TOT TRANEN GEROERD
Mijn leven is ingrijpend veranderd. Het was niet niks. Op 25 juni kreeg ik de mededeling, dat in de rechterhelft van mijn tong zich een 14 mm groot gezwel bevond. Dat moest weg. Ik moest geopereerd worden. Elke operatie heeft zo zijn risico’s. Daarover alsmaar piekeren is niet zinvol. Je wordt er alleen maar beroerder van. Ik moest het overgeven aan de artsen en als gelovig mens aan Onze Lieve Heer. Ik heb veel mensen enorm laten schrikken. Maar vervolgens leefden ze heel sterk met me mee. Ze stuurden lieve kaarten en E-mails, ze staken kaarsen op en ze baden voor me, dat het allemaal redelijk goed zou aflopen. Mijn broer vroeg de Zusters van de abdij in Oosterbeek mee te bidden en dat deden ze, een hele abdij. Mijn dochter stak in de Rozenkransbasiliek in Lourdes een kaars op. Zelf heb ik ook heel wat afgebeden. Ik weet, dat als Onze Lieve Heer vindt, dat je genoeg hebt gedaan en je einde is genaderd, dat al dat bidden niet helpt. Gods wil geschiedt. Een van die moeilijke onderwerpen voor theologen.
Voor seculiere lezers is dit maar een raar verhaal. Maar het is MIJN verhaal. Zo heb ik het allemaal beleefd. Het is niet verkeerd eens te zien, hoe anderen met narigheid omgaan. Zo begrijpen we elkaar beter. Net als bij andere columns hoeft niemand het met me eens te zijn. Als je maar nadenkt over het onderwerp. Ik vrees, dat er te weinig wordt nagedacht.
Na die eerste mededeling volgden een reeks onderzoeken. Ik heb met heel wat apparaten kennis gemaakt. Vaak moest ik denken aan mijn klasgenoot van de lagere school en de hbs, Prof. Dr. Jan Beneken, hoogleraar medische technologie in Eindhoven, die er waarschijnlijk direct of indirect aan heeft meegewerkt. Bedankt Jan! Na alle onderzoeken kwam het team tot een conclusie. Een langdurige operatie van negen uur, waarbij de tong ook hersteld zou worden, was niet verantwoord. Ik moest verder met een halve tong, maar ik zou nog kunnen spreken en slikken, maar dat moet ik nu nog leren. Toen volgde nog twee en een halve week wachten op de operatie. Ik kneep hem, dat intussen het gezwel zou groeien of dat er uitzaaiingen zouden plaats vinden. Het was moeilijk te erkennen, dat de artsen het verantwoord vonden. Maar twee en een halve week wachten is erg kort, kreeg ik van mijn zus te horen. Ik zorgde intussen zo goed mogelijk in conditie te blijven. Mijn ervaring van een vorige operatie leerde me, dat je dan ook weer sneller herstelt. Met het alsmaar warmere weer viel dat niet mee.
De operatiedag begon al vroeg. Ik kreeg een stretchbroekje aan en een operatie jasje. Met bed en al ging het op weg. In een enorme zaal werd ik opgevangen door de anesthesisten, die me naar de eigenlijke operatiekamer brachten. Al vlug ging ik onder zeil. Later hoorde ik, dat er twee slechte kiezen waren getrokken, dat er twee lymfeklieren in de hals waren uitgenomen en dat een deel van de rechterhelft van de tong was weggesneden. Die lymfeklieren worden gecontroleerd op uitzaaiingen. De kiezen moesten eruit omdat ze bij eventuele bestraling bijna niet meer te trekken zijn. Het weg gesneden tongdeel zal bij wetenschappelijk onderzoek gebruikt worden.
Ik ontwaakte uit de narcose op de recovery en mocht vrij snel terug naar mijn kamer. Ik had een infuus voor medicijnen, vocht en voeding, een katheter voor de urine en verder alleen het operatiehemd. De dagen erna raakte ik alles weer kwijt en begon met veel moeite te eten. Vla en pap gaat redelijk en daarmee gaan ook pillen naar binnen. Brood zonder korsten gaat, maar heel langzaam. Ik moet het allemaal weer leren. Intussen waren de verpleegkundigen bezig mij zo veel mogelijk alles zelf te laten doen en zo weer snel zelfstandig te worden. Ik dacht, ik wil een pluimpje van de zuster. Het waren echt zeer ervaren vakmensen. Dinsdag, 24 juli ben ik geopereerd. Donderdag, 26 juli was ik weer thuis. Als de operatie ingrijpender was geweest, dan was ik minstens tien dagen zoet geweest.
Tot begin augustus blijft het spannend. Dan horen we de uitslag van het onderzoek van de lymfeklieren. Tot nu toe is het geweldig zoals het nu gaat. Ik lag daar nog op bed en keek naar de fotokaart van het Mariabeeld in de grot in Lourdes. Plotseling stroomden tranen over mijn wangen. Het was allemaal goed gegaan. Wie moet ik nu bedanken? God of de artsen? Allebei was het antwoord tijdens een van de gesprekken. Ik weet niet hoe het nu verder gaat, maar mijn leven wordt heel anders, maar niet minder waardevol, hoop ik.
Jaargang 11, Nr. 523.