Archive for april, 2018

Plutocratie

zaterdag, april 28th, 2018

RUTTE HOORDE DE KLOK NIET LUIDEN

Onze premier heeft langzamerhand de idee gekregen, dat hij in Nederland alles naar zijn hand kan zetten. Hij vindt, dat hij zich van niemand in de Tweede Kamer iets hoeft aan te trekken. Die indruk wekt hij althans. In feite voert hij uit wat het grote internationale bedrijfsleven van hem verwacht. Nederland is slechts in schijn een democratie, maar feitelijk een plutocratie, een land waar de rijksten beslissen. En Rutte en zijn ministersploeg zijn niet dienstbaar aan het volk, maar dienen slechts het mondiale kapitaal. We hebben eerder gezien hoe dat werkt. Eind zeventiger jaren schreven een aantal grote werkgevers een brief aan de regering, waarin ze meedeelden, dat ze uit Nederland zouden vertrekken als de belastingdruk niet drastisch zou verminderen. In een uitzending van Pauw zagen we Jesse Klaver tegenover Hans de Boer, voorzitter van de werkgeversbond. Dreigend vroeg hij aan Jesse Klaver of die wel besefte, dat het om duizenden banen draaide. Mondiale ondernemingen zouden niet langer in Nederland investeren en zo werkgelegenheid scheppen als de Dividendbelasting niet zou verdwijnen. Hans de Boer besefte geeneens dat hij feitelijk met chantage bezig was. Aan chantage moet je nooit toegeven.We gaan nu eerst kijken waardoor ondernemingen graag in Nederland investeren en daarna naar de oplossing voor het probleem van te grote macht van het internationale kapitaal.

Hoe verdient Nederland zijn geld? Nederland is een klein land met betrekkelijk weinig grondstoffen en weinig ruimte voor akkerbouw. We moeten veel importeren en om dat te kunnen betalen ook veel exporteren: goederen of diensten. We importeren betrekkelijk goedkope grondstoffen en maken er vooral halffabricaten van: Ruw staal, ruw aluminium, elektriciteit en diverse soorten brandstoffen als benzine, dieselolie, kerosine of stookolie. Denk aan Rotterdam, Vlissingen, Terneuzen, IJmuiden en Delfzijl. Veel hiervan wordt massaal geëxporteerd. Helaas is de toegevoegde waarde betrekkelijk gering. Beter is het ze verder te bewerken en er onderdelen van te maken of eindproducten. Wat we in Nederland zien is, dat de maakindustrie enorm is gegroeid en daarbij zeer hoogwaardige en dus veel geld opbrengende eindproducten oplevert. Chipmachines van ASML, medische apparatuur van Philips, vrachtauto’s en bussen, speciale vaartuigen, chemische producten, geneesmiddelen, voedingsmiddelen. Nederland heeft dus veel zeer hoogwaardige industrie. Dus ook de werknemers ervoor en de opleidingen voor die werknemers en allerlei dienstverleners als gespecialiseerde accountants, zakenbanken, advocaten, verzekeringsmaatschappijen en handelsondernemingen. Ons land ligt midden in een grote en zeer koopkrachtige markt en het beschikt over uitstekende infrastructuur als autowegen, waterwegen, havens, vliegvelden, spoorverbindingen en verbindingen en knooppunten voor dataverkeer. Als je dus als Japanse of Chinese of Amerikaanse onderneming een vestigingsplaats zoekt in de EU is Nederland zeker een optie en dan speelt het bestaan van een dividendbelasting net als bijna overal in de EU een onnozele rol. Ook voor de tuinbouw en de veehouderij gelden dergelijke gunstige vestgingsfactoren. Veevoer bijvoorbeeld is gemakkelijk te importeren. Daarop rust weer een forse en opnieuw zeer innovatieve agrarische industrie met zeer veel export.

Maar ja, er zijn van die “rupsjes nooit genoeg”, die belastingheffing een vorm van diefstal vinden en alsmaar meer rijkdom willen vergaren. Dus streven ze naar lage lonen en minimale kosten voor duurzaamheid en lage belastingen. Ze chanteren regeringen om hen hun zin te geven en daarmee spelen ze de landen tegen elkaar uit. Zo kan voor de vennootschapsbelasting een “race tot the bottom” ontstaan. Om de beurt verlagen landen die belasting op de winst van vennootschappen, zoals we dat de afgelopen jarwen hebben kunnen zien. Wel profiteren van de goede infrastructuur en de hooggeschoolde arbeidskrachten en de ruimte in een land, maar er niet of zo weinig mogelijk voor willen betalen. Maar het gaat nog verder. Het kleine land Luxemburg bood multinationals de kans om via belastingconstructies voor miljarden aan belasting te ontwijken. Tot twee accountants van PriceWaterhouseCoopers(PwC) die praktijken aan het licht brachten: Deltour en Halet. Deltour dreigde zelfs veroordeeld te worden, maar nu is er een Europese wet in de maak om zulke klokkenluiders te beschermen en financieel te ondersteunen. Eindelijk! Zo biedt de EU de mogelijkheid om de macht van het internationale kapitaal te breken en zo te zorgen voor rechtvaardigheid in belastingland. Er wordt hard gewerkt aan maatregelen tegen witwassen van zwart geld, tegen belastingontwijking en belastingontduiking. Wij gewone burgers moeten er immers voor boeten. Wij moeten meer betalen of krijgen minder goede zorg of minder goed onderwijs of minder veiligheid. De narigheid is, dat het vaak de nationale regeringsleiders in de Europese Raad of nationale ministers, die dwars liggen bij het besluiten tot maatregelen. Daar ligt een rol voor de Tweede Kamer. Elke keer als Mark Rutte naar een Europese Raad is geweest, hoort hij voor de Tweede Kamer te verschijnen en verantwoording af te leggen. Wij burgers van Europa kunnen er volgend jaar voor zorgen dat er een nog beter Europees Parlement komt.

Jaargang 11, Nr. 509.

Cordaid, een moderne ontwikkelingsclub.

zaterdag, april 21st, 2018

HELPEN MET JE HART

Deze week was ik op de donateursdag van Cordaid, een bekende ontwikkelingsorganisatie van katholieke huize. Cordaid is ontstaan door het samengaan van een vijftal organisaties. De naam is een afkorting van een lange naam, die vrijwel niemand kent. De meeste mensen denken aan Cord = hart en aid = hulp. Samenwerken zou doelmatiger zijn en kosten besparen. Er zat ook druk achter van het ministerie, want hoe minder organisaties hoe minder administratief werk. Naar buiten toe manifesteren die afzonderlijke organisaties zich nog steeds. Ze hebben hun eigen taken en hun eigen donateurs en collectes. Maar ik was nieuwsgierig geworden door de uitnodiging, waar het ging over de integrale aanpak van Cordaid. Het was altijd wat vreemd, dat er voor elk werkveld een afzonderlijke organisatie was en is, terwijl er toch vaak samengewerkt zou kunnen worden. Dat gebeurt nu veel meer dan vroeger.

Ik zat met wat vragen. Die kon ik stellen en ik kreeg voor mij heel bevredigende antwoorden. Goede hulp zorgt ervoor, dat je de onafhankelijkheid van de mensen bevordert. Er moet een moment komen, dat ze jouw hulp niet meer nodig hebben. Het moet geen altijd voortdurende liefdadigheid zijn. Dat blijkt de doelstelling van de Cordaidwerkers te zijn. Niet alleen een waterpomp slaan, maar ook de mensen opleiden, die de pomp kunnen onderhouden en zo nodig repareren. Daarnaast zorgen voor een financiële structuur, zodat de vervangende onderdelen ook betaald kunnen worden. Daarbij werken de Cordaidmensen vaak samen met kritische clubs in het land waar ze werken. Heel vaak hangt armoede en onderontwikkeling samen met de maatschappelijke structuren. Dan is het logisch, dat je samenwerkt met organisaties, die werken aan betere maatschappelijke structuren.

De Katholieke Kerk kan soms bij een oplossing van een probleem in de weg staan. Dus vroeg ik of Memisa bij de bestrijding van Aids ook condooms ter beschikking stelt. Memisa heeft er gelukkig geen enkel probleem mee. Ik had overigens al eerder een informatiebijeenkomst van Memisa meegemaakt en was toen onder de indruk gekomen van hun efficiënte werkwijze. Goede controle, zorgvuldige planning en pas geld geven als je zeker wist, dat het goed besteed zou worden en er niets aan de strijkstok zou blijven hangen.

Wat doet Cordaid nog meer? Vooral Cordaid Mensen in Nood geeft noodhulp na natuurrampen: tenten, zeilen, schoon drinkwater, dekens, voedselpakketten en maatregelen tegen besmettelijke ziekten. Maar daarna bouwen ze ook nieuwe huizen, die bestand zijn tegen orkanen en/of aardbevingen of ze zorgen voor noodvoorzieningen op grote terpen of hogere gebieden, waar de mensen bij overstromingen naar toe kunnen vluchten.

Dan is er nog Cordaid Kinderstem voor onderwijs en Cordaid Microkrediet, dat mensen helpt bij het financieren van een eigen bedrijfje. En Cordaid Bond zonder Naam bestaat ook nog steeds met de bekende kaarten met een spreuk, die tot nadenken stemt. Nu in april luidt de spreuk: “Het alledaagse is niet alledaags.” Het eigenlijke doel van de Bond zonder Naam is armoede bestrijding in Nederland. Soms vraag ik mij af of de bekendheid van deze organisaties met de ontkerkelijking en de secularisatie minder wordt, Daarom heb ik dit blog maar eens geschreven. Welke ontwikkelingsorganisaties steunt u?

Jaargang 11, Nr. 508.

Nordkirchen en Henrichenburg

zondag, april 15th, 2018

VEEL MOOIS DICHTBIJ NEDERLAND IN WESTFALEN

Onze Historische Kring “Tussen Rijn en Lek” organiseert elk jaar een dagexcursie, beurtelings naar Nederland, België en Duitsland. Dit jaar begonnen we met het Westfaalse Versailles: het Waterslot Nordkirchen. Noordelijk van Dortmund. Het slot werd in het begin van de achttiende eeuw gebouwd door Vorst-Bisschop Frederik Christiaan van Plettenberg-Lehnhausen op de plek van een oudere waterburcht uit de 15e eeuw. Het werd in de loop der eeuwen door meerdere steenrijke families bewoond, die het slot nog verder hebben uitgebreid. Het slot stamt uit de baroktijd, maar van de buitenzijde zien we een nogal strak vorm gegeven verzameling van gebouwen. In de gebouwen zelf zien we prachtige kamers en zalen met schilderijen van vroegere bewoners en andere wandschilderingen. Het viel ons op, dat de stijl binnen het gebouw verandert naarmate de inrichting uit een latere periode stamt. Het slot is omgeven door een groot park met waterpartijen en een beeldentuin. Het park en de rest van het landgoed zijn vrij toegankelijk. De slotkapel is een trouwlocatie, zoals we met eigen ogen konden zien.

Vijftig jaar geleden was het slot deerlijk in verval geraakt, maar de regering van NoordRijn/Westfalen heeft het laten restaureren en nu is er een opleidingsinstituut voor ambtenaren op financieel gebied in gevestigd met honderden studenten. Het lijkt mij heel bijzonder in zo’n gebouw te mogen studeren. Anderzijds is Nordkirchen maar klein en er ligt geen grote stad in de nabijheid.

Keizer Wilhelm II vond in de 19e eeuw, dat Duitsland een netwerk van scheepsverbindingen moest krijgen. Onze toekomst ligt op het water, beweerde hij. Het zat hem dwars, dat het Ruhrgebied afhankelijk was van de aanvoer van ijzererts via Rotterdam. Daarom moest er een kanaal komen van het Ruhrgebied naar de Noordzee. Dat werd het Dortmund-Emskanaal naar Emden. Onderweg moet een hoogteverschil van 77 meter worden overwonnen.  Bij Waltrop bouwde men een schepenlift, ein Schiffshebewerk, waarbij een hoogteverschil van 14 meter in totaal in twaalf en een halve minuut werd overwonnen. Zo iets lukt nooit met een sluis. Hoe werkte het? Stel je voor een enorme bak met water gevuld, die rust op vijf drijvers in vijf cilinders. Als er meer water of een schip in de bak komt zakt het geheel. Zo kun je de bak met het schip erin in twee en een halve minuut 14 meter laten zakken of stijgen. Deze installatie werd gebouwd tussen 1894 en 1898 en werd op 11 augustus 1899 officieel door keizer Wilhelm II in gebruik gesteld. Er waren duizenden mensen aanwezig, waarvan velen uit alle mogelijke buitenlanden. Er was alleen energie nodig voor de elektrische waterpompen en de elektriciteit werd met een stoommachine bij de installatie opgewekt. Deze installatie is niet meer in gebruik sinds 1970, maar wordt als industrieel erfgoed in goede staat gehouden. Er is nu een moderne lift en een grote sluis. Op het lagere niveau begint niet alleen het Dortmund-Emskanaal, maar ook het Rhein-Hernekanaal. Het is allemaal van enorme betekenis geweest voor de industriële ontwikkeling van Dortmund en omgeving. Hoogovens vind je in het Westen van het Ruhrgebied bij de Rijn en in het Oosten bij Dortmund. Op die plekken werd het ijzererts aangevoerd.

Jaargang 11, Nr. 507.

 

Een betere referendumwet?

zaterdag, april 7th, 2018

GEBREK AAN KENNIS EN INTERESSE

Doen referenda de democratie beter functioneren? Ik geloof er niets van. Daarvoor is het gebrek aan kennis veel te groot. Je ziet het bij verkiezingen. Zonder enige schaamte bekennen mensen, dat ze er geen verstand van hebben. Er zijn in mijn gemeente maar drie partijen, maar heel wat mensen hebben geen idee welke partijen dat zijn. Wat de verschillen tussen die partijen zijn is helemaal onbekend. Twee van die partijen hebben in het verleden veel te weinig sociale huurwoningen laten bouwen. Welke van de drie? Ze weten het niet. Ze hebben donders goed door, dat het een probleem is. Voor hun kinderen is er geen goedkope starterswoning. Maar dan de juiste partij vinden en er op stemmen; dat is te veel gevraagd.

Als 30 tot 40 procent van de kiezers niet in staat is bij gemeenteraadsverkiezingen hun stem te bepalen, dan is een standpunt bepalen over bijvoorbeeld het Oekraïneverdrag helemaal te veel gevraagd. Dan is het risico groot dat ze hun oren laten hangen naar volksmenners, die met angst en paniek zaaien hun aanhang weten te vergroten. Als dan anderen niet gaan stemmen in de hoop, dat de minimumopkomst niet wordt gehaald, dan mislukt zo’n referendum als democratisch experiment grandioos. Bij velen spelen ook verkeerde argumenten een rol. Het gaat dan niet om de referendumvraag, maar het standpunt wordt bepaald door de wens de zittende regering dwars te zitten.

Helaas waren onze referenda raadgevend. Regering en parlement waren en zijn niet aan de uitslag gebonden. We zien dus, dat er minimale aanpassingen zijn gekomen. Dat vergroot de motivatie om te gaan stemmen niet erg sterk. Raadgevende referenda zijn ondingen.

Een referendum gaat over een wet, die er al ligt. Over die wet is vaak jarenlang gediscussieerd. De wet is geamendeerd. Partijen hebben ervoor geknokt of zich er juist fel tegen verzet Dan pas komt er een referendum. Is er wel eens over gedacht een referendum vooraf aan het wetgevingsproces te houden en dan de principiële vraag te stellen over die wet? Een voorbeeld. Veel gescheiden mannen wordt contact met hun kinderen ondanks rechterlijke uitspraken onthouden. Zij lijden daar erg onder. Soms treft dit lot ook grootouders, die hun kleinkinderen nooit meer zien. De referendumvraag zou dan kunnen zijn: Er moet een sanctie komen voor een ouder, die ten onrechte haar kinderen weghoudt van haar vroegere partner. Ja of neen. Wat die sanctie kan zijn moet de wetgever bepalen evenals de manier, waarop het contactrecht geregeld wordt. Het is een eenvoudige vraag, die iedereen met gevoel voor recht kan beantwoorden. Je kunt tegen een sanctie zijn, omdat je gelooft, dat die alleen maar voor verergering van de situatie zorgt. Mensen gaan erover nadenken en er samen over praten. Misschien is dat al genoeg om weigerachtige ex-partners van houding te doen veranderen.

Er kan nog één referendum komen over de wet, die orgaantransplantatie regelt. Tot nu toe was het zo, dat iemand enige moeite moest doen om zich als donor te laten registreren. Ondanks alle oproepen en Tv-programma’s waarin het tekort aan donoren aan de orde kwam, waren velen niet bereid de moeite te nemen zich als donor te laten registreren. De nieuwe wet draait de zaak om. Je moet enige moeite doen om te laten weten, dat je geen donor wilt zijn. Voor mij is het zo vanzelfsprekend, dat het op de nieuwe manier alleen maar gemakkelijker wordt. Je hoeft niets te doen en je kunt zelfs na je dood nog een ander helpen. Als er een referendum komt, dan roep ik iedereen op met mij vóór die wet te stemmen en zo meer mensenlevens te redden.

Ik leefde lang mee met een vrouw, die wachtte op een longtransplantatie. Ze heeft tevergeefs gewacht. Haar plotseling overlijden heeft mij erg geschokt. Mijn stem wordt vooral bepaald door mij het lot van al die wachtenden voor de geest te halen.

Jaargang 11, Nr. 506.