Archive for februari, 2012

Weet waar je over praat of schrijft!

vrijdag, februari 24th, 2012

ECHTE ATHEÏSTEN VORMEN EEN
MINDERHEID IN NEDERLAND

De laatste tijd kom ik in ingezonden stukken en op Internet steeds meer uitingen tegen van afkeer van religie en soms zelfs godsdiensthaat. Nu is daarvoor vaak best een reden, want in de naam van een God worden de meest afschuwelijke misdaden begaan. De naam van God wordt maar al te vaak misbruikt. Ook kerkelijke bedienaren begaan afschuwelijke misdaden zoals het misbruiken van kinderen. Daarmee gaan ze keihard rechtstreeks tegen de wil van God in en daarom is het ook zo onbegrijpelijk.

Tegelijk zie ik vrijwel dagelijks allerlei goede dingen, die ook vanuit een godsdienstige overtuiging gebeuren. Vanmorgen was ik bij de koffieochtend van de Zonnebloem, tegenwoordig niet meer specifiek katholiek, maar voor alle gezindten. Ik mocht wat vertellen over kastelen hier in de omgeving. Koffie met kastelen! Er waren zo’n vijftig mensen, gasten en vrijwilligers. De mensen genoten van de koffie en de soesjes en het drankje en van mijn dia’s en mijn praatje. Vrijwilligers van de Zonnebloem gaan ook bij mensen op bezoek. Zo wordt er iets gedaan aan de gevoelens van eenzaamheid, waar volgens onderzoek zo’n dertig procent van de senioren in de gemeente Bunnik last van heeft.

Over al die goede dingen berichten de media niet en veel van die terecht boze mensen hebben er evenmin weet van. Zo wordt het oordeel over religie maar al te vaak ongenuanceerd negatief. Wat ook opvalt is het enorme tekort aan deskundigheid. Als je met oordelen komt over zaken waar je eigenlijk niets van weet, dan blunder je maar al te gemakkelijk. Ook de media zijn er niet vrij van.

Echte atheïsten vormen slechts een klein deel, zo’n 15 á 20% van de Nederlandse bevolking, blijkt uit onderzoek. Toch gedragen zij zich alsof ze een meerderheid vormen en menen godsdienstige groeperingen de wet te kunnen voorschrijven. Ze vinden, dat religieuze mensen worden bevoordeeld. Als een religieuze Jood geen identificatiebewijs bij zich mag dragen op de sabbat, bekeurd wordt en uiteindelijk door een kantonrechter wordt vrijgesproken, dan komen er boze reacties. Dan vraag ik mij af, hoe zulke mensen het in hun hoofd halen religies voor te willen schrijven hoe ze hun religie zouden moeten beleven. Bemoei je met je eigen zaken, denk ik dan. En als politici het doen, dan zeg ik: Houd je aan de scheiding van Kerk en Staat. Schrijf de Kerk niet voor wat en hoe ze moet geloven. Toon respect voor elkaar en vooral voor minderheden.

Daar dacht ik ook aan toen ik onlangs de tentoonstelling Jodendom in de Nieuwe Kerk in Amsterdam bezocht. Het zijn vooral de uiterlijke zaken, die je daar aantreft: Boekrollen met de prachtig versierde kokers om ze in te bewaren, gewaden van de rabbijnen, zevenarmige kandelaars, maquettes van synagogen. Ook een prachtig schilderij van Mark Chagall: Jood met Tora (1925). Overal hangen meterslange banieren met Bijbelteksten. Je ziet er zaken, die bij rituelen horen zoals een bruiloft of een begrafenis. Het meest bijzondere zijn stukjes van de Dode Zee rollen, door bedoeïenen bij Qumran in grotten gevonden. Ze bevatten oorspronkelijke teksten, die van belang zijn voor Bijbelgeleerden. Bij vertalingen zouden fouten gemaakt kunnen zijn, die zo achterhaald kunnen worden. Ik vond het een boeiende en leerzame tentoonstelling, die nog tot en met 15 april te zien is. Maar eigenlijk wet ik nog steeds maar weinig over het Jodendom. Alle reden om bescheiden te zijn.

In de ochtend bekeken we de tentoonstelling in de Hermitage. Ook daar veel schilderijen met een religieuze achtergrond. Wil je onze cultuur en onze geschiedenis enigszins begrijpen, dan kan dat niet zonder kennis van katholicisme, protestantisme en jodendom. Tsja, dat wordt voor sommige atheïsten door een zure appel heen bijten.

Jaargang 5, Nr. 203.

Over een zelfgekozen levenseinde

dinsdag, februari 21st, 2012

ZIN IN HET LEVEN

De laatste tijd verschijnen er op de Opinie- en Debatpagina’s van de Volkskrant regelmatig artikelen over het recht op een voortijdige beëindiging van het leven. Ze veroorzaken bij mij een wat wrevelig gevoel. Ik probeerde het gevoel te herkennen en ontdekte, dat het net zo’n gevoel is als vroeger leerlingen bij mij opwekten, die een totaal gebrek aan inzet vertoonden, niet vooruit te branden waren. Het geldt dan vooral mensen, die nog heel gezond naar lichaam en geest zijn en toch vinden, dat ze “klaar” zijn met het leven. Hoe weet je dat, denk ik dan. En zo ging ik nadenken over de zin van het leven.

Maar er is nog een andere reden om deze beschouwing op mijn weblog te plaatsen. De Partijraad van GroenLinks wijdde een discussie aan dit onderwerp. Daarbij vond de partijraad, dat het bij het liberale karakter van de partij paste, dat mensen hun eigen autonome beslissing zouden mogen nemen over het tijdstip van hun overlijden. Weliswaar werd naar voren gebracht, dat de maatschappij zich zeer moet inspannen om geen redenen te geven dit leven te willen verlaten, maar uitgangspunt was de vrijheid van het individu. Naar mijn smaak is daarbij te weinig nagedacht over de begrenzing van de vrijheid door de vrijheid van anderen. Bij iemands besluit om uit het leven te stappen zijn ook anderen betrokken. Zij kunnen nog jarenlang lijden onder het verlies, de waaromvraag en twijfel over een mogelijke schuld. De vrijheid van een mens is in mijn ogen nooit absoluut.

Op onze planeet komen allerlei vormen van leven voor. Wat is de zin van het leven van een grasspriet? Is het de wereld groener maken? Maar is een groene wereld dan beter of mooier of nuttiger dan een blauwe of rode wereld? De zin van het groeien van al die grassprieten is, dat ze het voedsel vormen van de koe. Die grassprieten weten het niet. Ze zijn zich niet bewust van de zin van hun bestaan. De koe weet evenmin, dat wij straks haar melk zullen drinken en dat de room van de melk ervoor gaat zorgen, dat we smullen van de verjaardagstaart. De koe is zich niet bewust van het genot, dat zij schenkt. Ze weet niet, dat haar leven zin heeft. Maar haar leven heeft wel degelijk zin voor ons mensen. Als we tenminste geen vegetariër zijn.

En hoe is dat nu bij mensen? Een vrouw wordt zwanger en vanaf het moment, dat zij zich daarvan bewust wordt, voelt zij zich – meestal – gelukkig. Er groeit een kind in haar buik. Soms geeft dat ongemak, maar dat heeft ze er graag voor over. De vader geniet mee. Wat is het bijzonder het kind te voelen bewegen in de buik van zijn vrouw. En hoe geweldig vinden de meeste mensen het om het kind na de geboorte in de armen te houden. Maar het kind is zich nog nergens van bewust. Het weet nog niet, dat het zin geeft aan het leven van de ouders.

Het kind groeit op, krijgt vriendjes en vriendinnetjes en in hun spel brengen de kinderen geluk naar elkaar. Een gewonnen wedstrijd, een geslaagde speurtocht een zang- of toneelavond met veel applaus, goede rapporten op school. Nu zijn de kinderen zich al meer bewust van het feit, dat het leven leuk kan zijn. Ze geven zin aan het leven van hun onderwijzers en dat voel ik nu nog, terwijl ik al zo lang met pensioen ben.

Weer later vinden mensen zin in hun werk. Ze helpen mensen of maken nuttige dingen of plezieren mensen met hun muziek of romans of beeldende kunst of werken in de handel of bij de overheid. Werk kan ook saai zijn en weinig voldoening schenken, maar dan zie je, dat mensen genieten van een hobby of van hun familie of door klusjes te doen voor anderen. Het mooiste is als je mensen, die geen plezier hebben in hun leven kunt helpen om door een andere baan of door lid te worden van een koor of een sportclub zover kunt krijgen, dat ze echt zin krijgen in het leven.

Als de kinderen dan de deur uit zijn en je te oud en te stram bent voor sport of tuinieren of andere hobby’s en je geen vrienden of vriendinnen meer hebt en de contacten met de familie steeds schaarser worden, als je gezondheid achteruit gaat en je hulpbehoevend wordt, wat is dan de zin van het leven? Er zijn van die mensen, die er dan voor zorgen, dat de medewerkster van de thuiszorg er elke keer weer met plezier komt, want er is altijd een waarderend woord of een kopje thee of een leuke mop en zo geef je als oud en nutteloos mens zin aan het leven van een verzorgster.

De zin van het leven zit in de ander. Als je de ander niet meer wilt zien en anderen jou niet meer willen zien, als het individualisme echt doorslaat, dan kan een mens gaan geloven, dat het leven geen zin meer heeft. Daarom wil ik zo graag zinzoeker blijven.

Zoals zo vaak had de Volkskrant geen ruimte over voor zo’n uitgebreid stuk.

Het meldpunt van de PVV

donderdag, februari 16th, 2012

TOLERANTIE IN OOST- EN MIDDEN-EUROPA EN IN NEDERLAND

Is gebrek aan tolerantie een ziekte, die in steeds sterkere mate door heel Europa waart? De site van de PVV wordt door velen als zodanig gezien. En dat terwijl Nederland in Europa jarenlang bekend heeft gestaan als een zeer tolerant land. Laten we eens kijken of Nederland inderdaad minder tolerant is geworden. Daarbij kijken we niet alleen naar de houding tegenover migranten, maar ook naar andere minderheden. Maar we beginnen met de immigranten.

In de Atlas of European Values vinden we een kaart met per land het percentage mensen, dat vindt, dat er in hun land tegenwoordig te veel immigranten zijn. Een groot blok van Midden-Europese staten toont een laag percentage van minder dan 25%, die dat vindt. Dat is niet zo verwonderlijk, want die landen zijn door geringe welvaart en te weinig werk onaantrekkelijk voor immigranten. Toch heeft Polen veel immigranten uit het aangrenzende Wit-Rusland en de Oekraïne en ook uit vroegere Sovjet staten. Deze vullen de plekken op van de Polen, die in West-Europa aan de slag zijn gegaan. Nederland behoort tot een grote groep Noord- en West-?Europese staten met een percentage van 40 tot 54%. Spanje, Italië, Oostenrijk en Griekenland scoren nog hoger met 55 tot 69%. De mensen vrezen daarbij vooral toenemende criminaliteit en druk op de welvaart en wat minder ondermijning van de cultuur en je vreemdeling in eigen land voelen. In Nederland vindt minder dan de helft, dat immigranten banen inpikken. Of dat dan ook zo is, dat is nog maar de vraag. Maar het komt voor, dat Nederlandse vrachtvervoerders Oost-Europese chauffeurs tegen een lager loon in dienst nemen en Nederlandse chauffeurs hun baan kwijt raken. De boosheid zou zich dus meer op deze ondernemers moeten richten, die zich niet aan de cao houden. Polen kent relatief meer werklozen dan Nederland en toch zijn mensen uit minder welvarende landen daar meer welkom dan in Nederland. In Groot-Brittannië en Hongarije zijn mensen uit arme landen het minst welkom.

In de Scandinavische landen, Nederland, Zwitserland en Spanje is de tolerantie ten aanzien van homoseksualiteit het hoogst. Overal is de tolerantie toegenomen, maar niet in de Midden-Europese staten als Polen, Bulgarije en Roemenië en de Baltische staten.

In Polen is een groot gezin de favoriete buur, in Nederland een Jood en in beide landen zijn drugsverslaafden het minst gewild als buur. Nederland en Polen zijn even tolerant wat betreft een crimineel als buur en iemand van een ander ras als buur. In Polen willen ze liever geen rechtse nationalist als buur. Niet zo verwonderlijk want de Tweede Wereldoorlog met het rechts nationalistische buurland heeft zes miljoen Polen het leven gekost. In Nederland, Duitsland en Oostenrijk hebben we minder moeite met een rechtse nationalist als buur.Tenslotte hebben ze in Duitsland, Polen, Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije en in Italië wat meer moeite met een Moslim als buur. Een interessante kaart toont de mate waarin mensen vinden, dat je anderen kunt vertrouwen. In Nederland, Zwitserland en de Scandinavische landen ligt het percentage boven de 45% en dat is sinds 1990 niet veranderd. In de Oost-Europese landen ligt het lager, soms onder de 25% en in Polen tussen de 25 en 34%.

Zo zie je, dat er in elk land wel wat is en dat je in Polen wellicht een meldpunt wangedrag van Nederlanders zou kunnen vestigen. We blijven maar met het vingertje wijzen. Veel beter zou zijn, dat we elkaar in Europa veel beter leren kennen, met elkaar corresponderen en bij elkaar op bezoek gaan. Zo kun je heel wat misverstanden voorkomen en misstanden helpen oplossen. Maar ja, problemen oplossen is niet bepaald de sterkste kant van de schreeuwers in onze samenleving.

Jaargang 4, Nr. 202.

Na het dertigste congres

zondag, februari 12th, 2012

DRAAG EEN ZELFBEWUST GROENLINKS UIT

In mijn vorige Column van de Week wees ik op de onduidelijkheid bij GroenLinks over de te volgen koers. Streeft de partij naar regeringsdeelname en is daardoor de toon vaak tamelijk tam? Beoordeelt zij voorstellen zo objectief mogelijk op Groenlinks gehalte, komt dan met goed doordachte suggesties ter verbetering en stemt dan zonder veel ophef al dan niet in met een voorstel? Of voert GroenLinks fanatiek oppositie, kraakt alle voorstellen van het huidige kabinet genadeloos af en grijpt ze elke kans om het dit uitermate rechtse kabinet zo moeilijk mogelijk te maken? Eigenlijk zijn wij veel te netjes. We zijn niet uit op effectbejag. We zijn keurige intellectuelen en doen onze uiterste best om bij te dragen aan het vinden van oplossingen voor de economische problemen. Maar op die manier zijn we niet erg zichtbaar en hoorbaar voor het grote publiek en evenmin voor de media, die zich vooral richten op rellerige conflicten en in onze ogen op goedkope effecten.

Tijdens ons dertigste congres in Vredenburg Leidse Rijn lieten enkele GroenLinksers merken, dat het ook anders kan door met vlijmscherpe analyses het beleid in Nederland en in Europa aan de kaak te stellen en zelfbewust de alternatieven van GroenLinks naar voren te brengen. Bas Eickhout deed dat wat betreft de economische crisis in de EU, Tof Thissen ten aanzien van de zorg en Ineke van Gent en Kathalijne Buitenweg in het Kunduzdebat. Jolande Sap moet daar nog duidelijk in groeien. Ze is nog te veel de keurige intellectueel en te weinig de uitdagende zelfbewuste vechtster. Maar dat komt wel. Daar ben ik niet bang voor.

Waar het echter veel meer om gaat is, dat de zevenentwintigduizend leden van GroenLinks even zelfbewust laten zien en horen waar de partij voor staat. Naar mijn mening is dat de Green New Deal. Dat is verwijzend naar de aanpak van de crisis door Roosevelt in de dertiger jaren van de vorige eeuw de manier waarop GroenLinks voor een nieuwe economische bloeiperiode wil zorgen door een omschakeling naar een groene economie. Veel bedrijven zijn daar al druk mee bezig, want ze zien die nieuwe markt voor hun producten. Zo houden ze een goede omzet en handhaven zij de werkgelegenheid. Dat een partij als de VVD dat veel te weinig inziet moet haar keer op keer keihard worden ingewreven. Een duurzame economie vraagt een totaal andere visie op produceren en consumeren. Hoe reageren we op krimpende voorraden aan fossiele energie en grondstoffen? Ons landbouwsysteem is zeer energie intensief. Door de toenemende woonwerkafstand en door de concentratie van voorzieningen als MBO en HBO scholen neemt de mobiliteit sterk toe. We hebben ons extreem autoafhankelijk gemaakt en het huidige kabinet versterkt die afhankelijkheid. Dit kabinet ontbeert ook maar enige visie op die nieuwe manier van leven, waar we naar toe moeten, willen we deze wereld redden voor toekomstige generaties.

Toch wordt over allerlei zaken in onze partij verschillende gedacht. Wie zijn onder al die partijen onze bondgenoten? Zijn wij een principieel pacifistische partij? Ik ben wel atoompacifist, maar zie, dat tegenover het geweld van de slechteriken van deze wereld tegengeweld nodig kan zijn. Hoe bescherm je die mensen, die absoluut niet in staat zijn ooit betaald werk te verrichten? Hoe zorg je dat je anderen niet blijvend tot een uitkeringssituatie veroordeelt? Daarom werd er opgeroepen het debat over al die zaken in de partij te organiseren. De nieuwe voorzitster Heleen Weening uit Den Haag beloofde dat nadrukkelijk, maar ze bereikt niets als de leden niet inhaken. Daarbij hoop ik, dat we het debat respectvol weten te voeren en niet als bij het Kunduzdebat gaan strooien met adjectieven als naïef of dom of lui en te weinig inzet tonend.

Na afloop ging ik enigszins opgelucht naar huis en tegelijk werd ik mij zeer bewust van het feit, dat er werk aan de winkel is. Met zijn allen moeten we GroenLinks weer zichtbaar maken in de samenleving. We kunnen dat niet overlaten aan die paar volksvertegenwoordigers. Eens kijken of we in de peilingen weer omhoog gaan.

Jaargang 4, Nr. 201.

De Toekomst van GroenLinks

vrijdag, februari 3rd, 2012

TEGENPARTIJ OF GEDOOGPARTIJ OF
REGERINGSPARTIJ?

GroenLinks is een partij, die altijd een sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid ten toon spreidt. Als we iets een goed idee vinden, stemmen we voor, zelfs als het afkomstig is van een partij, waarvan we de ideeën vaak verafschuwen. Als de huidige regering onze steun vraagt, dan bekijken we of we het ermee eens zijn, onderhandelen eventueel en proberen er iets uit te slepen, dat zoveel mogelijk overeenkomt met ons programma. Zo laten we vaak een kans voorbij gaan om deze regering ten val te brengen. Zonder onze steun zou er geen meerderheid voor de plannen zijn. Het gaat soms om zeer onpopulaire maatregelen, zoals de verhoging van de pensioenleeftijd of de politietrainingsmissie in Kunduz of kostbare maatregelen om de Euro overeind te houden. Van gedoogpartner PVV hoeft de regering bij deze onderwerpen geen steun te verwachten. Spottend spreekt de PVV dan van GroenLinks en D66 als gedoogpartijen. Naar partijen als D66, Partij van de Arbeid, CDA en VVD zendt GroenLinks een signaal uit van kijk naar ons. Wij zijn bereid om regeringsverantwoordelijkheid te dragen. Men beweert, dat het ook maar weinig gescheeld heeft of er was een andere coalitie gevormd en GroenLinks had daarvan deel uit gemaakt. Allerlei hervormingen zouden dan veel gemakkelijker zijn geweest. Op lokaal niveau laat GroenLinks maar al te vaak zien bereid te zijn tot compromissen en onpopulaire maatregelen. Kiezers belonen de partij voor de getoonde daadkracht. Maar op landelijk niveau heeft GroenLinks de naam van eeuwige oppositiepartij en is daardoor minder aantrekkelijk voor kiezers. Een stem op GroenLinks haalt toch niets uit. Die houding van de kiezers moeten we zien te doorbreken.

Binnen de partij wordt die houding maar al te vaak niet in dank aanvaard. Als je de kans krijgt deze uiterst rechtse regering ten val te brengen, dan grijp je die kans toch met twee handen! Als je de pensioenpremies niet nog hoger wilt laten worden en toch de pensioenen over veertig jaar veilig wilt stellen, dan is dat voor veel jongeren een prima zaak, maar de vijftigplussers, die de jaren beginnen te voelen, zijn er minder blij mee. Jonge partijleden hebben ook veel minder moeite met versoepeling van het ontslagrecht dan de vijftigplussers. Die weten, dat  voor hen de kans op een nieuwe baan zeer klein is. Het idee van GroenLinks, dat men een baan van de gemeente krijgt tegen het minimumloon ziet er weinig aantrekkelijk uit. Wat voor een baan? Maar GroenLinks is ook een partij, waar solidariteit tussen jong en oud vanzelfsprekend is. Net als de solidariteit met ontwikkelingslanden en met economisch zwakke EU-lidstaten.

Over Kunduz staan twee opvattingen tegenover elkaar. Blijkens de moties voor het aanstaande partijcongres zien velen in de politietrainingsmissie vooral een militaire missie. Gesuggereerd wordt, dat de politieagenten vaak als militairen worden ingezet. Er is een tijd geweest, dat Afghaanse agenten als goedkopere slechter uitgeruste surrogaatsoldaten werden misbruikt. Daarvan merk ik in de huidige berichtgeving niets meer. Nathalie Righton van de Volkskrant schreef maar al te vaak zeer cynisch en spottend over de missie, maar haar verhalen worden positiever. Toch weet iedereen, dat de kans op blijvend succes vooral na het vertrek van de NAVO troepen klein is. Maar hoe groot is de kans op succes bij het streven naar een politieke oplossing? Waarom zouden de Taliban überhaupt gaan onderhandelen? Ze hebben de tijd. Na 2014 grijpen ze naar de macht. Jammer voor de vrouwen en meisjes. Het is nog maar de vraag of westerse NGO’s onder een nieuw Taliban regime nog mogen blijven werken in Afghanistan zoals nu. Als we door onderhandelingen erin zouden slagen, dat NGO’s mogen blijven werken en de politietrainingsmissie kan worden voortgezet of zelfs verbreed, dan zou onderhandelen een succes zijn Anders is het streven naar een politieke oplossing  in feite het aan hun lot over laten van de Afghanen. Het succes van vredeswerkers elders blijkt dan geen garantie voor succes in de Afghaanse werkelijkheid.

Het moge duidelijk zijn geworden, dat stemmen over Kunduzmoties veel meer is dan een beslissing nemen over wel of niet de missie steunen. In feite gaat het om de partijstrategie. Het is te hopen, dat de 1500 congresgangers beseffen, dat het om meer gaat. Het gaat weer spannend worden.

Jaargang 4, Nr. 200.