Archive for juli, 2011

Het verantwoordelijkheidsgevoel van de PVV

vrijdag, juli 29th, 2011

LINKSE LERAREN INDOCTRINEREN

Zo in de zeventiger en tachtiger jaren riep de Telegraaf het regelmatig: Onschuldige schoolkindertjes worden geïndoctrineerd door hun linkse leraren. Jarenlang had ik een PPR-sticker op mijn boekentas en als ik de tas op mijn bureau zette om boeken, schriften en cijferboekje eruit te halen viel die sticker best op. Onlangs schreef een oud-leerling mij nog over “die eeuwige PPR-sticker”. Ik legde ook altijd uit, waarom ik het deed. Bij mij weet je altijd wat voor vlees je in de kuip hebt. Als ik les geef, kan ik mijn eigen mening niet verbergen. Die klinkt altijd door. Daar moet je verdacht op zijn. Hé, daar is weer een mening van hem. Wat vind ik daar van? Zo probeerde ik de leerlingen weerbaar te maken tegen indoctrinatie. Dat is wel nodig als je de Telegraaf leest. De smerigste vorm van indoctrinatie is immers zogenaamd het objectieve nieuws brengen en intussen door een eenzijdige keuze een mening opdringen zonder dat de lezers zich daarvan bewust zijn.

Voor mij was altijd een belangrijk leerdoel de leerlingen te leren zelf een mening te vormen. In mijn vak aardrijkskunde kom je met allerlei problemen in aanraking. Typisch voor het vak zijn ruimtelijke problemen. Bijvoorbeeld: Hoe kun je er voor zorgen, dat een stad beter bereikbaar wordt? Deelvragen zijn dan: Bereikbaar voor wat? Personen of goederen? Particulier of openbaar vervoer? Auto’s, treinreizigers, fietsers of vrachtverkeer? Wat is dan de beste locatie voor het werken en het wonen? Dan ben je eigenlijk steeds aan het vragen naar de meest doelmatige oplossing. Een mooie didactische vorm daarvoor is gamen, de werkelijkheid nabootsen in een spel. Dan merk je bij de discussies, dat het niet alleen om doelmatigheid gaat, maar ook om waarden. Hoe belangrijk vind ik het milieu? Spaar ik kostbare natuurgebieden? Welke locatie krijgt de sociale woningbouw en hoe wordt die verbonden met de werkgebieden. Zeg je; laat ze maar een auto kopen of zorg je voor goed openbaar vervoer en comfortabele fietsverbindingen?

Als je hier verder over nadenkt, merk je welke enorme verantwoordelijkheid je hebt als docent of als ouder of als pastor of als publicist. Maar ook politici, die altijd bezig zijn hun politieke ideeën te verkondigen hebben die verantwoordelijkheid. Vaak is het voor ontwikkelde mensen overduidelijk dat er een loopje wordt genomen met de waarheid, maar veel mensen missen de vaardigheid en kennis om alle leugens te doorzien.

Ik moest er weer aan denken toen ik alle commentaren las over de mate waarin Wilders en de PVV mede verantwoordelijk zijn voor een klimaat van angst voor een Islamitische tsunami. Dat ze een vals beeld geven van de migratieproblemen is overduidelijk. Ze zeggen kritiek op de Islam te hebben en niet op Islamitische mensen. Maar maken hun aanhangers dat onderscheid ook? Ik weet, dat veel Islamitische Nederlanders dagelijks de haat en de discriminatie ervaren. Wilders is allesbehalve prudent als hij kritiek op de Islam heeft. Bij alles wat je zegt, ook in andere functies dan politieke moet je je altijd ervan bewust zijn, dat iemand jouw beweringen verkeerd zal opvatten en daardoor tot onaanvaardbaar gedrag kan komen. Die prudente houding mis ik bij PVV-politici en dat valt hen kwalijk te nemen. Laten we het eens omdraaien. Een linkse politicus gaat enorm stemming maken tegen de rijken in Nederland, die de arme mensen uitbuiten en bij het geringste verzet in de gevangenis stoppen. De rijken heersen over het land en er is een enorme willekeur. Zieken krijgen geen hulp meer. Oude mensen geraken in armoede. Werklozen worden tot dwangarbeid veroordeeld. Je beschrijft een middeleeuwse situatie. Het wordt tijd, dat er weer een Robin Hood opstaat, die aan al dat onrecht een einde maakt. Beroof de rijken en deel uit aan de armen. Als je bedenkt wat de woorden van bisschop Muskens aan onrust veroorzaakten, toen hij zei, dat een hongerende arme een brood mag stelen, dan kun je nagaan wat een heisa er zou ontstaan als er opgeroepen zou worden de rijken te bestelen. Verantwoordelijke politici laten dat wel uit hun hoofd. Wilders roept regelmatig op maatregelen te nemen, die evenzeer strijdig zijn met de huidige nationale en internationale wetten. Het gedrag van PVV-politici is vaak onverantwoord, zeker nu blijkt, dat het kan inspireren tot een vreselijke misdaad.

Jaargang 4, nr. 172.

Het biechtgeheim opheffen?

zondag, juli 24th, 2011

MOZES OP DE BERG SINAÏ

In de biecht wordt jouw relatie met God hersteld als deze door een overtreding van Zijn geboden beschadigd is. Je hebt gezondigd tegen Zijn geboden. Je moet dus eigenlijk terug gaan naar de Israëlieten, die door de woestijn op weg zijn naar het beloofde land. Het volk heeft het kamp opgeslagen aan de voet van de berg Sinaï. Mozes krijgt de opdracht de berg te beklimmen en ontvangt de twee stenen tafelen, waarin de geboden gegrift zijn. Later worden deze stenen tafelen bewaard in de Ark van het Verbond en in de tempel van Jeruzalem. Waar deze plaquettes gebleven zijn is een thema in de roman “De ontdekking van de hemel” van Harry Mulisch.

Voor christenen vormen de Tien Geboden een richtsnoer, een tiental wegwijzers. Als je deze weg volgt, dan houd je je relatie met God en met je medemensen goed. Mooi gezegd, maar in de praktijk komt er vaak weinig van terecht. Wie denkt, dat priesters, die toch elke keer weer zulke mooie preken houden, nooit in de fout gaan, is wel erg naïef. Maar als het dan gebeurd is, voel je je daar vaak niet goed bij. Daarom is het mooi, dat het sacrament van de biecht bestaat. Je kunt het weer goed maken met God. En de mensen, die je pijn hebt gedaan dan? Je krijgt niet zo maar vergeving van je zonden. Je moet je zonden opbiechten en er geen overslaan. Je moet berouw hebben, spijt hebben van wat je gedaan of nagelaten hebt. En je moet laten blijken, dat je niet opnieuw in de fout zult gaan. Dat houdt ook in, dat je het goed maakt met degene, die jij kwaad hebt gedaan. Anders krijg je geen absolutie, geen kwijtschelding van je zonden.

Als de biechtvader de indruk krijgt, dat de biechteling gewoon zal doorgaan, zal hij geen absolutie geven. De pedofiel kan dus niet elke keer weer even gaan biechten en dan weer doorgaan met het misbruiken van kinderen. Dat is de theorie. Wat de praktijk is geweest, wordt nu onderzocht. Daarover speculeren lijkt mij niet verstandig.

De persoonlijke biecht komt tegenwoordig veel minder voor. Het paste in een tijd van een sterk zondenbesef bij de mensen. Je dacht al vlug, dat je iets ergs gedaan had. Het paste ook bij een heel ander Godsbeeld. God was alwetend. God zag alles, ook het kleinste vergrijp. De straffen van God waren ook niet mis. Als je met een zeer zware zonde, een doodzonde stierf, dan kwam je in de hel, waar je eeuwig zou lijden in het helse vuur. Ons geloof was toen een angstig geloof in een gestrenge God. Soms strafte Hij je hier op aarde al met ziekte of het verlies van een dierbare. Deze manier van geloven komt bij zware protestanten nog wel voor. Bij Rooms-katholieken nog maar zelden. Het Godsbeeld van nu is, dat God in mij is en te midden van ons, dat Hij onze vriend is en ons helpt en ons laat helpen. God is een barmhartige God, vergevingsgezind naar ons. We kunnen ons niet voorstellen, dat hij een gewone mens straft met de hel.

Anderzijds weten we maar al te goed, dat er nog veel misdadigheid is. Die komt ook voor onder gelovige mensen. Stel, je bent fors in de fout gegaan; je hebt iemand aangereden en je bent doorgereden en je hebt het slachtoffer hulpeloos achter gelaten. Als je weer nuchter bent, besef je pas goed wat je gedaan hebt. Je bent bang voor een flinke gevangenisstraf. Wat te doen? Je kunt een advocaat raadplegen, maar je weet al wat hij zal zeggen. Je hoort je zelf aan te geven. Je kunt ook een priester om raad vragen of je kunt gaan biechten. Maar ook de priester zegt, dat je pas absolutie krijgt als je je zelf aangegeven hebt. Maar je durft niet. Die advocaat heeft een ambtsgeheim. Hij mag de man niet verraden. Zo heeft een priester ook een ambtsgeheim. Wat hij als priester te weten is gekomen, mag hij niet openbaar maken. Als hij het in de biecht heeft gehoord ook niet. De Kerk verbiedt onder zware (kerkelijke) straffen iets uit de biecht te openbaren. De staat erkent het biechtgeheim als een ambtsgeheim. Als de priester of de advocaat het ongeluk hebben zien gebeuren en weten wie er is doorgereden, dan zijn ze als iedere burger verplicht om aangifte te doen. Dan weten ze het niet vanuit hun positie als ambtsdrager.

Voor opsporingsambtenaren is dat wel eens irritant. Ze vermoeden, dat een pastor iets weet en toch houdt hij zijn mond. Waarom? Straks gaat die verkrachter opnieuw in de fout. Het speelde ook in de politieserie “Flikken Maastricht”, waar de oude pastoor donders goed wist, wie de schuldige was bij het verdwijnen van een kind. Rechercheur Eva nam hem dat zeer kwalijk. Toch kwam ze achter de waarheid, maar op een andere manier.

In Ierland  heeft zelfs de regering geopperd het biechtgeheim op te heffen. In België en Nederland gaan stemmen op. Wat op zijn hoogst kan, is, dat de staat het biechtgeheim niet langer erkent als een ambtsgeheim. De Kerk zal het biechtgeheim nooit opheffen en het is zeer onwaarschijnlijk,  dat een priester tegenover de recherche het biechtgeheim zal schenden. Hij zal er zelfs gevangenisstraf of een boete voor over hebben. Als er geen biechtgeheim meer zou zijn, zouden nog maar weinig mensen gaan biechten als ze daaraan ooit behoefte zouden hebben.

Jaargang 4, Nr. 171.

Godsdienstkritiek in de Volkskrant

zaterdag, juli 23rd, 2011

De Volkskrantrubriek “Opinie en Debat” bevat vaak interessante artikelen van een hoog niveau. De laatste tijd echter komen er af en toe stukken voor waarin over religie grote nonsens wordt beweerd. Kennelijk gaat het daarbij om “een oorspronkelijke zienswijze”, een van de criteria waaraan inzendingen worden getoetst. De bedoeling is, dat er dan een debat ontstaat, maar kennelijk niet door deze oorspronkelijke zienswijzen als onzin te ontmaskeren. Want ja, die standpunten van kerken en religies bevatten niets nieuws. Pas als de rubriek het al te bont maakt met zijn aanvallen op religies, komt een enkele keer iemand aan het woord ter verdediging.
De Volkskrant lijkt iedereen tevreden te willen stellen. Af en toe komen er heel goede stukken in, zoals het interview met Jim Schilder over zijn roeping tot het priesterschap. Het geeft ook een zeer moderne visie op religie, waarin godservaringen een belangrijke rol spelen. Maar de rubriek Opinie en Debat is af en toe te veel in antireligieuze emoties gevangen. Ik ben benieuwd wat er na vandaag (23 juli) nog meer komt.

Wie mij kent, weet, dat ik kritiek op religie en in het bijzonder op de R.k. Kerk in het bijzonder bepaald niet schuw. Ik plaats mijn bijdrage aan het debat maar op mijn eigen weblog. Trouwe bezoekers kennen overigens mijn visie al.

 

Worstelen met je geweten

Marcel Duyvesteijn en Thijs Kleinpaste vinden dat gelovigen in velerlei opzichten worden voorgetrokken. Zij menen, dat er een discussie moet komen over een gelijke behandeling van gelovigen en niet-gelovigen. Aan het slot van het artikel noemen ze een aantal voorbeelden van bevoorrechting, die zouden moeten verdwijnen.

Als voorbeeld beginnen ze met de uitspraak van minister Bijsterveldt, dat ambtenaren van de burgerlijke stand mits zij Christen of Islamiet zijn mogen weigeren een zogenaamd homohuwelijk te sluiten. Ik ben het met de minister eens, maar ik ben het niet eens met de betreffende weigerambtenaren. Toch wil ik ze niet dwingen tegen hun geweten in te gaan. Dat heeft alles te maken met de rol van het geweten in iemands leven.

Wat is het geweten? Het geweten is je verstand oordelend over je eigen daden. Hebben niet-gelovigen een verstand en oordelen ze over hun eigen daden?  Dat lijkt mij wel. Het geweten is niet voorbehouden aan gelovigen. Hoe wordt jouw geweten gevormd? Hoe krijg je de beschikking over een pakket opvattingen aan de hand waarvan jouw verstand jouw doen en laten beoordeelt? De meeste opvattingen komen van je ouders, vooral die opvattingen, waar ze zelf naar leven. Maar ook vanuit jouw levensovertuiging worden opvattingen aangereikt, die je al dan niet overneemt. In de puberteit neem je vaak opvattingen over van je vriendengroep (peergroup) en in je later leven, van mensen, die je bewondert. Zo beschikken gelovigen en niet-gelovigen over een reeks opvattingen. Niet iedereen denkt er hetzelfde over, sommigen zijn erg ruim, anderen erg eng in hun overtuigingen.

Mijn mening is, dat iedereen zijn doen en laten aan zijn geweten moet toetsen en nooit automatisch een bevel hoort te gehoorzamen. Het was opdracht van hogerhand geldt nooit als excuus. Daarom is het verstandig als iemand zijn geweten niet thuis laat als hij naar zijn werk gaat. Want wat te doen als jouw baas je opdraagt een dubbele boekhouding bij te houden en de belasting te ontduiken? Wat te doen als je baas je opdraagt goedkoper materiaal te gebruiken dan waarvoor betaald wordt? Wat te doen als je baas van je verwacht, dat je de voicemail van een vermist kind gaat hacken? Klokkenluiders laten hun geweten in ieder geval niet thuis.

Moet je democratisch genomen besluiten altijd gehoorzamen? Is democratie een garantie voor ethisch verantwoorde besluitvorming? Ik weet nog goed hoe zeer we de oud-Indiëstrijders van Bronbeek bewonderden om hun dapperheid tegen de opstandelingen in Atjeh. Democratisch aanvaard, maar goed? Er was recent een wet in voorbereiding, waarbij hulp aan illegalen strafbaar werd gesteld. Als dan op een avond een illegaal angstig, hongerig en verkleumd bij u of mij zou aanbellen, wat zou uw of mijn geweten dan beslissen? Of als u of ik zou weten, dat iemand een illegaal onderdak biedt, zou u of ik dan aangifte gaan doen? En als het straf zou opleveren als we geen aangifte doen? Zou u dan liever de boete betalen of gaan zitten en bij uw weigering blijven?

Het lijkt mij heel onverstandig de betekenis van iemands persoonlijk geweten terzijde te schuiven als niet meer passend in deze tijd. Juist nu mensen vaak niet of nauwelijks binding hebben met een groepering, die richtinggevend is in ethische vraagstukken is een discussie over de rol van ieders persoonlijk geweten van groot belang. Mag iedereen, gelovig of niet gelovig een beroep doen op haar of zijn geweten en hoe ver mag je daarbij gaan? In hoeverre hoort een wetgever of de overheid rekening te houden met groepen gewetensbezwaarden? Toen de dienstplicht nog in werking was kon je een beroep doen op gewetensbezwaren en daarvoor hoefde je niet tot een religie te behoren. Worden straks weer mensen opgesloten zoals eind jaren veertig de Indiëweigeraars? Komt er een beroepsverbod voor een relatief kleine groep strenge protestanten, die als ambtenaar van de burgerlijke stand niet willen meewerken aan een homohuwelijk?

Het principe van scheiding van kerk en staat wordt er vaak bij gehaald. Het zegt, dat de kerk de staat niet de wet mag voorschrijven, maar omgekeerd de staat zich niet mag bemoeien met binnenkerkelijke voorschriften en geloofszaken. Het begint er steeds meer op te lijken, dat dit principe terzijde wordt geschoven en de staat gaat voorschrijven of gelovigen godsdienstige regels mogen volgen. Het verbod op onverdoofd ritueel slachten is een duidelijk voorbeeld. Wij zijn ver afgedwaald van de tijd, dat we in opstand kwamen tegen een vorst, die ons tot een bepaald geloof wilde dwingen. Toen schreven we het Placcaet van Verlatinghe, het begin van wat nu Nederland is.

Elektrisch fietsen

vrijdag, juli 15th, 2011

ECO – NORMAL – BOOST

Een elektrische fiets kiezen is een tijdrovende bezigheid. Eerst komen de dingen, die je bij een gewone fiets ook hebt: versnellingsnaaf of derailleur? – hoeveel versnellingen en welk merk? – Welke soort remmen? – het bijgeleverde zadel of een lederen zadel? – verende voorvork en verende zadelpen of niet? = welke maat fiets, want ik ben aan het krimpen? – welke kleur? – welk gewicht, want elektrische fietsen zijn ook met afgenomen accu zwaarder?

Vroeger had je drieversnellingsnaven en dan had je al een bijzondere fiets. Nu zijn 7 of 8 versnellingen gewoon. Blokjesremmen zijn eenvoudig, maar bij nat weer moet je er op verdacht zijn, dat ze eerst wat slippen voordat ze echt grip op de velg krijgen. Dan zijn trommelremmen beter, maar weer niet in de bergen als je langdurig gaat remmen, want dan worden ze zo heet, dat ze vastlopen. En waarom gebruiken die fabrikanten toch van de vreemde termen als “Rollerbrakes”? Ik neem ook altijd een hard lederen zadel, want als je daaraan gewend bent, heb je minder vlug last van zadelpijn. Let erop, dat het zadel horizontaal staat. De fiets moet zo hoog zijn, dat bij een normale zadelhoogte de tenen van beide voeten op de grond komen en je moet kunnen trappen met de holte van je voet op de trappers. Dan raak je minder snel vermoeid dan wanneer je met de tenen op de pedalen trapt. Het gewicht is vooral belangrijk voor het geval je de fiets op een fietsdrager op de trekhaak wilt meenemen. De tot nu toe gebruikelijke fietsdragers zijn berekend voor een lager gewicht. Met een afneembare accu ben je wat dit betreft beter uit.

Maar dan komen de specifieke eisen voor een elektrische fiets. Als je voor een versnellingsnaaf hebt gekozen zit de motor in het voorwiel. Hoe gaat die motor nu trapondersteuning geven? Er zijn twee systemen. Bij rotatieondersteuning geeft de motor hulp bij het fietsen zo gauw de wielen gaan draaien, Het is een gelijkmatige ondersteuning, ook al is die bij een vlakke weg met wind achter niet echt nodig. Let dus op of de ondersteuning ook kan worden uitgeschakeld. Dat is belangrijk als je een grotere afstand wilt afleggen. Het tweede systeem biedt krachtondersteuning. Naarmate je meer kracht op de pedalen uitoefent, bij tegenwind of bij een stijging in de weg, levert de motor ook meer ondersteuning. Dus juist als je die het hardste nodig hebt. In beide systemen kent men drie standen. Bij “Eco” is de ondersteuning het minst en verbruik je minder stroom. “Normal” is een gemiddelde stand en je merkt dan al duidelijk meer ondersteuning. In de hoogste versnelling reed ik toch met gemak tegen de matige wind in. Als je achterop bent geraakt en snelheid wil maken is er de stand “Boost”. Dan krijg je echt het gevoel, dat je vooruit vliegt, maar de accu is dan veel sneller leeg. Dan wordt het bereik van de fiets flink lager dan de fabrikant opgeeft.

Niet elke accu geeft evenveel energie. Dus is het bereik van een fiets ook afhankelijk van het type accu. Een soort maat voor het bereik is de hoeveelheid Wattuur (Wh), dat de accu levert. Als dat 360 Wh of meer is, zit je op het maximale bereik voor een elektrische fiets. Dan zijn er twee soorten accu’s in gebruik. De Ni-Mh-accu is sneller op te laden, slijt ook minder in het gebruik, maar geeft minder Wh en geeft dus een lager bereik. De Li—ion-accu slijt sneller, ook als de fiets niet of weinig wordt gebruikt, heeft een langere oplaadtijd maar levert meer Wh en geeft dus een groter bereik aan je fiets. Ook tussen de Li-ion-accu’s onderling zijn er verschillen in hoeveelheid te leveren Wh. Zeker als je je fiets stalt in een schuurtje zonder elektriciteit, moet je zorgen voor een afneembare accu, die je dan binnenshuis kunt opladen en bewaren. Het schijnt verstandig te zijn dit type accu aangesloten op het elektrisch net te bewaren.

Tenslotte moet je er ook op letten wat de leeftijd van de accu is. Een één jaar oude accu heeft al een derde tot een vijfde van zijn levensduur erop zitten. En je moet kijken naar de bediening. Hoe eenvoudiger hoe beter. In sommige gevallen is het display afneembaar en het moet uiteraard ook goed leesbaar zijn.

Nu moeten we nog anderhalve maand wachten tot de bestelde fietsen geleverd kunnen worden. Dan is de zomer al grotendeels voorbij. Maar hopen op een Indian Summer, een mooie septembermaand, zoals in de VS schijnt voor te komen.

Jaargang 4, Nr. 170.

De Griekse crisis 2

zaterdag, juli 9th, 2011

WELVAART EN GEMEENSCHAPPELIJKE EUROPESE MARKT

Af en toe merk je, dat de geschiedenis van de Europese integratie niet erg bekend is. Zo vandaag, 8 juli 2011 weer in de Volkskrant, waar Marcel van Hamersveld een provocerend anti federaal Europastuk schrijft. Het lijkt een SP-achtig verhaal of een nationalistische PVV promotie, maar het werkt slecht uit voor allen, die binnen Europa een eerlijke verdeling van de welvaart willen. Van Hamersveld wil wel economische samenwerking, maar geen Verenigde Staten van Europa. Hij vreest, dat dit een totalitaire superstaat gaat worden onder een dictatuur van de Europese Commissie naar het model van de Sovjet Unie. Daarom wil hij de EU zeker niet meer macht geven, maar daarentegen de soevereiniteit van de lidstaten versterken. Hoe dat schrijft hij er niet bij en hoe die afzonderlijke staten hun soevereiniteit moeten handhaven tegenover de macht van het internationale terrorisme, de internationale drugscriminaliteit, de criminaliteit van de mensenhandel of de financieel-economische macht van de multinationale ondernemingen, daarover heeft van Hamersveld niet nagedacht. Om maar niet te spreken over weerwerk tegenover de economische macht van de BRIC-staten Brazilië, Rusland, India en China, de nieuwe economische machten in de wereld naast de USA, Japan en Europa.

De economische samenwerking begon in 1954 met de EGKS, de Europese Gemeenschap voor Kolen Staal. Er kwam een gemeenschappelijke markt voor kolen, erts, schroot en staal. Gezegd werd, dat nu nooit meer een Europese oorlog zou kunnen ontstaan, want in een oorlog heb je immers staal nodig. Heel mooi, maar in feite ging het om de wederopbouw van de industrie en daarna de sanering en herstructurering. De Europese Defensie Gemeenschap en de daarbij noodzakelijke Europese Politieke Gemeenschap stuitten op Frans verzet.

Dus ging men verder op economisch terrein. Waarom? Grote ondernemingen gingen op steeds grotere schap produceren, want dat was per eenheid product goedkoper. Hun binnenlandse markt bleek te klein en de afzet in het buitenland werd door protectie belemmerd: invoerquota en invoerrechten. Als de tolgrenzen zouden verdwijnen zouden de invoerrechten verdwijnen en zou alles goedkoper worden. Maar in plaats van de invoerrechten kwam er BTW en dat goedkoper worden viel dus tegen. Maar de handel bloeide wel op en de welvaart werd toch hoger. Hoe verklaar je dat? Ten eerste kwam er nog veel meer schaalvergroting in de economie en dus kon er goedkoper geproduceerd worden, o.a. door een hogere bezettingsgraad van productiemiddelen en besparing op arbeid door ver doorgevoerde automatisering. Zonder die schaalvergroting was die automatisering niet rendabel geweest. Vervolgens kon er geproduceerd worden op de plaats, die er het beste voor geschikt was en waar de kosten het laagst waren. Je kreeg dus meer regionale specialisatie en dus meer handel en dus meer verkeer en dus meer transportwegen. Als je nu het verkeer op de A12 richting het Ruhrgebied ziet rijden, kun je je niet voorstellen dat minder dan vijftig jaar geleden alle grensverkeer over een smalle dijk bij Babberich moest en door de nauwe straten van Elten.

Het tot stand komen van de gemeenschappelijke markt betekent dus meer regionale specialisatie. Elke regio gaat zich specialiseren op een of meer economisch activiteiten. Sommige activiteiten verdwijnen dus ook. De teelt van kasdruiven in het Westland is verdrongen door goedkope import uit Griekenland. Sommige gebieden zijn voor allerlei activiteiten geschikt. Daar groeit de werkgelegenheid enorm, dus ook de bevolkingsdichtheid en het Bruto Regionaal Product. Andere gebieden, die aanvankelijk werkgelegenheid verloren, blijven niet bij de pakken neerzitten, zorgen voor goed onderwijs, een prettig ondernemersklimaat, een goede ontsluiting, goede economische dienstverlening en een prettig woon- en leefklimaat. Als er dan jonge mensen met ondernemingszin zijn, die nieuwe innovatieve bedrijven beginnen kan zo’n streek, Twente bijvoorbeeld, opbloeien en mensen en werkgelegenheid vasthouden. Elders vertrekken de ondernemende jongeren. Daar krimpt nu de bevolking en is de werkloosheid hoog. Van belang is, dat een regio bouwt op eigen kracht. Buitenlandse ondernemingen vertrekken even gemakkelijk als ze gekomen zijn, Denk aan Ierland.

Op de schaal van de EU zie je dat de productie, de innovatie, de werkgelegenheid, de bevolking en dus de welvaart zich concentreren in enkele kernregio’s. De Volkskrant noemde deze week in volgorde van belangrijkheid: Parijs, Londen, Ruhrgebied, Milaan, de Randstad, Madrid, de Vlaamse ruit, Frankfurt, Barcelona en Rome. Er zijn natuurlijk meer gebieden met veel hoogwaardige werkgelegenheid zoals Noord-Brabant, Beieren Baden Württemberg, Zuid-Zweden en Zuid Finland, Lyon, Wenen en Praag. Er loopt een as van Midden Engeland dwars door Europa naar Noord Italië, die in welvaart duidelijk afsteekt tegen meer perifeer gelegen gebieden.

Al vanaf het begin heeft de Europese Unie door regionaal economisch beleid getracht achterblijvende gebieden te helpen. In oude industriegebieden is de ijzererts- en kolenmijnbouw gesaneerd en probeert men nieuwe economische activiteiten aan te trekken. Elders is de landbouw geherstructureerd. Dat lukt in Nederland prima al betekent dat wel, dat er heel wat te kleine bedrijven worden opgeheven. Maar de wijkers zijn wel geholpen nieuw werk te vinden. Veel aandacht krijgt ook de verbetering van de infrastructuur en dan vooral de aanleg van autosnelwegen. Lang niet overal is dit beleid succesvol. De mensen, de regionale besturen en de nationale regeringen moeten er wel volop aan meewerken. Ze moeten het zelf doen en de hele maatschappelijke structuur moet er op ingesteld zijn.  Dat laatste is vaak het kernprobleem in Zuid-Europese lidstaten: denk aan corruptie, zwakke staatsorganen, het paternalisme, belastingontduiking op grote schaal, maffiapraktijken, het ontbreken van modern technisch en economisch beroepsonderwijs. De mensen daar moeten zelf werken aan een moderne samenleving. De EU kan steun verlenen, maar van buitenaf kun je de situatie niet wezenlijk veranderen.

Aan wat voor soort oplossing moet je nu denken voor die achterblijvende perifere gebieden. Vaak zijn ze al dunbevolkt en kennen ze een vertrekoverschot. Veel landbouwgrond is verlaten. De bedrijfsgebouwen zijn vervallen. Soms hoor je de suggestie “Laat maar zo!  Geef deze gebieden maar terug aan de natuur.” Dan moet je wel iets doen voor die paar oude mensen, die er nog wonen. Voor een perifere lidstaat als geheel is dit niet een oplossing. Door hun ligging is de afstand tot de koopkrachtige markt groot. Je moet bij voorkeur kiezen voor een hoogwaardig product van geringe omvang, zodat de transportkosten niet te hoog worden. Dus moet je ook zorgen voor een goed geschoolde beroepsbevolking. Geschikt voor die hoogwaardige productie en het bijbehorende verkoopapparaat. In Nederland is dat gelukt. Ons hele economisch systeem is ingrijpend veranderd. Waarom zou dat in andere landen niet kunnen? Een omschakeling naar een groene kringloopeconomie met een minimaal energieverbruik, hergebruik van materialen en weinig milieuvervuiling vraagt enorm veel innovatie en veel apparatuur. Denk aan het terugwinnen van warmte om zo energie te besparen. Dat perspectief moet je die demonstrerende Grieken bieden en al die andere Europeanen in de minder welvarende lidstaten. Europa kan vooral helpen door die lidstaten bij te staan in het scheppen van gunstige voorwaarden voor zo’n economische omslag. Een solidair Europa kan een wereld van verschil maken.

Jaargang 4, Nr. 169.

Grieken moeten weer geld gaan verdienen

zaterdag, juli 2nd, 2011

DE GRIEKSE CRISIS

De kern van de crisis is de enorme schuldenlast van de staat. Die wordt enerzijds veroorzaakt door te hoge uitgaven, bijvoorbeeld door een teveel aan ambtenaren, anderzijds door te lage inkomsten, bijvoorbeeld door de belastingontduiking. De maatregelen, die de EU van de Griekse regering verlangt zijn vooral hierop gericht. Met name iets doen aan belastingontduiking zal heel moeilijk worden. Belastingambtenaren zijn vaak corrupt tot in de hoogst gelederen. Rijke Grieken weten via belastingparadijzen de Griekse belastingen te ontwijken en dreigen hun schepen niet langer onder Griekse vlag te laten varen. Het lijkt wel of bij hen alle solidariteit met het eigen land ontbreekt.

Toch is de crisis nog veel fundamenteler door de zwakte van de Griekse economie. Eerder beschreef ik hoe de lonen alsmaar stegen, maar niet de productiviteit. De loonkosten per eenheid product werden steeds hoger. Dan houd je de concurrentie niet vol, zeker niet met lage lonen landen. Bedrijven sloten hun deuren. Waar het nu om gaat is het algehele vestigingsklimaat te verbeteren en vervolgens een strategie te bedenken om een of meer krachtige welvaartsmotoren te ontwikkelen, zoals Finland Nokia heeft.

Laten we de verschillende vestigingsplaatsfactoren eens bekijken. De Mediterrane landbouw werkt weliswaar voor de export, maar er is veel concurrentie en andere landen liggen gunstiger t.o.v. de koopkrachtige markt in Noordwest Europa. Dat geldt ook voor de visserij en er is ook hier sprake van overbevissing. Delfstoffen heeft het land heel beperkt en over de olie in de Egeïsche Zee dreigen voortdurend conflicten met Turkije. Geothermische elektriciteit biedt kansen, hydro-elektriciteit weinig en windenergie kan ontwikkeld worden en zonne-energie biedt veel mogelijkheden, maar moet dan wel ontwikkeld worden. Conclusie: Het land is niet gezegend met een overvloed aan natuurlijke hulpbronnen en van meerdere mogelijkheden wordt nog te weinig gebruik gemaakt.. Daarbij is er steeds het aardbevingsrisico en in de droge zomers het gevaar van bosbranden.

Ik vrees, dat de factor arbeid zwak is. We zagen al het te hoge loonniveau, maar er zijn te weinig technici en natuurwetenschappers, zodat een hoogwaardige innovatieve industrie voorlopig weinig kansen maakt. Griekse jonge mensen zouden massaal aan de technische universiteiten in Noordwest Europa moeten gaan studeren en stage gaan lopen bij moderne industriële ondernemingen. Kijk wat de Chinezen hebben gedaan en nog steeds doen. Dat heeft overigens ook gevolgen voor juristen en financiële specialisten. Een moderne economie vraagt ook moderne economische dienstverlening en zo min mogelijk corruptie.

Een mogelijk sterke welvaartsbron is het toerisme. Griekenland is aantrekkelijk door zon, zee, strand, eilanden, landschap en de klassieke cultuur, zoals Romeinse en Griekse tempelruïnes. Maar zijn de accommodaties nog up to date? Is het aanbod toegesneden op de wensen van de moderne toerist? Kent Griekenland net als Turkije de all-in vakanties? Hoe is het personeel opgeleid? Hoe is de talenkennis, ook van andere middenstanders? Hoe is de bereikbaarheid? Eigenlijk is vliegen de meest gebruikte mogelijkheid. Bij dat alles is er enorm veel concurrentie. Nederlanders hebben bijvoorbeeld Duitsland ontdekt als aantrekkelijk vakantieland en lekker dichtbij. In die concurrentieslag is een te hoog loonniveau en een te lage arbeidsproductiviteit dodelijk.

De EU heeft in het verleden Griekenland veel hulp geboden. Maar alleen infrastructurele werken geven niet automatisch meer bedrijvigheid. De Grieken zullen het zelf moeten doen. Worden ze de zonnespecialisten van Europa? De doorvoerders van Chinese producten en de exporteurs van Europese producten naar Azië en Oost Afrika? Griekenland ligt dan perifeer in Europa, maar heel mooi tussen Azië en Europa. Van zeevaart weten de Grieken heel wat. Nu ook nog de moderne transport-, opslag en distributietechnieken gaan beheersen en benutten. Griekenland heeft kansen. Griekenland kan profiteren van de crisis.

Jaargang 4, Nr. 168.

Ritueel slachten 2

zaterdag, juli 2nd, 2011

AAN DE HEIDENEN OVERGELEVERD

De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsontwerp, dat onverdoofd slachten volgens Joodse en Islamitische regels verbiedt. Ik vind dit een slecht besluit en wel om vier redenen.

Als aangetoond kan worden, dat een dier bij het ritueel slachten niet meer lijdt dan bij het verdoofd slachten mag er ritueel geslacht worden. Dit is omkering van de bewijslast en strijdig met ons rechtssysteem

De staat schrijft nu twee religies voor, dat de godsdienstige voorschriften niet meer gevolgd mogen worden. Dat is strijdig met het principe van scheiding van kerk en staat.

Daarmee wordt de vrijheid van godsdienst aangetast. Dit fundamentele grondwettelijke recht wordt ondergeschikt gemaakt aan een niet in de grondwet opgenomen gebod dieren onnodig leed te besparen.

De kamer blijkt geen compassie te hebben met het geestelijk lijden van Joodse en Islamitische landgenoten. De kamer heeft ook geen begrip voor de angst die leeft onder hen over wat er nog meer gaat komen. Met name Joden weten immers, dat veel ellende in het verleden begon met kritiek op hun manier van slachten.

De conclusie is duidelijk. Dit wetsontwerp mag het niet verder brengen dan deze goedkeuring door de Tweede Kamer.

Bij mij spookten allerlei gedachten door mijn hoofd. Nederland lijkt een Land der Heidenen te zijn geworden. Joodse en Islamitische landgenoten zijn aan de heidenen overgeleverd. Die heidenen aanbidden een nieuwe afgod, het dier. Spaart men de christenen? Of worden die straks weer voor de leeuwen gegooid? Tsja, maar dan wel van te voren verdoofd door Nero Thieme of Diocletianus Ouwehand. Het zijn maar gedachten, gelukkig.