Archive for januari, 2016

De EU en Oekraïne

zaterdag, januari 30th, 2016

WINNAARS EN VERLIEZERS

Hoe verklaar je het ontstaan van de EEG, die nu de Europese Unie heet? De voorganger van de EEG was de EGKS, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Behalve voor kolen staal ging het ook om schroot en ijzererts. Er ontstond een gemeenschappelijke markt voor deze producten. Het werd verkocht als een middel om in de toekomst oorlogen te voorkomen, want zonder staal win je geen oorlogen. Dat idee van een oorlog voorkomen speelt nog steeds een rol. Maar voor mij is de echte oorzaak de behoefte van de multinationale ondernemingen aan een grotere markt voor hun producten. Zij konden met machines zo veel produceren, dat de eigen nationale markt te klein werd. Doordat we zo veel konden produceren, nam de welvaart sterk toe. Daardoor werd het lidmaatschap voor andere landen ook aantrekkelijk. Daardoor telt de EU nu zoveel leden. Sommige landen wilden geen lid worden, zoals Zwitserland, dat nog steeds streeft naar neutraliteit. Andere landen voldeden nog niet volledig aan de criteria voor het lidmaatschap, de Kopenhagencriteria. De oplossing was een associatieverdrag met de EU. Die landen werden geen lid, maar waren wel met de EU verbonden en namen ook allerlei voorschriften van de EU in hun eigen wetgeving over. Denk bijvoorbeeld aan kwaliteitseisen voor de producten. Ook met de geassocieerde landen is er een levendige handel en daardoor zijn ook deze landen welvarender geworden. Dat kwam ook doordat ondernemingen van buiten de EU zich in de EU vestigden om met name de invoerrechten te omzeilen. Het sterkste voorbeeld daavan is Ierland. Het zorgde voor weer extra werkgelegenheid en dus stijgende welvaart.

Het is dus geen wonder, dat Oekraïne graag een associatie met de EU wil. Van samenwerking met Rusland is weinig te verwachten, zeker nu de olieprijzen zo gezakt zijn. Zoals veel Europese bedrijven zich in Polen vestigden omdat daar de lonen lager waren, zo hoopt Oekraïne op hetzelfde. Het land hoopt meer te exporteren naar de EU. Het weet, dat het te maken krijgt met de concurrentie vanuit de EU. Zijn de eigen producten van voldoende kwaliteit om te kunnen concurreren? Of moeten ze concurreren door een lage prijs, die mogelijk is door de lage lonen? Is er voldoende marktorganisatie om goedkope agrarische producten naar de EU te exporteren? Hebben de producten een aanvaardbare kwaliteit? Is de afstand tot de markt niet te groot?

Als er een nieuwe grotere markt ontstaat, neemt voor iedereen de concurrentie toe. Wie wint die concurrentieslag? Wie zijn de verliezers? Wie heeft de meeste concurrentievoordelen? Voor elk product is dat weer anders. Positieve vestigingsvoordelen voor Oekraïne zijn de aanwezigheid van delfstoffen, de vruchtbare zwarte aarde, de redelijk geschoolde bevolking, de relatief lage lonen. Er zijn een aantal grote bedrijven, die waarschijnlijk wel in staat zijn met de EU te concurreren. Die bedrijven hebben vooral aangedrongen op het associatieverdrag. Het land heeft een achterstand waar het gaat om modern ondernemerschap, hoogwaardige technologie, goede infrastructuur, beheersing van de Engelse taal door de beroepsbevolking. Het lijkt mij van het grootste belang, dat ondernemingen uit de EU zich in Oekraïne vestigen en het land helpen naar een moderne economie. Daarvoor is dat associatieverdrag uiteraard zeer noodzakelijk. Dus moeten we 6 april ja stemmen.

Jaargang 8, Nr. 395.

Rusland en Oekraïne

zaterdag, januari 23rd, 2016

KOLONIALE VERHOUDING

Rusland is naar mijn mening de laatste koloniale mogendheid als erfgenaam van eerst het Tsarenrijk en daarna de Sovjetunie. Rusland heeft vele volken in Azië en Europa onderworpen en andere volken binnen zijn invloedsfeer gebracht. Rond 1990 hebben de overige Sovjetrepublieken voor zelfstandigheid gekozen en hebben de leden van het Warschaupact zich aan de Russische invloedsfeer onttrokken. Al die staten vrezen nog steeds de Russische Beer. Je ziet het heel sterk bij de drie Baltische staten Estland, Letland en Lithauwen, bij Polen en bij de landen in de Kaukasus, vooral Georgië, dat Abchazië en Zuid-Ossetië kwijt raakte. De Russen willen macht, grondgebied, landbouwgrond en allerlei delfstoffen. Altijd al willen ze een ijsvrije haven. Daarom bemoeien ze zich nu met Syrië, waar Rusland een vlootbasis heeft.

Terwijl wij en alle buurlanden de Russische macht vrezen, voelen de Russen zich steeds omsingeld. Overal rond hun land zien ze de Amerikaanse bases. Overal zien ze landen, die zich bij de NAVO aansluiten. Terwijl in onze ogen de NAVO een verdedigingsorganisatie is zien de Russen er een agressieve militaire macht in. Slechts een korte tijd waren er goede verhoudingen en bloeide de handel op. Wij in Europa hoopten, dat de Russen zich economisch meer aan Europa zouden binden en dat er een vreedzame relatie zou ontstaan. De achterdocht won en wellicht ziet de Russische president de verslechtering van de relatie met het Westen als een versterking van zijn positie in eigen land. Door een sterke greep op de media door de staat krijgen de meeste Russen geen zuiver beeld van de bedoelingen van het Westen.

De Oekraïne was voor de Sovjetunie economisch erg belangrijk. De vruchtbare zwarte aarde maakte het gebied tot de korenschuur van de Sovjetunie en de Donbass leverde steenkool en was een belangrijk industriegebied, nauw verbonden met fabrieken elders in de Sovjetunie. Na het uiteenvallen van de Sovjetunie veranderde hierin niet veel. Maar nu wil Oekraïne zich economisch en politiek meer op de Europese Unie richten en minder op Rusland. Voor de Russen is het een economisch nadeel als de economische banden worden verbroken. Ze moeten kolen, staal en granen van elders zien te krijgen. De Russische invloedsfeer wordt kleiner. Ze raken een markt voor Russisch gas kwijt en voor Russische industrieproducten. De Oekraïners moeten nog maar zien of het economisch voordelig uitpakt. Toch wil het land zich meer op het Westen richten. Hoe komt dat?

De mensen in de Oekraïne hebben allesbehalve prettige herinneringen aan de Russische overheersers. In de feodale Tsarentijd heersten de tsaren met de adel en de hogere geestelijkheid over boeren en arbeiders. Tussen de adel en de bewoners van hun landgoederen bestond lange tijd een relatie van horigheid. De Revolutie bracht slechts kort een verbetering van het lot van de plattelandsbevolking. De gedwongen landbouwcollectivisatie zorgde voor miljoenen doden en nog eens miljoenen werden naar Siberië verbannen. Daarvoor in de plaats kwamen Russen. De godsdienst werd door de Stalinisten fel onderdrukt. Is het een wonder, dat veel Oekraïners de Nazibezetters steunden? Nog vele jaren na de Tweede Wereldoorlog hebben partizanen vanuit de bossen de Russische machthebbers bestreden. Dit verzet zorgt ervoor, dat het huidige verzet door de Russen fascistisch wordt genoemd. Maar het is natuurlijk gewoon een strijd om de vrijheid.

Het lijkt mij vanzelfsprekend, dat wij de vrijheidsstrijd van de Oekraïense bevolking volop steunen tegen de machtshonger van Poetin. Het ligt daarom voor de hand bij het referendum volop ja te stemmen in naam van de vrijheid, in naam van de democratie en in naam van de Euopese cultuur, waarmee het land meer dan Rusland verbonden is. Stem op 6 april JA !!!!

Jaargang 8, Nr.394.

Een school zonder levensbeschouwing

vrijdag, januari 15th, 2016

DE LEVENSBESCHOUWING VAN STAATSSECRETARIS SANDER DEKKER

Al weer top down is door staatssecretaris Sander Dekker het zoveelste onderwijs vernieuwende plan gelanceerd: een school zonder levensbeschouwing. Als er voldoende belangstelling is en de kwaliteit gegarandeerd is kan na beoordeling door de inspectie een school van start gaan. Nu moeten scholen nog katholiek of protestant of antroposofisch of Joods of openbaar zijn. De staatssecretaris ziet daarin een verouderd concept teruggaand op de verzuiling. Gelukkig zitten bij de inspectie verstandige lieden en die zullen het werkplan niet alleen beoordelen op de kwaliteit kennis en vaardigheden bijbrengen. Intussen wordt wel de indruk gewekt dat kwaliteit vooral gezien wordt als voldoende kennis en vaardigheden bijbrengen.

Nu ben ik in mijn onderwijspraktijk best wel mensen tegengekomen, die zich daartoe beperkten. Als in mijn vak de maatschappij met zijn politiek, zijn economisch en zijn sociaal-cultureel systeem aan de orde komt, dan kun je je als docent beperken tot een zakelijke beschrijving. Je kunt beschrijven hoe de ruimtelijke ordening werkt en wat de lopende plannen zijn. Recent is er het plan om de mogelijkheden langs de kust te bouwen te verruimen. Een docent, die het daarbij laat en geen kritisch commentaar levert, stemt feitelijk in met de bestaande ruimtelijke ordening. Hij is maatschappij bevestigend bezig. Hij leert zijn leerlingen niet opbouwend kritisch nadenken. Zo zijn er in de aardrijkskunde tal van onderwerpen, die zich lenen voor een maatschappijkritische benadering.

Voor andere vakken geldt dit evenzeer. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw heb ik samen met ouders op onze school het Niels Stensen College een onderzoek onder collega’s van alle vakken uitgevoerd met de vraag in hoeverre hun vak kon bijdragen aan vredesonderwijs. Alle vakken konden dat. Zo denk ik, dat ook alle vakken in het secundair onderwijs een bijdrage kunnen leveren aan milieueducatie. Het gaat daarbij niet alleen om kennis. Het gaat er ook om, dat je de leerlingen in staat stelt een mening te vormen. Het gaat er om leerlingen weerbaar te maken, zodat ze in staat zijn tot een keuze wel of niet IS bombarderen in Syrië. Is dat indoctrinatie? Leerlingen op dit terrein aan hun lot overlaten en ze tot willoze jaknikkers maken is een nog veel ernstiger vorm van indoctrinatie. Ik vrees, dat het plan van Sander Dekker leidt tot mensen zonder maatschappelijke weerbaarheid, maar misschien is dat wel het ideaal van Sander Dekker, die eigenlijk op Poolse wijze het liefst alle kritische programma’s van de publieke zenders wil laten verdwijnen. Dat gaat stapje voor stapje. Wil hij ook alle scholen laten verdwijnen, die hun leerlingen vormen tot kritische burgers?

Zo komen we bij de vormende taken van een school. Ik hoop maar dat de inspectie zal vragen naar de pedagogische visie van de oprichters van een nieuwe school. Hoe gaan we om met de leerlingen? Wat zijn de verantwoordelijkheden van de leerlingen en hoe zorgt de toekomstige school, dat leerlingen zich aan hun verantwoordelijkheden houden? Wat is het ideaal van de omgang van leerlingen met elkaar? Hoe leert de school leerlingen met elkaar samenwerken? Stimuleert de school, dat leerlingen voor elkaar opkomen, elkaar helpen en elkaar beschermen? Hoe werken school en ouders met elkaar samen?

Wat staat er allemaal in de arbeidsovereenkomst, die schoolbestuur en met het personeel afsluit? Onder welke cao valt de school? Hoe wordt het schoolbestuur betrokken bij het cao-overleg? Hoe wordt de rechtspositie van de leerkrachten geregeld? Komt er op deze manier een nieuwe seculiere zuil bij?

Zoals de plannen nu naar buiten zijn gekomen, lijkt het erop, dat er scholen komen, waar een deel van de leerlingen wordt klaargestoomd voor de uitvoerende taken op de arbeidsmarkt en een deel voor leidinggevende functies. Dat een school ook voorbereidt op het leven in de veel bredere maatschappij dan alleen de arbeidsmarkt, daarvan merk ik nog maar weinig. We blijven Sander Dekker kritisch volgen voordat hij nog meer kapot maakt.

Jaargang 8, Nr. 393.

 

Vluchtelingen en migratiegeografie

zondag, januari 10th, 2016

IS VRIJE LIEFDESMORAAL OOK EEN PULL-FACTOR?

Als ik de vele stukken lees over de vluchtelingen, die in grote aantallen naar Europa komen, dan moet ik steeds weer denken aan de lessen, die ik gaf over de geografie van de migratie. Eerst maar even naar aanleiding van mogelijke plannen van emigratie naar Mars: Emigratie is nooit een oplossing voor overbevolking. Zo massaal kan emigratie nooit zijn en bovendien blijft de overbevolking als de bevolking blijft groeien.

Waardoor worden migratiestromen bepaald? We onderscheiden push- en pull-factoren en daarnaast gaat het om de relatieve afstand tussen vertrek- en aankomstgebied. Dat is de afstand in tijd, kosten en moeite. De keuze voor de route via de Griekse eilanden verkort de relatieve afstand. Het kost (iets) minder moeite om naar Europa te komen. Met de kosten is iets merkwaardigs aan de hand. Een vliegtuig charteren naar Nederland, Duitsland of Zweden zou aanzienlijk goedkoper zijn. Jammer voor de Syriërs, maar het is vliegmaatschappijen verboden mensen te vervoeren, die geen visum hebben. De smokkelaars met bootjes mogen het wettelijk gezien evenmin. Dus ja, het kost veel moeite. Dus moeten de push-factoren wel sterk werken.

Als je voortdurend in levensgevaar bent door beschietingen en bombardementen, dan wil je graag weg. Als je de kans loopt bij een van de partijen in de cel te belanden en gemarteld wordt of erger omdat je tot de andere partij behoort of daarvan verdacht wordt, dan grijp je elke kans om weg te komen. Als je dreigt te verhongeren omdat je dorp of stad omsingeld is en de tegenstander geen voedsel doorlaat, dan ben je blij als je kunt ontsnappen. Als je bang bent, dat de andere partij uiteindelijk zal gaan winnen en er dan geen bestaansmogelijkheid meer voor je is, dan rest jou niets meer dan elders een bestaan op te bouwen. De pushfactoren zijn zo sterk, dat het alleen maar verwonderlijk is, dat er in Syrië nog burgers wonen.

De pull-factoren zijn eveneens sterk. Daarbij moeten we wel bedenken, dat het hierbij gaat om het beeld, dat de migrant van Europa heeft. De werkelijkheid hoeft daar niet aan te beantwoorden. De migranten denken, dat ze in Europa veilig zijn. In vergelijking met Syrië is dat zeker het geval. Ze denken, dat ze in Europa voldoende voedsel, kleding en onderdak zullen vinden. Dat was in het verleden misschien zo, maar bij de huidige aantallen is het zorgen voor een eigen woning niet zo snel te regelen. In de berichten naar het thuisfront klinkt dat waarschijnlijk onvoldoende door. Dat zelfde zie je bij het zoeken naar werk. Gezien de Europese welvaart, denken ze, moeten de banen daar wel voor het opscheppen liggen. Misschien schoonmaakwerk of werk in de kassen of seizoenswerk in de fruitteelt, maar dat doen de Polen al. In Europa een bestaan opbouwen gaat moeilijk worden al kunnen we een paar specialisten wel gebruiken. Een kapper heeft zijn eigen landgenoten als klant. In Duitsland speelt een rol, dat er sprake is van een sterfteoverschot. De daling van de arbeidsbevolking maakt immigratie wenselijk. In Nederland is het nog niet zo ver.

Europa betekent in de ogen van de vluchtelingen vrijheid. Het gaat dan om de grondwettelijke vrijheden van meningsuiting, vereniging en religie. Het gaat om het verbod op discriminatie, het gaat om kiesrecht en democratie. Het gaat ook om de vrije levensstijl, die we in een groot deel van Europa er op na houden. Via Tv, film, pers en literatuur en via de verhalen van landgenoten hebben ze daar een beeld van. Net als wij generaliseren ze. Wij weten, dat een deel van de bevolking er zo over denkt en vaak juist dat deel, dat in de media veelvuldig aan bod komt. Dan zie je het in Keulen misgaan, waarbij de alcohol, in de Islam verboden, een grote rol speelt. Jonge kerels denken, dat alle vrouwen beschikbaar zijn. Helemaal fout, maar het is naar mijn mening ook de prijs, die de bevolking betaalt voor de absolute seksuele vrijheid, die een deel van de bevolking voor zich opeist. Wat mij betreft moeten ze dat voor zich zelf weten. Het gedrag van die mannen in Keulen valt niet goed te praten, maar bedenk daarbij wel, dat voor hen het beeld van Europa zeer verwarrend is. Het is moeilijk voor hen om met dat individualistische vrijheidsbegrip om te gaan. De voorlichting aan de vluchtelingen moet daar veel aandacht aan besteden. Vrouwen hoe uitdagend ook gekleed en hoe vrijmoedig ook in hun gedrag moeten in alle opzichten gerespecteerd worden. Voor hen een forse omdraaiing van waarden. Het speelt bij Turken en Marokkanen net zo goed en daar zijn we inmiddels al aan de derde generatie toe.

Jaargang 8, Nr. 392.

Vrijheid

vrijdag, januari 1st, 2016

DE VELE KANTEN VAN VRIJHEID

Opeens wordt er veel gepraat en geschreven over vrijheid. De koning spreekt over vrijheid in zijn Kersttoespraak. Politieke partijen hebben vrijheid in hun naam staan. Dat schept reeds wantrouwen. Mensen roemen hun vrijheid nu die niet meer beperkt wordt door godsdienstige geboden en verboden. Ze leiden hun vrije leventje en voelen zich er goed bij. Ook daar valt meer over te zeggen.

Vrijheid kun je pas echt waarderen als je onvrij bent geweest. De koning wees erop, dat het zeventig jaar geleden is, dat we bevrijd werden. Ik heb daarover al eens eerder geblogd. Na twee nachten in de frontlinie Oostelijk van Apeldoorn in de kelder van het Hoofd der School waren er twee zwaar gewonden. We dachten, dat er een Duitse soldaat buiten over het grint liep. Twee vrouwen gingen naar de voordeur en vroegen in het Duits om hulp. Toen zei die militair: “I am a Canadian”. Toen wisten we, dat we bevrijd waren. Maar bevrijd van wat? Het zou zomaar die militair kunnen zijn geweest waarmee de koning in Canada heeft gesproken en anders in ieder geval een collega van hem.

Maar wat betekende die bevrijding? Waarvan werden we bevrijd? Het oorlogsgeweld zou voorbij zijn. Niet meer de angst voor Britse Spitfires, die het op Duitse transporten hadden gemunt. Niet meer bang zijn voor de overvliegende V2’s, die voortijdig zouden neerstorten. Niet meer de honger en de kou van de winter van 1944 – 1945. Weg de vrees, dat je vader onderweg zou worden gevangen genomen en als dwangarbeider naar Duitsland zou worden gevoerd. Niet meer de angst voor verraders, die gehoord hadden, dat je kritiek had op de Duitsers of die wisten van de onderduikers in je huis. Als ik soms lees over het gemak waarmee mensen roepen, dat we onze mariniers er maar op af moeten sturen, dan vraag ik mij af of jongere mensen nog wel beseffen wat oorlog is. Het is veel meer dan onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting. Soms kreeg ik achter het IJzeren Gordijn dat benauwde gevoel weer, zelfs als we veilig aan deze zijde van die scheidingslijn stonden om foto’s te maken. Het stemt tot ongelooflijke dankbaarheid, dat we al zeventig jaar in vrijheid kunnen leven, dat er geen oorlog meer is en dat we kunnen denken en zeggen en schrijven wat we willen en daarbij niet bang hoeven te zijn voor de verraders onder ons. Voor die vrijheid moeten we pal staan. Die vrijheid moet gelden voor iedereen in ons land of hij er altijd gewoond heeft of pas later hier is gekomen. Al die nieuwe mensen van afgelopen jaar kunnen hier leren wat echte vrijheid is.

Die vrijheid voor iedereen vraagt om bescherming van die vrijheid. Er zijn mensen, die niet begrijpen, dat elke vrijheid ook zijn beperkingen kent. Jouw gedrag mag niet leiden tot overlast voor anderen. Deze viering van Oud en Nieuw heeft weer laten zien, dat de vrijheid wordt misbruikt om voor miljoenen te vernielen. Niet alles wat je leuk vindt, moet je ook zo maar doen. Met 200 KM per uur over de A2 scheuren en zo een dode en meerdere zwaar gewonden veroorzaken. Zelfs op Tweede Kerstdag kwam ik mijn dorpsgenoot tegen, die elke dag weer zwerfvuil oppakt. Later zat zijn boodschappentas echt boordevol met vuil, dat mensen onnadenkend hebben weggegooid. Leren we nog van onze ouders dat we in een vrij land rekening moeten houden met elkaar. Leren we nog, dat pesten op school of op het werk of in een verzorgingshuis voor anderen tirannie betekent, die ons hart doorwondt? Hoe staat het eigenlijk met de vrijheid?

 Wat betekent het woord Vrijheid in de naam van de politieke partij VVD? Wat verstaat de VVD onder liberalisme? Op ethisch gebied wil de VVD zo weinig mogelijk beperking van de vrijheid, maar op dit terrein is de VVD bepaald niet de enige. D66 is ook zo’n voorvechter en GroenLinks wordt vaak ook een liberale partij genoemd, maar daar wordt tenminste nog serieus nagedacht over voorwaarden. Wat opvalt is, dat er steeds meer onverdraagzaamheid de kop op steekt tegenover medeburgers, die moeite hebben met abortus, euthanasie en homohuwelijk. Ook mensen uit “Staphorst” moeten de vrijheid hebben voor hun mening uit te komen ook al doen hun opvattingen jou pijn.

Bij de VVD gaat de drang naar vrijheid veel verder. Het valt mij op, dat het altijd de duurdere auto’s zijn, die de snelheidslimiet overtreden. Sommige mensen kennen geen innerlijke remmingen meer. Daarnaast zie je, dat zij zo weinig mogelijke beperkingen willen op sociaaleconomisch terrein. Zelf zo rijk mogelijk worden ook al betekent dat lage lonen voor je werknemers of massaontslag. Zo weinig mogelijk belasting betalen ook al betekent dat armoede voor uitkeringstrekkers en voor hun kinderen geen ontbijt voordat ze naar school gaan. Die vrijheid ten koste van anderen is een verschrikking.

Moet ik nog iets zeggen over het vrijheidsbesef van de PVV? Dat enge nationalisme en bekrompen groepsdenken herinnert mij aan de tijd van mijn jeugd, dat we naar vrijheid snakten. Als deze partij ooit de macht in Nederland zou verkrijgen kan ik maar beter stoppen met mijn blogs. De PVV besmeurt de vrijheid, die we in Nederland koesteren. De narigheid is, dat het gros van de aanhangers er geen besef van heeft.

Hoe komt het dat we in Nederland de grenzen van de vrijheid steeds vaker overschrijden? Eigenlijk moet iedereen op die vraag een eigen persoonlijk antwoord zien te vinden. Ontkerkelijking kan een oorzaak zijn. De christelijke kerken reiken ons een pakket aan waarden aan, waarbij de naastenliefde de kernwaarde is. Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Maar heel veel mensen, die nooit kerklid zijn geweest onderschrijven dit ook. De kerken en andere zuilen kenden opvattingen, die altijd al weerstand opriepen. De secularisatie betekende het failliet van de zuilen en dus het vervallen van al die nare regeltjes. Nu weten we soms niet meer wat fatsoenlijk of moreel verantwoord gedrag inhoudt. Daarom citeer ik met instemming een Column van René Cuperus in de Volkskrant.

“Onze seculiere conditie vraagt om moreel onderhoud. Om de gierende angst- en onveiligheidsgevoelens van deze tijd te bestrijden, zullen we opnieuw gedeelde opvattingen moeten ontwikkelen over hoe goed (samen) te leven.” In: ”Hoe God verdween uit de Kerststal”. Alle Goeds voor 2016!

Jaargang 8, Nr. 391.