Archive for augustus, 2018

Onze grondwettelijke vrijheden

zaterdag, augustus 25th, 2018

BESCHERMEN ONS TEGEN OVERHEIDSWILLEKEUR

Ingezonden brieven zijn vaak zeer leerzaam. Een week geleden schreef Gerard Liefting uit Limmen een beschouwing naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State over het pastafarisme. Zij wenste met een vergiet op haar hoofd op de foto voor haar paspoort, want zij beweerde, dat zij als lid van die nieuw uitgevonden “religie” zo gefotografeerd hoorde te worden. In sommige gevallen wordt immers een uitzondering gemaakt, zodat men met tulband op de foto mag. Zij kreeg geen gelijk en naar mijn mening terecht. Iedereen kan op die manier wel een religie uitvinden.

Maar Gerard Liefting verbond er een opmerking aan. De vrijheid van godsdienst is volgens hem niet meer van deze tijd en aan de bevoorrechte positie van religies moet een eind komen. De Nederlandse wetgever, de Staten Generaal, houdt bij de wetgeving zo goed mogelijk rekening met gewetensbezwaren. Zo was er de mogelijkheid bezwaar te maken tegen de militaire dienstplicht. Mensen wilden niet andere mensen doden, bijvoorbeeld. In een gesprek moest dat worden aangetoond. Er kwamen ook strikvragen. Als je moeder dreigt verkracht te worden en jij hebt een wapen, mag je dan met dat wapen de verkrachting voorkomen? Als je ja zei, werd je gewetensbezwaar niet erkend. Je was wel degelijk bereid wapengeweld te gebruiken. Ook van niet-religieuze mensen konden de gewetensbezwaren worden erkend. Een recent voorbeeld vormen de weigerambtenaren. Op hen werd gewetensdwang uitgeoefend. Ze kregen de keus tussen hun baan of ontslagen worden en daar had ik bezwaar tegen, al vond ik dat ze geen gelijk hadden.

Waarom vermeldt onze Grondwet een aantal vrijheden. Ze beschermen de burger tegen overheidswillekeur. Iedereen kan weten, dat er in onze geschiedenis perioden waren, dat de godsdienstvrijheid voor Rooms-katholieken beperkt bleef. De Martelaren van Gorcum werden door de Watergeuzen in Den Briel vermoord. Maar elders werden juist protestanten door Roomse vorsten vervolgd en stierven zelfs als ketters op de brandstapel. De Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging staat niet zo maar in de Grondwet.

Rooms-katholieken mogen eveneens gebruik maken van andere vrijheden net als mensen met een andere overtuiging. Ze mogen tijdschriften of kranten uitgeven of boeken publiceren. Ze mogen bijeenkomen voor hun godsdienstige vieringen, al was dat recht van vergadering en demonstratie tot voor enkele jaren beperkt door een processieverbod. Ze mogen verenigingen oprichten om een school te stichten of om uitzendingen van radio en Tv te verzorgen.

Worden deze vrijheden bedreigd. Ja, zoals Gerard Liefting roept: “aan de bevoorrechte positie moet een eind komen, want godsdienstvrijheid is niet meer van deze tijd.” Er zijn politici, die een hekel hebben aan religies en op subtiele manieren proberen hun vrijheden te beperken. Recent werd de kleine omroep RKK opgeheven en moest hun taak worden overgenomen door de KRO-NCRV. Ook een gedwongen fusie onder het mom van efficiency, maar de eigen kleur van de partners is moeilijk te handhaven. Dat zie je ook bij de enorme fusieprocessen in het Middelbaar en Hoger Beroepsonderwijs. Op de MEAO van mijn zoon was in de tachtiger jaren een godsdienstleraar. Ik heb al meerdere malen beschreven hoe het denken over normen en waarden in Nederland onder druk staat. Zo heb ik als bestuurslid van een stichting, die vormingswerk in parochies begeleidde, meegemaakt, dat door het afknijpen van subsidies het voortbestaan onmogelijk werd gemaakt. Het enige voordeel is, dat dit werk nu niet meer afhankelijk is van een onbetrouwbare overheid.

Voor mij is katholiek zijn Jezus van Nazareth navolgen. Dus de armen helpen, de zieken genezen, de geesteszieken gezond maken, de doven laten horen en de blinden laten ‘zien’. De naastenliefde is het eerste gebod. In mijn omgeving merk ik, dat velen aan die oproep gehoor geven. Il zie het werk van priesters en pastoraal werkers en voel mij gesteund in deze voor mij moeilijke periode in mijn leven. Juist nu de Kerk geplaagd wordt door het schandalige gedrag van een deel van de priesters is er alle reden om je in te spannen de goede werken voort te zetten. Mensen in nood hebben onze hulp nog steeds nodig.

Wat ik helaas ook merk is, dat nogal veel mensen alleen ergens lid van worden als ze denken ervan te kunnen profiteren. Te vaak ontbreekt het besef, dat je lid kunt worden om anderen te laten profiteren. Is dat wellicht een van die negatieve gevolgen van de secularisatie?

Jaargang 11, Nr. 527.

De actiegroep “De Grauwe Eeuw”

zaterdag, augustus 18th, 2018

OOG VOOR DE POSITIEVE KANTEN ONTBREEKT

In mijn tienertijd woonde ik in Arnhem en daar zagen we altijd de oud-KNIL-lers van Bronbeek in hun blauwe uniformen met hun borst vol onderscheidingen. Voor ons jochies waren het dappere helden, die in Atjeh gevochten hadden tegen opstandelingen. Dat beeld werd gaandeweg bijgesteld en vooral in de literatuurlessen. We lazen het verhaal van Saidja en Adinda en uiteraard de Max Havelaar. Maar ook in de geschiedenislessen werd duidelijk, dat de methoden van de VOC en met name J.P. Coen nogal vaak moorddadig waren. Dat heette dan pacificatie ofwel “vrede” brengen in een gebied. Het Cultuurstelsel met gedwongen leveringen van handelsproducten kwam voorbij, maar ook de weerstand, die dat gaandeweg opriep. Er waren steeds meer kritische geluiden. Het beeld, dat de Actiegroep “De Grauwe Eeuw” in de Volkskrant van 16 augustus oproept is nogal eenzijdig. Een goed ontwikkelde Nederlander had en heeft een goed beeld van ons handelen in Nederlands Oost-Indië.

Want er waren ook positieve ontwikkelingen. Het was weliswaar ten dienste van de export, maar er werd hard gewerkt aan een goede infrastructuur: havens, wegen, spoorlijnen en vliegvelden. Er kwam onderwijs op alle niveaus, vaak opgericht door missie en zending. De medische zorg ging flink vooruit. Voor de landbouw, met name de rijstbouw op sawa’s werden irrigatieprojecten tot stand gebracht. Vooral de Nederlanders en de Indo-Europeanen profiteerden van dit alles. Er kwam langzaam ook een groep goed ontwikkelde Indonesiërs, waaronder Ir. Soekarno. Zo groeide langzaam een streven naar onafhankelijkheid. En toen kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog de Japanse bezetting. Het denken van veel Indonesiërs veranderde ingrijpend. Indonesië wilde de onafhankelijkheid. In Nederland was men nog niet zo ver. Er werd oorlog gevoerd al noemde men het politionele actie.

Tijdens onze lunch in Volendam kwam een groep Aziaten binnen. Het bleken Indonesiërs te zijn. Ze spraken Engels. Ik vroeg of niemand nog Nederlands studeerde als onderdeel van een studie geschiedenis of rechten. Daar hadden ze nooit zo bij stil gestaan. Ze gedroegen zich bepaald niet als mensen in het land van de vroegere kolonisator.

Nogal wat dienstplichtigen, die in Indonesië hebben gevochten hebben in de afgelopen tijd het vroegere actiegebied in Indonesië bezocht. Ze waren verbaasd over de vriendelijke ontvangst terwijl ze verwachtten als gehate Nederlanders te worden gezien. Zo vraag ik mij af hoe mettertijd de geschiedenis zal oordelen over de periode, dat Nederland in Indonesië heerste. Wordt er vooral gedacht aan alle moorddadige conflicten of overheerst het beeld van de ontwikkeling, die Nederland daar gebracht heeft?

Hoe denken wij nu over de Romeinse tijd? Nederland was door de Romeinen bezet gebied, in feite een Romeinse kolonie, al zien we dat nu niet zo. We waren deel van het Romeinse Rijk, althans bezuiden de Rijn. De grens, de Limes liep dwars door Nederland en werd bewaakt door tal van forten. Trots wijzen ze bij de Oude Kerk in Houten naar het beeld in het plaveisel van de vroegere Romeinse villa. Wij in Odijk vinden dat we in een bijzonder gebied wonen en het Romeinse verleden is een van de dingen waar we door geboeid worden. Weliswaar was er één keer een forse opstand, maar de Romeinse tijd wordt positief beoordeeld als een periode, die ontwikkeling bracht. In Nijmegen, toen een belangrijke Romeinse stad eren ze de vroegere heersers met een standbeeld van Keizer Trajanus op het verkeersplein bij de Waalbrug. Nu maar wachten op een standbeeld van een bijzondere Nederlander in een Indonesische stad, maar misschien is dat er al lang. Zo goed ken ik het land niet.

Jaargang 11, Nr. 526.

Louis van Gaal in Zomergasten

zaterdag, augustus 11th, 2018

EEN TERLOOPSE OPMERKING

Afgelopen zondag, 5 augustus 2018 keek ik geboeid naar de uitzending van ‘Zomergasten’. Louis van Gaal was te gast en presentatrice Janine Abbring leek het gemakkelijk te hebben. Ze moest alleen af en toe aangeven, dat het tijd werd voor een volgend thema. Louis wist precies wat hij wilde zeggen. Er was een echte docent aan het woord. Ook een betrekkelijke leek op voetbalgebied als ik begreep welke intensieve ontwikkeling de beroepssport heeft doorgemaakt. Het is wetenschap geworden.

Er was een passage in zijn levensloop, waar ik mij sterker met hem verbonden voelde. Hij vertelde hoe hij al heel jong zijn vader verloor en dat gebeurde ook in ons gezin. Ik was de oudste en 19 jaar, maar mijn jongste broer was pas zeven. Ondanks dat gemis wist Louis carrière te maken, eerst als voetballer en daarna als coach met de Academie voor Lichamelijke Opvoeding als stevige basis.

Louis huwde jong en kreeg twee dochters. Hij sprak vol liefde over zijn vrouw. Het was dan ook een enorme klap, toen zij al jong stierf. Hij beschreef hoe hij samen met zijn twe dochters verder ging. Iedereen had een taak en zo draaide het gezin verder. Toen kwam die terloopse opmerking: “Sindsdien geloof ik niet meer in het bestaan van God”. Hoe kan er een God bestaan, die een zo’n lief mens als mijn vrouw al zo jong laat sterven?´ Louis is zeker niet de enige, die na een rampzalige gebeurtenis in het persoonlijk leven zijn geloof in God verliest. Rabbijn Kushner schreef er een boek over. Waarom zijn het juist goede mensen, die het lot treft, terwijl de smeerlappen vrolijk verder leven? Eigenlijk gaat het in de theologie om een heel fundamentele vraag. Kan God tegen zijn eigen schepping ingaan? Een verwoestende storm stoppen? Een kwaadaardig gezwel zo maar laten verdwijnen? Ik heb er de laatste maanden wel naar verlangd. Het mondiale ecosysteem en de vele deelsystemen hebben het streven naar evenwicht als belangrijk kenmerk. Dus zijn er roofdieren als vossen, die het aantal konijnen beperkt houden, want anders zouden die zich onbeperkt vermenigvuldigen en alles kaal vreten. Maar er zijn ook bacteriën en virussen, die mensen ziek maken en misschien laten sterven. De dood hoort bij het leven. Dat is geen troost voor iemand die een dierbare verliest. De vorige paus Benedictus XVI kwam in zware problemen, toen hij in een toespraak tot Islamieten benadrukte, dat God niet tegen zijn eigen schepping in gaat. Hij citeerde een Middeleeuwse wijsgeer en werd totaal verkeerd begrepen. Maar Islamieten geloven, dat Allah tegen Zijn eigen schepping in kan gaan en bijvoorbeeld kan willen, dat de totale schepping op hetzelfde moment niet meer bestaat. De christelijke theologie wijst dit af. Ik hoop, dat ik het als niet-theoloog goed heb weergegeven.

Twijfel aan het bestaan van God wordt ook gevoed door het kwaad in de wereld: Oorlogen, natuurrampen, dictaturen, epidemieën, misdaadorganisaties of slavernij. Hoe kan een goede God dit allemaal toestaan? Zo’n God kan er gewoon niet zijn. Die door God geschapen wereld is allesbehalve volmaakt. Het is vaak een zootje. God heeft ons geschapen met een vrije wil. We kunnen het goede willen, maar ook allerlei slechte dingen. God heeft de verantwoordelijkheid gelegd bij zijn schepselen. Ik zou het niet fijn vinden als ik niet mijn eigen keuzes zou kunnen maken. Het kwaad in de wereld komt van mensen. Je kunt de schuld niet bij God leggen. Je kunt wel aan God vragen – bidden – om jou te helpen het goede te doen. Die hulp van God noemen we ‘genade’. Het is een kostbare ervaring als je Gods hulp in jouw leven merkt. Dat moet je dan wel geloven. Tsja, en dat is vaak het probleem.

Als we godsdienstles kregen op het Katholiek Gelders Lyceum in Arnhem of de Sint Ludgerus Kweekschool in Hilversum schroomden wij niet deze kwesties aan de orde te stellen. We leerden zo er mee om te gaan. Intussen zijn er generaties opgegroeid, die niet of nauwelijks gedegen godsdienstonderwijs hebben genoten. Dat merken we dagelijks en ook heel even in de uitzending met Louis van Gaal.

Jaargang 11, Nr. 525.

Deze heel erg droge zomer

zaterdag, augustus 4th, 2018

GAAT ONS LEVEN INGRIJPEND VERANDEREN?

Midden jaren negentig waren we op vakantie in Ierland. We hadden een flinke regendag achter de rug, maar ook veel mooie dagen. In een gesprek met de hotelhouder legde ik uit, dat het zou kunnen, dat Ierland door de klimaatverandering een Middellandse Zeeklimaat zou krijgen. Dat leek hem wel wat. Maar, zei ik, “There are winners and losers”; Er zijn winnaars en verliezers. Spanje en Portugal zouden een woestijnklimaat kunnen krijgen. Komt mijn verwachting nu uit? Ja en nee. De Britse eilanden hebben al weken lang lage druk met de bijbehorende neerslag. Maar juist dat lagedrukgebied zorgt voor een voortdurende aanvoer van warme droge lucht naar een groot deel van Europa met de huidige hittegolven als resultaat. Er zijn aanwijzingen, dat dit structureel is. De minder koude Noordpool zorgt voor minder drukverschillen en daardoor een zwakkere westcirculatie. Ons weer in de zomer wordt minder nat en minder koel. Dit jaar is de zomer extreem droog en bijzonder warm. We weten niet of dit jaar in jaar uit het geval zal zijn, maar we moeten er wel rekening mee gaan houden.

Hoe kunnen we in onze natte winters water opsparen voor de droge zomers? Dat vraagt in ieder geval al een geheel andere manier van denken. Traditioneel zijn wij er op gericht al die nattigheid zo snel mogelijk kwijt te raken, Waar berg je het water? In de kastuinbouw zie je bekkens gevuld met regenwater voor droge periodes. In zo’n kas zijn methoden uit droge gebieden als druppelirrigatie toe te passen. Dat zou ook kunnen bij andere vormen van tuinbouw als boomkwekerijen. Wij hebben niet zoals Spanje hoge gebergten, waar je spaarbekkens in de rivieren kunt bouwen. Het enige grote spaarbekken in Nederland is het zoete IJsselmeer. We moeten veel meer water in de grond opslaan. Zo lang mogelijk moeten we een hoge grondwaterstand handhaven, zodat we in droge perioden met grondwater kunnen beregenen. Dat moet bij voorkeur ’s nachts, want overdag verdampt te veel. Beter is zaadvariëteiten te gebruiken, die beter tegen de droogte kunnen. Jonge boeren en studenten op agrarische scholen kunnen maar beter stage gaan lopen in een land als Israël.

Voor onze watervoorziening zijn we in sterke mate afhankelijk van onze rivieren. Nu al zien we, dat de wateraanvoer veel minder is. Dat geeft vooral problemen voor de scheepvaart. Als de droogte in het stroomgebied van de Rijn veel vaker gaat voorkomen, kunnen we dus minder rekenen op het Rijnwater. Een deel daarvan is smeltwater van de wintersneeuw in het voorjaar en van de gletsjers in de zomer. Als straks de eeuwige sneeuw toch gesmolten is, missen we dat water ook. De Rijn wordt als de Maas een regenrivier met een onregelmatige afvoer. Het water gaat via de IJssel naar het IJsselmeer, dat Noord Nederland van voldoende water voorziet en vooral in Noord Holland de verzilting tegen gaat. Het Noordzeekanaalgebied krijgt zoet water via het Amsterdam-Rijnkanaal. Mijn woongebied, het Kromme Rijngebied en verderop ook de Vecht en de Leidse Rijn krijgen water via de inlaatsluizen bij Wijk bij Duurstede. Als de waterstand in de Rijn/Lek te laag is, wordt een enorm gemaal bij de Caspergouw ingeschakeld. Het brengt water uit het Amsterdam-Rijnkanaal via de Caspergouwse wetering naar de Kromme Rijn. Vanuit de Kromme Rijn krijgen alle polders aanvullend water. Een paar mensen hier hebben een slangetje en een stroomkabel naar een pompje bij de Rijn om hun tuinen te besproeien. Het Amsterdam-Rijnkanaal krijgt overigens ook water van de omgeving. Het peil is veel lager dan het land. Erg belangrijk is de wateraanvoer voor de veengebieden. Als die uitdrogen klinkt het veen sterk in. Die klink is irreversibel. Dat wil zeggen, dat het veen niet meer uitzet als het weer nat wordt. Het maaiveld komt steeds lager te liggen. Houten heipalen krijgen dan zuurstof en gaan rotten. Huizen zie je verzakken. We weten het, maar we hebben wel water nodig om die problemen aan te pakken. Het probleem speelt ook bij het Slot in Zeist. Daar moet ook water uit de Kromme Rijn naar toe.

Ik heb het nog niet gehad over water als grondstof of als koelwater of proceswater. Ook de industrie en de energievoorziening vragen veel water. Met het drinkwater zit het wel goed, al zijn Amsterdam en Den Haag mede afhankelijk van de rivieren. Ik krijg water uit de kraan, dat uit de Heuvelrug afkomstig is. Die bronnen zullen niet snel opdrogen. Proost.

Jaargang 11, Nr. 524.