit voort.

Jaargang 9, Nr. 416.

Actie voor kernwapenpacifist en advocaat Meindert Stelling

vrijdag, juni 17th, 2016

HIJ BEKRITISEERDE RECHTERLIJKE MACHT

Ik ben geen uitgesproken pacifist. Een land mag zich verdedigen als het wordt aangevallen. Soms is een gewapende ingreep nodig om een eind te maken aan een burgeroorlog. Zo kun je mensen beschermen. Ik ben wel tegen het produceren van, het bezitten van, het plaats bieden aan, het dreigen met en helemaal tegen het gebruiken van kernwapens. Ik wil mijn vrijheid niet danken aan de dood van miljoenen anderen. Het gebruik van kernwapens leidt vrijwel zeker tot escalatie en zo tot een wereldwijde vernietiging. Het risico bestaat, dat zo’n kernoorlog begint door een ongeluk of een misverstand. We zijn al een aantal keren door het oog van de naald gekropen. Weinig mensen weten dat of negeren het risico. Het is immers tot nu toe steeds goed gegaan.

In de tachtiger jaren van de vorige eeuw was dit heel actueel. De Sovjetunie plaatste SS20-raketten met kernkoppen, bedoeld voor de middellange afstand. Het NAVO-antwoord werden de kruisraketten en daartegen werd met enorme demonstraties betoogd. Ik was erbij in Amsterdam en in Den Haag. Ik hielp mee bij de “omsingeling” van de vliegbasis Soesterberg. Er waren wakes bij vliegbases en soms drongen activisten een basis binnen en gingen straaljagers met een bijl te lijf. Dan volgde natuurlijk een veroordeling en dat leverde weer publiciteit op, zodat het Nederlandse volk weer gewaarschuwd werd voor de risico’s van de aanwezige kernwapens.

In die tijd kozen ruim duizend Nederlanders voor een Proces tegen de Staat. Ik ben een van hen. Zij wilden het recht te hulp roepen tegen de kernwapens, die zij in strijd achtten met het humanitair oorlogsrecht. In een oorlog mogen ongewapende burgers niet worden aangevallen. In een kernoorlog zijn miljoenen burgerslachtoffers niet te vermijden. Nederlandse rechters probeerden van alles om maar geen uitspraak te hoeven doen. Ze verklaarden zich bijvoorbeeld onbevoegd. Elke keer weer gingen de procesvoerders in beroep tegen een uitspraak of de weigering daarvan. Uiteindelijk kwamen ze tot de Hoge Raad, maar ook die weigerde de uitspraak te doen, dat dreigen met kernwapens strijdig is met het humanitair oorlogsrecht. Uiteindelijk deed het Internationaal Gerechtshof de uitspraak, dat kernwapens in strijd zijn met het humanitair oorlogsrecht. Helaas verzwakte het die uitspraak met een aanvullende opmerking, dat in uitzonderlijke gevallen het gebruik denkbaar is. Een aantal advocaten hebben ons bijgestaan. Het was een zee frustrerende bezigheid. Ze werden als vervelende lastposten behandeld. Redelijke en juridisch zeer verantwoorde argumenten werden terzijde geschoven. Op deze handelwijze van Nederlandse rechters is terechte kritiek mogelijk. Het is niet zo moeilijk met deze toepassing van het recht de vloer aan te vegen. Tsja en dat maakt de edelachtbare heren nog bozer. Het liefst snoer je zo’n advocaat de mond. Maar ook een advocaat is in Nederland vrij zijn mening te uiten. Nu is advocaat Meindert Stelling toch geschorst. Ik neem nu een verklaring van het actiecomité over en geef u in overweging die verklaring mede te ondertekenen.

Steun advocaat Meindert Stelling

  • Ook advocaten hebben het volste recht op vrijheid van meningsuiting.
  • Een Orde van Advocaten, dekens en tuchtrechters mogen op basis van open normen op dit recht geen inbreuk maken
  • Een advocaat die geen blad voor de mond neemt, heeft óók het recht op een plek in en bescherming door de Orde van Advocaten.
  • Meindert Stelling is zo’n advocaat die enkele rechterlijke uitspraken op het gebied van kernbewapening, de handelwijze van een deken en uitspraken van sommige tuchtrechters van (zeer) kritisch commentaar heeft voorzien.
  • Als gevolg daarvan dreigt hij van het tableau geschrapt te worden en niet langer als advocaat werkzaam te kunnen zijn.
  • Orden van Advocaten, dekens en rechters dienen te staan voor de vrijheid van meningsuiting van advocaten en deze niet trachten in te perken op basis van open en onduidelijke normen zoals ‘of een advocaat iets al dan niet betaamt’. Dit óók wanneer het een deken van deze orde of enkele rechters zèlf zijn die in deze vrijheid van meningsuiting op de korrel worden genomen.
  • Wij ijveren voor het behoud van vrijheid van meningsuiting voor advocaten en voor handhaving van Meindert Stelling als advocaat.

 

Namens het actiecomité,

Erik Olof Willemijn van der Werf (voorzitter a.i. Tribunaal voor de Vrede)

Deze verklaring kunt u mede ondertekenen op de website www.eerherstelmeindertstelling.nl  Daar vindt u ook uitgebreider informatie over deze zaak.

Jaargang 9, Nr.415.

Secularisatie en kerkverlating

vrijdag, juni 10th, 2016

CRISIS IN DE KERK DE OORZAAK VAN KERKVERLATING

Ik ben bezig een boek te lezen over het feit, dat steeds minder mensen in Nederland en elders in Europa in God geloven. De auteur vraagt zich daarbij wel af of de mensen een alternatief vinden voor Gods geboden. Maar eerst beschrijft hij af en toe toch wat triomfantelijk het proces van secularisatie in West-Europa. Het triomfalisme deed me een beetje denken aan het vroegere Rijke Roomse leven, waarbij van tijd tot tijd het “Aan U o Koning der Eeuwen” werd aangeheven. Zou er al een seculier equivalent zijn?

In mijn jeugd maakte ik nog volop het Rijke Roomse Leven mee met plechtige Heilige Missen en processies, veel kaarsen en wierook, maar ook veelvuldig biechten en elke zondag naar de kerk. In 1953 was ik in Utrecht bij de viering van “Honderd jaar Kromstaf”, de herdenking van het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Ondanks eeuwen onderdrukking en achterstelling waren er nog heel wat katholieken in Nederland. De kerk maakte een ontzaglijke groei door en bij elke volkstelling steeg het percentage Rooms-Katholieken. Toch was er bij Kardinaal de Jong in 1953 al een zekere ongerustheid, want hij deed vanaf zijn ziekbed een oproep tot de aanwezigen in het Utrechtse stadion de eenheid te bewaren. Wat jaren later werkte ik op een Lagere School en wij als collega’s vroegen ons af, wat we in vredesnaam aan moesten met de godsdienstlessen, want op de oude manier met de catechismus in vraag- en antwoordvorm ging het niet meer.

Toen kwam de goede paus Johannes XXIII, die het Tweede Vaticaans Concilie bijeen riep. Hij bracht daarmee de Kerk bij de tijd en er kwamen belangrijke antwoorden op de grote vragen van die tijd met een encycliek over de Vrede, Pacem in Terris en over de armoede en de onderontwikkeling in de wereld en over de verhouding met andere religies. Het zorgde vooral voor een enorm enthousiasme onder de leken, want wij waren een priesterlijk volk en hoorden een rol te spelen in het kerkgebeuren. Er gebeurde van alles. Er kwamen jongerenkoren met zogenaamde beatmissen, voettochten van Pax Christi, toespraken van Bisschop Bekkers op de Tv en voortaan mocht de pil. Tussen 1970 en 1975 daalde in Nederland het geboortecijfer pijlsnel, want ook de katholieken gingen aan geboorteregeling doen.

En toen kwam in Rome de conservatieve reactie aan de macht. De celibaatsverplichting werd niet afgeschaft en honderden priesters traden uit het ambt en er waren nauwelijks nog priesterroepingen. Paus Paulus VI kwam met een verscherpt verbod op voorbehoedsmiddelen. Nog weer later kwamen er strenge regels wat betreft de liturgie en tenslotte kwam er in een flink aantal landen het misbruikschandaal aan het licht. Allemaal redenen om kritisch te staan tegenover de kerk. Dan zie je, dat bij de meeste mensen de vernieuwing van Vaticanum II niet is doorgedrongen. Ze blijven de Kerk zien als een hiërarchisch instituut en richten hun kritiek op de bisschoppen en willen dan niet meer bij zo een kerk horen. Als ze de lijn van het Tweede Vaticaanse Concilie hadden doorgetrokken hadden ze hun eigen verantwoordelijkheid genomen en waren ze doorgegaan met de kerk te vernieuwen. Hier wreekt zich het gebrek aan diepgaande godsdienstige kennis en het ontbreken van een traditie om je zelfstandig daarin te verdiepen. Heel veel van die katholieken kenden slechts een oppervlakkig geloof en gingen naar de kerk omdat het nu eenmaal zo hoorde.

Zulke mensen wisten evenmin om te gaan met allerlei twijfels. Katholieken waren altijd gewend van alles voor waar aan te nemen op gezag van de paus, de bisschoppen en de priesters. Maar er kwamen steeds meer ontwikkelde mensen en die pikten dat niet meer. Intussen waren de conservatieven aan de macht gekomen en die bleven vasthouden aan de traditionele manier van geloven. Als je geluk had, dan trof je een parochiepriester, die op een intelligente manier oude waarheden op een moderne manier uitlegde. Dan klonken al die mysterieuze geloofswaarheden opeens heel aannemelijk. Het wordt tijd de overgebleven gelovigen niet langer dom te houden. De mensen serieus te nemen. De dialoog aan te gaan. Maar ik merk, dat het bij de bisdomleiding gewoonte lijkt te worden nergens meer op te reageren en zich op te sluiten in het kleine groepje traditionalisten. Al die dwalende schapen worden aan hun lot over gelaten. Het verhaal van de Goede Herder, Jezus van Nazareth wordt niet meer waar gemaakt. Dat is de crisis in de kerk.

Jaargang 9, Nr. 414.