DE ONZE LIEVE VROUWEPAROCHIE
Mijn jeugd speelde zich nog geheel af in de tijd van de verzuiling. Ons gezin behoorde tot de Rooms-Katholieke zuil. Wij jongens gingen naar de Onze Lieve Vrouweschool van de Fraters van Utrecht en mijn zusje naar de Annaschool van de Zusters van Liefde. Kinderen uit de Parochie van Onze Lieve Vrouw Onbevlekte Ontvangenis gingen meestal naar die scholen. Die parochie bestreek het gebied tussen het Park Sonsbeek aan de Westzijde en de wijk Klarendal aan de Oostzijde. Aan de Zuidzijde was de spoorlijn de grens en de parochie ging door tot en met de wijk Alteveer bij het Openluchtmuseum. In mijn klas zaten kinderen van de hogere middenstand tot kinderen van ongeschoolde arbeiders. Het jeugdwerk in de parochie kende de Sint Maartengroep van de Katholieke Verkenners en een groep van de Katholieke Gidsen. Toen ik volwassen was ging alles op in één beweging Scouting Nederland.
Ik wist vrij goed waar de katholieken woonden. Wij vormden een aparte leefgemeenschap binnen de wijk. Het Voortgezet Onderwijs was ook verzuild. Ik ging naar de RKHBS aan de Velperweg bij de Hoflaan. Die kreeg een gymnasiumafdeling en de school heette vervolgens jarenlang Het Katholiek Gelders Lyceum. Gelders, want we kregen leerlingen uit de Liemers en de hele Veluwezoom.
De Duitse bezetting begon op 10 mei 1940 en ik zat toen nog op de Kleuterschool. In september ging ik naar de Onze Lieve Vrouweschool, een Lagere School. In september 1944 kwam ik in de vijfde klas, maar dat duurde niet lang. Met de luchtlandingen op zondag, 17 september begon de Slag om Arnhem. De rest van de vijfde klas heb ik op een paar weken in Apeldoorn na niet gehad.
In Arnhem begonnen de scholen na de evacuatie pas weer in september 1945. Ik kwam met een kleine groep in een zogenaamde “opleidingsklas”, waar je werd klaar gestoomd voor het toelatingsexamen voor de HBS of het Gymnasium. De meesten kwamen op de RKHBS/het KGL. Maar er ging er ook een naar een seminarie en een naar het Stedelijk Gymnasium. Ik heb niet iedereen kunnen volgen, maar er waren zeer capabele mensen bij. Je kunt dan zien, dat dit katholiek onderwijs sterk heeft bijgedragen aan de emancipatie van het katholieke volksdeel. Katholieken kwamen geleidelijk ook aan de bak bij de overheid, rechtspraak, leger en marine, bedrijfsleven, wetenschappen en kunsten.
Sjaak, nu Jack was de zoon van een melkhandelaar en deed met mij in 1952 eindexamen HBSb, dus met wiskunde en natuurwetenschappen, Hij ging in Utrecht Sterrenkunde studeren, promoveerde op een onderzoek naar de zon en werkte in de VS in Arizona en was gasthoogleraar aan de Universiteit van Chicago. Ik mocht hem enkele jaren geleden kort ontmoeten. Hij vertelde, dat hij de hele wereld afreist om overal deel te nemen aan bijeenkomsten van wetenschappers. Ook bij de Nasa speelde hij een adviserende rol.
Jan Beneken heette toen Jan Kolmer. Hij ging in 1952 in Eindhoven studeren en specialiseerde zich in medische apparatuur. Als ik bij het zoveelste medische onderzoek of bij een behandeling weer eens in of onder zo’n indrukwekkend apparaat lag, dacht ik vaak: Zou Jan aan dit apparaat een bijdrage hebben geleverd?
In dat opleidingsklasje zat ook Vincent Bruyns, zoon van een correspondent van de Gelderlander in Rome. Was het zijn buitenlandervaring, die hem voor de diplomatieke dienst deed kiezen. Hij bracht het tot ambassadeur, maar stierf helaas erg jong.
Frits Rutte woonde dichtbij ons. Hij ging naar een seminarie en werd priester. Toen wij in 1961 in Nijmegen trouwden, was mijn broer Ben een jaar eerder priester gewijd. Met de pastoor van de parochie erbij werd onze Huwelijksviering een Mis met drie Heren. Onvoorstelbaar in deze tijd en toch 61 jaar geleden. Zoals heel veel priesters hield hij de celibaatsverplichting niet vol.
Paul Velthuis kende ik ook van de verkennerij en lange tijd maakten hij en zijn vrouw deel uit van een vriendengroep. Hij kwam vaak in Bunnik, waar hij vergaderingen had in het kantoor van de Bovag. In Nijmegen was hij directeur van een groot garagebedrijf.
Zelf werd ik na tien jaar basisonderwijs docent aardrijkskunde aan het Niels Stensen College in Utrecht. Als Voorzitter van de Kring Utrecht van het K.N.A.G. kon ik een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van het Aardrijkskunde-onderwijs. Dat vertaalde zich in het feit, dat wij Proefschool Nieuwe Media werden.
Als ik zo terug denk aan mijn jeugd zeg ik bij mij zelf wat het toch een voorrecht was deel uit te maken van zo’n groep begaafde mensen. Velen zullen niet meer leven, velen ben ik uit het oog verloren., maar ook onder hen zijn ongetwijfeld mannen geweest met bijzondere gaven. Xo denk ik aan Kees Schoevaars, die bij de administratie van de Arnhemse katholieke scholen werkt en later administrateur was van een grote scholengemeenschap in Alphen aan de Rijn.Al die mensen. Het geeft een gevoel van grote dankbaarheid.
15e Jaargang, Nr. 717.