Archive for oktober, 2018

Krimpgebieden en een overvolle Randstad

zaterdag, oktober 27th, 2018

Brief van de dag: We moeten onze blik oostwaarts richten

Naar aanleiding van deze Brief van de Dag stuurde ik onderstaande brief in. Hij werd geredigeerd en geschikt gemaakt voor publicatie. Helaas bleek na een week dat voldoende ruimte ontbrak. Dus komt hij met wat cursieve aanvullingen op mijn weblog.

Essenlandschap

De Brief van de Dag van Jan Goossensen van vrijdag, 19 oktober is mij uit het hart gegrepen. In en om Utrecht groeit de werkgelegenheid enorm en moeten er dus duizenden woningen worden gebouwd ten koste van het landschap. Terwijl Utrecht al het verkeersplein van Nederland is neemt door deze groei de lokale mobiliteit fors toe en ook dat gaat ten koste van de leefbaarheid. En dan lees je over de randgebieden van ons land, waar mensen vertrekken, de bevolking krimpt en het voorzieningenniveau daalt. Heel wat economische activiteiten zijn niet per se aan de Randstad gebonden. Vestiging in Salland, Twente of de Achterhoek kan daar de krimp verminderen.

Zo zien we in de provincie Noord-Brabant zeer hoogwaardige industrie, innovatieve bedrijven een onderzoeks- en adviesinstellingen. Bij andere metropolen zien we al tientallen jaren, dat instellingen en bedrijven uitwijken naar locaties op vele tientallen kilometers afstand van het centrum van de centrale stad. Redenen zijn de lagere grondprijzen, de aantrekkelijker woonomgeving met goedkopere bouwgrond, betere bereikbaarheid en meer rust. Toch ligt de centrale stad op betrekkelijk korte afstand en kan men volop van de voorzieningen daarvan genieten.

Met Goossensen verbaas ik mij over de voortgaande miljardeninvesteringen in de Randstad met het enorme risico vaneen veel ernstiger zeespiegelstijging dan men nu nog hoopt en met de nodige slagen om de arm verwacht. Men verwacht tegen het einde van de 21e eeuw een zeespiegelstijging van één meter, maar het kan ook drie meter worden. Zijn al die beslissers klimaatsceptici? Hebben ze een oneindig vertrouwen op de mensen van Rijkswaterstaat? Of zijn ze bang paniek te zaaien en een enorme beurskrach te veroorzaken?

Maar eigenlijk wil ik op het onderschrift bij de foto reageren. Het beeld toont niet echt een es, maar een veel kleinere ontginning met een enkele boerderij. Dan spreken we van een kamp. Je zou beter kunnen spreken van een kampenlandschap. In de Achterhoek vind je wel essen bijvoorbeeld bij Barchem. Daar vind je ver van het dorp aan de rand van de Barchemer enk ook los staande boerderijen.

Blad 33 van de grote Bosatlas toont twee typen van essen of enken of engen. Het meest bekende esdorp is een dorp met enkele boerderijen rond een brink met vaak een kerk en andere voorzieningen. Rond het dorp liggen drie akkerbouwgebieden, de drie essen. Die gaan terug op het oude drieslagstelsel. Op de ene es verbouwden alle boeren zomergraan, op een andere wintergraan en de derde es lag braak. Die verbouw roteerde, zodat de vruchtbaarheid van de grond gehandhaafd bleef. Een verbetering was de zogenaamde potstalcultuur. De essen werden bemest met schapenmest, vermengd met heideplaggen uit de potstal, waar de schapen ’s winters verbleven. Dan waren er ook nog de groengronden langs een beek, waar wat rundvee kon grazen en waar gehooid werd. Rond dit alles de heide, die door grazende schapen in stand bleef. Anders zou het snel weer bos zijn.

Het blad toont ook een flankes tegen de stuwwal van de Holterberg. Zelf ken ik de flankes van de Utrechtse Heuvelrug. Bovenop de Heuvelrug zag je 150 jaar terug vooral heide, waar de schapen graasden. Onderaan de helling lag een strook met akkerbouw. En verder van de Heuvelrug af vond je grasland op de rivierklei met hier en daar wat veen. Er zijn aan de voet van de Heuvelrug en langs de Langbroeker wetering veel buitenplaatsen ontstaan. Het gebied langs de Heuvelrug staat bekend als de Stichtse Lustwarande.

De Achterhoek vertoont een veelheid aan landschappen. Er zijn veel landgoederen rond de kastelen met een eigen verkaveling en vooral veel bos.. Er zijn heideontginningsgebieden gekenmerkt door een rationele verkaveling. Langs de beken en in de laagten tussen de dekzandruggen overheerst het grasland. De krimp ontstaat niet alleen door het vertrek naar de drukke Randstad, maar ook door de samenvoeging van agrarische bedrijven en de veel kleinere gezinnen dan vroeger. Daarnaast is door het vertrek van de jongeren de vergrijzing zo sterk, dat er weinig kinderen worden geboren. Het weidse landschap van de laagveengebieden ontbreekt. Het coulisselandschap overheerst. Inderdaad een aantrekkelijk woongebied. Als er nu ook nog eens meer werk was.

Jaargang 11, Nr. 536.

Zuid-Limburg heeft ons veel te bieden

zaterdag, oktober 20th, 2018

GENIETEN BIJ DE GEUL

Het jaarlijkse familieweekend bracht ons dit keer naar Mechelen in Zuid-Limburg. We troffen het met het weer en we waren daar niet de enigen. Zelden ben ik hier zo veel mede-wandelaars tegen gekomen. Gelukkig kon ik – nog herstellend van een serie bestralingen nog redelijk meekomen met allle activiteiten zoals boerengolf en met een stoeltjeslift van de Wilhelminatoren naar de kern van Valkenburg. Het jongere spul ging trouwens met een forse snelheid langs vele bochten rodelend naar beneden

Maar voor mij was het bezoek aan de Heijmansgroeve langs de Geul onder Epen een hoogtepunt. Deze steengroeve is genoemd naar de natuurvorser Eli Heijmans, die dit unieke plekje ontdekte en er bekendheid aan gaf. Voor de hele familie – we waren met zestien mensen – kon ik uitleggen, waarom dit een geologisch monument is, een uniek stukje Nederland. Dat ging zo:

“We gaan 325 miljoen jaar terug. Wat nu Nederland is ligt in de buurt van de evenaar en heeft een warm en vochtig klimaat. Dit gebied is dan zee, die wordt opgevuld met zand, klei en grint. Zo wordt de zee steeds ondieper en er ontstaat een moerasbos met heel andere planten dan we nu kennen: reuzevaren en reuzepaardenstaarten, zegelbomen en schubbomen. Zo vormen zich meters dikke lagen veen en dan begint het inkolingsproces. Het veen verandert in steenkool. Waarom vinden we hier dan geen steenkool? Het gebied werd door krachten van binnenuit de aarde opgeheven. Het land kreeg te maken met verwering. Het gesteente vergruisde en werd door water en wind afgevoerd. Zo verdwenen hier de steenkoollagen. Wat verder naar het Noorden, was de steenkool langs breuken in de diepte weggezakt. Daar is de steenkool bewaard gebleven. Daar waren onze steenkoolmijnen.

Hoe kan het nu, dat dit oude gesteente uit het Namurien, onderdeel van het Carboontijdperk hier aan de oppervlakte ligt. Want eigenlijk ligt dat gesteente hier dieper en komt pas verder naar het Zuiden aan de oppervlakte. De Geul heeft hier een diep dal uitgeschuurd tot in dat oude Carbonische gesteente. Dat zie je hier in de Heijmansgroeve.

In zulke oude gesteenten komen vaak ertsen voor. Verder naar het Zuiden bij Moresnet werd lood- en zinkerts gevonden. Daar waren ook fabrieken. Afval werd door het water via de Geul meegenomen en langs de Geul bevat de grond wat zink en daardoor groeide hier het zinkviooltje. “Natuurliefhebbers” hebben er weinig van overgelaten.

Onder mijn luisteraars was een stel, dat bezig was met een geologisch wandeling. Dus liefhebbers van het verre verleden lang voordat de mensheid ontstond, kunnen hier hun hart ophalen.

Jaargang 11, Nr. 535.

ING investeert in kernwapenfabrikanten

donderdag, oktober 18th, 2018

ING kernwapenvrij

Wist je dat ING de grootste investeerder in kernwapenbedrijven is in Nederland? De bank investeerde tussen 2014 en 2017 een bedrag van €756 miljoen in 9 kernwapenproducenten. Het is de hoogste tijd dat ING zich realiseert dat kernwapens onacceptabel zijn! Verspreid het nieuws via #INGkernwapenvrij!

De discussie over zomer- en wintertijd

donderdag, oktober 11th, 2018

TERUG NAAR DE AMSTERDAMTIJD?

Tot de Tweede Wereldoorlog kenden we in Nederland een eigen klokkentijd, de Amsterdamtijd. In Nederland was het 20 minuten later dan in Groot-Brittannië met de GMT. De Greenwich Mean Time of de West Europese Tijd. Met de Duitse bezetting kregen we de Midden Europese Tijd. Die hebben we sindsdien gehouden. Het is nu de wintertijd. In de zomer hebben we als zomertijd de Oost Europese Tijd.

Hoe werkt het met al die tijdzones? De aarde draait in 24 uur één keer om zijn as. In 24 uur draait de aarde 360o, dus in één uur 360o : 24 = 15o. Bij de indeling in tijdzones gaan we uit van de 0o – meridiaan, die over de sterrenwacht van het Londense stadsdeel Greenwich loopt. Als daar de zon gemiddeld in het Zuiden staat is het 12.00 uur GMT. De West Europese Tijdzone ligt tussen 7½oO.L. en 7½o WL, Nederland ligt dus eigenlijk in de West Europese Tijdzone. Als de zon op 15o OL in het Zuiden staat is het in de Midden Europese Tijdzone 12.00 uur. Greenwich moet dan nog 15o draaien voordat daar de zon in het Zuiden staat. Daar is het dus pas 11.00 uur GMT.

Hoe laat staat bij ons op 5o OL de zon in het Zuiden? We hebben in de zomer de Oost Europese Tijd. Daar is het 12.00 uur op de klok als de zon op 30o OL in het Zuiden staat. Dat is dus 25o verschil of 25 x 4 minuten= 100 minuten= 1 uur + 40 minuten tijdsverschil. Pas om 13.40 uur staat bij ons de zon gemiddeld in het Zuiden. Het midden van de dag is flink verschoven, maar ook de zonsopgang is later. Het wordt later licht en het blijft ’s avonds langer licht. De zon gaat in de zomertijd later onder. We hoeven niet zo vroeg de lampen aan te steken en we zouden op die manier elektriciteit besparen. De dagen duren in de winter veel korter. Het zou ‘s morgens veel langer donker blijven als we nog steeds de zomertijd zouden hebben. In mijn beroep zou ik de eerste twee lesuren grotendeels bij een donkere buitenwereld moeten geven. Lijkt me niet leuk. Kinderen moeten in het donker naar school en dat lijkt me niet erg veilig.

In Duitsland en de andere Midden-Europese EU-lidstaten is het eerder licht dan bij ons. Die vinden het niet erg het hele jaar door de Oost Europese Tijd (OET) te hanteren. In de West-Europese EU-lidstaten, België, Frankrijk, Spanje blijft het in de ochtend nog langer donker bij de OET en zelfs bij de MET. Als we van de tijdwisseling af willen, dan moeten we maar het hele jaar de Midden Europese Tijd hanteren in de gehele EU. Ruwweg ligt de EU tussen 9o WL bij Portugal (met GMT) en 30o OL bij Finland en Roemenië. De EU strekt zich uit over drie tijdzones en de Midden Europese Tijd zit daarbij in het midden. Nu hebben Portugal, Ierland en het Verenigd Koninkrijk West Europese Tijd en Finland, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Bulgarije, Griekenland en Cyprus Oost-Europese Tijd. Ik hoor nooit, dat het problemen oplevert. Op reis moet je je horloge steeds een uur verzetten. In het handelsverkeer gaat het allemaal uitstekend. Vervoerders en handelsfirma’s weten ervan en houden er rekening mee. Maar als Duitsland een andere tijd zou gaan hanteren, zou dat toch wel lastig zijn.

Jaargang 11, Nr. 534.

 

Problemen in het onderwijs en de zorg en bij de politie

zaterdag, oktober 6th, 2018

DE DEMOGRAFISHE FACTORT

Te lage beloning en te hoge werkdruk zijn de klachten in het onderwijs, de zorg en bij de politie. De afgelopen jaren hoorden we regelmatig over leerkrachten, die geen baan konden vinden en bezuinigingen bij de politie en in de zorg. Mensen werden ontslagen en de bonden stonden zwak bij hun salariseisen. Dat had natuurlijk invloed op de belangstelling om in het onderwijs en de zorg en bij de politie te gaan werken. Heel kortzichtig van de politiek, want je kon weten, dat na een aantal jaren veel ouderen zouden vertrekken en er tekorten zouden ontstaan. Wel de tekorten zijn er nu. De werkdruk neemt toe; nog extra door de vele vaak overbodige administratie. Zelfsturende teams vormen een deel van de oplossing. De personeelstekorten zijn structureel. Bij een te laag aanbod horen hogere prijzen. Aanzienlijke salarisverhogingen zijn nodig, want anders gaat niemand meer in deze sectoren werken. Je kunt de hoge huren niet betalen. Ook al wil je in de Randstad werken, wonen kun je er niet. Sociale huurwoningen zijn er veel te weinig en vaak worden ze ook nog verkocht. Bouwen voor de sociale sector is te duur voor te veel woningbouwcorporaties en te rechtse gemeentebesturen geven er al jaren veel te weinig prioriteit aan. Tsja, wie zijn billen verbrandt, moet op de blaren zitten.

In alle discussies over dit thema wordt één factor vaak over het hoofd gezien. De generatie, die tussen 1946 en 1952 geboren is, is nu met pensioen. In 1946 werden twee keer zo veel kinderen geboren als in de jaren ervoor, en ook daarna bleef het geboortecijfer nog lang erg hoog. We hebben al veel ouderen, maar de komende jaren neemt het percentage alleen maar toe. We zien een sterke vergrijzing en dus een toenemende vraag naar zorg. Tussen 1970 – en 1975 trad een scherpe daling van de geboortecijfers op. Daarna bleef het geboortecijfer laag met maar kleine schommelingen. Daardoor trad na enkele jaren een scherpe daling op van het aantal leerlingen. Scholen gingen dicht en vooral jonge leerkrachten werden ontslagen volgens het principe “Last in, first out”. Wie het laatst is benoemd wordt het eerst ontslagen. Straks gaan veel ouderen met pensioen en zijn er helemaal te weinig jonge plaatsvervangers. Zulke effecten zien je ook in de zorg en bij de politie. Soms ben ik bang, dat de toenemende hang naar eigenbelang de belangstelling voor deze sectoren geen goed doet. Je gaat er niet werken om rijk te worden. Je werkt er uit een zeker idealisme. Bovendien is de sociale status van onderwijsgevende flink gedaald. Wil men de tekorten echt opheffen, dan moet er flink geboden worden. Daarbij komt, dat de huidige generaties van autochtone Nederlanders nogal klein zijn. Weinig aanbod en hoge vraag betekent hoge prijzen.

Ik vrees, dat het erg moeilijk gaat worden om voldoende mensen te vinden. Ik zie ziekenhuizen vrij vaak van binnen en het valt me op, dat er in toenemende mate allochtoon personeel werkt. Ze werken vooral in gespecialiseerde functies, bijvoorbeeld mensen, die oogmetingen doen of een echo van je hart maken. Van het werven van Filipijnse verpleegkundigen hoor je de laatste tijd niet meer zo veel.

De politie wil meer allochtonen werven. Als de politie de werkdruk omlaag wil hebben, zal oom agent zijn allochtone collega toch beter moeten accepteren. Forse salarisverhogingen zijn zeker nodig. Het is gewoon de wet van vraag en aanbod. Er is nu al een sterfteoverschot onder de autochtone bevolking. Het sterftecijfer gaat de komende jaren flink stijgen door de vergrijzing. De jonge papa’s en mama’s zullen goed hun best moeten gaan doen. Het duurt dan weer minimaal twintig jaar voordat er voldoende mensen zijn voor de hier behandelde sectoren. Mijn ideaal is een stabiele bevolking. Dat vergt een vruchtbaarheidscijfer van 2,1. Per vrouw zouden gemiddeld 2,1 kinderen geboren moeten worden. Dat halen we nu niet.

Te veel beleidsfunctionarissen missen in eerste aanleg voldoende demografisch inzicht. Zo wreekt zich de jarenlange achterstelling van het vak aardrijkskunde, dat traditioneel als enige systematisch aandacht aan demografie besteedt.

Jaargang 11, Nr. 533.