Archive for januari, 2024

Hamas of Israël

zondag, januari 28th, 2024

WIE IS DE BOOSDOENER?

 

Vandaag herdenken we de Holocaust. Zes miljoen Joden werden in concentratiekampen als Auschwitz’ vermoord. Ze werden eerst vergast en hun lijken werden verbrand. Dagelijks rookten de schoorstenen. Mijn buren in Arnhem waren Joods. Op een dag waren ze weg. Het huis was leeg. Ze kwamen niet terug. Ik bezocht het herdenkingscentrum bij Kamp Westerbork in Drenthe. Daar hebben ze een register van alle 102.000 uit Nederland weggevoerde Joden. Jad Vashem is het Herdenkingscentrum bij Jeruzalem. Daar wordt een beeld gegeven van de Tweede Wereldoorlog en daarbij van de Holocaust. Ze hebben een register van alle zes miljoen vermoorde Joden. De Nazis waren zeer accurate boekhouders. Ook daar vond ik de naam Kruijer van onze joodse buren. Ik was diep onder de indruk.

Al voor de Tweede Wereldoorlog vestigden zich Joden in het Britse protectoraat Palestina. Ze kochten er grond en begonnen agrarische bedrijven op hoog niveau. Na de oorlog nam de vestiging van Joden enorm toe. Vaak was het illegaal. Toen de Britten uit Palestina weg gingen, riep men de onafhankelijke Joodse Staat Israël uit. Er werd hard gevochten. Veel Palestijnen gingen op de vlucht en werden opgevangen in kampen in de buurlanden. De Arabische staten hebben die gevluchte Palestijnen altijd in hun kampen laten zitten. Zo bleef het probleem willens en wetens bestaan.

Keer op keer werd Israël aangevallen. Elke keer hadden de aanvallers geen succes. Uiteindelijk kwam heel Palestina onder controle van Israël. In kleine gebieden kregen de Palestijnen zelfbestuur. Toen wij Jericho en een klooster hoog in de bergen bezochten mocht onze Israëlische gids niet mee. We kregen een Palestijn in de bus.

Een groot probleem zijn de nederzettingen, die Joodse kolonisten met veel geweld in de Palestijnse gebieden vestigen. Het land van de Palestijnen wordt geconfisceerd. De huidige Israëlische regering verzet zich er niet tegen. Er wordt beweerd dat zeer fanatieke Israëliërs eigenlijk de Palestijnen geheel willen verdrijven en Israël zo te vergroten tot geheel Palistina. De Palestijnen voelen zich in hun verzet daartegen veel te weinig gesteund door de wereld.

Die geringe aandacht voor het Palestijnse probleem was de eigenlijke reden voor die verschrikkelijke overval van 7 oktober 2023 vanuit Gaza. Hamas wist heel goed hoe hard de reactie van Israël zou zijn. Ze wisten, dat de burgers in Gaza vreselijk zouden lijden. Dat moesten ze er maar voor over hebben. Intussen vecht Hamas keihard door. Ik acht het onwaarschijnlijk dat Israël er in slaagt Hamas te vernietigen. Voor elke gedode Hamasterrorist staan er twee nieuwe strijders klaar. Zo gaat dat.

Hamas heeft er voor gekozen zich fors voor te bereiden op een oorlog met Israël. Wapens, munitie, raketten, drones en een enorm tunnelstelsel. Dat heeft hen veel geld en energie gekost. Intussen bleef de bevolking grotendeels afhankelijk van hulp van buiten en met name van de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Het probleem blijft bestaan.

Hamas had ook een andere keus kunnen maken. Ze hadden de economie van het land kunnen opbouwen om zo de bevolking inclusief de vluchtelingen tot welvaart te brengen. Maar dat wil Hamas juist niet. Ze willen dat het Palestijnse probleem blijft bestaan. Ze willen haat tegen Israël. Ze willen niet in vrede samen leven. Zuid-Afrika had er beter aan gedaan Hamas aan te klagen wegens slecht bestuur en wegens het aanzetten tot haat tegen het Joodse volk. Ik ben benieuwd tot welke conclusie het Internationaal Gerechtshof uiteindelijk zal komen.

17e Jaargang, Nr.789

Spreidingswet

zondag, januari 21st, 2024

WAARDOOR AL DIE VERSCHILLEN?

 

Er zijn flink wat gemeenten die nog nauwelijks of helemaal niet vluchtelingen hebben gehuisvest. Dat kan zijn doordat er geen mogelijkheden zijn om mensen te herbergen, maar vaak zijn er ook andere redenen. Men is bevreesd voor die vreemde mensen en men is bang, dat er narigheid van komt. Winkeldiefstallen, woninginbraken of aanrandingen. Hier in Odijk was er een mevrouw, die beweerde, dat zij ’s avonds haar hondje niet meer zou durven uitlaten. Die huisvesting voor enkele statushouders komt er overigens wel. Ik dacht toen: Die mevrouw moet maar vrijwilligster worden bij Vluchtelingenwerk. Dan is ze vlug van haar angst af..

Bij het Tv-journaal kwam naar voren, dat juist de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant een veel kleiner aandeel in de opvang van vluchtelingen hebben, dan ze op grond van de regels zouden moeten hebben. Toen bedacht ik, dat juist in deze drie provincies de economie sterk groeit. Meer werkgelegenheid betekent tegelijk ook meer woningen nodig. Dan is de opvang van buitenlanders een extra lastige opgave. Denk aan ASML in Veldhoven met plotseling zo’n drieduizend monteurs meer nodig. Denk aan de windmolens op de Noordzee vanuit Rotterdam of aan het EU-bureau voor geneesmiddelen, dat in verband met de Brexit vanuit Engeland naar Amsterdam kwam.

Maar is dat waar? In het Science Park bij de Universiteit Utrecht komt werkgelegenheid voor 15.000 mensen. Maar in de stad Utrecht en de randgemeenten wordt volop gebouwd en Utrecht huisvest voldoende statushouders. Maar in Utrecht is GroenLinks-PvdA de grootste partij en niet de PVV of de VVD en dus wordt er gewoon hard gewerkt aan de opvang van vluchtelingen.

Ik moest er vanmorgen bij een oecumenische viering aan denken. Het Lucas- Evangelie vertelde het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Een man was op reis van Jeruzalem naar Jericho. Bij onze reis naar Israël leerden we dat gebied kennen: onherbergzame halfwoestijn met hier en daar een struik een afwisseling van heuvels en dalen. Daar werd die man door rovers overvallen. Lelijk toegetakeld lag hij daar langs de weg. Een priester kwam voorbij, maar hij liep met een boog om het slachtoffer heen. Zo ook een leviet, een tempeldienaar. Toen kwam er een Samaritaan. Hij waste de wonden met olie en verbond ze. Hij zette de man op zijn ezel en ging met hem naar een herberg daar langs die weg. Hij gaf de herbergier geld om voor de gewonde man te zorgen. Toen vroeg Jezus aan de Schriftgeleerde: Wie was nu de naaste van de gewonde man. Het antwoord was: Hij die hem barmhartigheid verleende. Dat was heel bijzonder, want Samaritanen waren niet geliefd bij de Joden. Zo leerde Jezus die Schriftgeleerde en ons, dat ook vreemdelingen, die op ons pad komen onze naasten zijn. Het is zo jammer, dat zoveel Nederlanders hun Christelijke wortels zijn verloren en die les van Jezus van Nazareth niet meer kennen.

Overigens is daar op die plaats nog steeds een herberg, nu met de naam De Barmhartige Samaritaan. Nu maar hopen, dat we spoedig weer het Heilige Land kunnen bezoeken. Die Israëliërs en Gazanen zijn elkaars naasten. Mogen ze dat echt gaan beseffen.

17e Jaargang, Nr. 788.

Zestig jaar H. Nicolaaskerk

zondag, januari 14th, 2024

HOUDEN WE HET VOL?

 

Het zal zo’n vijftien jaar geleden zijn, dat een goed ingevoerde parochiaan tegen me zei: “Over vijf jaar is het hier afgelopen.” Maar inmiddels draaien we nog steeds door. Veel vrijwilligers zijn overleden of wegens hoge leeftijd gestopt. Maar er zijn opvolgers gekomen. Er zijn nog steeds een aantal lekenvoorgangers. Er zijn twee koren, het Dames- en Herenkoor Vox Odicensis en het koor Multiple Voice met iets jongere mensen. Er zijn een aantal kosters en we worden tegenwoordig bij het binnen komen welkom geheten. Maar we maken ons wel bezorgd, want we zien weinig jongeren in onze vieringen. Dat komt ook doordat veel jongeren elders een opleiding volgen of al elders een baan hebben. Maar er vestigen zich ook veel jonge mensen in het dorp en in de uitbreiding Odijk West. Daarvan zien we maar weinig nieuwe ingezetenen tijdens de vieringen. Binnenkort gaan we ons daar samen over bezinnen. Dit stuk is bedoeld als een soort inleiding op die discussies.

Veel mensen lijden onder een geloofscrisis. Ze geloven niet in het bestaan van een God. Ze denken, dat er wel iets moet zijn. Het heelal en de wereld om ons heen kan er toch niet zo maar gekomen zijn. Er moet toch een oorzaak van ons bestaan zijn. Er moet toch “iets” zijn. Maar geloven in een persoonlijke God is weer heel iets anders. We geloven in een God, die voor ons zorgt, ons leidt en behoedt. Maar hoe moeten we ons God dan voorstellen? Dat is nu juist een probleem, want je een voorstelling maken van God is onmogelijk. Eigenlijk mag het niet. Als we het zouden kunnen, zouden we aan God gelijk gezien kunnen worden. We kunnen Gods werk alleen maar ervaren en dan moeten we ook nog geloven, dat het het werk van God is.

Toch komt het tamelijk vaak voor, dat mensen een “Godservaring” hebben. Midden in de natuur ervaren ze de schoonheid van de Schepping en zijn plotsklaps intens gelukkig.  Dat komt echt voor. Aan de Radboud Universiteit is een apart instituut, dat zich met Godservaringen bezig houdt en ze hebben het behoorlijk druk. Maar ja, al die twijfelaars zijn daarvan meestal niet op de hoogte. Het interesseert hen ook niet.

Vooral onder ouderen met herinneringen aan vroeger is er een grote weerstand tegen al die geboden en verboden van de Kerk. Mensen willen vrij zijn. Ze willen hun eigen weg door het leven bepalen, niet gedwongen worden. Vrijheid is hun ideaal. Zelfs politieke partijen hebben het woord vrijheid in hun naam. Maar ja, dat geeft wel problemen. Vooral mensen, die erg rijk zijn willen niets van die rijkdom afstaan. Van het lot van de armen in onze samenleving trekken ze zich niets aan. Naastenliefde en rechtvaardigheid behoren niet tot hun idealen. Of als mensen hun land ontvlucht zijn, omdat er mensen gemarteld worden als ze tegen het autocratische bewind zijn en als ze in Nederland een veilig heenkomen zoeken, dan zijn ze niet bereid om te zorgen voor voldoende huisvesting. Al die vluchtelingen zijn bepaald niet eerlijk over alle gemeenten verdeeld.  Ze roepen dan dat ze geen Islamieten naar Nederland willen halen, maar de deugd van gastvrijheid is hen zeer kennelijk volkomen vreemd. Tsja, maar Jezus van Nazareth heeft ons juist geleerd gastvrij te zijn en rechtvaardig en eerlijk.

Die Kerk is allesbehalve volmaakt. We denken dan onmiddellijk aan het kindermisbruik door priesters of kloosterlingen. Dat heeft lang kunnen bestaan doordat velen eenvoudige gelovigen zich niet konden voorstellen, dat zo’n heilige pastoor of frater of zuster, zich daaraan schuldig zou kunnen maken. Nu wordt er stevig en consequent tegen opgetreden. Wie kent niet de verhalen over pastores, die er een gelukzalig leventje op na hielden met heerlijke diners en veel wijn. En waarom mogen Rooms-katholieke priesters niet huwen, terwijl dit bij Anglicanen, Lutheranen, Oud Katholieken allemaal heel gewoon is?

Je ziet nu, dat er veel mensen zijn, die al die misstanden als argument gebruiken om de Kerk te verlaten. Zelf vind ik, dat het juist een reden moet zijn om in die Kerk keihard te werken aan het wegwerken van die misstanden. De boodschap aan die kerkverlaters en geloofstwijfelaars moet nu juist zijn, dat we ze nodig hebben om tot een betere Kerk te komen, waar mensen voor elkaar zorgen, zich het lot aantrekken van eenzamen en zieken en gehandicapten en armen. Dat gebeurt in onze geloofsgemeenschap ook volop, maar dat is bij velen volkomen onbekend. Dus we moeten deze boodschap ook aan iedereen luidkeels verkondigen. We moeten bij velen hun ongeloof proberen weg te nemen.

Gaan we het daarmee redden? Ik weet het niet. Ik weet wel, dat die mensen, die in 1946 begonnen met het sparen voor een eigen kerk en dat volhielden tot 1964 toen de kerk er echt kwam geen last hadden van twijfel Ze hielden vol. Ze zijn een voorbeeld voor ons. Vandaag en morgen en overmorgen.

17e Jaargang, Nr. 787.

Zestig jaar geleden

zondag, januari 7th, 2024

ER VALT DIT JAAR IETS TE GEDENKEN

Zestig jaar geleden was het 1964. In ons persoonlijk leven, maar ook in onze gemeenschappen gebeurde het een en ander. In september begon ik met per week achttien uur als docent Aardrijkskunde aan het Niels Stensen College in Utrecht. Ik zou dertig jaar werken aan het NSC tot ik gebruik kon maken van de DOP-regeling. Oudere leraren mochten vervroegd met een soort VUT/vervroegde uittreding, zodat jongere collega’s aan het werk konden. Als alles goed gaat ben ik dus 1 september 2024 dertig jaar uit het onderwijs, waar ik ruim veertig jaar in gewerkt heb.

Kort voordat ik aan het NSC begon was onze oudste dochter geboren. Die hoopt dus dit jaar zestig te worden.  Intussen ben ik dan negentig jaren jong.

In 1964 was ik leider van de oudere scoutingleden. Die heetten toen voortrekkers en ik was hun oubaas. Die namen herinneren aan de Boeren in Zuid-Afrika. Ik hoor ze nu niet meer. Een paar van mijn voortrekkers waren lid van de Arnhemband van de toen nog bestaande Katholieke Verkenners. Ze hadden met de band opgetreden in Odijk, waar een nieuwe kerk was ingezegend. Daarvan was de vroegere Arnhemse Kapelaan Hubert Bary pastoor. Na afloop hadden ze wat rond gewandeld in het toen nog heel kleine dorp. De mensen riepen hun naar binnen. Kom binnen. Dan krijg je koffie met gebak. Dat Odijk leek me een pracht dorp, al was ik er nog nooit geweest. Het betekent, dat onze H. Nicolaaskerk in september zestig jaar bestaat. Alle reden om een feestje te bouwen. Ze zijn al druk bezig een Feestcommissie op te richten.

Bij die kerk hoort een toren met bovenin een goed verlicht uurwerk. In Odijk weten we hoe laat het is. Dat uurwerk is een geschenk van de gemeente Odijk. Het aanbieden van dat cadeau was het laatste besluit van de kleine gemeenteraad van Odijk. Ik neem aan, dat het besluit genomen is in de opkamer van Restaurant Het Wapen van Odijk. Daar vergaderde de Raad van de Gemeente Odijk. Maar per 1 september werd de Gemeente Odijk samengevoegd met Bunnik en Werkhoven. De Gemeente Bunnik met de buurtschappen Vechten en Rhijnauwen en  de dorpen Bunnik, Odijk en Werkhoven bestaat dus dit jaar op 1 september zestig jaar. Het is een smalle langgerekte gemeente van Utrecht tot bij de watertoren tussen Werkhoven en Cothen. Daar begint de Gemeente Wijk bij Duurstede. Aan de noordzijde wordt de Gemeente Bunnik begrensd door de gemeenten Zeist en Utrechtse Heuvelrug. Aan de Zuidzijde liggen we tegen de Gemeente Houten aan.

De Gemeente Bunnik is een echte Kromme Rijngemeente. De Kromme Rijn was vroeger een hoofdtak van de Rijn. Dit deel van de Rijn verzandde steeds meer. In 1122 werd die Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede afgedamd. Het Rijnwater stroomde voortaan via de Lek naar de Noordzee.  De Kromme Rijn is een smalle rivier. Bij die rivier vind je een aantal kastelen Oud Amelisweerd en Nieuw Amelisweerd tussen Utrecht en Bunnik evenals Kasteel Rhijnauwen. In Bunnik kasteel Cammingha en bij Werkhoven Kasteel Beverweerd. Bij die kastelen horen weer fraaie landgoederen. Langs de Kromme Rijn vormt een jaagpad  een wandelroute tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede.

De drie dorpen van de Gemeente Bunnik zijn in die zestig jaar flink gegroeid en op dit moment wordt er vooral bij Odijk flink gebouwd. In de gemeente Utrecht komt er veel werkgelgenheid bij en de mensen, die er werken willen er graag wonen. Zo is de Raad van de gemeente ook gegroeid van 15 naar 17 raadsleden. De Gemeente Bunnik heeft dus een woonfunctie, maar je vindt er nog veel agrarisch gebied en samen met de landgoederen en de Kromme Rijn vormt Bunnik een groene long voor de stad Utrecht. Al zestig jaar vervult Bunnik de taak van een recreatieve uitloop voor de mensen uit de stad Utrecht. Het lijkt mij goed bij het komend jubileum bij deze functies van de Gemeente Bunnik stil te staan.

17e Jaargang, Nr. 786.