Archive for april, 2019

Vluchtelingen in Nederland

maandag, april 29th, 2019

KIEZEN TUSSEN HELPEN EN BOOS WORDEN

Bent u wel eens vluchteling geweest? Ik wel, al werd ik toen geen vluchteling genoemd, maar evacuee.  In september a.s. is het 75 jaar geleden, dat de Slag om Arnhem begon met de luchtlandingen van Britse paratroepers. Toen de Rijnbrug bij Arnhem “Een Brug te Ver” bleek, kregen de Arnhemmers massaal de opdracht van de Duitsers om uit de stad te vertrekken.  Wij kwamen uiteindelijk terecht in een schooltje op het platteland oostelijk van Apeldoorn dichtbij de spoorlijn naar Zutphen. Na de bevrijding waren we nog korte tijd in Apeldoorn ingekwartierd.  We waren Nederlanders in Nederland en toch merkten we af en toe iets van wantrouwen. Al die vreemden. Je weet niet wat voor vlees je in de kuip hebt. Nu komen er vreemden uit Afrika en Azië ons land binnen. De reactie van een deel van de bevolking is nog even primitief. Vreemden kun je niet vertrouwen.

Vandaag werd gemeld, dat “De Nacht van de Vluchteling” bij het voormalige Kamp Westerbork wegens bedreigingen is afgelast. Het kamp is een zeer symbolische plek in Nederland. Vandaar werden tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden, zigeuners en homo’s weggevoerd naar de vernietigingskampen in het Oosten. Net als onze buurtjes, de familie Kruijer uit Arnhem kwamen ze niet terug. Zo losten de Nazi’s het probleem op. Ik kan nauwelijks het gevoel onderdrukken, dat die mensen, die de bedreigingen verstuurden eenzelfde mentaliteit hebben. Voorlopig houd ik het er op, dat het vooral domheid is. Ze begrijpen niet wat mensen ertoe brengt de oorlog in hun land te ontvluchten in de hoop in Europa een veilig heenkomen te vinden. Ik kan u wel vertellen, dat ik als bijna elfjarige dolblij was toen we eindelijk door de Canadezen werden bevrijd en ons land weer veilig werd.

Soms zeggen mensen en zelfs politieke partijen, dat het probleem in de eigen regio moet worden opgelost. Nou, dames en heren, dat gebeurt volop. Libanon, Jordanië en Turkije herbergen miljoenen vluchtelingen uit Syrië. Wat Nederland en de meeste andere Europese landen doen, is daarmee niet te vergelijken. Alleen zijn de omstandigheden hier wel een stuk beter, dan in de vluchtelingenkampen in de eigen regio. De overheid doet al heel wat met de eerste opvang en vervolgens door de mensen een woning te bieden en hun te helpen bij hun inburgering. Zo leren ze Nederlands verstaan, spreken, lezen en schrijven. Ik moet er niet aan denken, dat ik in een Arabisch land zou moeten leren Arabisch te leren lezen en schrijven, spreken en verstaan.  Maar het lukt de meesten. Vooral de kinderen leren snel en helpen weer hun ouders. Die gezinnen krijgen veel hulp van Vluchtelingenwerk Nederland. Al die plaatselijke werkgroepen werken vooral met vrijwilligers. Die helpen bij het leren van de taal, het begrijpen van al die vreemde Nederlandse gewoonten, de regels en de wetten. Soms moeten ze de vluchtelingen ook helpen bij de terugkeer naar hun eigen land. Er zijn landen, waar de oorlog voorbij is. De mensen, die terug gaan, hebben hier heel wat geleerd en daar kan hun land weer van profiteren. De 14.500 vrijwilligers van Vluchtelingenwerk Nederland hebben in 2018 55.000 asielzoekers tijdens de asielprocedure bijgestaan. De jaren ervoor nog veel meer. In de gemeenten hebben ze in 2018 84.000 vluchtelingen begeleid. Zo zijn er taalcoaches, die elke week een paar uur met een vluchteling praten en ze zo de taal leren en ook allerlei typisch Nederlandse gewoonten en omgangsvormen. Op die manier worden de vluchtelingen geruisloos in de dorpsgemeenschappen opgenomen. Het aantal donateurs is net als het aantal vluchtelingen iets afgenomen. In 2018 waren er 65.000 donateurs en die gaven samen 6.121.000 Euro. Ook overheden geven geld. Dat is andere taal dan die van de dreigementen.

Er zijn meer organisaties voor vluchtelingen. Mensen, die vinden, dat de vluchtelingen in de eigen regio moeten worden opgevangen kunnen terecht bij de Stichting Vluchteling. Al heel lang is in Nederland het UAF actief. Dat staat voor Universitair Asiel Fonds.  Zij helpen vluchtelingen, die in Nederland aan een beroepsopleiding willen beginnen of hun vroegere opleiding willen aanpassen. Zo krijgen we er in Nederland met een groot tekort aan goed opgeleide arbeidskrachten elk jaar honderden academici, HBO-ers en MBO-ers bij. Dat merk ik heel vaak als mijn ogen in het Diak in Utrecht worden doorgemeten of als ik hier in Odijk bij de apotheek kom of als mijn zieke zus in Nijmegen thuis medische hulp krijgt. of als ik in het UMC voor controle kom.  Nu vluchtelingen en andere buitenlanders, bijvoorbeeld Marokkanen en Turken van de derde generatie steeds beter opgeleid zijn, profiteren wij in Nederland enorm van hun inzet. Dat beseffen veel van die boze mensen kennelijk niet.  Daarom vermoed ik dus veel onwetendheid. Die is er uiteraard niet bij politici als Wilders en Baudet. Hun profiteren van die onwetendheid is eigenlijk moreel gezien zeer misdadig. We kunnen  ook blij zijn met onze vluchtelingen. Het zijn niet de domsten, die er in slagen Europa te bereiken.  Ben ik nu zo infantiel, dat ik geen risico’s zie?  Natuurlijk vind je ook onder buitenlanders criminelen en soms mensen, die tot terrorisme zijn geneigd.  De tijd van het koordje, dat door de brievenbus naar buiten hangt is echt voorbij.

Jaargang 12, Nr. 562.

Eurosceptici

zaterdag, april 20th, 2019

HUN FAKE ARGUMENTEN

Over vijf weken hebben we in Nederland de verkiezingen voor het Europees Parlement achter de rug en elders in Europa moeten ze nog beginnen.  Ongetwijfeld hebben we weer tal van anti-Europese geluiden gehoord. Soms zelfs van onze Minister-President, die minachtende woorden wijdde aan het Europees Parlement. Het wordt tijd om deze historicus eens een flinke tik op de vingers te geven door een onverwacht hoge opkomst. Zo kunnen wij burgers van Europa  laten zien, dat wij onze Europese volksvertegenwoordiging wel belangrijk vinden. De Europese Raad van regeringsleiders laat allerlei misstanden vrolijk bestaan en verzuimt de noodzakelijke maatregelen te nemen. Het Europees Parlement doet juist zijn uiterste best om aan misstanden een eind te maken. Denk aan de moord op een journaliste op Malta, de vele trucs om belasting te ontwijken, die de Nederlandse regering nog steeds laat bestaan, de minachting voor de Rechten van de Mens in landen als Hongarije, Polen en Roemenië en de bescherming van klokkenluiders. Wij maakten het mee hoe onze Minister-President het knechtje van de baas van Unilever bleek.  Alleen in Europees verband kunnen we de macht van de multinationals aan banden leggen.

Natuurlijk zijn er partijen, die de Europese Unie afwijzen. Ze beweren, dat de Europese Unie zich ontwikkelt tot een superstaat en volgens hen is dat iets vreselijks. In zekere zin hebben ze gelijk. De Europese Unie begon als een vredesproject en is dat in feite nog steeds. Een oorlog tussen Duitsland en Frankrijk is gelukkig ondenkbaar geworden. Er zijn in Europa inmiddels genoeg oorlogskerkhoven.  Maar het is van het begin af aan ook en vooral een economisch project geweest. Als Nederland of welk land dan ook voorzien we niet in onze eigen behoeften. We kennen al jaren een mondiale economie.  In grote lijnen zijn er ook regels voor die wereldeconomie. Binnen Europa werken de lidstaten van de Europese Unie samen en regelen de economie, zodat de onderlinge handel goed verloopt. Er zijn geen tolgrenzen meer. Er is tussen al die staten vrije handel.  Wij exporteren zeer veel naar andere landen in Europa. Dat brengt ons welvaart. Met andere landen sluit de EU handelsovereenkomsten. Dat is bijna altijd een ingewikkelde zaak. Handel binnen Europa is juist veel gemakkelijker.  Over alle regels beslissen we met zijn allen.  De beslissingsmacht ligt dan vooral bij de Raad van Ministers. Die vertegenwoordigen een land, maar eigenlijk de regerende meerderheid van een land. De oppositie van Nederland is in de Raad niet vertegenwoordigd.  In het Europees Parlement kunnen alle partijen vertegenwoordigd zijn. Het Europees Parlement heeft niet over alle onderwerpen medezeggenschap, maar weet zijn macht wel steeds uit te breiden. Het Hof van justitie geeft daarbij steun.

Wij hebben in de loop der tijden steeds meer nationale bevoegdheden overgedragen aan de Europese Unie. We zijn nog steeds een soevereine staat en passen in ons land naast onze eigen wetten ook Europese regels en voorschriften toe.  Euroscepetici beweren vaak, dat wij onze soevereiniteit kwijt raken.  Maar kunnen wij als klein landje nu echt onze soevereiniteit verdedigen tegen grote landen als Rusland de USA of China? Tegen machtige multinationals?  Onze zogenaamde soevereiniteit is slechts schijn. Alleen met al die Europese landen samen kunnen wij in de wereld een vuist maken. Daarom is het zo vreselijk stom om de EU te willen verlaten. Het Verenigd Koninkrijk zal dat ongetwijfeld nog gaan merken.

Is de EU een project van de Europese multinationale ondernemingen. Ongetwijfeld hadden de grote ondernemingen behoefte aan een grotere markt, het wegvallen van tolgrenzen. Ze oefenen met hun honderden lobbyisten zeker een grote invloed uit en er zijn partijen als de liberalen met de VVD en D66 en de Europese Volkspartij (EVP) met het CDA, die deze ondernemingen met genoegen ter wille zijn. Anderzijds kan de EU zich tot een instrument ontwikkelen om die macht van deze grote ondernemingen aan banden te leggen. Menigmaal heeft de EU enorme boetes opgelegd aan bedrijven, die zich niet aan de concurrentieregels hielden. Met name de SP zou eens beter moeten begrijpen, dat de EU door linkse partijen als instrument kan worden gebruikt om ongewenste activiteiten van grote bedrijven te beteugelen.

Wat te zeggen over het vrij verkeer van werknemers?  Dat krijgt veel kritiek. Denk aan het zogenaamde Polenmeldpunt, waar wangedrag van Poolse werknemers kon worden gemeld. Bedenk daarbij wel, dat het juist Nederlandse ondernemers zijn, die proberen, de Poolse of Roemeense werknemers onder te betalen. In de ogen van sommige Nederlanders pikken ze zo hun banen in. In werkelijkheid is de Nederlandse economie zo sterk gegroeid, dat we gewoon mensen tekort komen om al het werk te doen. Bovendien doen die Polen werk, dat Nederlandse werklozen niet kunnen of willen doen, zoals werk in de kassen van het Westland. Hoeveel Nederlanders werken overigens niet buiten hun eigen land? Zij profiteren ook van dat vrij verkeer van werknemers. Alleen zijn dat meestal hooggeschoolden, die buiten Nederland goed betaalde banen weten te vinden. Voor veel jonge goed ontwikkelde Nederlanders is Europa hun arbeidsmarkt, waar ze op zoek gaan naar hun droombaan.  Zij voelen zich Europeanen.

Jaargang 12, Nr. 561.

Friese geschiedenis

zondag, april 14th, 2019

OP EXCURSIE MET DE HISTORISCHE KRING TUSSEN RIJN EN LEK

Elk jaar organiseert de Historische Kring tussen Rijn en Lek een grote excursie, afwisselend naar een Nederlandse, een Belgische of een Duitse bestemming. Dit jaar ging het naar Friesland. We bezochten het Fries Landbouwmuseum bij Goutum tegen Leeuwarden aan, het Poptaslot in Marsum en de stad Harlingen. Zoals altijd was het een leerzame en ook gezellige dag.. Tsja, je bent nooit te oud om te leren.

Het Fries Landbouwmuseum is gevestigd in een rijksmonument, een door architect W.C. de Groot ontworpen Friese boerderij met een Hollandse stal. Daarin staan de koeien met de koppen tegenover elkaar. Daarvan is niets meer te zien, want de stal is nu entree en museum.. Het fraaie woongedeelte is nog intact. In het boek “Hoe God verdween uit Jorwerd” beschrijft Geert Mak hoe het platteland door mechanisatie en automatisering in de landbouw steeds meer ontvolkt, zodat  de kerk niet meer voldoende gemeenteleden heeft om een dominee te kunnen beroepen. Die veranderingen in de landbouw zie je in het museum door steeds andere werktuigen en machines en de komst van coöperatieve zuivelfabrieken. Ook de hele agrarische samenleving verandert. Er komt beter onderwijs, ook voor meisjes. De boerinnen maken een emancipatieproces door. Door de ruilverkaveling in vrijwel de gehele provincie verandert het landschap. De provincie wordt beter ontsloten. en de steden groeien flink, zodat het museum straks bijna geheel omsloten gaat worden door een nieuwe wijk van Leeuwarden.

Na de lunch in Marsum was het Poptaslot aan de beurt.  Het kasteel is gebouwd door de adellijke familie van Heringa.  Door een huwelijk kwam de state in bezit van de familie Eysinga. De nazaten verbrasten hun bezit en waren tenslotte gedwongen het slot met het uitgestrekte landgoed te verkopen aan de zeer gefortuneerde advocaat Dr. Henricus Popta uit Leeuwarden. Hij was en bleef ongehuwd, maar bepaalde, dat het gehele bezit na zijn overlijden bijeen moest blijven en door voogden beheerd zou moeten worden.

Bij het slot liet hij ook een hofje bouwen, waar vrouwen onderdak konden krijgen.  Het landgoed leverde hen voedsel en drank. Er was een wasserij, maar daar werd ook twee keer per jaar een koe geslacht. Iedere bewoonster kreeg een flink stuk vlees.. De voogden hebben het hofje behoorlijk gemoderniseerd. De bewoonsters hebben nu een comfortabele goed verwarmde woning met badkamer en toilet, een slaapkamer, een keuken en een woonkamer. Nog steeds worden zij van voedsel voorzien. Een bijzondere vorm van sociaal werk in het verleden en nu nog steeds. Dichtbij het kasteel vind je nog een kerk en hier is “God NIET verdwenen”. Samen met andere dorpjes hebben zij een dominee, die hier om de vier weken een dienst leidt. Er is hier zo veel te zien, dat het bezoek wat uitliep en zo kwamen we te laat in Harlingen.

We waren zo laat, dat de stadsgidsen maar de warmte van hun huis hadden opgezocht. Zonder hen vermaakten we ons net zo goed. In de stad waren er deze zaterdag de Vlootdagen. Allerlei schepen en dan vooral vissersschepen lagen er aangemeerd. Er stond een snijdende ijskoude wind.  De marktkooplui langs de haven zullen weinig verkocht hebben. Wij vonden een warm café, waar we van een warme chocomel genoten. Dus klommen we weer in de bus om in Vinkeveen van ons diner te gaan genieten. Onderweg kregen we de kans om wat uit te rusten van deze bijzonder interessante maar vermoeiende dag. Met een tevreden gevoel waren we om kwart voor elf thuis.

Jaargang 12, Nr. 560.

Coriovallum

zondag, april 7th, 2019

HEERLEN WAS GROTER DAN MAASTRICHT OF AKEN

Deze week maar eens iets anders dan de politiek. Je bent nooit te oud om te leren. Dat merkte ik toen ik in Heerlen het Thermenmuseum bezocht.  In de Romeinse tijd was het huidige Heerlen een belangrijke stad. Op de vruchtbare löss werd graan verbouwd. Het diende als voedsel voor de vele militairen in dienst van de Romeinen, die de grens van het Romeinse rijk bewaakten. Die grens of “limes” werd gevormd door de Rijn en de Donau. Ik heb iets met de limes. Ik ben geboren in Arnhem aan de Rijn. Mijn eerste baan was in Spijk aan de Rijn en vervolgens werkte ik in Arnhem en Utrecht , beiden aan de Rijn. Ik woon al 52 jaar in Odijk aan de Rijn. Sinds de Jamboree in Bad Ischl in Oostenrijk in 1951 heb ik een vriend in Tulln aan de Donau met een “Römertor”, een Romeinse poort aan de Donau.  En last but not least. In een publicatie over de limes ontdekte ik dat ik jarenlang les heb gegeven in een lokaal, waar de limes-weg onderdoor liep. En toch, daar in Heerlen deed ik weer heel wat nieuwe kennis op.

Coriovallum lag aan een kruispunt van wegen. Een Noord – Zuid en een Oost-West, de Via Belgica. Die Romeinse wegen hadden een militaire functie en vormden ook een handelsweg. Die Romeinen waren knappe wegenbouwers. De weg was verhard met leem en grint en was in dwarsdoorsnede bolrond. Opzij lagen greppels om het afstromende regenwater op te vangen en de weg droog te houden. Hier in de omgeving is bij Fort Fectio die Limes-weg ontdekt. Maar in Heerlen hebben ze een lakprofiel van de dwarsdoorsnede van de Via Belgica en die blijkt een paar meter breder.  Door de handel was Coriovallum een welvarende plaats.. De inwoners hadden het geld voor een badhuis met een warm deel en een zalen om af te koelen. Het deed ons sterk aan een sauna denken.. Je kon er getuige  de vele gevonden schaaltjes ook een hapje eten. Van die thermen resten nog de fundamenten. Ze zijn zorgvuldig opgegraven. Met een loopbrug loop je erover heen. Om de zoveel meter vind je een scherm met nadere uitleg van wat je beneden ziet en een animatie toont vervolgens hoe die zalen er toen uitzagen. In Bath in Engeland kun je zo’n Romeins badhuis nog in werkelijkheid zien.

Maar dat is nog niet alles. In een grote zaal zijn duizenden vondsten uit  de Romeinse tijd van tal van vindplaatsen in Zuid-Limburg tentoongesteld. Je ziet er het gereedschap van de vele ambachten, van de boeren, de kleding, de sieraden, grafstenen, glaswerk en aardewerk. Alles heel systematisch. Door de veelheid raak je wat overdonderd. Het beneemt je de lust om alle toelichting goed te lezen. Wil je er echt meer over leren, dan moet je er de tijd voor nemen of een paar keer terug komen. In ieder geval heb ik ervan geleerd, dat Zuid-Limburg een zeer rijke archeologie kent met zeer veel vindplaatsen.

En hoe ziet het huidige Heerlen er uit? Door de steenkoolmijnen kwam het gebied tot grote bloei, maar raakte door de mijnsluitingen in korte tijd in een crisis. Den Haag maakte het de vestigingsplaats van het ABP, het pensioenfonds voor ambtenaren en leerkrachten en een deel van het CBS, het Centraal Bureau voor de Statistiek, Het gebied heeft een zeer gunstige ligging ten opzichte van de Europese markt, maar het lijkt erop, dat het bedrijfsleven, dat maar traag ontdekt. Er wordt volop gebouwd, met name rond het NS-station. Er is een rechtstreekse treinverbinding met Aken en Maastricht in het gebied zelf en een snelle intercity met Eindhoven, Utrecht en Amsterdam.  Het gebied heeft een eigen vliegveld, een universiteit met veel buitenlandse studenten en veel andere onderwijsinstellingen. Toch houdt Zuid-Limburg ondernemende jongeren te weinig vast. Heerlen en  Maastricht zijn reuze gezellige steden Anderzijds is Zuid-Limburg ook zeer toeristisch en al te veel industrieën en dus ook stedengroei maakt het voor toeristen niet leuker.  Maar de groei moet wel van binnenuit komen, wil die echt aanslaan. Ik ben benieuwd. U ook?

Jaargang 12, Nr.559.