Archive for februari, 2014

Euroscepticisme 4

vrijdag, februari 28th, 2014

STATEN EN VOLKEN

De artikelen uit de rubriek “Opinie en Debat” achter in de Volkskrant lees ik vrijwel altijd met genoegen. Ze hebben een hoog niveau en bieden nieuwe inzichten, ook bij actuele zaken. Maar soms…. Dan ben je verbijsterd bij een nogal domme redenering. Zoals deze in het artikel “Weg met het ‘verweesd’ parlement” van 25 februari.

“Een parlement, een volksvertegenwoordiging, veronderstelt een volk. Maar er is geen Europees volk, hoe kan er dan sprake zijn van een Europees parlement?” Er zijn maar weinig staten, die etnisch homogeen zijn. Ze omvatten meerdere volkeren. Dat geldt niet alleen voor de vele nieuwe staten, die na de dekolonisatie zijn ontstaan. In veel Europese staten tref je minderheden aan. In Nederland noemen de Friezen zich met trots het Friese volk. Maar ze maken voor hun gevoel ook deel uit van het Nederlandse volk. Hoe was het tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Voelden we ons toen al Nederlanders? Of waren we Utrechters en Friezen en Groningers of Zeeuwen? Voor het buitenland waren we allemaal en nog steeds Hollanders. Veranderde dit toen we de Bataafse Republiek werden of wat later het Koninkrijk der Nederlanden? We werden echt niet opeens allemaal Bataven en na 1815 Nederlanders. Daar moest door het onderwijs en door de kunsten hard aan gewerkt worden. We moesten ons er van bewust worden, dat we al eeuwen lang van alles samen beleefd hadden, dat we een gemeenschappelijke geschiedenis hadden met een eigen literatuur en een bijzondere beeldende kunst. Hetzelfde zien we in nieuwe eenheidsstaten als Duitsland en Italië. Het was de tijd van het Neoclassicisme en de Romantiek. Het onderwijs speelde een belangrijke rol. Dialecten en streektalen werden terug gedrongen. We leerden Algemeen Beschaafd Nederlands en over de grens Hoogduits. Buren verstonden elkaar niet meer, tenzij ze dialect spraken. Zo een groei naar nationale eenheid zal zich op Europees niveau niet gemakkelijk voordoen. De verschillen zijn veel groter, maar er zijn ook overeenkomsten. Al eeuwen lang zijn er contacten geweest tussen kunstenaars, wetenschappers, ambachtslieden en kooplieden. In deze tijd nemen die contacten alleen maar toe. Zo is er ook nu een natuurlijke groei naar meer eenheid. Jammer, dat he te vaak ontbreekt aan historisch bewustzijn.

Is een Tweede Kamerlid een volksvertegenwoordiger. Is hij echt door “het Volk” gekozen? Vanuit hooggestemde idealen gezien kun je dat zeggen, maar hoe gaat het in de praktijk? Je wordt lid van een politieke partij. Daar val je op door je kwaliteiten, Je wordt lid van een thematische werkgroep of een belangengroep. Ze vinden je goed en je wordt gevraagd voor de kieslijst. Parlementsleden zijn partijvertegenwoordigers en zo worden ze door het publiek en de media ook gezien.

In een democratische staat ligt de macht bij het parlement. Het kan de regering afzetten en kan wetten, maken, waaraan iedereen zich te houden heeft en aan de hand waarvan rechters recht spreken. Dat parlement werkt niet in een luchtledig; het staat aan allerlei invloeden bloot. Maar zegt de auteur dan: “En tot slot is er geen sprake van een Europese regering, een Europese staat en een echte Europese machtenscheiding. Het EP zit er dus eigenlijk voor spek en bonen”. Eigenlijk zegt de auteur, dat de EU weinig overeenkomsten heeft met een staat. Eigenlijk is dit een open deur. De EU is iets geheel eigens en kent een geheel eigen ontwikkeling, die tot nu toe weinig overeenkomsten vertoont met staatsvorming. Wat is de EU dan wel? De EU is een verbond van lidstaten. Daartoe hebben die staten een verdrag gesloten, dat steeds weer naar behoefte wordt aangevuld met nieuwe verdragen. Om te werken overeenkomstig die verdragen zijn regels nodig, Europese wetten en richtlijnen. Wetgeving is in een normale staat al een ingewikkeld proces, in de EU spelen veel partijen een rol. Er moet rekening gehouden worden met de belangen van elke lidstaat. Ambtenaren van elke lidstaat spreken mee in de ontwerpfase, naast Europese ambtenaren. In de besluitvorming beslissen de ministers in de Raad. Maar ook met de belangen van het geheel en van het volk, de inwoners van de lidstaten moet rekening gehouden worden. Dat gebeurt in de commissies van het parlement en uiteindelijk in een zitting van het parlement als geheel. Het hele proces wordt constant beïnvloed door lobbyisten. Van hen komt maar al te vaak het wetgevingsinitiatief. Dat is de belangrijkste reden voor het verschijnsel, dat Europa zich met steeds meer zaken is gaan bemoeien.

Is er in de EU scheiding van machten? Het Europese Hof van Justitie spreekt recht onafhankelijk van welke Europese instantie of lidstaat ook. De scheiding van machten komt wel elders in gevaar. De Raad van Ministers vormt een deel van de wetgevende macht, maar moet in het eigen land die wetten uitvoeren. Geen echte scheiding dus. Ook de Europese Commissie combineert het ontwerpen van wetten met een uitvoerende taak. Dat zie je bij onze regering echter ook. Maar een nationale regering of een minister of staatssecretaris kun je naar huis sturen. Dat kan met de commissie alleen in theorie

In het stuk komt ook steeds weer naar voren, dat er geen goed contact is met de burgers. Je kunt die passages zo vertalen naar de gemeente, de provincie of het Rijk. Ze doen maar. Ze luisteren niet. Het zijn zakkenvullers. Ik schreef er een vorige column over. Burgers doen weinig moeite om zich met de politiek te bemoeien, om zich echt in zaken te verdiepen en lid te worden van een politieke partij. Het democratisch tekort ligt bij te weinig echt gemotiveerde burgers. Ze weten kennelijk niet eens, dat elke Brusselse maatregel ook door hun eigen minister is goedgekeurd.

Jaargang 7, Nr. 307.

Euroscepticisme 3

zondag, februari 23rd, 2014

BESTAAT HET NOG, INTERNATIONALE SOLIDARITEIT?

In 1906 vertrok de broer van mijn oma als missionaris naar Oeganda. Hij heeft daar scholen en een ziekenhuis gebouwd. Het geld ervoor bedelde hij bij elkaar in Nederland en de Verenigde Staten. Als kind leerde ik al iets te geven voor de missie. Het hoorde gewoon bij mijn Roomse opvoeding. Maar ik maakte ook de andere kant van de medaille mee. Na de Tweede Wereldoorlog keerde ons gezin berooid terug in het geplunderde Arnhem. Van diezelfde mensen uit Noord-Amerika, die onze heeroom steunden kregen wij hulppakketten. Niet zo veel jaren later kwam er na de Deltaramp een enorme hulpstroom uit de hele wereld voor Nederland op gang. Internationale solidariteit.

Als ik hoor en zie hoe mijn mede Nederlanders nu spreken en schrijven over hulp aan het buitenland en over goede doelen, dan schrik ik van de mentaliteitsverandering. Gelukkig is die niet algemeen en wordt er nog ontzettend veel gegeven. Een enkele keer maak ik bij collecteren mee, dat mensen zich hardop afvragen of het niet een goed doel in het buitenland betreft Over de strijkstok en de bodemloze put schreef ik onlangs nog http://johnchmjorna.nl/?m=201312 . Het gaat nu vooral over de houding van Nederland tegenover het al dan niet profiteren van de Europese Samenwerking. In de begin profiteerden wij vooral. Er was veel steun voor de landbouw en de herstructurering werd ook door Europa betaald. De blijvers konden hun bedrijf intensiveren of vergroten en zo een redelijk inkomen bereiken. De wijkers werden naar nieuwe banen geholpen. Toen die reusachtige herstructureringsoperatie voorbij was werd Nederland netto betaler. Sindsdien is de kritiek aangezwollen vanuit partijen, die eigenbelang als belangrijkste doel hebben. De Thatcher-doctrine “Ik wil mijn geld terug” werd omarmd. Nederland slaagde erin de eigen bijdrage te verminderen.

Hoe profiteert Nederland van het lidmaatschap van de EU? Eigenlijk is dat de vraag naar de oorzaken van de Europese integratie? Al voor de Tweede Wereldoorlog waren er multinationals als Philips, Unilever en Royal Dutch Shell ontstaan. Zij produceerden op grote schaal, want dat was goedkoper. Daardoor hadden ze ook behoefte aan een grotere markt. Het moest gemakkelijker worden de producten zonder tolmuren en andere grensoverschrijdingsbeperkingen af te zetten. Het internationale bedrijfsleven is dus ook altijd de belangrijkste aandrijver van de Europese integratie geweest en is dat nog steeds. Tegelijk lobbyt het bedrijfsleven tegen allerlei maatregelen, die hen geld kosten.

Het resultaat van dit proces is, dat de Euopese bedrijvigheid zich heeft geconcentreerd in gebieden met de meest gunstige vestgingsvoorwaarden. Daar hoort Nederland bij. Maar er zijn ook gebieden, die voor geen enkele vorm van bedrijvigheid geschikt zijn om zich er te vestigen. Nee, bestaande bedrijvigheid verdwijnt er, want ze houden daar de concurrentie niet vol. Soms verergeren ze zelf de situatie door loonstijgingen. Lage lonen waren de gunstige vestigingsvoorwaarde voor arbeidsintensieve industrie of toerisme. Wij profiteren dus van de werking van de vrije Europese markt; elders gaan ze eraan kapot. Met het regionale beleid heeft de EU daar iets aan proberen te doen, maar met weinig succes. Een nieuwe snelweg leidt niet automatisch tot nieuwe fabrieken. Daarvoor moeten de mensen daar zelf zorgen.

We kunnen dus constateren, dat door de EU de ongelijkheid in Europa is toegenomen. Dan ligt het aan ons gevoel voor rechtvaardigheid of we bereid zijn aan compenserende maatregelen bij te dragen. Veel Eurosceptische partijen zijn daartoe niet bereid. Aan wie geeft u uw stem? Het past in een lange Europese traditie, dat we kiezen voor internationale solidariteit. Misschien is Euroscepticisme wel heel erg on-Nederlands.

Jaargang 7, Nr. 306.

dinsdag, februari 18th, 2014

Petitie Shenjun moet blijven

De Chinese moeder van Shenjun kwam door moeilijke persoonlijke omstandigheden in 2001 vanuit China naar Nederland. Haar asielaanvraag werd afgewezen. Ze raakte in verwachting en Shenjun werd geboren. Onze overheid wilde, dat zij terug naar China zou gaan.  Toen dat onmogelijk bleek, werd zij op straat gezet. Shenjun kwam evenmin in aanmerking voor het kinderpardon. Moeder en kind waren opgenomen door een echtpaar in Odijk. Zo stonden zij niet voortdurend in contact met de rijksoverheid, waarvan zij immers niets te verwachten hadden. Nu is dat de reden om afwijzend op de aanvraag voor het kinderpardon te beslissen. Als u dat ook “een rotstreek” vindt, teken dan de petitie http://petities.nl/petitie/shenjun-moet-blijven en help deze volledig geïntegreerde Hollandse jongen zijn leven bij zijn moeder en zijn “familie” en vriendjes voort te zetten.

Euroscepticisme 2

vrijdag, februari 14th, 2014

DEMOCRATIE IN DE EU EN IN DE LIDSTATEN

Er is geen democratie in Europa. Het is een van de verwijten van Eurosceptici aan de Europese integratie. En zie, Eurosceptici hebben ook wel eens gelijk. Maar hun oplossing deugt niet.

Democratie wordt vaak omschreven als regering van het volk of door het volk. Dat kan misschien in een dorp of een kleine stad. Er wordt een volksvergadering bijeen geroepen in het plaatselijke stadion en deze volksvergadering neemt de besluiten. Een door de volksvergadering gekozen burgemeester en de gekozen wethouders voeren de besluiten uit. Zoiets mag dan mogelijk zijn in een geïsoleerde Zwitserse kanton; in moderne grote steden en metropolen met miljoenen inwoners is het ondenkbaar. Zelfs in mijn eigen dorp zie ik het niet gebeuren. We hebben nog geen 6000 inwoners en zo’n vierduizend volwassenen. Zouden ze op de Meent passen als daar tribunes gebouwd worden? Zou je alle stemgerechtigden daar naartoe krijgen? Zouden ze allemaal bereid zijn zich in de onderwerpen te verdiepen? Zou iedereen daartoe in staat zijn? Welke onderwerpen zijn zo belangrijk, dat alleen de volksvergadering erover zou mogen beslissen? Echte democratie is nogal uitzonderlijk.

Jaren geleden heb ik eens geanalyseerd hoe in de wereld van het aardrijkskunde-onderwijs besluiten tot stand komen en wie daarbij betrokken zijn. Het zijn maar enkele tientallen mensen, die in besturen en werkgroepen zitten, een paar betrokken hoogleraren, wat mensen van de lerarenopleidingen en van de leerplanontwikkeling, enkelingen van de inspectie en van het Cito. Je ziet ze elke keer weer op vergaderingen en altijd dezelfden. Veel van het werk wordt gedaan door betaalde krachten van het KNAG-bureau. In feite neemt die kleine centrale groep de besluiten of stelt de adviezen vast. Vervolgens hoor je steeds weer hetzelfde verwijt. Jullie beslissen maar. Ons wordt van alles opgelegd. Wij hebben er niet om gevraagd, maar wij moeten het wel uitvoeren. Zonder een enkel probleem hadden ze mee kunnen praten en mee kunnen beslissen. En dat zijn dan allemaal goed ontwikkelde mensen met een academische of een Hbo-opleiding.

Kijk dan eens naar de democratie in Nederland, in een provincie of in een gemeente. Hoeveel mensen zijn lid van een politieke partij? Hoeveel zijn er ook werkelijk actief binnen hun partij? Als er een verkiezingsprogramma moet komen, wordt er een commissie benoemd. Die raadpleegt enkele deskundigen en fractiespecialsiten en werkgroepen uit de partij. Het ontwerpprogramma wordt in een deel van de afdelingen besproken en daar komen amendementen uit. Van de 1500 mensen op een landelijk congres hebben zich één?, twee?, misschien driehonderd mensen met de amendering bezig gehouden. Kijk je over heel Nederland, dan vrees ik, dat we heel blij mogen zijn wanneer één promille van de Nederlandse bevolking enige directe invloed heeft op de besluitvorming op nationaal niveau en optimistisch gezien een kwart daarvan op Europees niveau. Mensen en vooral Eurosceptici, die dan zeggen, dat de nationale parlementen meer invloed moeten krijgen op de Europese besluitvorming sluiten hun ogen voor de werkelijkheid en hebben ook geen enkel historisch besef. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kenden we immers dit systeem. Afgevaardigden van de Staten van elke provincie besloten samen in de Staten-Generaal. Maar ze hadden vaak maar een beperkt mandaat. Wanneer dit overschreden dreigde te worden, moesten ze eerst weer ruggenspraak houden met de eigen Staten. In Friesland was het helemaal erg. Daar moesten ze ook nog de elf steden en de dertig grietenijen (plattelandsgemeenten) raadplegen. Dat ging echt op zijn elf en dertigste. Ben je wel helemaal wijs als je een dergelijk systeem aan Europa wilt opdringen?

Elke politicus krijgt regelmatig te horen, dat die politici er niets van bakken. Ze zijn te beleefd om de bal terug te spelen. Een goed functionerende democratie vraagt betrokken burgers. Die bieden tegenspel. Die geven gevraagd of ongevraagd advies. Die zijn actief lid van een politieke partij. Dit geldt ook voor een Europese democratie. Europa vraagt betrokken burgers.

Democratie is behelpen. Om er toch nog iets van te maken kennen we het systeem van de vertegenwoordigende democratie. Elke vier of vijf jaar kiezen we onze volksvertegenwoordigers. Die beslissen namens ons, maar niet in de EU. De macht ligt vooral bij de Europese Raad, de vergadering van Ministers op een bepaald terrein, die op voorstel van de Europese Commissie besluiten nemen. Nog steeds niet op elk terrein moet ook het Europees Parlement het voorstel goedkeuren. De macht van het EP is ook nog beperkt doordat het niet zelf het initiatief mag nemen om een voorstel in te dienen. Het Europees Parlement moet eerst een compleet parlement worden met alle gebruikelijke bevoegdheden.

De democratische waarde van de Europese Raad is beperkt. Elke minister steunt weliswaar op een meerderheid, maar een minister is niet gekozen door het volk. Slechts in theorie vertegenwoordigt de minister ook de oppositie in het eigen nationaal parlement. De minister wordt weliswaar gecontroleerd door het eigen parlement, maar dat mist deskundigheid en actuele informatie en is slechts zeer zelden bereid de eigen minister af te vallen, die het daar in Brussel toch al zo moeilijk heeft gehad.

Kijk eens rond in een supermarkt en probeer uit te vinden, waar al die producten vandaan komen. Dan merk je, dat de EU steeds meer één groot land wordt. Als een Nederlandse zuivelfabriek zijn spullen overal in Europa kan verkopen, net als Franse en Duitse en Zwitserse bedrijven dat doen, dan zijn gelijke kwaliteitseisen voor heel Europa erg belangrijk. Een Europese democratie moet dus rekening houden met dat grote Europese belang. Maar hoe zit het dan met de Lappen en hun rendieren? Europa moet ook rekening houden met de belangen van een enkel land. Ik vind, dat het Europees Parlement er is voor heel Europa en de Raad van Ministers die belangen van een enkel land in de gaten moet houden. Democratie let ook op de belangen van enkelingen.

Jaargang 6, Nr. 305.

Nederland uit de EU?

zondag, februari 9th, 2014

WORDT NEDERLAND EEN TWEEDE ZWITSERLAND?

Een lachwekkende vraag, die bij je opkomt als je nadenkt over de idee, dat Nederland veel welvarender kan worden als het uit de Europese Unie stapt. Dan gaat het eigenlijk om vragen als: Waarop berust de Nederlandse welvaart? Zouden die welvaartsbronnen beter kunnen worden benut dan nu? Wat zou daarbij de betekenis zijn van het opzeggen van het lidmaatschap van de EU, waarbij echter wel net als in het geval Zwitserland een nauwe verbondenheid gehandhaafd blijft?

Er zijn twee landen in Europa waar de gemiddelde koopkracht van de bevolking in 2010 meer dan 20% hoger lag dan die van Nederland. Dat zijn Zwitserland en Noorwegen. Nu kiezen Wilders en de zijnen natuurlijk niet voor Noorwegen, een land met een enorme productie aan aardgas en aardolie. Maar de Zwitserse welvaart vormt een interessant raadsel. Zo op het eerste gezicht beschikt het land niet over een of meer zeer belangrijke welvaartsbronnen of het zou de financiële sector moeten zijn. Hoe kun je de aanwezigheid daarvan verklaren? Het Zwitserse Eedgenootschap van zeer zelfstandige kantons wist eeuwenlang de onafhankelijkheid tegenover het Duitse Keizerrijk, de Oostenrijks-Hongaarse dubbel monarchie en Frankrijk te bewaren. Zwitserland bleef ook grotendeels buiten de vele oorlogen, die Europa eeuwenlang teisterden. Oorlogen tasten de welvaart aan, maar Zwitserland kon ervan profiteren door de oorlogen te financieren. Nederland had lang eenzelfde functie. Het prettige is, dat alle partijen er belang bij hebben, dat de neutraliteit van de financiers gehandhaafd blijft. Al was het alleen maar om het tijdens de oorlog vergaarde kapitaal in veiligheid te brengen. Als je eenmaal de weg weet en Zwitserland een comfortabel bankgeheim kent, dan blijft de kapitaalstroom naar Zwitserse banken aanhouden. Al dat kapitaal zorgt voor een harde Zwitserse Franc. Er is veel koopkracht, maar zo is Zwitserland wel een duur land geworden voor toeristen. Soms loopt het zo uit de hand, dat men massaal over de grens boodschappen gaat doen.

Net als Nederland is Zwitserland niet rijk aan grondstoffen en energiebronnen. Nederland heeft zijn aardgas, Zwitserland de hydro-elektriciteit. Beide landen moeten aardolie importeren. Tegelijk zie je een enorm verschil. Nederland voert zeer massaal grondstoffen in en verwerkt ze meestal massaal tot producten, die vaak geëxporteerd worden en dan vooral naar EU-landen. Zelfs de veehouderij hanteert hetzelfde model. Nederland profiteert optimaal van zijn ligging aan de Noordzee en aan de monding van de Rijn en te midden van dichtbevolkte koopkrachtige gebieden. Maar de vormen van productie zijn in hoge mate geautomatiseerd en de toegevoegde waarde is niet hoog.  De Zwitsers richten zich veel meer op hoogwaardige eindproducten en weten bij hun horloges, medicijnen en andere chemische producten, bij hun machinefabrieken, maar ook in de veehouderij en wijnbouw een hoge mate van kwaliteit te bereiken. Kwaliteit wordt beloond. Veel Nederlanders verdienen hun brood in vaak laagbetaald transport. En natuurlijk kennen wij ook veel hoogwaardige bedrijvigheid in de industrie, in de tuinbouw, in de luchtvaart, in engineering bij de waterbouw o.a. en bij architectenbureaus. Maar het gemiddelde wordt wat omlaag getrokken, zodat we hoog uitkomen, maar niet zo hoog als de Zwitsers.

Worden de Zwitsers zo rijk door het toerisme? Nederland trekt meer buitenlands toerisme, maar Zwitserland wat meer van het luxere toerisme en de Zwitsers blijven meer in eigen land.

De geleidelijk opheffing van het Zwitserse bankgeheim zou de welvaart kunnen aantasten, maar waar vinden de rijken dezer aarde een veilige plek voor hun geld? Er zijn veel obscure belastingparadijzen, maar of ze allemaal zo safe zijn? Maar misschien vindt de PVV wel, dat dit een prachtige mogelijkheid is voor Nederland om de beloofde stijgende welvaart te bereiken; Lekker dienstbaar aan de rijken der aarde.

Er is nog een verschil tussen Nederland en Zwitserland. Nederland is vooral in NAVO-verband steeds meer op de Anglo-Amerikaanse wereld georiënteerd geraakt. Dat zie je bij veel VVD en sommige CDA-politici en je ziet het ook in het bedrijfsleven en in de wetenschap. In die kringen zal men het niet zo op prijs stellen, dat Nederland zou proberen uit de EU te stappen. Ik ben benieuwd hun reprimande voor Geert eerstdaags te horen. Tsja Geert, als je het iedereen naar de zin moet maken. Moeilijk hoor.

Jaargang 6, Nr.304.

Kappen met Eijk

maandag, februari 3rd, 2014

Eijk  schoffeert de paus en bruuskeert zijn collega’s

Wat is dat toch met Kardinaal Eijk? Heeft hij zelf niet in de gaten hoe grof hij bezig is? De Nederlandse bisschoppen waren op ad limina bezoek in Rome. Bisschop Punt van Haarlem-Amsterdam logeerde in hetzelfde huis als waar de paus woont. Zo kon hij informeel een bezoek van de paus aan Amsterdam opperen. Er kwam zelfs een ontwerp programma tot stand. Ontvangst door de burgerlijke autoriteiten, een gebedsdienst in de Arena en een besloten Eucharistieviering van de paus met de bisschoppen in de H. Nicolaasbasiliek. Schuin tegenover het Centraal Station in Amsterdam. Het zou niet de eerste keer zijn, dat hij in Amsterdam zou zijn. Hij was er eerder op bezoek bij zijn mede-Jezuïeten aan de Hobbemakade.

Bisschop Punt overlegde met de burgerlijke autoriteiten en die waren geheel akkoord. De veiligheid van de paus kon worden gegarandeerd.

Dus liet bisschop Punt het pausbezoek op de agenda van het bisschoppenoverleg zetten. En daar kregen de bisschoppen te horen, dat behandeling van dit punt niet aan de orde was, want de paus zou niet komen. Kardinaal; Eijk beweert, dat hij dat zo met de paus overlegd heeft. Hij was bang voor een half lege Arena. Goed ingevoerde mensen betwijfelen het of de kardinaal werkelijk met de paus heeft overlegd.

Een paus zegt dus, dat hij graag een uitnodiging krijgt en graag naar Nederland komt. Deze paus weet natuurlijk donders goed hoe geseculariseerd Nederland is. Dat vindt hij nu juist de uitdaging. Maar kardinaal Eijk weet het weer beter.  Is hij wellicht bang, dat het pausbezoek een demonstratie voor de mensvriendelijke paus zou worden en een demonstratie tegen zijn onmenselijke beleid? We weten het niet. Wat ik wel weet is, dat we beter vandaag dan morgen kunnen besluiten: Kappen met Eijk!