Archive for januari, 2010

De geschiedenis herhaalt zich nooit

dinsdag, januari 26th, 2010

PARALLELLEN? 

Hoe vaak heb ik mij niet afgevraagd – en velen met mij – hoe het toch mogelijk is geweest, dat Hitler door democratische verkiezingen in Duitsland aan de macht kon komen. We weten het natuurlijk wel. Na de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog was Duitsland vernederd. Het Rijnland bleef lange tijd bezet. Elzas-Lotharingen was weer Frans. Duitsland moest een enorme schadevergoeding betalen. Het land kreeg te maken met een vreselijke inflatie. Nog steeds beïnvloedt deze de Duitse monetaire politiek. En net toen de economie zich enigszins begon te herstellen brak de economische crisis uit na de beurscrash van 1929. Hitler beloofde werk. Hij speelde in op de revanchegevoelens. En hij zorgde voor een zondebok, die hij de schuld kon geven van alle ellende, die het Duitse volk was overkomen: de Joodse kapitalisten. Daarbij hanteerde hij ook nog toen modieuze, maar dwaze rassentheorieën, waarmee hij aantoonde hoe minderwaardig en boosaardig het Joodse ras was in verhouding tot het Arische ras. Het probleem van de Joden moest opgelost worden; de “Endlösung” was nodig. De Holocaust was het vreselijke resultaat.  

Eigenlijk had ik nu in Westerbork namen moeten lezen van mensen, die vandaar zijn weggevoerd. Een sterfgeval in de familie kwam ertussen. Vijf dagen en nachten worden op het terrein van het voormalige concentratiekamp de namen van de 102000 Joden en Sinti en Roma voorgelezen. Het is te volgen op www.kampwesterbork.nl .Ik was nog een kind toen onze Joodse buren op een dag weg waren. Hun namen vind je onder de 102000. 

Bij de nonnen op de kleuterschool leerde je veel. In de Vastentijd vertelde zuster Gaudentia over het Lijden van Jezus. Uiteindelijk hadden die stoute joden Jezus dood gemaakt. Toen hoorde ik, dat onze buren Joods waren en het kleine jongetje werd heel boos en schold de buren uit, die er niets van begrepen. Mijn ouders hadden weer wat recht te breien. Zeventig jaar later weet ik het nog steeds. Heel mijn onderwijscarrière lang wist ik, dat ik heel voorzichtig moest zijn met kinderen ideeën opdringen. En ik ben gaan begrijpen hoe het Christendom heeft bijgedragen aan het antisemitisme. Gelukkig heeft de Rooms-katholieke Kerk daarover spijt betuigd en beschouwt men het jodendom nu als een broederreligie. 

We beleven opnieuw een crisistijd. De werkloosheid neemt weer toe. Zaken gaan over de kop of hebben het heel moeilijk. Het begon met de bankencrisis. Het was nog enigszins te begrijpen, dat de banken opeens geld te kort kwamen, toen de overgenomen hypotheken niets waard bleken. Maar toen kwam er ook nog een economische crisis met werkloosheid, dalende omzetten en faillissementen. De klimaatcrisis is nog moeilijker te begrijpen. De deskundigen buitelen over elkaar heen bij de actualiteitenrubrieken. Probeer daar maar eens uit wijs te worden. In zo’n situatie kun je de mensen veel wijs maken. Een zondebok is snel gevonden. Je wilt een baan, maar die gaat naar een ‘buitenlander’. Er gaat veel meer mis in onze maatschappij. Wat is er gemakkelijker dan “de buitenlanders’ of “de Islam” tot zondebok te verklaren. Dat hebben we de afgelopen twintig tot dertig jaar in toenemende mate zien gebeuren. Er gaat ook heel wat mis en soms zijn groepjes buitenlanders er schuldig aan. Voordat je het weet ga je generaliseren en geef je ‘de’ buitenlanders van alles de schuld. 

Ik kan mij goed voorstellen, dat je in je kwaadheid er van alles uitflapt, maar als mensen weloverwogen en welbewust gaan stoken tegen buitenlanders, dan gedragen zij zich volkomen onverantwoord. Dat geldt nog veel meer voor politici. Natuurlijk willen ze alleen maar politiek gewin. Ze willen niet, dat het uit de hand loopt, zoals toen in Duitsland. Maar wat maak je wakker? Hoe houd je het boze volk in bedwang? Na de moord op Theo van Gogh heeft het Nederlandse volk betrekkelijk kalm gereageerd. Maar zal dat een volgende keer ook zo zijn nu de mensen steeds weer worden opgezweept tegen de Islam in het algemeen? 

Ik vind ook, dat de vrijheid van meningsuiting zo ver moet gaan, dat iemand meningen uit, die ik weerzinwekkend vind. Maar er is ook een plicht tot verantwoord gedrag. In het proces tegen de heer W. gaat het niet om de vrijheid van meningsuiting. Het gaat er om of de heer W. met zijn uitingen het vreedzaam samenleven van oude en nieuwe Nederlanders zo zeer in gevaar heeft gebracht, dat het onaanvaardbare gevolgen kan hebben. De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar er zijn wel parallelle ontwikkelingen. Zo ver als toen in Duitsland mag het nergens meer komen. Het is goed, dat onpartijdige rechters daarover een uitspraak doen.

Jaargang 2, Nr. 46.

Strenger straffen?

zondag, januari 17th, 2010

OPVOEDEN EN STRAFFEN 

Moeten we strenger straffen of moeten we anders opvoeden? Op de Forumpagina van de Volkskrant beweerde een orthopedagoge afgelopen week, dat we zo moeten straffen, dat kinderen het ook echt een straf vinden. Strafregels schrijven is erg vervelend voor de kinderen en dus een geschikte straf. Bij het artikel stond een foto van een aantal jongens, die bezig waren met strafcorvee. Zo leek het tenminste, maar omdat de foto gemaakt was in de aula van mijn vroegere school, het inmiddels afgebroken Niels Stensen College, wist ik, dat het een foto was van de “aulabeurt”. Elke klas moest een week lang na de pauzes de aula, tevens lunchruimte, aanvegen. Nu is het voor mij een aanleiding een column aan het onderwerp straffen te wijden. 

Het ideaal is, dat je kinderen zo opvoedt, dat straffen niet nodig is. Iedere opvoeder weet, hoe moeilijk dat is. Of je nu vader of moeder, leerkracht bent of in de jeugdzorg werkt, altijd is het op de eerste plaats nodig is, dat je duidelijke grenzen stelt en dat kinderen weten, dat er iets zwaait als ze die grens overschrijden. Dat betekent vervolgens, dat je als opvoeder dus consequent moet zijn en dat je als ouders of als collega’s één lijn moet trekken. Het lijkt mij overduidelijk, dat heel wat opvoeders grote moeite hebben zich aan deze basisprincipes te houden. Dat kan liggen aan hun eigen opvoeding of aan het feit, dat ze de ervaringen uit hun jeugd inmiddels zijn vergeten. Opvoeders van vandaag krijgen pas laat kinderen en ze hebben meestal geen of weinig jongere broertjes of zusjes, waaraan ze zich zo geërgerd hebben, dat ze altijd van plan zijn geweest, dat ze hun kinderen niet zo zullen opvoeden. Dan is er de verkeerd begrepen term “Antiautoritaire opvoeding”, die vooral in de laatste decennia van de vorige eeuw opgeld deed. De echte betekenis is, dat je kinderen kritisch opvoedt, zodat ze niet automatisch aan een autoriteit gehoorzamen of dat nu een dictator is of een kerkleider of een ondernemer of een bestuurder is. Je mag je nooit beroepen op de kreet “Befehl ist Befehl!”. Nogal wat ouders legden de term  “antiautoritair” uit als zonder autoriteit. Je moest je kinderen zo veel mogelijk vrij laten en zo vroeg mogelijk zelf laten beslissen. Dan kweek je kleine dwingelandjes, die hun  moeder voor “kutwijf” uitschelden als ze niet onmiddellijk hun zin krijgen. Vroeger had je de bevelshuishouding. Vader was de baas. Toen kwam de onderhandelingshuishouding. Ouders en kinderen overlegden. Toen kwam weer de bevelshuishouding. Kinderen waren de baas. Zo komen we tot een volgend principe. Je moet kinderen opvoeden in het dragen van eigen verantwoordelijkheid, maar dat moet heel geleidelijk gebeuren. Stapje voor stapje geef je de kinderen de kans zelf te beslissen. Laat ze het maar uitleggen, waarom ze iets willen. Laat ze zelf maar zeggen wat er voor en er tegen is en dan ontdekken ze vaak zelf, dat het toch anders moet. De moeilijkste tijd is de puberteit. Kinderen willen dan al veel en ouders zien vooral de risico’s. Als opvoeder moet je risico’s durven nemen. Zeg ze dat ook en laat ze hun neus maar eens stoten. Volwassen worden is iets leren. Bijvoorbeeld leren kiezen. 

Jarenlang was ik mentor van een Atheneum 3 klas. Net in die onzekere periode van de puberteit moesten ze allerlei keuzes maken. Als je bepaalde vakken liet vallen, dan werden bepaalde beroepskeuzes geblokkeerd. Maar wat wilden ze worden? Waarom? Omdat het ze leuk leek of om andere mensen te helpen of om veel te verdienen of om belangrijk te worden of omdat je ouders dat zo graag wilden? Wat hadden hun ouders hun aan opvattingen doorgegeven en voorgeleefd? Als opvoeder moet je ook in je eigen gedrag laten zien wat belangrijk is. Probeer als rokende ouder je kind maar eens duidelijk te maken, dat het beter niet kan gaan roken. Als je zelf een luxe leventje leidt, kun je je kinderen de waarde van soberheid niet duidelijk maken. Ouders en dan vooral de moeders zijn bepalend voor de opvattingen van hun kinderen. De opvoeding overlaten aan de school is geen optie. Dan leer je je kinderen vooral, dat iets voor een ander overhebben en aandacht hebben voor elkaar niet belangrijk zijn en je begeleidt ze zeker niet naar het dragen van verantwoordelijkheid voor zich zelf, voor hun eigen leren en dat van hun klasgenoten. 

Moet je als opvoeder straffen? Ja, maar zo min mogelijk. Dat kan als je consequent opvoedt. Als je duidelijk grenzen stelt. En hoe moet je straffen? De straf moet kinderen duidelijk maken, dat ze zich door hun gedrag buiten de gemeenschap, het gezin of de klas plaatsen. Zoals jij je gedraagt, kun je niet aan tafel blijven of in de klas zitten. Of zoals jij je gedraagt verspeel je je voorrechten. Bijvoorbeeld iets langer opblijven of de meester bij zijn voornaam noemen. Soms is tien regels schrijven met een duidelijke boodschap beter dan vellen vol. Wees nooit bang om streng te zijn. In het begin kijken ze boos en later zijn ze je dankbaar. Soms hoor je dat nog van ze als ze al lang van school zijn of als ze zelf kinderen, jouw kleinkinderen hebben.

Jaargang 2, Nr. 45.

Geloven in dogma’s

zondag, januari 10th, 2010

MENSEN, DIE GEEN TWIJFELS KENNEN 

Je komt ze in allerlei verbanden tegen, van die mensen, die heilig overtuigd zijn van hun gelijk of van de waarheid van hun overtuiging. Het zijn niet de gemakkelijkste mensen voor hun omgeving. Ze vormen ook een risico voor de samenleving. Zeker als zij als politiek leider hun leer op grote aantallen mensen kunnen overbrengen of als hoofd van hun onderneming niet bereid zijn te luisteren naar hun deskundige ondergeschikten. Ze zijn een gevaar voor kinderen als zij ze naar hun model dwingend willen opvoeden. Ze maken het de kinderen onmogelijk eigen keuzes te maken en zo te groeien naar volwassenheid. 

Deze week maakte ik de afscheidsplechtigheid van een overleden bekende mee. Ik werd getroffen door de woorden van zijn kinderen, die uitlegden hoe hun vader zo geworden was, maar dat hij in het zicht van de dood toch milder was geworden en eindelijk ook eens zijn gevoelens had getoond. Ik dacht weer aan mijn eigen vader, die ook zo streng kon zijn en ik dacht aan mij zelf in mijn jonge jaren. Uit bezorgdheid was ik ook veel te dwingend en toen ik inzag dat ik beter meer vrijheid kon toestaan, ging de omgang met de leerlingen veel soepeler en bereikte ik mijn opvoedingsdoelen beter. 

Het dogmatisch denken komt in onze samenleving steeds meer voor. Het lijkt soms of mensen al vlug van mening zijn, dat uitkomsten van onderzoek slechts overtuigingen zijn, dogma’s, dus absolute zekerheden. Maar die hoef je niet te geloven. Al die deskundigen, die overtuigd zijn van het warmer worden van het klimaat en alles wat daarbij hoort, kennen wel degelijk twijfels. Ze benadrukken juist, dat het niet voor 100% zeker is, maar wel voor 95%. Als wetenschapper behoor je juist elke keer weer vraagtekens te zetten bij de uitkomsten van je onderzoek. Daaraan gaan de klimaatsceptici geheel voorbij. Een ander voorbeeld.  Er is een partij, die er vast van overtuigd is, dat de politieke islam ons veel onheil brengt. Van enige twijfel over hun eigen beweringen merk je bij hen niets. Maar hun beleid berust wel geheel op dat dogma van het islamgevaar. Daarmee boeken ze veel succes, want deze tijd kent veel ontwikkelingen, die we maar moeilijk kunnen begrijpen en die we vreemd en ongewoon vinden. De mensen voelen zich daardoor onzeker en hebben dan behoefte aan duidelijkheid en aan een sterke leider. Zelfs serieuze dagbladen schrijven, dat het tegenwoordig ontbreekt aan krachtige en inspirerende leiders. Wat bedoelen ze dan? Zo’n fractievoorzitter, die in zijn eentje bepaalt, wat de standpunten van de fractie zijn? Of een fractieleider, die in samenspraak met zijn/haar fractie tot standpunten komt, die hij/zij vervolgens op inspirerende wijze naar buiten brengt en zo vertrouwen wekt en steun krijgt bij de bevolking? Iemand, die er voor zorgt, dat de gezamenlijke afspraken ook worden nagekomen in plaats van dat hij/zij slechts opdrachten geeft. In een democratie hoort dat laatste niet. Een fractie en de kiezers horen dat niet te accepteren. Maar ja als ze allemaal in dezelfde dogma’s geloven….! 

Soms hangt het samen met een psychische afwijking. Ik herinner mij een scène, waarin een autist een zebra begint over te steken bij het sein “WALK” en midden op de zebra blijft stil staan als het sein “DON’T WALK” verschijnt. Ook al wordt iets geboden of verboden, je moet nooit je gezonde verstand uitschakelen. Zo sta ik ook tegenover de vele dogma’s van mijn Katholieke Kerk, die in de loop der eeuwen door min of meer knappe theologen bedacht zijn en door een vergadering van bisschoppen en de paus, een concilie dus, zijn bevestigd. Je moet er je verstand bij gebruiken en je mag er rustig aan twijfelen. De narigheid is, dat veel bisschoppen benoemd zijn nadat ze er duidelijk blijk van hadden gegeven nooit te twijfelen. En zo eisen ze nu dat absolute geloof in die dogma’s en ook absolute gehoorzaamheid aan allerlei kerkelijke regels. Dat levert nogal wat kritiek op en de critici hebben een inspirerend voorbeeld in Jezus van Nazareth, die blijkens de evangeliën vaak kritiek had op het blindelings volgen van de regels, door hogepriesters uitgevaardigd. Als je bij zo’n bisschop je verstand niet op nul zet, loop je grote kans door de bisschop ontslagen te worden. En dat is dan ook maar al te vaak gebeurd. Van enig gevoel geeft zo’n bisschop geen blijk, behalve dan van woede, dat iemand niet aan hem gehoorzaamt. Enig mededogen met zijn slachtoffers toont hij niet. Wat moeten we met zo’n regelneef? Wat maakt hem zo? Is het alleen plichtsbesef? Is het misvorming tijdens zijn opleiding? Is het trouw aan het gezag van de paus, hoe verkeerd begrepen ook? Past het in zijn streven naar een carrière binnen de wereldkerk? Of is er toch iets anders aan de hand? Moet de geestelijke gezondheid van Mgr. Eijk ons zorgen baren?

Jaargang 2, Nr. 44.

Je afsluiten voor een boodschap

zaterdag, januari 2nd, 2010

GEMAKKELIJKE KRITIEK OP DE KERSTTOESPRAAK VAN DE KONINGIN 

Het nare van het te gemakkelijk een verband zien met de moderne communicatiemogelijkheden is, dat het de critici de kans biedt het eigenlijke onderwerp te negeren. Maar eerst de kritiek. Deze weblog ben ik gestart omdat ik meer mensen wilde bereiken. Dat lukt redelijk, al boek ik niet de aantallen bezoekers, die bekende bloggers melden. Die krijgen soms op één dag het aantal, dat ik in een heel jaar haal. Soms merk ik, dat er intensieve discussies worden gevoerd. Ik heb er een keer aan meegedaan, toen ik merkte, dat aan een wat haastige reactie allerlei onjuiste conclusies werden verbonden en dat mensen een totaal verkeerd beeld van mij hadden gekregen. In een face to face contact zal mij dat niet gemakkelijk overkomen. Ik ben gewend mensen te observeren als ik met ze in gesprek ben en merk het al vlug als ik verkeerd begrepen wordt of als ik verontwaardiging oproep. Contacten via de moderne media missen dus al veel kwaliteit. Ze missen ook vaak de normale fatsoenskwaliteit doordat veel gebruikers zich van schuilnamen bedienen. Soms is de reden daarvoor, dat mensen agressieve reacties vrezen. Redeloos geweld komt ook buiten de virtuele wereld voor. Daar wordt het tenminste bestreden en door de publieke opinie veroordeeld. Ik ben van mening, dat het Wilde Westen Web een potige sheriff nodig heeft, die eens flink orde op zaken stelt. Allerlei openbare discussiefora op internet hebben een taak fatsoenlijk gedrag te eisen en anders een computer de toegang te weigeren. 

Maar dit was niet het hoofdonderwerp van de Kersttoespraak. Het ging over de atomisering van de samenleving. Allemaal losse individuen, die geen echt contact meer hebben met elkaar en geen solidariteit meer voelen naar hun medemensen. Nu is de koningin niet de enige, die dit heeft opgemerkt. Ik sprak er al in mijn lessen over en ben al ruim vijftien jaar het onderwijs uit. Ik legde toen een verband met de grootschalige stadsuitbreidingen als Kanaleneiland, waar de school stond of Overvecht. Ik merk nu, dat zelfs in dit soort wijken een dorpsachtige sfeer kan ontstaan en mensen tot echt contact komen. Op steeds meer plaatsen worden straatfeesten of buurtbarbecues georganiseerd en duidelijk met de bedoeling elkaar beter te leren kennen. Ik ben bang, dat bij een virtuele barbecue mijn honger naar voedsel en contact niet gestild zal worden. 

Moeten we individualisering dan afwijzen. Neen! Ik vind individualisering een goede zaak zolang die niet leidt tot al dan niet zelf gekozen isolement. Voor mij betekent individualisering, dat ik mijn eigen keuzes maak, mijn eigen leven bepaal, maar daarbij houd ik rekening met de belangen van anderen en laat ik mij leiden door mijn eigen opvattingen, mijn waarden en die van de samenleving, waarvan ik deel uitmaak. Met de koningin ben ik bang, dat die bereidheid rekening te houden met de ander en met de samenleving als geheel minder is geworden. Ik heb het nu niet over mensen, die niet zo contactgevoelig zijn en die maar liever met rust worden gelaten. Lieve mensen, die een ander niet tot last zijn. Nee, het gaat over die mensen, die doen waar ze zelf zin in hebben zonder met een ander rekening te houden. Mensen, die niets voor een ander over hebben. Die belasting als diefstal zien, maar wel mopperen als de overheid niet aan hun verlangens tegemoet kan komen. Van die overlastgevers, die na jaren klachten van de buren door de woningbouwvereniging uit hun huis gezet worden. Ik ben bang, dat zulke mensen er meer zijn dan vroeger. 

Wat is dan het verschil met vroeger? Mensen zijn tegenwoordig veel mobieler dan vroeger en elders kunnen ze zich gemakkelijk anoniem misdragen. In de dorpen en stadsbuurten kenden de mensen elkaar. Dat is nu vaker niet het geval. Vroeger hoorden de mensen bij een bepaalde zuil. Dat werd soms als benauwend ervaren, maar bood anderzijds een stuk veiligheid en zekerheid. De zuil bepaalde hoe het hoorde en de sociale controle zorgde ervoor, dat mensen zich aan de regels hielden. Binnen het gezin en binnen de zuil leerde je wat je waarden zijn. Door de ontzuiling en door de gebrekkiger wordende opvoeding raken steeds meer mensen stuurloos. Ik vraag mij vaak af wat de waarden zijn van mensen, die nergens meer bij horen. Hoe bereik je zulke mensen? Willen ze wel bereikt worden? 

Zoals zo vaak meer vragen dan antwoorden. Maar misschien is dit bij het begin van het nieuwe jaar toch iets om over na te denken. Ik wens mijn lezers Alle Goeds voor het Nieuwe Jaar 2010.

Jaargang 2, Nr. 43.