STATEN EN VOLKEN
De artikelen uit de rubriek “Opinie en Debat” achter in de Volkskrant lees ik vrijwel altijd met genoegen. Ze hebben een hoog niveau en bieden nieuwe inzichten, ook bij actuele zaken. Maar soms…. Dan ben je verbijsterd bij een nogal domme redenering. Zoals deze in het artikel “Weg met het ‘verweesd’ parlement” van 25 februari.
“Een parlement, een volksvertegenwoordiging, veronderstelt een volk. Maar er is geen Europees volk, hoe kan er dan sprake zijn van een Europees parlement?” Er zijn maar weinig staten, die etnisch homogeen zijn. Ze omvatten meerdere volkeren. Dat geldt niet alleen voor de vele nieuwe staten, die na de dekolonisatie zijn ontstaan. In veel Europese staten tref je minderheden aan. In Nederland noemen de Friezen zich met trots het Friese volk. Maar ze maken voor hun gevoel ook deel uit van het Nederlandse volk. Hoe was het tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Voelden we ons toen al Nederlanders? Of waren we Utrechters en Friezen en Groningers of Zeeuwen? Voor het buitenland waren we allemaal en nog steeds Hollanders. Veranderde dit toen we de Bataafse Republiek werden of wat later het Koninkrijk der Nederlanden? We werden echt niet opeens allemaal Bataven en na 1815 Nederlanders. Daar moest door het onderwijs en door de kunsten hard aan gewerkt worden. We moesten ons er van bewust worden, dat we al eeuwen lang van alles samen beleefd hadden, dat we een gemeenschappelijke geschiedenis hadden met een eigen literatuur en een bijzondere beeldende kunst. Hetzelfde zien we in nieuwe eenheidsstaten als Duitsland en Italië. Het was de tijd van het Neoclassicisme en de Romantiek. Het onderwijs speelde een belangrijke rol. Dialecten en streektalen werden terug gedrongen. We leerden Algemeen Beschaafd Nederlands en over de grens Hoogduits. Buren verstonden elkaar niet meer, tenzij ze dialect spraken. Zo een groei naar nationale eenheid zal zich op Europees niveau niet gemakkelijk voordoen. De verschillen zijn veel groter, maar er zijn ook overeenkomsten. Al eeuwen lang zijn er contacten geweest tussen kunstenaars, wetenschappers, ambachtslieden en kooplieden. In deze tijd nemen die contacten alleen maar toe. Zo is er ook nu een natuurlijke groei naar meer eenheid. Jammer, dat he te vaak ontbreekt aan historisch bewustzijn.
Is een Tweede Kamerlid een volksvertegenwoordiger. Is hij echt door “het Volk” gekozen? Vanuit hooggestemde idealen gezien kun je dat zeggen, maar hoe gaat het in de praktijk? Je wordt lid van een politieke partij. Daar val je op door je kwaliteiten, Je wordt lid van een thematische werkgroep of een belangengroep. Ze vinden je goed en je wordt gevraagd voor de kieslijst. Parlementsleden zijn partijvertegenwoordigers en zo worden ze door het publiek en de media ook gezien.
In een democratische staat ligt de macht bij het parlement. Het kan de regering afzetten en kan wetten, maken, waaraan iedereen zich te houden heeft en aan de hand waarvan rechters recht spreken. Dat parlement werkt niet in een luchtledig; het staat aan allerlei invloeden bloot. Maar zegt de auteur dan: “En tot slot is er geen sprake van een Europese regering, een Europese staat en een echte Europese machtenscheiding. Het EP zit er dus eigenlijk voor spek en bonen”. Eigenlijk zegt de auteur, dat de EU weinig overeenkomsten heeft met een staat. Eigenlijk is dit een open deur. De EU is iets geheel eigens en kent een geheel eigen ontwikkeling, die tot nu toe weinig overeenkomsten vertoont met staatsvorming. Wat is de EU dan wel? De EU is een verbond van lidstaten. Daartoe hebben die staten een verdrag gesloten, dat steeds weer naar behoefte wordt aangevuld met nieuwe verdragen. Om te werken overeenkomstig die verdragen zijn regels nodig, Europese wetten en richtlijnen. Wetgeving is in een normale staat al een ingewikkeld proces, in de EU spelen veel partijen een rol. Er moet rekening gehouden worden met de belangen van elke lidstaat. Ambtenaren van elke lidstaat spreken mee in de ontwerpfase, naast Europese ambtenaren. In de besluitvorming beslissen de ministers in de Raad. Maar ook met de belangen van het geheel en van het volk, de inwoners van de lidstaten moet rekening gehouden worden. Dat gebeurt in de commissies van het parlement en uiteindelijk in een zitting van het parlement als geheel. Het hele proces wordt constant beïnvloed door lobbyisten. Van hen komt maar al te vaak het wetgevingsinitiatief. Dat is de belangrijkste reden voor het verschijnsel, dat Europa zich met steeds meer zaken is gaan bemoeien.
Is er in de EU scheiding van machten? Het Europese Hof van Justitie spreekt recht onafhankelijk van welke Europese instantie of lidstaat ook. De scheiding van machten komt wel elders in gevaar. De Raad van Ministers vormt een deel van de wetgevende macht, maar moet in het eigen land die wetten uitvoeren. Geen echte scheiding dus. Ook de Europese Commissie combineert het ontwerpen van wetten met een uitvoerende taak. Dat zie je bij onze regering echter ook. Maar een nationale regering of een minister of staatssecretaris kun je naar huis sturen. Dat kan met de commissie alleen in theorie
In het stuk komt ook steeds weer naar voren, dat er geen goed contact is met de burgers. Je kunt die passages zo vertalen naar de gemeente, de provincie of het Rijk. Ze doen maar. Ze luisteren niet. Het zijn zakkenvullers. Ik schreef er een vorige column over. Burgers doen weinig moeite om zich met de politiek te bemoeien, om zich echt in zaken te verdiepen en lid te worden van een politieke partij. Het democratisch tekort ligt bij te weinig echt gemotiveerde burgers. Ze weten kennelijk niet eens, dat elke Brusselse maatregel ook door hun eigen minister is goedgekeurd.
Jaargang 7, Nr. 307.