Archive for februari, 2016

Ketens van faillisementen

vrijdag, februari 26th, 2016

WIE SLEEPT V&D MEE IN DE ONDERGANG?

Het bericht over de ondergang van V&D riep bij mij gemengde gevoelens op. Mijn moeder vertelde soms het wat enge verhaal over het faillissement van de zaak van haar vader. Het enge was, dat haar vader daardoor in één nacht wit haar gekregen had. Voor mij als kind betekende het, dat failliet gaan iets verschrikkelijks is. Het riep bij mij angstgevoelens op. Het is ook een van de redenen, waarom ik Monopoly geen leuk spel vind. De andere reden is, dat ik het spel pedagogisch onverantwoord vind. Kinderen leren een ander onbarmhartig failliet te laten gaan. En ethiek is in het bedrijfsleven toch al ver te zoeken.

Het faillissement van mijn grootvader zou veroorzaakt zijn door het grootwinkelbedrijf, dat lagere prijzen hanteerde. Veel middenstanders wisten geen antwoord te vinden op die concurrentie. Nu overkomt V&D hetzelfde. Het zou mij niet verwonderen, dat daardoor opnieuw werknemers grijze haren krijgen. Het is opnieuw een ramp en er worden nog veel meer mensen door getroffen. Er zijn veel ouderen bij en iedereen weet, dat het tegenwoordig moeilijk is weer een baan te vinden wanneer je de veertig bent gepasseerd.

Maar daarnaast zien we winkelketens over de kop gaan, die bij V&D “inwoonden”. Zoals bij veel faillissementen zullen ook veel toeleveranciers en andere dienstverleners in de problemen komen. De vastgoedeigenaren toonden zich optimistisch over “vele” belangstellenden voor hun winkelpanden. Ik moet dat nog zien. Ze toonden zich nauwelijks bereid de huur flink te verlagen. Die ontzettend hoge huren zijn een belangrijke oorzaak van de ondergang van de ene winkelketen of kleine winkelier na de andere. Ik vermoed, dat vele vastgoedondernemers werken met geleend geld. Daardoor kunnen ze de huren niet laten zakken. Vinden ze geen nieuwe huurders, dan dreigt ook voor hen het faillissement. Het vastgoed gaat naar de banken en die kunnen er ook niets mee. Worden vervolgens ook de banken meegesleept in die keten van faillissementen?

Is het nu alleen maar een aanpassingsprobleem in de detailhandel? Of is het een gevolg van de gedaalde omzetten van de laatste jaren door de crisis? Is het een gezonde sanering, waarbij de sterkste firma’s overblijven? Waren er teveel winkels gekomen, toen de mensen in welvarende tijden maar bleven kopen? Komt nu de terugslag, nu de koopkrachtstijging achterblijft? Dat geldt bijvoorbeeld voor ouderen en langdurig werklozen, waarvan de koopkracht al jaren lang daalt. Maar in veel sectoren zie je de winsten stijgen, terwijl de lonen niet meestijgen. Veroorzaken de grote graaiers in het bedrijfsleven zo een crisis?

Of zou het allemaal te maken hebben met de bevolkingskrimp? De bevolking als geheel daalt nog niet. Dat komt ook door een al jaren durende immigratiegolf, die nu nog veel sterker in geworden. Je moet echter ook kijken naar de generaties. Terwijl het aantal 60-plussers toeneemt, vindt er ook ontgroening plaats. De 20-40-jarigen dalen in aantal. Die kopen veel als ze zelfstandig gaan wonen, maar nu dus minder. Dat effect zie je extra sterk in krimpgebieden. Daar zie je dan ook een veel grotere winkelleegstand. Als dit waar is, komt uit, waar ik al jaren geleden voor heb gewaarschuwd. Hoe gaan we onze economie aanpassen aan de bevolkingskrimp? Is immigratie een oplossing voor dit probleem? In Duitsland vinden ze van wel. Genoeg om over na te denken en voor de specialisten om op te studeren.

Jaargang 9, Nr. 399.

Lastige burgers

vrijdag, februari 19th, 2016

KRITISCH OF VERWEND

Eerst maar eens wat herinneringen oprakelen. Leerlingen vinden het leuk in het begin van de les een vraag te stellen, waarop een lang antwoord volgt. Voor de eigenlijke les is nauwelijks nog tijd. De leraar weet het wel, maar ziet zijn kans schoon om de klas echt iets te leren. Het is ongeveer 35 jaar geleden. De vraag aan mij was, wat nu eigenlijk toen het verschil was tussen links en rechts in de politiek. Ik gaf zo goed mogelijk antwoord en noemde ook de partijen op van links naar rechts. Tussen neus en lippen zei ik ook nog, dat ik lid was van de PPR. Die avond was er ouderavond en ouders vertelden geamuseerd, dat ik wat had losgemaakt. De klas had erna enorm gediscussieerd of ik wel mocht zeggen, dat ik lid was van de PPR. De keer daarop, dat ik de klas weer had, legde ik uit, dat het voor mij heel gemakkelijk zou zijn in mijn aardrijkskundelessen stiekem allerlei PPR ideeën naar voren te brengen, maar dat ze waakzaam zouden zijn, als ze wisten, dat ik van de PPR was. Zo zouden ze kunnen leren kritisch te luisteren. Toen stak een jongen zijn vinger op en zei: “Dus u wilt ons kritisch maken. Is dat niet erg lastig voor u?” Mijn antwoord was: “Dat kan best zo zijn, maar toch wil ik het.” Dat is een kostbare herinnering.

Wat jaren later werd een deel van de leerlingen minder prettig. Ze verwachtten, dat hun docenten ervoor zouden zorgen, dat ze een diploma kregen. Dat ze daarvoor zelf hard moesten werken ontging hen. Ze waren gewend thuis alles cadeau te krijgen en wel onmiddellijk. Ergens voor werken of lang sparen waren ze niet gewend. Ik noemde ze de verwende generatie. Motivaction spreekt over de grenzeloze generatie. Hun ouders hebben hen nooit grenzen gesteld. Ze zijn gewend om alles te krijgen, wat hun hartje begeert. Hun hebzucht is grenzeloos.

Bunnik is maar een kleine gemeente qua inwonertal. Het valt niet mee, de begroting sluitend te krijgen zonder de toch al hoge gemeentelijke lasten verder te verhogen. Dus zoekt men andere inkomstenbronnen en men poogt de lasten te verlagen. In de dorpen vind je nogal wat openbaar groen, vooral speelgroen. Soms grenst het aan tuinen. Als je die aangrenzende stukken groen aan de aangrenzende bewoners verkoopt, kan dat aardig wat opbrengen en dalen de kosten van het gras maaien. Een aantal inwoners krijgen door de aankoop van dat ‘snippergroen’ een grotere tuin. Maar er is minder speel- en wandelgroen. Kritische burgers trekken aan de bel. Het bestemmingsplan laat het niet toe. Het moet worden aangepast. Beseffen ze, dat ze met al dat groen eigenlijk erg verwend zijn?

Zo moet er ook ruimte worden gevonden voor meer sociale huurwoningen. Daaraan is al heel lang een tekort. Maar bij elk woningbouwproject doen de projectontwikkelaars moeilijk. Ze verkopen liever dure koopwoningen, dan zo goedkoop mogelijk sociale huurwoningen te bouwen. De taakstelling om vluchtelingen te huisvesten wordt voor elke gemeente elk jaar hoger. Dus moet er nu op stel en sprong ruimte gevonden worden. Dat is lastig, want die ruimte is er nauwelijks. De volkstuinen dan? Pas gevestigde bewoners zouden hun mooie uitzicht kwijt raken en de tuinders hun tuin en hun heerlijke maaltijden van zelf verbouwde onbespoten groenten. Dat deel van het plan ging niet door.

Moet er dan toch al begonnen worden in het gebied, dat door de drukke N225 van het dorp met alle voorzieningen wordt gescheiden? Zijn ze in het dorp Bunnik eindelijk van veel doorgaand verkeer verlost en dan begint de ellende voor Odijk. Eerst moet die provinciale weg verlegd worden. Vanmiddag hoor ik, dat er mensen zijn, die het verzet tegen de komst van vluchtelingen willen organiseren. Dat zijn mensen, die niet goed in ons dorp geïntegreerd zijn. In Odijk hebben we iets voor elkaar over en iedereen is hier welkom. Vreemdelingenhaters horen hier niet.

Achtste jaargang, Nr. 398.

Zeven onterechte redenen om nee te stemmen bij het Oekraïne referendum

zaterdag, februari 13th, 2016

LAAT JE NIETS WIJSMAKEN

Laat ik beginnen met u te vertellen, dat ik geen subsidie heb aangevraagd voor deze serie over het Oekraïne-referendum. Eerst een dwaas referendum afdwingen en vervolgens er nog aan verdienen ook. Je moet maar lef hebben.

Daarbij worden tal van drogredenen genoemd waarom je tegen het associatieverdrag van Oekraïne met de EU zou moeten zijn. We gaan er een aantal bespreken.

  • We moeten het machtige Rusland niet voor het hoofd stoten. We moeten net als Chamberlain in 1938 met Hitler deed het op een akkoordje zien te gooien. Ik dacht, dat we intussen zouden weten, dat we dictatoren, die zo maar stukken van buurlanden annexeren vooral niet hun gang moeten laten gaan. Als de Oekraïners in grote meerderheid meer vertrouwen hebben in het Westen, dan moeten we ze daarin steunen. Nee zeggen is verraad aan de mensen in de Oekraïne.
  • Het associatieverdrag is slecht voor de mensen in de Oekraïne. Als de wederzijdse handelsbelemmeringen wegvallen, neemt de onderlinge concurrentie toe en zowel in West-Europa als in Oekraïne kunnen sommige activiteiten de concurrentieslag verliezen. Maar uiteindelijk zal de netto opbrengst van de toegenomen handel positief zijn voor Oekraïne en voor West-Europa. De grotere markt biedt meer afzetmogelijkheden. Als in het Westen de appeloogst mislukt, terwijl die in Oekraïne uitzonderlijk goed is, kan het overschot verkocht worden in het Westen. Westerse ondernemingen zien in de lage lonen en de toch redelijk geschoolde bevolking een reden om te investeren. Op den duur stijgt door meer werkgelegenheid de welvaart in het land. Rusland kent beperkte vrijheid en dat vertaalt zich in minder creativiteit en zo tot minder innovatie. De welvaart van de afgelopen jaren berustte vooral op olie- en gasexport. Ook op lange termijn is dat een onzekere welvaartsbron omdat we overschakelen naar duurzame energie.
  • Het verdrag is slecht voor ons. Ook hier geldt, dat de netto opbrengst positief is.
  • Het hele associatieverdrag is een opzetje van grote ondernemingen. Dus zijn we tegen dit kapitalistische complot. De SP komt daar vaak mee. Ongetwijfeld zijn grote ondernemingen hier en in Oekraïne voor dit verdrag. Zij profiteren van de toegenomen handel. Dat geldt ook voor hun werknemers en toeleveringsbedrijven. De toegenomen koopkracht levert opnieuw werk en zo komen we in een klimmende spiraal. Dat gebeurt alleen als de winsten ook doorgegeven worden naar Jan en alleman en niet in de zakken van enkele aandeelhouders verdwijnen. Alleen onze krachtenbundeling in de EU kan deze uitwas van het neoliberalisme tot aanvaarbare proporties beperken. Een landje alleen kan niet op tegen de macht van de multinationale ondernemingen. Als de SP dat nu eens eindelijk zou begrijpen. Internationale solidariteit van de arbeiders.
  • Dit is een mooie manier om je tegen de macht van de EU te verzetten. We zijn tegen de EU en dus tegen het verdrag. Het is soms heel ouderwets nationalisme, dat mensen tot zo een houding brengt. Dat nationalisme heeft ons eeuwen lang steeds weer oorlogen gebracht. Een goed werkende EU is een waarborg voor vrede in Europa. Oorlog is geen spelletje, dat je op een computer speelt. Oorlog is dood, honger, ziekte, kou, verwoesting, verkrachte meisjes en vrouwen, dwangarbeid, gevangenschap en massavernietiging. Als je dat wilt, moet je de EU ontmantelen.
  • Zo kunnen we het kabinet Rutte een hak zetten. Het zou inderdaad uiterst onaangenaam zijn, wanneer dit raadgevend referendum een meerderheid voor nee oplevert tijds het Nederlandse voorzitterschap van de EU. Ik vind, dat dit kabinet goede dingen heeft gedaan, maar de echt wezenlijke problemen worden onvoldoende aangepakt. Dan denk ik aan de toenemende ongelijkheid en de onvoldoende aanpak van de milieuproblematiek. Een nee tegen het associatieverdrag zal de oplossing van deze problemen echt niet dichterbij brengen.
  • Het associatieverdrag is een voorbode van het lidmaatschap en we willen geen verdere uitbreiding van de EU. Er zijn wel voorbeelden van lidstaten, die eerst een associatieverdrag met de EU hadden. Ik denk aan Kroatië. In het geval van Oekraïne is er geen enkele kans op een spoedig lidmaatschap. Het land voldoet niet aan de Kopenhagen criteria. Er is veel te veel corruptie tot in de hoogste kringen. De mensenrechten worden niet voldoende geëerbiedigd. In het Oosten van het land woedt een burgeroorlog, al kun je die ook zien als een vorm van Russische agressie. Binnen afzienbare tijd zal er geen verandering in komen. Dus is voor Oekraïne een lidmaatschap niet weggelegd, hoe graag het land het ook zou willen. We kunnen het land wel steunen bij het verbeteren van de situatie.

Mijn conclusie is, dat ik ga stemmen en dat ik dan ja stem. Ik hoop dat het verstand het wint en niet de soms terechte emoties.

Jaargang acht, Nr. 397.

Over dood en ondragelijk lijden

vrijdag, februari 5th, 2016

INDIVIDUALISERING OF ZORG VOOR EL­KAAR?

Voor mij was het gisteren, 4 februari 2016 een bijzondere dag. De laatste tante, de generatie boven ons, werd be­graven. Euthanasie en hulp bij zelfdoding kwamen in het nieuws door de bekentenis van de moordenaar van Els Borst en door de presentatie van het rapport van de Commissie Schnabel over hulp bij zelfdoding. En ik zag duidelijke verbanden.

Mijn tante, de vrouw van een broer van mijn vader werd heel oud, ouder dan andere familieleden. Ze was 95 jaar, acht maanden en twee weken oud toen ze overleed. Vo­rig jaar vierde ze haar vijfennegentigste verjaardag met haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, met twee broers en neven en nichten en vrienden en vriendinnen. Het was heel gezellig. Iedereen ging even bij haar zitten en ze toonde voor iedereen belangstelling. Hoe was het met mij na die ingrijpende operatie een jaar eerder? En iedereen leefde met haar mee en met haar leven in het verzorgingshuis. Dat medeleven toonden we het laatst bij de viering ten afscheid en de begrafenis. Kinderen reden de baar met de kist naar voren in de kerk. Achterkleinkinderen ontstaken de kaarsen bij de baar, kleinkinderen lazen de voorbeden voor en een schoonzoon las uit de Brief van Paulus aan de christenen in Korinthe over de liefde. En een neef kon voorgaan in die viering en dat was maar gelukkig ook, want zo veel voorgangers zijn er tegenwoordig niet meer. Hier zag je verbondenheid en zorg voor elkaar.

Ik moest weer denken aan de laatste maanden van haar schoonzus. Vrij kort voor haar overlijden was ze ernstig ziek. Ik zag haar daar liggen als een zielig hoopje mens, terwijl ze altijd een statige Haagse dame was. Zelfs als ik haar in een rolstoel door het nabijgelegen winkelcentrum duwde wist ze haar waardigheid te behouden. Ze was altijd ongehuwd gebleven en had zelf geen kinderen, maar bij een Surinaams gezin vervulde zij de rol van plaatsvervangend oma. Die familie kwam op bezoek en zag haar daar in haar ellende. Ze begonnen uit alle macht te bidden om genezing. De antibiotica hielpen en ze genas. Mijn tante besefte, dat haar leven ondanks haar ouderdom met ziekte en gebreken toch zin had. Die hele Surinaamse familie hield van haar.

Soms hoor of lees ik over mensen, die ‘kind nog kraai’ hebben. Ze sluiten zich af voor iedereen. Ze willen geen contact. Ze gaan nergens heen. Ze missen sociale vaardigheid om een kring van vrienden en kennissen en buren om zich heen te verzamelen. Ik hoor van mensen van een bezoekgroep, dat daar niet doorheen te breken is. Ze willen ook geen hulp. Het kan best, dat psychologen dan spreken over existentiële eenzaamheid. Er is geen oplossing voor, want hij of zij wil geen oplossing. Dan is euthanasie of hulp bij zelfdoding evenmin een oplossing. Misschien wel voor hulp?verleners, die van het probleemgeval af zijn.

Terecht wijst de Commissie Schnabel op het belang van de gemeenschap. We moeten er zijn voor die buren, die alleen door het leven gaan. Er zijn ook zeer weerbare mensen, die toch lijden aan het leven. Ze zien geen zin meer in het leven en ze weigeren naar zin te zoeken. Ze willen, nee ze eisen wel een oplossing voor hun probleem. Ik moet maar leven en ik heb er geen zin (meer) in. Ik wil ook niet de zin zien of daarop wachten. Dus eist zo iemand, dat er een einde aan komt. Ze beseffen niet, dat zij anderen opzadelen met een probleem, dat zij zelf veroorzaken door hun levenshouding. Naar mijn mening terecht wil de Commissie Schnabel niet meewerken aan verdere verruiming van de wetgeving: geen hulp bij zelfdoding en geen euthanasie. De echte gevallen van ondragelijk lijden kunnen geholpen worden. Zelfmoord is niet strafbaar, hulp bij zelfdoding wel.

Het is opmerkelijk welke enorme druk wordt uitgeoefend om de wetgeving te verruimen. Partijen als D66 vooral, maar ook de PvdA, de VVD en zelfs GroenLinks beseffen niet hoe gewelddadig hun wetgevingswerk op tegenstanders overkomt. Ze juichen over alle vrijheid, waarmee we tegenwoordig gezegend zijn, terwijl anderen gruwen van wat er tegenwoordig allemaal mag. Ik ben steeds bang geweest voor de gestoorde enkeling, die zoals moordenaars van abortusartsen in de USA tot geweld overgaan. Ik vind het vreselijk en tegelijk voel ik iets van medelijden voor de moordenaar van Els Borst. Zij was een geweldige vrouw en handelde uit een diepe overtuiging. Waarom haar moordenaar zo handelde zullen we waarschijnlijk nooit echt kunnen begrijpen. Het lijkt erop, dat hij zelf wist, dat zijn innerlijke drang verkeerd was. Hij wilde geholpen worden, maar dat gebeurde niet. Ook hier voelde onze samenleving niet de verantwoordelijkheid voor de ander in nood. Het wordt tijd voor bezinning.

Jaargang 8, Nr.396.