Archive for december, 2015

Open Brief aan Kardinaal Wim Eijk

zaterdag, december 26th, 2015

Beste Vader Bisschop Mgr. Eijk,

Eigenlijk zou ik u moeten aanspreken met Eminentie, maar deze aanhef drukt mijn verwachting uit naar uw functioneren als een vader van volwassen kinderen. Vandaar. Ik heb het interview in De Volkskrant van 24 december gelezen en herlezen. De eerste keer, dacht ik na lezing: “Hij begrijpt er ook niets van!”. Na intensieve herlezing dacht ik, het valt eigenlijk nog mee. Er zitten goede stukken in tot ik bij de laatste interview vraag en uw antwoord kwam. Kritische katholieken zijn katholieken, die niet meer echt geloven, vindt u. Nu ben ik zo’n kritische katholiek en met de inhoud van mijn geloof is niets mis. Ik onderschrijf nog helemaal het Credo, ik geloof. Zo wist ik weer waarom ik deze brief moest schrijven. Ik probeer al sinds uw benoeming op de aartsbisschoppelijke zetel iets van u te begrijpen. De nodige blogs getuigen hiervan. Ik ga het interview maar eens langs.

Het eerste dat mij opvalt is de verwijzing naar uw jeugd. De emancipatie van de Roomsen was toen al voltooid en van discriminatie op grond van je katholiek zijn was nauwelijks nog sprake. Ik ben maar 19 jaar ouder, maar ik kreeg van mijn opvoeding thuis en op de middelbare school nog een zekere ‘fighting spirit’ mee. We leerden achterstelling van katholieken niet te pikken. Maar tegelijk was mijn generatie tijdens de catecheselessen al behoorlijk kritisch al ging het om simpele zaken als het verbod op gemengd zwemmen. Voor de jonge lezertjes: jongens en meisjes mochten niet tegelijk het zwembad in. Tsja, er is heel wat veranderd. Zo onveranderlijk is de katholieke kerk nu ook weer niet. Kijk bijvoorbeeld eens naar de rol, die de vrouw vandaag in onze kerk speelt. Er zou nog veel meer kunnen. Geduld is een schone zaak. Maar de diakenwijding van vrouwen past in de traditie van de kerk, ook al is het vergeten en wordt het ontkend. Afschaffing van het verplichte celibaat voor priesters is niet in strijd met ons geloof, wel in strijd met kerkelijke regels, die eens zijn ingesteld en dus ook weer afgeschaft kunnen worden. Je moet niet alles tot dogma verklaren.

Beste Vader Bisschop, u geeft een uitstekende analyse van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. Terecht wijst u er op dat er vaker perioden van crisis zijn geweest, waarna de Kerk weer opkrabbelde. Maar wat ik in uw antwoorden proef en vooral in uw leiding geven aan ons bisdom is een zeker fatalisme, waarmee u die ontwikkelingen, vooral de secularisatie tegemoet treedt. “Het overkomt ons.” Leg de mensen nu eens uit, dat het waardevol is, wanneer zij weloverwogen tot een eigen gewetensbeslissing komen. Maak ze vervolgens duidelijk, dat dit geen onbeperkte vrijheid kan inhouden. Jouw handelen kan immers bij anderen schade veroorzaken. Jouw vrijheid wordt begrensd door de vrijheid van anderen. Helemaal mee eens, zullen die kritische katholieken en heel veel geseculariseerde mensen zeggen. Niet iedereen. Laat dus ook zien welke maatschappelijke schade die onbeperkte vrijheid oplevert. Denk bijvoorbeeld met Paus Franciscus aan de maatschappelijke tweedeling, die alsmaar groeit. Wees daarbij niet bang voor de rijke geldschieters van de Kerk of voor een politieke partij als het CDA, waarmee u of uw collega’s regelmatig contact hebben. Die kritische katholieken hebben bijvoorbeeld als kritiek, dat de Nederlandse Kerk het evangelie meer serieus moet nemen. Daarom noemen zij zich kritisch. Ja maar, zult u zeggen, dat vind ik ook. Maar helaas, u straalt het niet uit. Hoe zou dat komen?

Soms denk ik, dat u beter niet eerst een artsenstudie had kunnen doen. U weet precies welke medicijn bij welke kwaal past, terwijl uw patiënt in de bijsluiter heeft gelezen, dat er nare bijwerkingen zijn, die bij hem of haar ook optreden. Een goede arts gaat dan het gesprek met de patiënt aan. Dat zou u als bisschop ook moeten doen, maar bij uw aantreden schafte u onmiddellijk de Diocesane Raad af en zo mist u bij voortduring de dialoog met uw medegelovigen. Dan moet de feedback via deze open brief komen. Daarbij roept u voortdurend ook weer in dit interview, dat u geen twijfel kent. U beseft kennelijk niet hoe griezelig dat bij de mensen overkomt.

Zo komen we bij een volgend punt. U straalt uit, dat u uw twijfelende medegelovigen niet serieus neemt. Als je twijfelt in geloofszaken kun je geen goede katholiek zijn. Spreek dat alstublieft zo snel mogelijk tegen. Twijfel is iets, dat bij de moderne mens past. Nadenken over je twijfels kan tot een enorme geloofsverdieping leiden. De pastorale zorg zou daar nog veel meer op gericht moeten zijn. Gebruik maken van de moderne Bijbeluitleg kan er voor zorgen, dat mensen veel beter gaan begrijpen wat de auteur met een bepaalde passage heeft bedoeld. Dat waarderen de mensen zeer en bovendien voelen ze zich dan serieus genomen. Soms zijn mensen er (nog) niet aan gewend. Dan moet je ze er wel op voorbereiden.

Wat zou het heilzaam voor u en voor hen zijn, wanneer u met een groepje kritische katholieken een gespreksgroepje zou kunnen vormen. Misschien zou u kunnen ontdekken hoe zij God ervaren en hoe zij willen werken aan het geluk van Zijn schepselen. Zalig Kerstfeest en Alle Goeds voor het Nieuwe Jaar.

Jaargang 8 Nr. 390.

Zal er ooit vrede zijn?

zaterdag, december 19th, 2015

KERSTGEDACHTE

Kerstmis is voor mij vanouds een feest, waarbij we de oorlog ver weg wensen. In 1944 was ik tien jaar en we aten dag in dag uit gaarkeukeneten, meestal groen water, dat voor erwtensoep doorging. Maar met Kerstmis probeerden we toch iets anders: aardappels, knolletjes en geen vlees. En we gingen door de koude winternacht naar een verenigingsgebouwtje Samuel, waar de katholieken onder de evacuees bijeen kwamen voor de Nachtmis. Elk jaar treft mij weer de tegenstelling tussen de Kerstmaaltijden van toen en nu. Toch was het toen in 1944 even vrede in ons hart.

Met Kerstmis gedenken we de geboorte van Jezus van Nazareth. Christenen geloven, dat hij de Zoon van God is, die mens geworden is om ons te verlossen van het kwaad in de wereld. We kunnen het goede doen, maar doen het niet altijd. In ieder geval was hij een Joodse leraar, die leerzame verhalen vertelde en ons het goede voorbeeld gaf: zieken genezen, armen helpen, doden tot leven wekken, boze geesten uitdrijven. Ook al twijfel je aan zijn God zijn, dan nog kan hij voor iedereen een inspirerende figuur zijn. Een van die verhalen speelt rond zijn geboorte. De keizer had een volkstelling verordonneerd en men moest zich laten inschrijven in de stad waarvan men stamde, Bethlehem. Het stadje zat boordevol en Maria en Jozef kwamen terecht in een grot, die door herders als schaapsstal werd gebruikt. Daar werd Jezus geboren. Ook vandaag zijn er weer mensen, voor wie geen ruimte is. Het verhaal leert ons, dat we voor daklozen en vluchtelingen zonder huis moeten zorgen voor onderdak. Ik vrees, dat de schreeuwers en stenengooiers in Geldermalsen dit Kerstverhaal nooit gehoord hebben. Toch heeft die Jezus van Nazareth, dat kind in Bethlehem ons geleerd wat naastenliefde is. Hij heeft ons zelfs geleerd, dat we onze vijanden moeten lief hebben. Het is niet gemakkelijk om zijn volgeling te zijn. Hij heeft ons geleerd niet naar het zwaard te grijpen om conflicten op te lossen. We noemen hem daarom vredesvorst. Kerstmis wordt ook het feest van het licht genoemd als een christelijk alternatief voor het heidense feest van de zonnewende. Ik wens, dat dit licht het verstand zal verlichten van allen die strijden om de macht, zodat ze vandaag beginnen met het geluk van mensen na te streven.

Jaargang 8, Nr. 389.

De schoonheid van het landschap ervaren

zaterdag, december 12th, 2015

EEN KWESTIE VAN OPVOEDING

In een groepje van 10 tot 13 mensen, mannen en vrouwen, jong en oud bespreken we de milieu-encycliek ‘Laudato si’ van Paus Franciscus. Het is een bijzonder rijk document. Milieuverwoesting en armoede worden met elkaar in verband gebracht, want ze worden beiden veroorzaakt door ons productiesysteem, dat én het milieu én de mensen uitbuit. Ik heb al eerder blogs gewijd aan het bij elkaar horen van aantasting van het milieu en armoede. De armsten hebben vaak het meest te lijden onder de milieuvervuiling en kunnen er het moeilijkst aan ontsnappen. Groen en Links horen bij elkaar. Voor mij is het mooi te ontdekken, dat onze Paus er net zo over denkt, alleen vaak nog wat diepzinniger dan de blogs, die u van mij gewend bent. Voor de grap zeg ik af en toe, dat ik de paus ga voordragen voor de programcommissie van GroenLinks. Maar misschien zou het beter zijn, dat hij het CDA programma gaat schrijven en dat de Tweede Kamerleden van het CDA zich dan ook eens een keer aan het partijprogramma gaan houden.

Tijdens onze gesprekken kwam de vraag aan de orde, hoe je aankijkt tegen natuur en landschap. Kun je genieten van de schoonheid van de natuur. Kom je in de natuur vertoevend tot rust en kalmte? Voel je je behaaglijk in de natuur? Heb je oog voor bijzondere landschapselementen? Je kunt constateren, dat heel veel mensen deze vragen ontkennend beantwoorden. Toen ik nog werkte als aardrijkskundeleraar probeerde ik aan te sluiten bij de ervaringen van de leerlingen. Nou, dat kon ik vergeten. Het gros had geen enkele ervaring met landschap en natuur. Het betekende, dat hun ouders er in het weekend nooit op uit trokken met de kinderen om bijvoorbeeld een boswandeling te maken. Ik vrees, dat de kennis, die wij probeerden aan te reiken niet echt beklijfde. Als het onderwerp in de bovenbouw terug kwam, was veel weer uit het geheugen verdwenen. Maar er zullen gunstige uitzonderingen zijn geweest.

Die kennis over natuur en landschap brengt geen geld op. Kinderen en hun ouders richten zich bij hun vakkenkeuze op vraag of het vak nodig is voor die opleidingen, die leiden naar goed betaalde banen. Onze maatschappelijke status wordt steeds meer bepaald door inkomen en consumptie. Hoe groter het huis, hoe dikker de auto, hoe verder de vakantiereis, hoe chiquer de party, hoe hoger de status. Het gaat niet meer om culturele zaken als muziek, literatuur, museumbezoek, wijsheid of vrijwilligerswerk. Het gaat om de poen. Zulke mensen lachen om mijn natuurbeleving.

Ik vertelde over mijn wandelingen en fietstochten door het Kromme Rijngebied. Ik herken de stroomrug of de oeverwal aan de boomgaarden, de licht kronkelende weg, de oudere boerderijen. Als ik een kom in duik zie ik kaarsrechte wegen en sloten en vooral grasland of griendbossen. Ik herken de geulen van de oude rivierlopen en zie de Houtenseweg-Kruisweg omlaag en omhoog gaan bij het kruisen van een oude rivierloop. Maar voor mij geldt, dat ik in dit alles Gods scheppende hand zie, die ook nog steeds door gaat met zijn scheppende arbeid. De natuur verandert voortdurend. Soms is de mens medewerker, bouwt hij op positieve wijze mee aan die veranderingen in het landschap. Als je zo het landschap beschouwt, dan raak je soms diep onder de indruk en soms ook bedroefd over de onverschilligheid van leden van Provinciale Staten van Utrecht, die beslissen, dat een weg van Houten naar de A12 uitgerekend in een oude rivierloop wordt neergelegd. Die weg wordt overigens tot nu toe nauwelijks gebruikt.

Een van de deelnemers vertelde hoe ze met haar gezin door de bergen wandelde. Ze kwamen boven aan bij een bergtop en kregen na die klim de beloning van een schitterend uitzicht. Haar zoontje riep: “Oh, wat heeft God de wereld prachtig geschapen.” Misschien zouden we wat meer naar de wereld moeten kijken door de ogen van kinderen.

Terwijl ik de laatste hand leg aan dit blog begint het Journaal met het bericht, dat er in Parijs een akkoord is. Goed nieuws over dat mondiale probleem van de opwarming en de zeespiegelstijging. Een grote stap voorwaarts, maar misschien nog niet genoeg. Beter iets dan niets.

Jaargang 8, Nr. 388.

Het nieuwe Waterliniemuseum

vrijdag, december 4th, 2015

IN HET FORT BIJ VECHTEN TUSSEN UTRECHT EN BUNNIK

Het gloednieuwe Waterliniemuseum in het Fort bij Vechten is terecht geprezen vanwege de bijzondere architectuur. Het op een na grootste fort van Nederland verdedigt samen met het nabij gelegen Fort bij Rhijnauwen het zogenaamde Houtense Vlak. Het gebied is door de afzettingen van de Kromme Rijn zo hoog komen te liggen, dat het niet geïnundeerd kan worden. Samen met de Utrechtse Lunetten moesten de versterkingen een vijand de toegang tot de stad Utrecht verhinderen. Het mooie is, dat al die forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie nooit door een vijand bestookt zijn. Soms hoeft wapentuig niet gebruikt te worden.

Vroeger lag er Westelijker een waterlinie, die wel gebruikt is om de Fransen tegen te houden. Dat lukte totdat een keer het water bevroor en de Fransen over het ijs toch konden oprukken. In 1869 is de waterlinie naar het oosten verschoven, zodat de stad Utrecht beschermd werd tegen een vijand, die vanuit het oosten zou oprukken. In 1940 is de linie niet echt beproefd. Na het bombardement op Rotterdam gaf Nederland zich over. De Nieuwe Hollandse Waterlinie strekt zich uit tussen Gorinchem in het Zuiden tot Muiden in het Noorden. Met water uit de rivieren en de Zuiderzee kon een brede strook onder water worden gezet. Zo diep, dat je er niet door kon waden, maar niet zo diep, dat je erover heen kon varen. Door Oost-West verlopende dijkjes werd verhinderd, dat het inundatiewater wegstroomde. Bij elk dijkje lag een fort, zodat een vijand niet via zo’n dijkje kon oprukken. Rond het fort lagen de kringen, waar niet gebouwd mocht worden of alleen in hout. Zo werd een vrij schootsveld gegarandeerd. Het betekent dat er Oostelijk van Utrecht een vrije strook in het landschap ligt, waar vooral in de forten, vaak tientallen jaren ongebruikt, de natuur zijn gang kon gaan. Vooral de vele soorten vleermuizen vinden in die donkere fortgangen onderdak, maar op Vechten en Rhijnauwen leven ook reeën en vele soorten vogels. Bij het nieuwe museum is een wandelroute over het fort verkrijgbaar. Onderweg staan overal bordjes met uitleg. Veel bomen en struiken op het fort zijn verwijderd, zodat men een goed overzicht krijgt.

Het nieuwe museum is op ingenieuze wijze in het fort ingebouwd. Door een van de manschappenverblijfsruimtes van de bomvrije kazerne kom je in het museum. Het ligt rond een langgerekte binnenplaats met in beton een fors model van de complete waterlinie met overal kranen, waarmee de linie in werking kan worden gezet. Het museum is verder met aarde bedekt en zo geheel in de vestingwallen opgenomen.

De Romeinen hadden hier ook een groot grensfort. Het lag bij de toenmalige splitsing van de Rijn en de Vecht. De Romeinen wilden de Vecht gebruiken om naar het Noorden op te rukken en hun rijk verder uit te breiden. Dat is niet echt gelukt. In het museum wordt aan die Romeinse tijd eveneens aandacht besteed. Er zijn sprekende poppen. Een boerin vertelt over de ellende van de inundatie van hun land. Heel bijzonder is ook de virtuele vlucht, die je over de waterlinie kunt maken. Je krijgt een soort bril op en je voelt jezelf eerst naar het model op de binnenplaats zweven en daarna word je opgetild tot hoog boven de waterlinie en je zweeft aan je parachute naar beneden. Hoe dat gaat met mensen met hoogtevrees? Het schijnt mee te vallen.

Toen ik daar tijdens een rondleiding over het fort dwaalde en later met het museum kennis maakte, dacht ik, dit wordt een enorme hit, nog net geen Openluchtmuseum of de Efteling. Ik zag er jongetjes enthousiast rond springen. Het is leuk en nog leerzaam ook en interessant voor jong en oud. En het mooie is, dat er nooit is gevochten.

Jaargang 8, Nr. 387.