Archive for augustus, 2017

Ons Volkslied, het Wilhelmus

zaterdag, augustus 26th, 2017

LIED VAMN DE VRIJHEID

In het schooljaar 1945 – 1946 zat ik in de zesde klas, nu groep acht. Het vijfde leerjaar had ik door het laatste oorlogsjaar vrijwel geheel gemist. Er viel nogal wat in te halen om te kunnen slagen voor het toelatingsexamen van de HBS. Maar begin mei 1946 was het een jaar geleden, dat heel Nederland was bevrijd. Eén jaar bevrijding moest groots gevierd worden. We hebben toen een hele reeks vaderlandse liederen geleerd en dus ook het Wilhelmus. De bezetters hadden die liederen uiteraard verboden, want liederen over het verzet tegen een buitenlandse heerser, toen de Spaanse koning Filips II, dat kon natuurlijk niet. Het ondergrondse verzet was al lastig genoeg. Ik was dus bijna twaalf toen we tijdens de aubade op de Markt in Arnhem voor het eerst het met honderden kinderen het Wilhelmus zongen. Zo vierden we onze vrijheid. Het was een ontroerend gebeuren.

Het Wilhelmus is een ingewikkeld en voor velen een nogal onbegrijpelijk lied. De dichter of wellicht de dichters leggen de woorden in de mond van Willem van Oranje, Graaf van Nassau en leider van het verzet tegen de Spaanse tiran, Filips II. Willem was van hoge adel en werd aan het hof van Koning Karel V opgevoed. Hij was voorbestemd om namens de koning een hoge functie in het bestuur van de Nederlanden te vervullen. De Nederlanden kenden al een zekere vorm van democratie. De onderdrukking van het protestantisme en een belasting, de zogenaamde tiende penning veroorzaakten veel verzet. De Noordelijke provincies kwamen in opstand en sloten de Unie van Utrecht en de Spaanse koning werd afgezworen door het Placcaet van Verlatinghe. In dit manifest werd uiteengezet, dat een volk het recht heeft in opstand te komen tegen een heerszuchtige vorst. Eigenlijk is dit stuk de onafhankelijkheidsverklaring van de Noordelijke gewesten, de start van wat nu Nederland is.

Willem van Oranje zat in een gewetensconflict. Hij was een hoge ambtenaar in dienst van de vorst, maar hij wilde ook trouw zijn aan zijn volk, dat in opstand tegen die vorst was gekomen. Het Wilhelmus beschrijft dat gewetensconflict en laat zien welke offers Willem van Oranje en zijn familie brengt voor de vrijheid van de Nederlanden. Daarom is het Wilhelmus een echt vrijheidslied, een lied van verzet tegen een onrechtvaardige heerser. Juist linkse mensen zouden zo’n lied moeten koesteren.

Het Wilhelmus is niet alleen een stuk verantwoording voor de opstand naar enerzijds de koning en anderzijds het volk, het is ook een verantwoording naar God. Zou God deze opstand tegen de wettige vorst wel goedkeuren? De tegenwoordige ongelovige massa heeft daaraan uiteraard geen boodschap. Die heeft de laatste jaren de helft van onze vaderlandse geschiedenis overboord gegooid. Daarnaast wordt het Wilhelmus gezien als een lied van ons Koningshuis en velen zijn tegen de monarchie, want een erfelijk koningschap is ondemocratisch. Een staatshoofd dient gekozen te worden. Eigenlijk vind ik dat ook wel, maar ze doen het nog niet zo gek. Ze zijn een aardig symbool naar buiten toe. Ze hebben geen macht, wel invloed en de meerderheid van het volk wil heel democratisch de monarchie handhaven. Ik troost me met de gedachte, dat ook gekozen staatshoofden er soms een potje van maken en dat presidentsverkiezingen bepaald niet altijd tot vreugde stemmen. Wie heb je liever, Willem Alexander of Donald Trump? Het antwoord geen van beiden is te gemakkelijk.

Jaargang 10, Nr. 475.

De Rijn komt bij Spijk in ons land. en stroomt niet langs Lobith

zaterdag, augustus 19th, 2017

HERINNERINGEN AAN EEN MOOI STUK NEDERLAND

De bijlage “Zomertijd” van het dagblad Trouw verraste mij met een boeiend stuk over het stuk mooi Nederland tussen de Elterberg en de Rijn. Daar ligt het dorp Spijk, waar ik twee en een kwart jaar werkte. Dat was van 1 juni 1954 tot 1 september 1956. Maar mijn herinneringen gaan verder terug. In 1951 was ik verkenner bij de Sint Maartengroep in Arnhem. Ons zomerkamp was op de Elterberg in een boomgaard bij de kerk. Ik gaf als Patrouilleleider leiding aan het opzetten van de tent en het pionieren van de keuken. Daarna ging ik weer naar huis, want ik was samen met Louis S. uitverkoren om de groep te vertegenwoordigen op de wereldjamboree in Bad Ischl in Oostenrijk. Een lange trein met honderden boy scouts vertrok van het NS station Arnhem. Toen we onder de Elterberg langs reden stonden mijn medeverkenners langs de lijn ons uit te zwaaien. In latere jaren ben ik nog vaker per trein langs de Elterberg gereden en misschien nog vaker over de A12/E35.

Later kwam ik te werken op de Sint Willibrordusschool in Spijk. Op 31 mei 1954 slaagde ik als onderwijzer. Ik kreeg één dag verlof om bij te komen. Op 2 juni stond ik voor de klas, een twee-driecombinatie met in de dertig leerlingen. Na de zomervakantie kreeg ik een drie-viercombinatie met 46 leerlingen en dat ging in het volgend schooljaar zo door. Op woensdagmiddag vertrok ik per fiets naar de hoofdaktecursus in Arnhem. Door de week was ik in de kost bij Mientje en Hent Van Meegen. Ze hadden een smederij, verkochten en repareerden fietsen, maar leverden ook wasmachines en de eerste Tv’s. Het huis is er niet meer, maar het stond tegen de Rijndijk aan op de hoek van de Kerkstraat. In het weekend was ik thuis in Arnhem. De route naar Arnhem ging via Elten, Babberich, Zevenaar, Duiven en Westervoort. Het was een internationale verbinding naar het Ruhrgebied. Tussen Spijk en Elten en tussen Elten en Babberich waren geen fietspaden. Vaak fietste ik er terwijl het nog donker was. Elten was toen tijdelijk Nederlands. De grens lag wat oostelijker. De weg langs de grens werd door de bevolking de “Neutrale weg” genoemd, omdat hij op de grens lag en ligt. Bij de spoorwegovergang in Elten stond een molen zonder wieken. Daar woonde een collega.

Vrijwel altijd fietste ik de route Arnhem-Spijk v.v. Maar in twee gevallen was dat niet mogelijk. In de winter van 55-56 vroor het zo erg, -20o Celsius, dat ik niet durfde fietsen. Toen ben ik maar met de bus gegaan. We verdienden toen zo weinig, dat aanschaf van een auto volstrekt onmogelijk was. De tweede keer was toen de Spijkse Overlaat in werking trad. Een stukje Rijndijk dichtbij Tolkamer was wat lager en lag op 15 M +NAP. Het water in de Rijn had de stand 16 M + NAP. Het water stroomde dan ten dele door de Oude Rijn langs Babberich, Oud-Zevenaar en Ooy naar de huidige stroomgeul. Af en toe overweegt men dit weer mogelijk te maken. Men verwacht immers veel hogere afvoeren. De rondvaartboot Arnhem-Westerbouwing kwam mensen bij de dijk in Spijk afhalen en bracht ze naar Tolkamer, waar de bus stond te wachten. Ik had een week vrij en kon dat goed gebruiken om voor de Hoofdakte te studeren.

Nog een aardige herinnering aan de Elterberg was de limonadestop tijdens een schoolreisje met de tweede klas van mijn Arnhemse school. Van Elten liepen we dan door het bos naar Stokkum, waar de bus ons weer stond op te wachten. De Autobahn was er nog niet. De kinderen vonden die tocht door het bos heel spannend.

In 1998 hadden we bijna het hele Pieterpad van Noord naar Zuid gelopen. Het stuk van Doetinchem naar Groesbeek ontbrak nog. De eerste etappe ging van Doetinchem naar Hoog-Elten. We hadden wegens jaren lang politiek werk nog een cadeautje te goed, een nacht in een hotel met diner vooraf. Ik had dat Kurhotel Hoch Elten zo vaak gezien. Nu gingen we daar dat nachtje doorbrengen. Het was inderdaad bijzonder. De volgende dag ging de route door Spijk langs mijn vroegere schooltje, maar nu wel met een kleutergroep en verder door Tolkamer en de Bijland naar het pontje naar Millingen. Dagje nostalgie.

Tsja, opa vertelt. Hij zou nog veel meer kunnen vertellen, maar we zitten al boven de 700 woorden. Stoppen dus.

Jaargang 10, Nr. 474.

Het Nationaal Militair Museum bij Soesterberg

zaterdag, augustus 12th, 2017

GESCHIKT VOOR LINKSE EN RECHTSE MENSEN

Hoe je ook gaat, vrijwel altijd kom je door bossen en heide en vanuit Soest langs de Soester duinen. Van alle kanten kun je er per fiets komen, maar ook per auto bijvoorbeeld vanaf de afrit Soesterberg langs de A28. Wij hebben gefietst door de bossen van Zeist. Dichtbij Soesterberg kom je langs een vluchtelingenopvang. De mensen hebben geen status en zijn opgesloten achter prikkeldraad. Een merkwaardige voorbereiding voor een bezoek aan een Nationaal Militair Museum. Het eerste wat je te zien krijgt is een enorme filmische documentaire, warin geschetst wordt hoe de krijgsmacht in de loop der eeuwen van karakter is veranderd. Ging het vroeger om de verdediging van de landsgrenzen, nu is de taak van de krijgsmacht omschreven als handhaving van de internationale rechtsorde. Of wij vluchtelingen behandelen overeenkomstig de internationale rechtsorde is voor mij twijfelachtig. De vele buitenlandse missies hangen samen met die veranderde taak: het handhaven van de internationale rechtsorde.

De staat heeft als hoofdtaak de veiligheid van de burgers te waarborgen. Daarvoor is er politie, zijn er veiligheidsdiensten en is er een krijgsmacht. Het gaat niet alleen om te waken tegen vijanden, de staat moet ook zorgen voor veilig verkeer, voor veiligheid tegen natuurrampen en dan met name overstromingen. Ook daarin heeft de krijgsmacht taken. Soms wordt het leger ingeschakeld bij bosbranden. Die maatschappelijke taken van de krijgsmacht worden ook in beeld gebracht. Heel relativerend zijn beelden van onze vroegere vijanden, die nu bondgenoten zijn.

Een voor mij heel waardevolle afdeling was een grote zaal met boxen, waar iemand vertelde over zijn oorlogsverleden. De naam Hueting viel me op en ik ging luisteren. Je zag de man kort na zijn verblijf in Indonesië tijdens de zogenaamde politionele acties, jaren later als getuige en nu als oude man. Wat hij vertelde was vreselijk. Veel oud Indiëgangers spreken nooit over wat ze hebben meegemaakt. Dat werd duidelijk. Hij maakte de moord op krijgsgevangenen mee. De moord op vrouwen in kinderen in de kampongs. Daarover schreef hij een rapport. Dat zorgde voor woedende reacties. Hij werd bedreigd, maar ook zijn vrouw en kinderen werden bedreigd. In die zaal kun je dagen doorbrengen. Het lijkt mij verplichte kost voor studenten geschiedenis of politicologie, maar ook voor de toekomstige officieren, die op de KMA studeren.

Natuurlijk wil zo’n museum een natuurgetrouw beeld geven van een oorlog. In het Airbornemuseum in Oosterbeek loop je door een kelder, waar een stad in oorlog is nagebouwd. De kogels fluiten je om de oren. In Overloon wordt de slag om Overloon nagebootst. Op de Neeltje Jans wordt met rondom projectie de Deltaramp uiterst realistisch in beeld gebracht. In soesterberg hebben ze iets dergelijks. In een ronde ruimte wordt de oorlog op de wanden geprojecteerd. Je zit er midden in. Ik heb niet alles gezien. Maar de atoombommen van Hiroshima en Nagasaki heb ik gemist. Zou President Trump zelf oorlogservaring hebben. Ik heb er nooit over gelezen. Zoals hij praat, lijkt het meer op het naspelen van oorlogsgames. Maar oorlog is geen spelletje.

Men laat ook allerlei tanks en kanonnen zien en er zijn veel vliegtuigen, die vroeger in het Militair Luchtvaatmuseum te vinden waren aan de andere kant van Soesterberg. Ik vond het lastig om de namen van al die vliegtuigen te vinden, maar we hadden ook niet zo veel tijd. Je moet er minstens een dag voor uittrekken om alles een beetje te hebben gezien. Zo zie ik nu op een plattegrond, dat er kabinetten zijn. Geen enkele hebben we bekeken. Een van de suppoosten, een vrijwilliger zei ons, dat je er dagen kunt doorbrengen. Met onze museumjaarkaart komen we er gratis in en met diezelfde kaart kun je bij de poortjes binnen komen. Het is wel even uitzoeken, maar er lopen heel gedienstige mensen rond.

Jaargang 10, Nr. 473.

Heeft de autonome mens een geweten?

zaterdag, augustus 5th, 2017

EEN GEWETENSONDERZOEK

Geweten wordt vaak geassocieerd met kerkelijk gedoe. Daar willen we liefst niets meer mee te maken hebben. Maar wat is dat eigenlijk, het geweten? Heel simpel: Je verstand oordelend over je eigen daden. Iedereen heeft een verstand al wisselt de kwaliteit nogal eens. Maar zelfs een wat minder slimme mens heeft donders goed in de gaten wanneer hij iets verkeerds heeft gedaan. Dat leert de ervaring. Mensen hebben eerder boos gereageerd. Iedereen kan bedenken, dat je het niet leuk vindt als het jou zelf overkomt. Mensen leren de zegswijze toe te passen:” Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.”. Zo worden mensen opgevoed.

Een volwassene beschikt over een aantal opvattingen over wat hoort en wat niet hoort. Zulke opvattingen noemen we waarden. Aan die waarden ontlenen we normen. Dat zijn geboden of verboden. Sommige mensen nemen het niet zo nauw met al die geboden en verboden. Ze hebben een ruim, soms te ruim geweten. Andere mensen zijn heel streng voor zich zelf. Ze zullen geen millimeter over de streep gaan. Dan spreken we van een nauw geweten. Veel van die normen zijn opgenomen in onze nationale wetgeving en tegenwoordig ook steeds meer in internationale verdragen. Nationale en internationale rechters zijn ervoor om te beoordelen of mensen zich aan het recht hebben gehouden. Staten hebben de plicht om het recht te handhaven. Lang niet alle opvattingen over goed en kwaad zijn in wetten gegoten. Je bent er dus niet als je kunt zeggen, dat je je keurig aan de wet houdt. Je betaalt een werknemer keurig het minimumloon. Intussen merk je, dat hij er met zijn gezin niet van rond kan komen. Wat zegt jouw geweten nu? Er zijn heel veel van zulke voorbeelden te geven. De eigenaar van de afgebrande Knorhof bij Erichem heeft waarschijnlijk geen wet overtreden, maar wat zegt zijn geweten? Belastingontwijkers houden zich keurig aan alle nationale en internationale wetten, maar intussen moeten anderen meer belasting betalen of kan de overheid minder werk voor de gemeenschap doen. Hoe ruim is het geweten van belastingontwijkers? Ze weten uitstekend de weg naar belastingparadijzen te vinden, maar of ze ooit in het hemels paradijs zullen worden opgenomen? Ik heb zo mijn twijfels.

Nog moeilijker is de strijdigheid tussen wetten van de Staat en wetten van God. Als een wet van de Staat abortus toestaat wordt de vrijheid om je aan Gods gebod te houden niet aangetast. Hetzelfde zie je bij euthanasie en vrije keuze voor de dood bij voltooid leven. Toch lijkt daar een ontwikkeling gaande in een ongewenste richting. Komt er straks maatschappelijke druk om voor de dood te kiezen? Een pragmatische oplossing voor het pensioenprobleem? Ik vrees, dat mensen geeneens beseffen, dat een dergelijke ontwikkeling denkbaar is. Al eerder waarschuwde ik voor het idee hulp aan illegaal verblijvende vreemdelingen strafbaar te stellen. Zo’n verbod zou strijdig zijn met mijn plicht een mens in nood te helpen. Democratisch aanvaarde wetten behoeven niet per se ethisch juist te zijn.

Het baart mij zorgen, dat te veel mensen ogenschijnlijk gedachteloos handelen en hun naasten daarbij pijn doen. Af en toe eens nadenken, je geweten onderzoeken zou weer normaal moeten worden. Heel sterk zie je dat in het bedrijfsleven. Er zijn CEO’s, die zich van tijd tot tijd eens een dag terugtrekken om tot bezinning te komen. Waar wil ik met mijn bedrijf naar toe? Hoe is de positie van de werknemers? Eigenlijk een gewetensonderzoek toegepast op het bedrijf, waar hij de leiding heeft. Maar er zijn ook lieden, die er hun werk van maken een bedrijf leeg te roven, op te zadelen met schulden ten gunste van de aandeelhouders en het bedrijf zo naar de knoppen helpen en de arbieders van hun inkomen beroven. Dat is pas echt gewetenloos.

Sommige seculiere mensen geven hoog op van hun vrijheid nu ze niet meer aan goddelijke of kerkelijke wetten gebonden zijn. Als die vrijheid gewetenloosheid oplevert, dan belanden we met die secularisatie in een poel van ellende. Het is tijd voor bezinning, voor een gewetensonderzoek.

Jaargang 10, Nr.472.