Archive for juni, 2009

Onterecht verwijten naar de gemeente Bunnik

zondag, juni 28th, 2009

ZUID-OOST-UTRECHT MAG BUNNIK DANKBAAR ZIJN 

De gemeente Bunnik krijgt volgens sommige persorganen nogal wat verwijten van omliggende gemeenten. Bunnik zou te veeleisend zijn en onvoldoende meewerken bij de realisering van een verbinding van Houten met de A12. En vooral Perspectief 21, de lokale progressieve partij, waarin PvdA, GroenLinks en niet aan een landelijke partij gebondenen samenwerken, zou zich onverantwoordelijk gedragen. Wat is er aan de hand? 

Houten kreeg al weer jaren geleden een Vinex-lokatie, Houten Zuid.  Daarvoor kreeg deze gemeente veel geld, onder andere om de Rondweg van Houten aan te sluiten op de A12. Al dat geld was op en nog was de weg er niet. De Houtense VVD bedacht een mooi plan. We bouwen tussen Bunnik en Houten een nieuwe wijk van 5000 huizen, laten de nieuwe bewoners flink extra betalen en met de winst financieren we de weg. B & W van Bunnik zagen er ook wel wat in, want meer huizen betekent meer inwoners, dus meer verdienen. Maar zo iets mag je natuurlijk niet hardop zeggen. Een columnist geniet wat meer vrijheid. Bovendien kon bij de nieuwe aansluiting een nieuw bedrijventerrein komen en in hun onschuld dachten ze, dat ook dat winst zou opleveren. Binnen het CDA hebben boeren en grondeigenaren veel invloed en dat merk je voortdurend. 

De plannen leverden veel verzet op, maar door manipulatie van rapporten konden de deelnemende partijen rustig doordrammen. Het is verbazend, dat het kan, want de bezwaren tegen het gekozen tracé zijn zo overduidelijk en de voordelen van alternatieven zijn opvallend. De weg vormt een nieuwe doorsnijding van het landschap en de barrièrewerking voor de natuur en voor het lokale verkeer is bekend. Toch krijgen deze aspecten in de verschillende rapporten geen enkele aandacht. Aardkundige waarden worden aangetast, want de weg ligt straks in een fossiel Rijndal en de restgeul wordt gedegradeerd tot bermsloot. De provincie Utrecht laat er zich op voorstaan zuinig om te gaan met aardkundige waarden! Ja, ja. Rijkswaterstaat zou normaal nooit een zo beroerd aansluitpunt accepteren. Tussen  de uitrit van een benzinestation en de op- en afrit bij Bunnik op een plek dichtbij het spoor, dat wellicht ter plaatse verbreed moet worden en vlak langs de winputten van de waterleiding aan de Tureluurweg. En geen tunnel onder de A12 maar een hoog viaduct, dat voor de kern Bunnik nog meer stank en lawaai geeft dan de A12 nu al. Het MER-onderzoek ging uit van een ongelijkvloerse kruising met de Achterdijk. Daar blijkt geen geld voor en dus komt er een rotonde, die het mogelijk maakt naar Fort Vechten te rijden, waar wellicht een Romeinenmuseum komt en het voorlichtingscentrum voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. En dan hebben ze niet in de gaten, dat er een prima sluipweg ontstaat. 

Het landschap en de leefbaarheid worden fors aangetast, terwijl de prettige leefomgeving nu juist een heel belangrijke vestigingsfactor is voor bijvoorbeeld kennisintensieve instituten en bedrijven. De gemeente Bunnik telt nog veel groen en het is dan de taak van de gemeente en de provincie om er voor te waken, dat al dat groen niet wordt aangetast door wegenaanleg. De Utrechtse agglomeratie heeft een bijzondere vorm. Vanuit Utrecht zie je in zuidelijk richting Nieuwegein en IJsselstein en met een groene zone ertussen Houten. Naar het Westen groeit Leidse Rijn. Naar het Noorden vinden we Maarssen en naar het Noordoosten De Bilt-Bilthoven en Zeist. Maar daartussen liggen groene wiggen, die er voor zorgen, dat je vanuit de stad al snel in de groene ruimte bent. Ik zou zeggen: Houden zo. Als deze aansluiting ter hoogte van NS-station Bunnik er komt heeft dat zeer nadelige gevolgen voor het verkeer op de A12. Daar treedt nu al regelmatig filevorming op. Als de Houtenaren straks voorkruipen, dan neemt de file tijd in de ochtendspits met ZESTIG PROCENT toe. Dus mensen uit de richting Wijk bij Duurstede, uit Zeist en Driebergen, uit Maarn en Maarsbergen en Woudenberg, uit Veenendaal en Scherpenzeel, uit Wageningen en Ede: maak je borst maar nat. En het verbreden van de A12 naar het oosten helpt niet, zolang de capaciteit van de Utrechtse Ring te laag blijft. Voor die flessenhals loopt het straks nog veel erger vast. Wat een oplossing lijkt voor de Houtense problemen verergert de situatie alleen maar. 

In Bunnik staat men pal voor de leefbaarheid van dit deel van de provincie, voor de bereikbaarheid van Utrecht en de rest van de Randstad, voor het landschap, waar de inwoners van Utrecht, Houten en Zeist kunnen recreëren en reeën zich nog thuis voelen en voor de bereikbaarheid van Houten door te wijzen op betere alternatieven, die ze daar maar niet willen zien. En ik ben trots op GroenLinks, de enige partij, die in de Staten van Utrecht tegengas geeft.

Jaargang 2, nr.18

Tweede Kamer, bemoei je niet met het Historisch Museum

vrijdag, juni 19th, 2009

ONZE TWEEDE KAMER IS GEEN UITVOEREND ORGAAN 

Niet gehinderd door enige kennis van de plaatselijke situatie noch van de Nederlandse geschiedenis discussiëren 2e kamerleden en de minister met elkaar over het nieuw op te richten Historisch Museum. Jaren terug, toen het vak geschiedenis weer eens ter discussie stond, werden kamerleden regelmatig aan testjes onderworpen om aan te tonen hoe hard het vak wel nodig was. De meeste kamerleden scoorden niet al te hoog. Tijdens de discussies over de Europese Grondwet kwam ook de Nederlandse identiteit ter sprake. Die was allesbehalve duidelijk. Van een historisch bepaalde identiteit was nog minder sprake, want veel benul van onze eigen geschiedenis hebben de meeste Nederlanders niet. En zo kwam er het idee van een Museum van de Nederlandse Geschiedenis.  Jan Marijnissen was een groot voorvechter. Maar waar moest het komen? Amsterdam, Arnhem en Den Haag waren in de race. Arnhem won door de voorgestelde combinatie van openluchtmuseum en historisch museum. 

De locatie bij het NOM is een smalle strook tussen de nauwe toegangsweg naar het museum en de dieper liggende Cattepoelseweg. Het bedoelde historische museum heeft daar niet echt de ruimte. Bovendien is er een parkeerprobleem als het parkeerterrein wordt ingenomen door het nieuwe museum. VOORSTEL: Graaf de parkeerstrook af tot het niveau van de Cattepoelseweg of dieper, bouw daar een parkeergarage en daar bovenop het museum. Auto's uit het zicht en mensen, die met de trolleybus komen kunnen rustig wandelen naar de ingang van een van de musea. De plek heeft geen historische waarde, behalve de Galgenberg een paar honderd meter ervandaan.

Dan scoort de wereldberoemde John Frostbrug beter met aan de overkant de locatie van een Romeins Castellum bij Meinerswijk en in de directe omgeving de Sabelspoort, de Sint Walburgisbasiliek, de Grote of Sint Eusebiuskerk en het Duivelshuis van Maarten van Rossum. Maarten van Rossum was de veldheer van de Hertog van Gelre en hield in het begin van de zestiende eeuw nogal huis in het Utrechtse.  De hier langs de Rijn gelegen grens van het Romeinse rijk, de Limes is nog steeds een betekenisvolle cultuurgrens, waar Germaans en Latijns, Protestant en Katholiek Europa elkaar ontmoeten. Die grens begint met de Muur van Hadrianus in Engeland en loopt van de Noordzee naar de Zwarte Zee langs de Rijn, de Main en de Donau. Ja onze Nederlandse geschiedenis is nauw verbonden met de Europese geschiedenis. Een legioen uit Pannonnië (Hongarije) bewaakte hier de grens. De Rijn was in de Romeinse tijd een belangrijke handelsweg. Voor de Romeinse forten werd natuursteen uit de Eifel aangevoerd. Door de vondst van Romeinse scheepswrakken in Leidse Rijn en Woerden is hierover de laatste tijd veel bekend geworden. En de Rijn bleef een belangrijke handelsweg, al is in de moderne tijd de Waal de belangrijkste scheepvaartroute geworden. De ligging aan de monding van de Rijn vormt mede de basis voor onze welvaart. Ik kan mij goed voorstellen, dat vakmensen de voorkeur geven aan deze locatie.
 

En beste Amsterdammers en Hagenaars en andere Randstedelingen, leer nu eens af de Nederlandse geschiedenis synoniem te achten met de Hollandse geschiedenis. Toen Den Haag alleen nog maar een buitengoed kende van de Hollandse graven en Amsterdam een eenvoudig vissersdorp was waren het Oosten en Zuiden van de Nederlanden al volop in ontwikkeling en lag daar het economisch zwaartepunt. Holland werd pas na 1500 een belangrijk deel van de Nederlanden toen door betere schepen en betere navigatiemiddelen de ontdekkingsreizen mogelijk  werden en Nederland zich tot een handelsnatie kon ontwikkelen. Er zijn genoeg musea en oude binnensteden, die ons dat laten zien. 

Ook daarom is Arnhem terecht gekozen. Het ligt dichtbij het geografisch middelpunt van Nederland en is per auto en per openbaar vervoer uitstekend te bereiken. Arnhem is een terechte keus.

Tweede Jaargang, Nummer 17.

De Darthuizer Poort: uniek in Nederland

zaterdag, juni 13th, 2009

MEER RELIËF VOOR GROEN 

GroenLinks mag zijn aanhang vooral in de steden vinden, toch is er veel aandacht voor de natuur, voor planten en dieren. Dat zie je in onze programma’s en gelukkig ook in de dagelijkse politieke praktijk. Maar de natuur is meer dan planten en dieren en daarover gaat deze column. 

Dieren eten planten en worden gegeten door roofdieren en door de mens. Bepalend voor het leven op onze planeet zijn dus de planten, Dat plantaardig leven verschilt van gebied naar gebied. Dat komt door verschillen in klimaat, bodem, waterhuishouding, hoogteligging en reliëf en niet te vergeten de invloed van de mens. Over het reliëf wil ik het vandaag vooral hebben.  

Nederland is overwegend vlak. Alleen de kust- en landduinen, de stuwwallen en de heuvels in Zuid-Limburg laten opvallende hoogteverschillen zien. Het grootste deel van Nederland kent slechts weinig opvallende hoogteverschillen van één tot twee meter. Toch zijn die kleine verschillen bepalend voor de bewoning, de oudere wegen en het agrarisch bodemgebruik. Mensen wonen op strandwallen, oeverwallen en stroomruggen en op dekzandruggen. Daar liggen de wegen en vindt men traditioneel akkerbouw en tuinbouw. In de stad Den Haag liggen de betere wijken op oude strandwallen en daartussen vind je op vochtige venige bodems de volkswijken. Microreliëf is van groot belang, maar boeren, wegenbouwers en stedenbouwers vinden al die hoogteverschillen maar lastig. Als zij het voor het zeggen hebben worden alle lage gebieden opgehoogd en alle iets hogere gebieden vlak geschaafd. Met al die moderne grondverzetmachines is dat een fluitje van een cent. De weg gegraven grond brengt ook nog eens een mooie cent op. Als je deze mensen hun gang zou laten gaan is Nederland binnenkort echt helemaal plat. Hier ligt dus een taak voor bestuurders, die in bestemmingsplannen het microreliëf moeten beschermen. Houdt Nederland mooi. Er zijn ook plekken in Nederland met zeer bijzondere reliëfvormen. In de provincie Utrecht zijn daarvan een aantal tot “Aardkundig Monument” verklaard. Een rivierduin in de Lek, een stuifzandgebied bij Soest, een vroegere Rijnloop in het landgoed Oostbroek bij De Bilt, de Grebbeberg en het Steneneiland bij Maarn. Wat dit betreft loopt de provincie voorop. Elders in Nederland vind je “Geologische Rëservaten” als de Heimansgroeve langs de Geul of het Geologisch reservaat P. van der Lijn bij Urk met Noordelijke zwerfstenen. 

Zo’n unieke plek is ook de Darthuizer Poort bij Leersum niet ver van Ginkelduin, waar GroenLinks bijeenkwam in september 2008. De Utrechtse Heuvelrug is een lichtgolvende stuwwal, maar bij Leersum is er een opening in die heuvelrug, bijna een kilometer breed, maar weinig opvallend doordat het gebied bebost is. Wat is het unieke. Toen tijdens de een na laatste ijstijd, het Saalien het Noordelijke landijs het gebied binnendrong, dat we nu kennen als de Utrechtse/Gelderse Vallei, werden aan weerszijden stuwwallen omhoog gedrukt. Aan de westzijde ’t Gooi en de Utrechtse Heuvelrug en aan de oostzijde de stuwwal Wageningen-Harderwijk. In de zomer kwam de temperatuur boven de nul graden. Het ijs smolt. Het smeltwater schuurde hier een breed en diep dal uit. Later is het een paar meter opgevuld door dekzand, dat plaatselijk is gaan stuiven. Er zijn wel meer ijssmeltwaterdalen, maar die zijn niet zo diep uitgeschuurd en niet zo breed. Vroeger waren de dalwanden van dit dal veel beter te zien. Door de bebossing nu niet meer. Toch is het belangrijk, dat het bijzondere van deze plek bij het publiek bekend wordt. Dat zou kunnen door een brede laan dwars door het dal te creëren en op voor het publiek gemakkelijk toegankelijke plaatsen voorlichtingspanelen te plaatsen. Zou de Provincie Utrecht, de gemeente Utrechtse Heuvelrug en het Utrechts Landschap in eendrachtige samenwerking daarvoor kunnen zorgen. Het gebied wordt er voor toeristen alleen maar interessanter door en voor sommige mensen zijn economische belangen van nog meer betekenis dan alle bijzondere dingen, die de natuur biedt. Het is evenzeer verwonderlijk, dat de Darthuizer Poort nog steeds niet tot Aardkundig Monument is verklaard. Politici aan het werk, zou ik zeggen. 

Meer weten?
Zie Geografie, Jaargang 18, nummer 5, mei 2009.
Grondboor & Hamer, Jaargang 62, Nr. 5, 2008. 

Column van de Week, Jaargang 2, Nr. 16.

Commentaar bij de uitslag

vrijdag, juni 5th, 2009

PROFICIAT JUDITH, BAS EN MARIJE!  

Wat een fantastisch resultaat hebben jullie gehaald: met drie mensen naar het Europees Parlement. Gefeliciteerd! De felicitaties gelden het gehele campagneteam en al die plaatselijke afdelingen, die geplakt hebben en gefolderd, bijeenkomsten hebben georganiseerd of mensen via Internet hebben bewerkt. Aan een campagne als deze is lang gewerkt. Er is een bijzonder programma gemaakt, waarin de kernpunten steeds meer mensen gaan aanspreken. De debatten, die vooraf gingen aan de keuze van de lijsttrekker waren tegelijk ook heel goede opwarmertjes voor de eigenlijke campagne. Judith bleek een terechte keuze en dat bleek nog veel meer bij allerlei debatten. Ze straalt enthousiasme uit, weet de dingen op een eenvoudige en aansprekende manier te brengen en met af en toe een Amsterdams accentje en een flinke dosis flair wist zij zich uitstekend te weren in een gezelschap met vooral mannen. Tijdens de campagne heb ik Bas een keer mee gemaakt. Hij bleef zich zelf en was daardoor zeer overtuigend. Marije is enorm gegroeid sinds ik haar jaren terug meemaakte. Dit wordt een prima GroenLinks delegatie naar de fractie van de Europese Groenen. 

Ik heb mij af en toe flink geërgerd aan sommige media. De Volkskrant lijkt steeds zo objectief, maar waarom zoek je bij een bericht over de peilingen zo vaak tevergeefs naar de stand bij GroenLinks? Waarom is zo’n sneer nodig over dat meisje van GroenLinks, waarvan nog nooit iemand heeft gehoord? Waarom werd er zo gemakkelijk ruimte geschapen voor eurosceptische opiniërende stukken? Maar, eerlijk is eerlijk: de laatste weken vond ik geen stomme fouten meer in de Volkskrant en was er van scepticisme nauwelijks nog sprake. 

Van de actualiteitenrubrieken moeten we Een Vandaag maar eens goed in de gaten gaan houden. In Telegraafstijl worden daar mensen geïndoctrineerd met PVV-ideeën. Sluipenderwijs wordt het gif toegediend zonder dat de mensen het in de gaten hebben. Om de mensen nog meer zand in de ogen te strooien roept Geert regelmatig, dat bij de publieke zenders de Linkse Kerk aan de macht is. Niets is minder waar. Dat blijkt ook uit het Een Vandaag Opiniepanel. Dat is allesbehalve een doorsnee van de Nederlandse bevolking, maar zo wordt het wel voorgesteld. Zo werd door dit panel de uiterst ondeskundige Madlener tot beste debater gekozen. Een Vandaag stinkt. 

Een campagne wordt hoofdzakelijk op landelijk niveau gevoerd. Men trekt weliswaar het land in, maar het zijn de landelijke media, die het beeld bepalen. Toch geloof ik, dat er veel meer aandacht aan lokale actie moet worden besteed. Het succes van de plaatselijke afdeling en de fractie straalt af op de Europese campagne, maar het omgekeerde is ook waar. Als we het in Europa goed doen, dan groeit ook plaatselijk het vertrouwen in GroenLinks. De Europese campagne op plaatselijk niveau is een opwarmertje voor de gemeenteraadsverkiezingen. Wordt er nu actief huis aan huis gefolderd, dan geeft dat een beeld van GroenLinks als echt actieve mensen. Daar kun je op bouwen. Dit zou beter moeten doordringen in de hoofden van lokale bestuurders en leden. Daarom ben ik altijd benieuwd hoe wij het in de gemeente Bunnik in verhouding tot andere gemeenten doen. Daarom hier de ranglijst voor de eerste tien naar percentage. In absolute cijfers tellen we nauwelijks mee als kleine gemeente. 

1.    Nijmegen en Utrecht                         20,9 %     
3.   Amsterdam en Wageningen                 20,0 %
5.    Groningen                                        17,4%
6.    Leiden                                             16,8%
7.    Arnhem                                            15,4%
8.     Bunnik                                                     15,3%
9.    Haarlem                                           15,2%
10.   Ubbergen                                         14,0% 

In de gemeente Bunnik met Odijk en Werkhoven is GroenLinks onderdeel van de lokale progressieve politieke partij Perspectief 21, die zes van de vijftien zetels in de gemeenteraad bezet en twee wethouders heeft. Recent heeft deze fractie als enige zijn rug rechtgehouden tegenover het institutionele geweld van de gemeente Houten, het bestuur Regio Utrecht en de provincie Utrecht. Koste wat kost moet er een weg van Houten naar de A12 komen dwars door het fraaie Kromme Rijnlandschap en dat terwijl er alternatieven zijn. Misschien is GroenLinks beloond. De PvdA minder, maar die waren dan ook onzichtbaar tijdens de campagne. Vooral de PvdA zal hard moeten gaan werken aan versterking op het lokale vlak. 

Voor mij was het gisteren al feest, maar nog meer toen ik vanmorgen hoorde, dat we zelfs drie zetels hebben gescoord. Geweldig!!

Jaargang 2, nr. 15.