Archive for februari, 2008

Wilders bedreiging van onze cultuur

vrijdag, februari 29th, 2008

Geert Wilders gedraagt zich on-Nederlands

Eeuwenlang is de Nederlandse samenleving gekenmerkt geweest door een sfeer van leven en laten leven. Allerlei geloven woonden in ons land en vaak ontvluchtten mensen hun eigen land om een veilig heenkomen te zoeken in de Republiek, die zich vrijgevochten had van de Koning van Spanje, die slechts één geloof wilde toestaan en niet aarzelde mensen als ketters terecht te stellen. Was het aanvankelijk zo, dat de Nederlands Hervormde dominees iedereen wilde dwingen om ook Hervormd te worden, al spoedig won de redelijkheid en bleken allerlei geloven hier te kunnen samenleven. De Rooms-katholieken werden nog eeuwenlang gewantrouwd. Men vreesde de Inquisitie, die zoveel dodelijke slachtoffers had gemaakt. Toch konden ze hun geloof uitoefenen, zij het in schuilkerken, waarvan er in Amsterdam alleen al meer dan vijftig waren.

De tolerantie steunde op twee zaken. Wetenschappers als Erasmus, Hugo de Groot en Spinoza legden daarvoor een fundament. Er was ook een minder principiële reden. We waren een handelsvolk en als handelaar moet je je klanten niet tegen je innemen. De vele drukkerijen maakten het mogelijk allerlei ideeën te verspreiden en er was dus die enorme vrijheidsdrang om een eigen mening te mogen hebben. Wij verdroegen geen dictatuur.

Zo was Nederland een zeer aanlokkelijk land voor Antwerpse protestante kooplieden, voor Portugese Joden en voor Franse Hugenoten. Nog steeds is dat merkbaar bij onze achternamen. Die traditie bleef. In de Eerste Wereldoorlog verbleven hier duizenden Belgische vluchtelingen. Na die oorlog werden hier kinderen opgevangen uit bijvoorbeeld Oostenrijk om hier aan te sterken. Dat gebeurt nog steeds, bijvoorbeeld met Bosnische kinderen, die hier drie weken op vakantie komen. Het mooiste voorbeeld is de vakantie, die katholieke en protestante Noordierse jongeren hier samen kregen om de onderlinge verdraagzaamheid in Nederland te proeven.

Heeft Geert Wilders hier niets van meegekregen?

Geert is opgegroeid in Venlo. Limburg heeft een eigen cultuur. Je vindt er veel sterker dan in de rest van Nederland een standenmaatschappij. Daarbij speelde de Kerk en de hoge heren veelal samen onder een hoedje. Je had een briefje van de pastoor nodig om werk te kunnen krijgen. Die Kerk was ook duidelijk autoritairder dan elders. Bisschop Jo Gijsen was daarvan het ergste voorbeeld. Het grootste verschil met de rest van Nederland was, dat de provincie overwegend Rooms-katholiek was. Geert Wilders is opgegroeid in een samenleving waar de behoefte aan tolerantie niet bestond.

Nu is vanzelfsprekend niet elke Limburger vergelijkbaar met Geert Wilders. Als je een echte goede christen ben, dan weet je, dat Jezus van Nazareth ons heeft geleerd je naasten lief te hebben en toen iemand Hem vroeg wie dan zijn naaste was vertelde Jezus het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Joden hadden de pest aan Samaritanen. Jezus leerde ons, dat je zelfs je vijanden moet liefhebben. Het zal duidelijk zijn, dat vele volgelingen daar moeite mee hebben gehad, zelfs pausen en bisschoppen.

Geert Wilders handelt dus volkomen in strijd met de Nederlandse en met de Christelijke traditie, wanneer hij voortdurend laat blijken, dat hij de pest heeft aan de Islam en aan alle Islamieten, die maar beter uit ons land kunnen verdwijnen. In ieder geval moeten de grenzen voor Islamieten op slot.

Het ware beter, dat Geert in woord en daad zou laten zien welke die christelijke waarden en Nederlandse waarden zijn, zodat Islamieten het waardevolle van onze samenleving metterdaad zouden kunnen beleven. Een van zijn daden zou kunnen zijn hard mee te werken aan de oplossing van alle problemen, die buitenlanders hier hebben.

Moet je alleen Geert Wilders hierop aanspreken?

Geert Wilders heeft een groeiend deel van de bevolking achter zich. Lang niet al die mensen wonen in achterstandswijken met veel buitenlanders. Misschien wel integendeel. Maar veel mensen hebben het moeilijk en vooral mensen die afhankelijk zijn van een uitkering of die door pech in de schulden zijn geraakt. Jammer is, dat de PVV zulke mensen niet duidelijk maakt, dat zij en al die buitenlanders slachtoffer zijn van het zelfde systeem en dat het beter zou zijn solidair te zijn met de buitenlanders en samen de situatie te verbeteren. Maar de PVV is ook uiterst rechts en zit niet te wachten op maatschappijhervorming. En vervolgens geven ze de buitenlanders collectief de schuld van alle ellende. Zijn de mensen nu zo dom, dat ze dat niet door hebben?

Misschien moeten Wilders en zijn aanhang eerst keihard hun neus stoten voordat ze tot bezinning komen. Laten we hopen, dat dit zo snel gebeurt, dat het niet helemaal uit de hand loopt. Moge de beschaving winnen.

29 februari 2008

Europa in 2030

maandag, februari 25th, 2008

In 2005 schreef ik een stuk, waarin de vraag beantwoord werd hoe Europa er in 2030 uit zou zien, dus over 25 jaar. Zulke stukken zijn binnen GroenLinks meer geschreven voor het Toekomst Europa project van de Europawerkgroep. De bedoeling is, dat drie of vier mensen elk een visie op de toekomst van Europa verdedigen en dat de aanwezigen een keuze gaan maken door zich bij een spreker te voegen. Als er reden voor is kunnen ze ook overlopen naar een andere visie en iedereen kan mee discussiëren. Ik heb twee keer mijn visie met aandacht voor de regio’s verdedigd en wel in Amsterdam en in Culemborg.

De Verenigde Staten van Europa

 

Gisteren heb ik mijn 96e verjaardag gevierd. Het is 25 mei 2030. Over een week zal het groot feest zijn in Europa. De Verenigde Staten van Europa hebben meer definitief vorm gekregen en het Europaverdrag wordt ondertekend. Mijn achterkleindochter is op bezoek bij Opa en Oma uit Odijk. Ze weet alles over informatica, maar ze weet, dat ze voor vragen over politiek bij oude Opa moet zijn.

Hoe zit dat nu allemaal in elkaar met de Verenigde Staten van Europa?

 Ik vraag haar of ze een lang of een kort antwoord wil. In de familie heb ik een zekere faam met mijn lange antwoorden. Doe maar lang, zegt ze, want ze heeft vandaag de tijd. Ik begin. In elke gemeente, in elke provincie, in elk land en in onze Verenigde Staten van Europa hebben wij burgers mensen gekozen, die de wetten maken en allerlei besluiten nemen. Dat noemen we de Wetgevende Macht. In Europa hebben we de Wetgevende Macht in tweeën gedeeld. We hebben het Europees Parlement. Afhankelijk van het aantal inwoners mag elk land daar een aantal afgevaardigden in kiezen. Nederland kiest er 25 en Duitsland  vijf keer zo veel, want het is een groot land. Elke Europese politieke partij stelt kandidaten, waar wij op kunnen stemmen. Je kijkt naar hun programma en naar hun stemgedrag in het Europees Parlement en dan kies je uit een van de zes Europese partijen. Het Europees Parlement kijkt vooral naar het belang van het grote Europa. Soms komen daarbij delen van Europa in de knel, bijvoorbeeld agrarische gebieden of oude industriegebieden. Daarom is door de Grondwetgevende vergadering in 2025 bedacht, dat de deelgebieden of regio’s in Europa een aparte afvaardiging moeten hebben, de Europese Senaat. Elk gebied in Europa kiest elke vijf jaar twee senatoren. Nederland heeft er zes, twee uit Noord-Oost Nederland, twee uit Zuid-Nederland en twee uit de Randstad. Duitsland heeft 26 senatoren en het kleine Luxemburg en Malta hebben toch twee senatoren elk. Soms ijveren de senatoren uit de landbouwregio’s overal in Europa samen voor een eerlijk landbouwbeleid. Elke wet moet door de Europese Senaat en door het Europees Parlement worden goedgekeurd. Zijn ze het niet met elkaar eens, dan wordt er overleg gevoerd en wordt de wet soms iets veranderd. Worden ze het niet met elkaar eens,  dan geeft het Europees Parlement na drie stemmingen de doorslag.Omdat het Europees Parlement de belangen van het geheel behartigt en de Europese Senaat de belangen van de delen is er evenwicht tussen de belangen van het geheel en de belangen van de delen. En omdat alle Europeanen boven de zestien mogen stemmen voor het parlement en voor de senaat is er democratie. Evenwicht en democratie zijn belangrijke staatkundige principes.Elke wet moet ook worden uitgevoerd, soms door een land, soms door een gemeente en soms door de Verenigde Staten van Europa als geheel. Daarvoor zorgt de Europese regering. Vroeger heette die de Europese Commissie. Nu wordt de Europese Minister President gekozen door het Europese Parlement. Hij stelt zijn regering samen en die regering maakt een programma. Als dat de goedkeuring krijgt van het Europees Parlement en de Senaat, dan kan de regering aan de slag. De Europese regering vormt dus de uitvoerende macht van Europa.Soms houden mensen zich niet aan de Europese regels of wetten. Als dat eenvoudige zaken zijn, dan kunnen zulke mensen door de plaatselijke rechtbank veroordeeld worden. Maar stel nu, dat een grote Europese onderneming overal de sociale wetten of de milieuvoorschriften aan zijn laars lapt. De Europese federale politie komt dat wangedrag op het spoor. Er komt een aanklacht bij het Europese Hof van Justitie en als het allemaal bewezen kan worden, dan wordt zo’n onderneming veroordeeld. Het Europese Hof van Justitie is de rechtsprekende macht van de Verenigde Staten van Europa. Al heel lang geleden heeft Montesqieu uitgevonden, dat het heel belangrijk is, dat de drie machten onafhankelijk zijn van elkaar. Ze mogen elkaar niet beïnvloeden en zich niet op elkaars terrein begeven. Vroeger had je soms een dictator en die vertelde het parlement wat ze moesten besluiten en hij schreef de rechtbanken voor, dat ze bepaalde mensen moesten veroordelen. Dat mag volgens de Europese Grondwet niet. Dit heet de Driemachtenleer of Trias Politica. 

Maar Opa, kunnen we Nederland nu afschaffen?

Welnee. Heel veel dingen kunnen we beter in ons eigen land regelen. Je moet de dingen regelen op het niveau waar de dingen zich afspelen. Gemeentelijke dingen regel je in de gemeente zoals bijvoorbeeld het onderhoud van het groen en andere dingen voor heel Nederland, zoals het onderwijs in de Nederlandse taal en de spelling van het Nederlands. En de bestrijding van de internationale criminaliteit regel je Europees. Dat is weer zo’n mooi principe: subsidiariteit. Er is een heel lange lijst gemaakt van alle dingen, die door de landen zelf geregeld worden. Als de federale regering zich daar toch mee wil bemoeien, moeten alle veertig landen het ermee eens zijn. Brussel hoeft zich niet overal mee te bemoeien. De afzonderlijke landen zijn daar mans genoeg voor. Met veertig lidstaten heeft Europa toch al genoeg te doen. 

Waarom zijn al die landen lid geworden, Opa?

Geen enkel land kan tegenwoordig nog alles op eigen houtje doen. Ons leven is in heel veel opzichten verbonden met dat van alle Europeanen en zelfs met mensen over de hele wereld. Je moeder heeft gestudeerd in Twente en Londen en stage gelopen in San Francisco en een paar jaar gewerkt in Hyderabad in India. Een ander voorbeeld. Gelukkig is de lucht tegenwoordig schoon. Oma heeft geen last meer van astma. Dat was vijfentwintig jaar geleden wel anders. Door maatregelen van de EU moesten alle landen iets gaan doen aan de uitstoot van schadelijke stoffen. Dat had Nederland in zijn eentje nooit voor elkaar gekregen, want de luchtverontreiniging stopt niet bij de grens. Nog een mooi voorbeeld is het Europese verbod op belastingconcurrentie. Dertig jaar geleden zeurden de grote ondernemingen over de hoge belastingen en ze dreigden te vertrekken. Ja, inderdaad, regelrechte chantage. Allerlei landen verlaagden de vennootschapsbelasting. Den Haag had minder geld en gaf de gemeenten minder geld. Daardoor verdwenen in de dorpen en de wijken van de steden allerlei voorzieningen als bibliotheken, zwembaden, muziekscholen en jeugdhonken. Waarvoor werken we eigenlijk nog, vroegen de mensen overal in Europa zich af als alle leuke dingen verdwijnen? Toen werd voor heel Europa een behoorlijk hoog minimum tarief voor de belasting op winst van ondernemingen afgesproken. Die wereldondernemingen begrijpen nu ook beter, dat spreiding van de werkgelegenheid en eerlijke lonen zorgen voor spreiding van de koopkracht en dat merken ze goed aan hun verkoopcijfers. Alles hangt samen. De grote staten als India, China, Brazilië, de USA en onze Europese Verenigde Staten hebben genoeg macht om die mondiale ondernemingen in toom te houden. Zonodig werken ze daarbij samen in de Wereldhandelsorganisatie.Zo is het probleem van de te grote migratie van arme naar rijke landen ook opgelost. Overal is de welvaart toegenomen. Waarom zou je dan nog vertrekken uit je eigen land, weg bij je familie en je vrienden? De migratie gaat nu in alle richtingen en daardoor zijn de mensen ook veel meer gewend om met elkaar om te gaan ondanks cultuurverschillen. 

Ik vind uw verhaal zo logisch. Waarom heeft het dan toch allemaal zo lang geduurd?

 Historisch gezien is tachtig jaar niet erg lang. Nederland begon eigenlijk met de Unie van Utrecht van 26 januari 1579. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een heel losse bond en pas in 1815 ontstond het Koninkrijk der Nederlanden een echte eenheidsstaat. Dat duurde dus meer dan 200 jaar en daarna duurde het nog zo’n honderd jaar voordat de mensen echt beseften, dat ze als Nederlanders bij elkaar hoorden. Daar leren jullie niet veel meer over, denk ik.In de negentiende eeuw ontstonden overal in Europa eenheidsstaten. Daarin kreeg de nationale eenheid vorm. Die nationale staten werden erg belangrijk door de veranderingen in de economie. In plaats van het ambacht kwam er industrie en dus kwamen er ook grote steden en kanalen en spoorlijnen en grote zeehavens en koloniën voor de grondstoffen. Dus had je ook goed opgeleide mensen nodig en kwam er volksonderwijs en daardoor werd de nationale taal belangrijker dan al die plaatselijke dialecten. Oorlogen werden nu wereldoorlogen. De vreselijke ellende van de Tweede Wereldoorlog herinner ik me nog goed. Dat weet je wel. Maar het was een belangrijke reden om in Europa meer te gaan samenwerken. Dat begon met de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de EGKS. Als we op dat terrein een eenheid werden, dan werd het onmogelijk weer een oorlog te beginnen. Mooi toch! In die tijd vonden de nationale staten zich zelf nog heel belangrijk. Ze waren nog lang niet toe aan politieke eenheid. Maar de grote ondernemingen wilden van de invoerrechten af. De grenzen moesten verdwijnen. Dan konden zij overal hun producten verkopen en werden die niet te duur door invoerrechten. Dus kwam er meer economische samenwerking in de Europese Economische Gemeenschap, de EEG. Samen met de Euratom en de EGKS werd dat de Europese Gemeenschap en later de Europese Unie, de EU. Als je economisch wilt samenwerken is er veel meer nodig als het verdwijnen van invoerrechten. Het is gemakkelijk, dat overal dezelfde veiligheidseisen gelden en onderdelen overal dezelfde afmetingen hebben. Zo ging de EU zich met heel veel zaken bemoeien en soms ten onrechte. Daardoor kregen sommige mensen een hekel aan de EU en dat werd nog erger toen de Euro werd ingevoerd. Er waren bedrijven die stiekem de prijzen opschroefden, toen de Euro werd ingevoerd en de EU kreeg de schuld. Wisten de mensen veel. Uiterst linkse en uiterst rechtse partijen gingen het vuurtje lekker opstoken en zo mislukte de eerste poging om de EU een Grondwet te geven. Bij referenda in Frankrijk en Nederland stemde een meerderheid tegen. Maar in Bunnik en Utrecht en nog wat andere gemeenten in Nederland was een meerderheid vóór en dat vond ik toen een hele troost. Maar er was meer aan de hand. Heel veel mensen hadden toen een hekel aan de politiek. Politici kon je niet vertrouwen. Iemand die al die politici een lesje wilde leren en ze vaak heerlijk voor schut zette, een zekere professor Pim Fortuijn, werd vlak voor de verkiezingen vermoord. Hij had in veel opzichten gelijk. De minder welvarende Nederlanders, die in oude arbeiderswijken of flatwijken in de grote steden woonden, kregen veel buitenlanders als buren. Dat samen leven leverde veel problemen op en daaraan werd door de politiek weinig gedaan. Er was ook veel kleine criminaliteit van drugsgebruikers. Van sommige mensen werd wel tien keer hun fiets gestolen!De lonen mochten niet stijgen, want dan zouden we niet meer kunnen concurreren met het buitenland. Alles werd wel duurder. De sociale voorzieningen werden slechter. De partijen, die toen de regering vormden riepen, dat de mensen zelf verantwoordelijk moesten zijn, dat ze hun eigen boontjes moesten doppen. Als het goed met je ging, was dat nog niet zo gek, want solidariteit met andere mensen  en ook met mensen in andere landen van Europa kost geld. Maar veel mensen hadden die solidariteit hard nodig of wisten, dat ze ook zomaar arbeidsongeschikt of ziek of werkloos zouden kunnen worden. En zo werden de mensen steeds bozer op de politiek. Ook dat zorgde ervoor, dat ze tegen de Europese Grondwet stemden. 

Opa, nu snap ik dat het zo lang geduurd heeft, maar hoe zijn ze uit de problemen gekomen?

Er moest heel wat veranderen. Eigenlijk was er in het begin van deze eeuw een opstand tegen de regenten en tegen de rijke ondernemers. Dat was in die tijd een grote kliek. Zoals vaker in Nederland komt er dan een moment, dat de mensen het niet meer pikken. Voor het eerst koos men een Tweede Kamer, die in meerderheid links was. Het was niet gemakkelijk, maar er kwam een linkse regering. Dat gebeurde in meer Europese landen en daardoor ging de EU allerlei maatregelen nemen, waar ik het straks al over had. Het bedrijfsleven koos eieren voor zijn geld. De toplonen werden gematigd. Er werd meer geïnvesteerd in innovatie in Europa en door de toegenomen welvaart in India, China, Brazilië en andere Derde Wereldlanden kon onze export groeien. Eindelijk werd het milieuprobleem echt serieus genomen. Carapatiënten konden weer ademhalen. Alles zorgde voor meer werk en een redelijke welvaart. Dat gold ook voor de allochtone Nederlanders en hun nakomelingen, want die waren door de vergrijzing hard nodig. In Nederland was solidariteit niet langer een vies woord.Er moest ook iets gedaan worden aan de enorme kenniskloof tussen burger en politiek. In elk quizspelletje kwamen vragen over de politiek en over de Europapolitiek in het bijzonder. Allerlei soaps kregen een verhaallijn, waaruit bleek, dat er contacten waren met mensen overal elders in Europa. Wat kwamen in die soaps veel internationale huwelijken tot stand. Teleac kwam met cursussen, waarin perioden uit de geschiedenis werden belicht, die alle Europeanen hadden meegemaakt. Historische romans vanaf de Prehistorie tot en met de twintigste eeuw verschenen, waarin steeds de vervlechting van het leven van de Europeanen duidelijk werd. Een aantal van die romans werden verfilmd of omgewerkt tot een Tv-serie. Het onderwijs schonk in de vakken aardrijkskunde, economie, geschiedenis en maatschappijleer wezenlijk aandacht aan de Europese dimensie. Daarbij steunden ze op grondig wetenschappelijk onderzoek. Alle media en alle conferentieoorden en debatcentra maakten Europa tot hoofdonderwerp van hun jaarprogramma. Zo ontstond langzaam het besef, dat wij in Europa bij elkaar horen. We gingen begrijpen, dat de EU niet iets is, dat ons van bovenaf is opgelegd, maar dat de EU nodig is om ons samen leven en werken in Europa goed te regelen. De opkomst van de nieuwe economisch wereldmachten leidde tot het besef, dat alleen een hecht verbonden Europa een rol in de wereld kan blijven spelen. Het succesvol ingrijpen van Europese korpsen in conflicten elders in de wereld deed het besef groeien, dat vrede niet langer een onbereikbaar ideaal was, maar concrete werkelijkheid. Het belangrijkste is, dat er een generatie gegroeid is, die beseft, dat je niet alleen verantwoordelijk bent voor je zelf, maar dat dat altijd samen moet gaan met een verantwoordelijkheidsgevoel voor de gemeenschap, voor je eigen familie, je eigen buurt, je eigen gemeente, je provincie, je land en ons Europa en onze wereld. Er is heel wat veranderd in deze laatste vijfentwintig jaar.

John Jorna

Brief aan Aartsbisschop Eijk

zaterdag, februari 23rd, 2008

De leiding van onze kerk houdt ons nogal eens bezig. Ons Aartsbisdom Utrecht heeft sinds kort een nieuwe bisschop, Mgr. Wim Eijk, tot nu toe bisschop van het noordelijke bisdom Groningen – Leeuwarden. In Parochiekontakt van februari verscheen de volgende beschouwing.
PK februari 2008
   

In verwachting

John Jorna Het aartsbisdom Utrecht heeft zijn lang verwachte nieuwe bisschop Mgr. Dr. Wim Eijk. Ik zat rustig mijn krant te lezen toen mijn vrouw naar beneden riep: “Het is op de radio. We hebben een nieuwe aartsbisschop, Mrg. Eijk van Groningen-Leeuwarden.” Mijn eerste reactie was: “Niet direct waar we op hoopten, maar het had erger kunnen zijn.”

Intussen zijn we een maand verder en we hebben het nodige gehoord en gelezen. Johan Bosboom sprak in de Adventstijd over het echte Adventsthema ‘Verwachting’ en betrok het op de nieuwe bisschop. “Eigenlijk weten we niet echt wat we van hem te verwachten hebben, maar laten we hem de kans geven en laten we bidden, dat hij een bisschop wordt, die aan onze verwachtingen voldoet.” Dat sprak mij wel aan. Dus ben ik erg benieuwd naar de nieuwe bisschop. Zou hij ook in die eerste honderd dagen ook in onze parochie komen? Hoe zou dat gaan? Zouden de mensen zeggen wat ze op hun hart hebben? Wat zou ik de nieuwe bisschop willen zeggen?

 

Beste Vader Bisschop,

 

Zo sprak ik uw voorganger ook wel aan. Ik vind, dat een bisschop als een vader moet zijn, maar dan wel met volwassen kinderen. Kardinaal Simonis heeft erg zijn best gedaan. De groei van het aantal onkerkelijken en randkerkelijken kon hij niet keren. Daar had hij moeite mee. Soms toonde hij zich echt teleurgesteld, in de steek gelaten. Maar ik heb het nooit meegemaakt, dat hij die mensen afschreef. Er waren ook mensen, die zeiden, dat er uiteindelijk een minderheidskerk zou overblijven bestaande uit echte zuivere Rooms-katholieken. Ik heb de kardinaal maar nooit gevraagd of het niet andersom was, dat de kerk die mensen in de steek heeft gelaten. Wat ik zo hoop is, dat u in staat zult zijn de dialoog met al die vroegere katholieken aan te gaan en vooral goed te luisteren en al hun grieven tegen de kerk serieus te nemen en er van te leren. Bij mijn leeftijdsgenoten, de zestigplussers zie je de boosheid over al die verboden en geboden, die ‘centimetermoraal’ over wat een dagelijkse zonde was en wat een doodzonde. We zien de boosheid over de manier waarop we vroeger dom werden gehouden nu we gedegen bijbeluitleg krijgen en gaan begrijpen waarom we veel dingen niet letterlijk moeten nemen en hoe we het dan wel moeten begrijpen. Dat is in het begin soms schokkend, maar later zeer inspirerend en hoopgevend. Het maakt je blij.Bij jonge mensen zie ik veel onbekendheid met de kerk, veel vooroordelen, die elke keer weer gevoed worden door al dan niet verkeerd geciteerde uitspraken van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Dat verandert al snel in onverschilligheid en zich afsluiten voor alles wat met de kerk te maken heeft. Ik heb die kerk niet nodig. Ik leef toch goed. Het nuttigheidsdenken noem ik dat. Soms zeg ik, dat het er niet om gaat wat je er zelf aan hebt, maar dat het er om gaat, dat anderen jou nodig hebben.Wat ik van u zou willen is, dat u deze mensen niet afschrijft, maar hen echt probeert te bereiken. Dat is moeilijk voor u, want als theoloog en als moraaltheoloog zult u geneigd zijn vooral te spreken over de leer en over de moraal. Daar zitten de mensen niet op te wachten. Overigens was dat ook niet de aanpak van Jezus van Nazareth. Hij ging juist naar die mensen, die aan de rand stonden, de zondaars, de prostituees, de tollenaars, de zieken, de blinden en de lammen. Hij kwam bij hen niet aan met geboden en verboden en dogma’s. Hij kwam met goedheid en barmhartigheid. In mijn omgeving merk ik elke keer weer, dat het daarom gaat. Leven uit het Evangelie en laten zien, dat het een blijde Boodschap is. Houd de mensen idealen voor. Breng een boodschap van bevrijding. Geef mensen het geluk hoop te vinden en geloof in een betere toekomst. Volg Paus Benedictus na zoals hij zijn eerste encycliek schreef over het ideaal van echte liefde in relaties tussen mensen. Volg Jezus na. Dan worden we pas echt een missionaire geloofsgemeenschap. 

Hedendaags Godsbeeld

 

Soms wordt er meewarig gesproken over moderne mensen, die als in een supermarkt uit allerlei religies en wereldbeschouwingen hun eigen persoonlijke geloofje samenstellen. Er zal best veel kaf tussen het koren zitten, maar laat de mensen zoeken. Waardeer hun zoektocht. Denk met hen mee. Denk mee met de mensen, die niet meer in een god kunnen geloven, misschien nog net in Iets. Die ietsisten, neem ze serieus. Wantrouw ze niet. Want we weten niet hoe of wat of wie God is. We kunnen hoogstens iets van Hem ervaren en dat kan een ervaring van diep geluk zijn  Want zo’n intense relatie met Jezus van Nazareth en Hem, die Hij Zijn Vader noemde kan mensen brengen tot diepe liefde tot mensen rond  hen en ver weg. Want waartoe zijn wij op aarde? Om God lief te hebben en onze naasten en daardoor gelukkig te worden. Misschien begrijpen zulke zoekers beter wat Jezus ons geleerd heeft dan alle dogmatiekdocenten bij elkaar.Dan zijn er de atheïsten en de agnosten, mensen, die niet in het bestaan van een God kunnen geloven of het gewoon niet weten. Als ik uitga van de Godsbeelden, die ons zijn voorgehouden kan ik mij hun twijfel en ongeloof goed voorstellen. Zijn dat nu ‘slechte’ mensen? Ik heb ze nooit ontmoet onder al die godsontkenners. U krijgt het druk als bisschop, maar toch vind ik, dat ik van u mag verwachten, dat u ook atheïsten niet als de vijand ziet, maar als naasten, waarmee u in gesprek zult gaan als de kans zich voordoet. 

Regeert de angst?

 

De laatste tijd merk ik bij actieve pastores een zekere angst om zich te uiten over controversiële onderwerpen. Het lijkt of ze denken, dat het hen hun baan kan kosten. Hoe zou u tegenover een pastor staan, die een artikel als dit schrijft? Krijgt hij een schouderklopje? Een vaderlijke vermaning? Een ernstige waarschuwing? Een schrijfverbod in kerkelijke publicaties?De gehele kerkgeschiedenis zien we het opkomen van ideeën. Sommige zijn na een paar jaar vergeten. Onrijp fruit voor de composthoop. Andere blijken van blijvende waarde voor de kerk. Hoe wil de kerk die ontdekkingstocht naar steeds dieper inzicht in het geloof mogelijk maken zonder een zekere vrijheid in verantwoordelijkheid? Geef parochies de vrijheid om te experimenteren met nieuwe vormen en laat ze zelf ontdekken wat goed is en wat anders moet. Zorg, dat de kerk kan leven. Het moet geen dood in de pot zijn. Zorg, dat de mensen weten, dat ze bij u terecht kunnen om goede raad in plaats van onmiddellijk een streng oordeel te krijgen. Overwin uw eigen angst, dat het uit de hand zal lopen. Als jong onderwijzer had ik die angst ook. Ik wilde de kinderen beschermen tegen verkeerde keuzes en was – achteraf gezien – vreselijk streng. Dat gaf nare conflicten. Uiteindelijk begreep ik dat ik kinderen niet moest dwingen naar mijn model. Juist door ze vrij te laten ging het veel beter. Vaak heb ik jonge collega’s over die les verteld. Als u mensen hun vrijheid gunt, zullen ze u niet teleur willen stellen. Dan wordt u onze echte Vader Bisschop.   

Betrokkenheid bij de komst van een

nieuwe bisschop

 

Vier keer per jaar zijn er op de Eerste Vrijdag van de maand vieringen voor de ouderen uit onze parochie. Zo ook op vrijdag, 4 januari 2008. Het was druk met zo’n tachtig aanwezigen en Lidy van der Graaf uit Cothen bleek een fijne voorgangster in de Woord- en Communieviering. Daarna gezellig koffie drinken met cake. In de cake was een boon mee gebakken, want we vierden ook Driekoningen. Fons had de boon en kreeg een ‘gouden’ kroon op zijn hoofd. Ik vond het jammer de mensen bij hun gesprekken te storen, maar wilde toch weten wat hun hoop en verwachting is naar de nieuwe bisschop. Ik vroeg ze onderstaande zin af te maken en ik kreeg een veelheid aan antwoorden. Daaruit blijkt de grote betrokkenheid van deze mensen bij onze parochie en bij de gehele kerk. 

Ik hoop, dat de nieuwe bisschop Wim Eijk . . . . .

hier de weg goed kan vinden.   grote steun zal geven aan onze pastorale werkers.   een bindende factor zal zijn tussen de generaties.   open mag staan voor de jonge generatie met nieuwe ideeën.    niet zo conservatief is.    voor ogen houdt, dat wie de jeugd heeft de toekomst heeft.     niet alles terug draait wat in jaren is opgebouwd      met de tijd meegaat.   net zo is als Mgr. Muskens, de emeritusbisschop van Breda.     een modernere regie voert dan zijn voorganger.      iets moderner is dan zijn voorganger.          ruimte geeft.      komt tot een goede verstandhouding en wederzijds begrip.    niet zo conservatief is als ze zeggen.      goed overweg kan met deze tijd.      als Simonis op dezelfde lijn verder gaat.    de lijn van Simonis volgt.   niet zo conservatief blijft.    ons niet doet verlangen naar zijn vertrek.    vrouwen laat voorgaan in vieringen.     ons het gevoel geeft, dat wij op dezelfde beproefde manier kunnen doorgaan met samen kerk te zijn.    luistert naar de mensen aan de basis en alle goede dingen waardeert.     tussen alle klippen door kan varen.      open staat voor het verlangen in onze parochies naar een bindende figuur in elke parochie.     midden in de wereld staat.     stand houdt. Als we zouden mogen adverteren voor een nieuwe bisschop hadden we zo een prachtig profiel. Maar als altijd bij het opstellen van een benoemingsprofiel willen we een schaap met vijf poten. Tsja…! 

Encycliek God is Liefde een verrassing

zaterdag, februari 23rd, 2008

In april 2006 besprak ik in Parochiekontakt de eerste encycliek, een rondzendbrief van Paus Benedictus XVI. Het was merkwaardig, dat hij nu juist inging op een van de opmerkingen in bovenstaand artikel en daarom plaatsen we nu de bespreking van deze encycliek.

Benedictus XVI verrast ons met encycliek “God is Liefde”

Door John Jorna

 

Met spanning werd gewacht op de eerste encycliek van onze nieuwe paus Benedictus XVI. Die zou de toon zetten voor zijn pausschap. Kort na zijn verkiezing hoorde je van menig deskundige de opmerking, dat deze Jozef Ratzinger ons als paus nog wel eens zou kunnen verrassen. Parochiekontakt nodigde onze heilige vader daartoe uit. En zie deze eerste encycliek verrast in meerdere opzichten.  

Een moderne docent aan het woord

 

Onze paus behandelt het onderwerp echt als een docent. Elk nieuw begrip wordt eerst duidelijk uitgelegd. Je weet nu waar hij het over heeft. Dan wordt het onderwerp punt voor punt behandeld. Zo zit dat in elkaar, beste studenten en je ziet als het ware de vroegere hoogleraar college geven. Maar het leuke is, dat hij de lezer zelf de conclusies laat trekken. Hij komt niet met gedetailleerde gedragsregels, maar laat het aan de lezer over zijn gedrag te bepalen. Zo sluit hij aan bij de moderne levenshouding, waarbij de mensen zelf uitmaken wat zij willen doen of laten. Ouderen, die zijn opgegroeid met de centimetermoraal, waarbij precies werd aangegeven wat mocht en wat niet, kunnen alleen maar beamen, dat dit zeer vernieuwend is. 

Het draait om de liefde

 

God liefhebben en je naaste als je zelf; dat is het belangrijkste gebod. Dat is nogal wat ‘in een wereld waarin soms wraak of zelfs de plicht tot haat en geweld met de naam van God verbonden wordt’. Het woord liefde heeft vele betekenissen, soms heel platvloerse en soms ook mooie zoals vaderlandsliefde of liefde voor het vak of liefde voor je kinderen en kleinkinderen. Maar als oertype van de liefde ziet de paus de liefde tussen man en vrouw. De paus maakt dan onderscheid tussen de liefde, die een mens overweldigt en lichamelijk en geestelijk tot verrukking brengt en intens gelukkig maakt, de eros en de liefde, die geleidelijk groeit en twee mensen voor langere tijd aan elkaar bindt doordat ze alles voor elkaar over hebben en steeds bezig zijn elkaar gelukkig te maken, de agape. Terwijl eros vroeger met wantrouwen werd benaderd, zegt de paus nu, dat eros en agape beide nodig zijn en niet zonder elkaar kunnen. De paus houdt ons een mooi ideaal voor, heel nastrevenswaardig en wijst ook op allerlei ontsporingen, die mogelijk zijn, zoals de vroegere tempelprostitutie. De paus geeft ook toe, dat de kerk vroeger vaak vijandig stond tegenover de lichamelijke liefde, maar ook nu zien we ontwikkelingen, waarbij de eros beperkt wordt tot seks, alleen maar lichamelijk. Het wordt een handelsartikel.Het bijbelse Hooglied is qua oorsprong waarschijnlijk een bruiloftslied, maar wordt gezien als een beeld van de liefde van God voor de mens. De liefde van God voor de mens komt vooral tot uiting in het offer van Zijn Zoon, dat we steeds weer herdenken in de Eucharistie. Jezus van Nazareth had alles voor ons over, zelfs Zijn leven. De liefde van Jahweh voor de mens kwam ook tot uiting in het schenken van de Tora, de tien wegwijzers naar een goed leven. “Gods eros voor de mens is ook geheel en al agape. Dit is niet alleen het geval omdat deze liefde volledig om niet wordt geschonken, zonder enige voorafgaande verdienste, maar ook omdat het vergevende liefde is.” Deze gedachte wordt in de encycliek uitvoerig uitgewerkt en die uitleg maakt het wellicht mogelijk een antenne te krijgen om die liefde van God voor jou te ervaren.Via de liefde van God voor de mensen komt de paus dan tot de naastenliefde. Zelfs de mens, die je niet kent of de mens, die je eigenlijk niet zo mag; je bent in staat hem lief te hebben. De rol van de kerk bij het gestalte geven aan de naastenliefde wordt in het tweede deel van de encycliek uitgewerkt. 

Caritas

 

Deel twee van de encycliek behandelt het beoefenen van de liefde door de Kerk als een ‘gemeenschap van liefde’. Daarbij gaat het om materiële en om geestelijke noden. In de gemeenschap van gelovigen mag geen armoede bestaan, maar de naastenliefde beperkt zich niet tot kerkleden, maar geldt iedereen, zelfs zij, die zich als vijanden beschouwen. Al kort na het ontstaan van de Kerk werden zeven mannen aangewezen als diakenen, zodat de apostelen zich vooral aan de verkondiging konden wijden. Zoals in onze parochie onderscheiden we drie werkvelden: verkondiging of catechese, het vieren van de sacramenten, de liturgie en de dienst van liefde, de diaconie. Deel twee is vooral interessant voor allen in onze parochie, die zich met diaconie bezighouden. 

Scheiding van Kerk en Staat

 

De paus ziet het scheppen van een rechtvaardige samenleving als een taak voor de staat. Faalt de staat daarbij, dan is het de taak van de Kerk de staat te wijzen op de eisen van gerechtigheid overeenkomstig de sociale leer van de Kerk. Het mag nooit de opdracht van de Kerk worden die rechtvaardige maatschappij af te dwingen. Hier herhaalt de paus de eerdere kritiek op de bevrijdingstheologie, die ons opriep tot bewustwording van het onrecht in de wereld en tot verzet tegen dat onrecht. Zo kwamen sommige priesters ertoe zich aan te sluiten bij verzetsbewegingen in Latijns Amerika en de Filippijnen. Berucht is de vernedering van de Sandinistische minister en priester Ernesto Cardenal door de vorige paus bij zijn bezoek aan Nicaragua. Het probleem is, dat het prachtig is de staat steeds weer te wijzen op de eis van een rechtvaardige samenleving, maar wat moet je doen als zo’n dictatoriale staat zich nergens iets van aantrekt of zelfs het verzet onderdrukt? Aan dat dilemma schenkt de paus geen aandacht. 

Wat er nog meer niet in staat

 

Ik wees er hierboven al op. De encycliek is geen stuk met allerlei verboden. Je vindt er niets in over condooms of geboorteregeling. De encycliek houdt ons op inspirerende wijze het ideaal van de liefde voor. Maar wat te doen als dat ideaal niet haalbaar blijkt? Het monogame huwelijk tot de dood ons scheidt is zeer waardevol, maar in onze maatschappij zien we, dat een op de drie huwelijken op een scheiding uitloopt. Daarover kun je niet generaliseren. Elke scheiding staat op zich en heeft de eigen specifieke oorzaken en speculeren over de schuldvraag heeft meestal weinig zin. De scheiding is er nu eenmaal en er valt weinig aan te veranderen. Hoe ga je om met mensen, die lijden onder die scheiding, er dagelijks de pijn van voelen? Hoe ga je als Kerk om met mensen, die vervolgens toch weer geluk vinden in een nieuwe relatie en daar de idealen van eros en agape wel vorm geven? Misschien is een encycliek niet de plaats om antwoord te geven op zulke vragen over de concrete pastorale zorg, maar het lijkt mij logisch, dat ook hier de vergevende liefde van God blijft gelden.Zo zullen mensen, die alleen liefde kunnen voelen en beleven voor mensen van hetzelfde geslacht zich in de kou gezet voelen. Zelf ben ik er van overtuigd, dat de idealen, die in de encycliek worden geschetst evenzeer op hen van toepassing zijn. Er zal nog wel een eeuw voorbij gaan voordat onze Kerk de eigen natuur van hun zijn en van hun relaties erkent en er haar zegen aan geeft. Gelukkig maar dat God Liefde is en zo veel geduld met die mensenkerk heeft.  

Horizontaal en verticaal in  elkaars verlengde

 

Voor de zestiger jaren met alle veranderingen in de kerk viel de nadruk in ons geloofsleven sterk op een persoonlijke relatie met God en met heiligen. De blik was als het ware naar boven gericht. Het was een verticaal geloofsleven. Altijd was daar al kritiek op, want het kwam ook toen voor, dat mensen veel in de kerk kwamen en veel baden voor en na het eten en een ochtendgebed en een avondgebed en het rozenhoedje en toch in het dagelijks leven als werkgever bijvoorbeeld hun personeel schandalig behandelden. Of anderen, die in hun werk de kantjes er af liepen of mensen, die altijd weer roddelden over anderen. Als je zo vroom was, moest je persoonlijk leven ook in orde zijn.In de zestiger jaren kwam de horizontale geloofsopvatting naar voren. Je diende God door goed te zijn voor je naasten hier op aarde. In de naaste in nood herkende je God. Eigenlijk is dat tot vandaag een sterk op de voorgrond tredende geloofsopvatting. De persoonlijke relatie met God krijgt minder aandacht.De encycliek laat nu juist zien, dat de liefde tot God en de liefde tot de naaste alles met elkaar te maken hebben. Je kunt God niet liefhebben en dienen als je je naasten niet liefhebt. God heeft jou lief, zelfs als je van de naastenliefde weinig terecht brengt. Maar kan deze sceptische moderne mens die liefde van God nog ervaren, nog werkelijk voelen en beleven? Zien we God nog als een persoon, waarmee we een relatie kunnen hebben? Eerder schreef Parochiekontakt over de boeken van Ruud Sonnen, die na een ernstige ziekte het geloof in God hervond en in dat contact met God een intens geluk kon ervaren. Dat overkomt een mens van vandaag niet zo gemakkelijk, maar je moet je daarvoor ook open stellen. Voel je je gelukkig en heeft dat iets met God te maken?Mensen durven daarover ook maar moeilijk te spreken. Je mag je er niet op laten voorstaan, dat God zo goed voor je is, denken de mensen. Maar waarom niet van Gods goedheid getuigen en zo mensen helpen God te vinden? Daarom tot slot een recente persoonlijke ervaring. Ongeveer een jaar geleden kwam ik weer in contact met een ver familielid. Zij vertelde over haar verslaafde zoon, waarvan ze al twee jaar niets meer gehoord had. Hij had wel contact met een instelling voor hulp aan verslaafden en ik kreeg de kans die instelling op een vrijdag te bezoeken. Ik informeerde naar de zoon en hoorde, dat hij zijn leven nog steeds redelijk op de rails had. Een paar dagen later belde ik op en deed verslag. Ze was zeer dankbaar en vertelde verder. Donderdag was hij jarig en ik heb de hele dag gebeden, dat ik weer eens iets zou horen. Ik heb zelfs een kaars opgestoken. En nu bel jij. Je hebt geen idee hoe gelukkig je me maakt.Was dit nu toeval of was dit een voorbeeld van Gods liefhebbende zorg voor ons mensen?

Is God Liefde? De encycliek is voor € 3,– te bestellen bij Secretariaat RKK, Postbus 13049, 3507 LA Utrecht, tel. 030 – 232 69 09, E-mail: bestel@rkk.nl  
 

Ajax en het Aartsbisdom

vrijdag, februari 22nd, 2008

Merkwaardige overeenkomsten

In beide gevallen komt er een nieuwe leiding, die veel macht naar zich toetrekt. In beide gevallen neemt de nieuwe leiding vertrouwde assistenten mee en in beide gevallen spelen financiële problemen een rol en die worden steeds veroorzaakt door te veel personeel. Het grote verschil is, dat bij Ajax gesproken wordt over de verlosser Johan Cruijff, J.C., terwijl men in het Aartsbisdom men in het aartsbisdom nog moet afwachten welke bijnaam de nieuwe aartsbisschop zal krijgen.

Elke organisatie heeft behoefte aan een duidelijke leiding. Die kan desnoods eenhoofdig zijn, maar in het Aartsbisdom werd tot nu toe leiding gegeven door een bestuur. Dat bestuur gaf leiding aan de ontwikkeling van het beleid en leiding aan de besluitvorming daarover in de Bisdomraad en het zorgde vervolgens voor de uitvoering van het beleid. Zo werd vorm gegeven aan het principe van de collegialiteit, zoals dat tijdens het Tweede Vaticaans Concilie vorm had gekregen. Samen beleid ontwikkelen, samen besluiten, samen uitvoeren en vooral samen verantwoordelijk zijn.

Wim Eijk had al gewaarschuwd. Ik luister, overweeg alles, dat mij gezegd en geadviseerd wordt en dan besluit ik en voer het besluit zonder aarzelen uit. Ouderen onder ons herinneren zich dat nog van midden vorige eeuw. Een hiërarchisch kerkmodel met vaak zeer dictatoriale pastoors en kerkleiders. Dat autoritaire optreden vaak nog in combinatie met economische dwang – anders kreeg je gewoon geen baan – heeft velen van de kerk vervreemd. Het zorgde ervoor, dat Rooms-katholieken nooit geleerd hebben zich verantwoordelijk te voelen voor hun kerk, nooit geleerd hebben verantwoordelijkheid te dragen. De laatste jaren ontwikkelden velen juist dit verantwoordelijkheidsgevoel. Veel parochies blijven slechts door de enorme inzet van duizenden vrijwilligers overeind. Te vrezen valt, dat juist deze vrijwilligers door een autocratische bisschop gedemotiveerd raken.

Nog steeds zien we, dat oudere Rooms-katholieken zeer volgzaam zijn, al wordt het minder. Dat geldt niet alleen kerkelijke zaken. Het geldt het hele leven. Het CDA blijft alleen daardoor al overeind. Die volgzaamheid, het automatisch gehoorzamen maakten Rooms-katholieken ook extra kwetsbaar voor ondemocratische regimes met een dictator aan de macht, zoals in Duitsland, Italië, Spanje, Portugal en Hongarije.

Ik vrees dat deze Bisschop Wim Eijk nauwelijks beseft welke sociaal-psychologische schade hij door zijn opvatting van gezagsuitoefening kan veroorzaken. Ik houd mijn hart vast.

John Jorna

22 februari 2008

Heilige Vader verras ons eens

woensdag, februari 20th, 2008

Onder deze titel publiceerde ik in juni 2005 in Parochiekontakt Odijk onderstaand artikel. Inmiddels heeft de paus ons verrast met twee encyclieken, die goed leesbaar zijn en waardevol van inhoud en niet vol geboden en verboden, maar vooral inspirerend.

Heilige Vader, verras ons eens! Open brief aan onze nieuwe paus 

Heilige Vader Benedictus XVI,Het moet me van het hart. Ik schrok nogal toen we uw naam hoorden als die van de nieuwe paus. U staat niet direct bekend als een kerkvernieuwer, die ons vrolijk laat experimenteren en de kans geeft fouten te maken. Om die vervolgens weer te herstellen en alle goede dingen uit die experimenten te behouden.Maar mensen, die u kennen verzekeren ons, dat we maar eens moeten afwachten. U zou ons nog aardig kunnen verrassen. Ik heb genoeg levenservaring om dat vaker te hebben meegemaakt. Oorlogszuchtige diehards blijken in een andere rol plotseling vredestichters, bijvoorbeeld. Zo zou u als bewaker van de geloofswaarheden in de rol van paus kunnen openstaan voor nieuwe formuleringen, die de mens van vandaag meer aanspreken.Ik vind, dat je als lid van een gemeenschap de plicht hebt het bestuur van die gemeenschap steeds te ondersteunen met ideeën en het bestuur feedback te geven, zodat het snel merkt, dat zijn woorden anders begrepen worden dan ze zijn bedoeld, ook weer als voorbeeld.Hieronder kom ik met een aantal opmerkingen met het verzoek in uw beleid daaraan aandacht te schenken. 

Het Tweede Vaticaans Concilie

Altijd heb ik de indruk gehad, dat het Tweede Vaticaans Concilie de teneur had, dat veel meer zaken op het niveau van een bisdom of een kerkprovincie geregeld zouden worden. Dan zou beter rekening gehouden kunnen worden met de situatie ter plaatse en zou de kerk gemakkelijker de juiste toon kunnen treffen. Ik ben ervan overtuigd, dat uw voorganger op den duur begrepen heeft, dat een autoritaire benadering bij Nederlanders automatisch weerstand oproept, terwijl het in andere landen gezien wordt als zeer wenselijke duidelijkheid.U zou ons kunnen verrassen met flinke schreden te zetten op het pad van de decentralisatie, ook al zult u dan weerstand bij de Curie moeten overwinnen. Dat kunt u, want u kent de curie en u bezit een krachtige persoonlijkheid. Daarbij zou u ook de rijkdommen van het Tweede Vaticaans Concilie verder dan tot nu toe kunnen doorvoeren in de gehele kerk. 

Uw vaderlijke zorg voor meer herders voor de kudde

Het tekort aan priesters en pastoraal werkers heeft een belangrijk positief effect. Wij zogenaamde leken gaan onze verantwoordelijkheid voor de kerk beter beseffen. Uw voorganger sprak daarover lovende woorden toen onze bisschoppen in Rome waren voor het ad limina bezoek. Maar het tekort aan gewijde priesters noopt tot het samenvoegen van parochies, hetgeen de bloei van de plaatselijke kerkgemeenschappen in gevaar brengt. De celibaatsverplichting heeft ervoor gezorgd, dat vele zeer goede en toegewijde pastores gedwongen werden het ambt te verlaten. Velen zouden zo weer als pastor willen beginnen, al zijn ze inmiddels wel oud geworden. Wij gelovigen krijgen de indruk, dat de celibaatsverplichting juist zeer evenwichtige mensen van het priesterschap afhoudt. We constateren bij herhaling hoe goed de gehuwde pastorale werkers en werksters functioneren vooral doordat ze zich veel beter kunnen verplaatsen in wat ons gewone mensen dagelijks bezighoudt.De instelling van het verplichte celibaat was een reactie op misstanden, die toen bestonden. Misschien, dat de misstanden van vandaag een reden kunnen zijn de verplichting weer af te schaffen.De argumenten om vrouwen van het priesterschap uit te sluiten zijn uitermate zwak of ontbreken en dat geldt zeker voor het diakenschap.Heilige vader, verras ons eens door de discussie over deze onderwerpen in de kerk te bevorderen in plaats van te verbieden en zorg ervoor, dat er snel vrouwelijke diakens gewijd worden zoals dat eeuwen gewoon is geweest in onze kerk. 

De fixatie op de voortplanting

Voor ons gewone mensen is het ideaal, dat de seksualiteit een middel is om de onderlinge liefde tot uitdrukking te brengen. Vrijwel altijd is de keuze voor kinderen een bewuste keuze. Een goede onderlinge liefdesband is daarbij een belangrijke voorwaarde. Het gebruik van voorbehoedmiddelen kan tot sleur leiden en zo de onderlinge liefde in gevaar brengen.Als ik dit zo opschrijf, vraag ik mij af of die celibatairen het ooit zullen snappen. De kerk leert nog steeds, dat de seksualiteit altijd in dienst moet staan van de voortplanting. Accepteer nu eens, dat die twee al jaren zijn losgekoppeld. Houdt de mensen de liefde als ideaal voor en ga in dialoog met ze, hoe je liefde in een relatie moet verstaan en hoe je de liefde steeds weer kunt voeden. Echte onbaatzuchtige liefde en zorg is iets anders dan verliefdheid en iets anders dan louter genotzucht.Als u zo over de deugd van liefde nadenkt, dan gaat u wellicht ooit beseffen, dat een vaste band tussen mensen van hetzelfde geslacht geen probleem is, maar een deel van de oplossing.Heilige vader verras ons met een initiatief om de dialoog te beginnen over de betekenis van de liefde in menselijke relaties. 

Maar drie van de vele hete hangijzers

Deze brief zal u wel nooit bereiken. U hebt vast heel veel te doen. U zou heel veel meer medewerkers kunnen krijgen als u met deze punten aan de slag gaat en er met bisschoppen, priesters en leken over gaat praten. De wereld zal aangenaam verrast zijn.Ik bid, dat de Geest u zal sterken en verlichten in de uitoefening van uw ambt tot heil van ons en van de gehele heilige kerk. 

John Jorna