Archive for oktober, 2015

Bunnik en het doorgaande verkeer

vrijdag, oktober 30th, 2015

DE DRIEDELING VAN BUNNIK BLIJFT

Binnenkort is het mogelijk om vanuit de richting Utrecht buitenom het dorp Bunnik naar de A12 en via de N229 naar Odijk, Werkhoven, Cothen en Wijk bij Duurstede te rijden. En natuurlijk ook naar Houten, Langbroek en Doorn. Dat gaat een forse ontlasting van de Bunnikse traverse betekenen, maar verkeer naar de Bunnikse wijken en via de Sportlaan – Koelaan naar Zeist zal de traverse blijven gebruiken. Perspectief 21 de lokale progressieve partij organiseerde afgelopen woensdag, 28 oktober een brainstormavond over de kansen voor verbetering van de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid. Ik ben geen inwoner van het dorp Bunnik, maar ik heb wel belang bij de verkeerssituatie aldaar.

Wat is voor mij en voor andere inwoners van Odijk en Werkhoven belangrijk? We moeten op een prettige manier door Bunnik naar de winkels aldaar, naar Zeist, naar de Uithof en naar Utrecht kunnen fietsen. Ook per auto en per lijnbus 41 moeten de winkels als de boekhandel, de fotoshop, de vishandel, de bloemist de Blokker in Bunnik bereikbaar blijven. Als Bunnik veel verkeer trekt, moet de ontsluiting van het dorp daar kansen toe bieden. Met alle drukte roepen mensen soms: We sluiten de boel af. Dat kan natuurlijk niet.

Waardoor trekt Bunnik zo veel verkeer? Bunnik heeft veel eigen werkgelegenheid, vooral kantoren met het bedrijventerrein De Twaalf Apostelen als belangrijkste verkeersaantrekker. Het ligt aan de Westzijde van het dorp en ongunstig ten opzichte van de afritten van de A12 en de dorpen langs de N229. De gemeente verwacht, dat het verkeer naar de Twaalf Apostelen buitenom zal rijden en dan via een stukje traverse naar het kantorengebied, maar dat is nog maar de vraag. Eigenlijk moeten we de toekomstige ontwikkelingen eerst afwachten, voordat verdere plannen kunnen worden gemaakt. Maar ontmoediging van het verkeer via de traverse lijkt logisch.

Hoe kunnen we de leefbaarheid van Bunnik bevorderen door de traverse tussen de Van Zijldreef en de Julianalaan aan te passen? Een interessante suggestie was de hoofdrijbaan te reserveren voor autoverkeer en voor parkeren. Door verschuiving van de wegas kan de snelheidsbeperking tot 30 KM/uur worden afgedwongen. De parallelwegen kunnen dan voor fietsers en voetgangers worden bestemd, die niet langer gehinderd worden door autoverkeer en geparkeerde auto’s.

Bunnikers zouden het geweldig vinden wanneer het dorpscentrum meer een eenheid wordt met een dorpsplein met terrasjes en leuke winkels, een echte ontmoetingsplaats. Dan zou het parkeren meer naar de randen van het centrum moeten. Winkeliers roepen dan, dat hun klanten voor hun winkel willen parkeren. Mensen zijn nogal dubbel in hun verlangens. Het aantrekkelijke van het Bunnikse winkelcentrum is het gratis, maar door de blauwe zone toch beperkt parkeren. Voor een ondergrondse parkeergarage zal geen geld zijn. Dat kan ook niet gratis, maar zo zou een aantrekkelijker winkelgebied kunnen ontstaan. Het is maar wat je wilt.

De Julianalaan is eigenlijk qua profiel een woonstraat, maar moet helaas veel verkeer verwerken. Zeist heeft veel werkgelegenheid en het personeel komt ten dele via de A12 en via de N229 door Bunnik naar Zeist. Men hoopt, dat de tunnel onder het spoor bij station Driebergen-Zeist een ontlasting voor Bunnik zal betekenen. Veel kantoren zitten aan de Westzijde van Zeist en dan is de route via Bunnik sneller. Een rechtstreekse aansluiting van Bunnik op de A12 is onmogelijk en niet alleen vanwege de hoge kosten, maar ook vanwege de verkeer aantrekkende werking op een punt bij Slot Zeist, waar Zeist dat terecht liever niet heeft. De Julianalaan zal druk blijven.

Jaargang 8, Nr. 382.

Kerksluitingen

vrijdag, oktober 23rd, 2015

EIJK EN CONSORTEN ONTNEMEN MENSEN DE MOED EN HUN GELOOF IN GOD

Als er duivels bestaan, dan moeten die wel heel blij zijn met de huidige leiding van het aartsbisdom. Iedereen ziet het kwaad in de wereld en het heeft vele gedaanten. Kijk naar Syrië en Irak en het wordt moeilijk daar nog goede mensen te ontdekken. De Kerk leert van alles over het kwaad en over duivels. Zijn er duivels, die ons verleiden tegen God en tegen het goede in te gaan? Je kunt ze niet waarnemen, maar hun werk is in onze wereld heel goed waarneembaar. Een kleine inleiding om duidelijk te maken, dat iedereen bloot kan staan duivelse verleidingen, ook een kardinaal-aartsbisschop.

Op 11 oktober was de uitzending van Kruispunt gewijd aan kerksluitingen. Het was voor mij en voor anderen een deprimerende ervaring. Als u de uitzending zelf wilt zien klik dan op de link. http://www.kro-ncrv.nl/kruispunt/seizoenen/2015/30-141534-11-10-2015 U kunt dan zien hoe in de omgeving van Ulft in de Gelderse Achterhoek in allerlei kleine dorpen de kerken dicht gaan. Misschien blijven er twee open. Hoe hebben die kerken zich eeuwenlang weten te handhaven? Vaak via erfenissen kregen ze veel onroerend goed in bezit en met de opbrengst daarvan en de giften van de parochianen was het mogelijk de kerk in stand te houden en in het levensonderhoud van de parochiepriester te voorzien. Die pastoor kreeg bovendien van de boeren veel giften in natura. Wat is er veranderd? De bevolking krimpt. Bij gebrek aan een opvolger worden agrarische bedrijven opgeheven en met de grond worden andere bedrijven vergroot, zodat een rendabele bedrijfsvoering mogelijk wordt. Lang niet alle bedrijfsgebouwen blijven permanent bewoond. In het gebied is niet veel alternatieve werkgelegenheid zoals de traditionele metaalindustrie meer. Dan zie je de winkels verdwijnen, het café, de sportclub, de school en nu ook de kerk. Het lijkt een onontkoombaar proces en toch zijn er kleine kernen, die er in slagen voorzieningen overeind te houden. Dat vraagt een forse inzet van de bewoners en veel inzet van vrijwilligers, die bijvoorbeeld een kleine supermarkt runnen of een dorpshuis overeind houden.

Dat kan ook met een kerk. Dan moeten er voldoende goed toegeruste vrijwilligers zijn en er moeten voldoende inkomsten zijn. Meestal zijn er wel vrijwilligers, maar de toerusting vormt een probleem. De vroegere pastorale school bestaat niet meer en het alternatief wordt niet bepaald nadrukkelijk gepromoot. Vrijwilligers en pastoraal werkers m/v worden niet echt op waarde geschat door de bisdomleiding evenals de vieringen, die door hen verzorgd worden. Het ideaal van de bisdomleiding is, dat iedereen naar dat ene eucharistisch centrum gaat. Dus moet straks iedereen naar Ulft. En dat kunnen maar weinig mensen opbrengen. Die weinigen zijn in de ogen van de bisdomleiding de echt goede katholieken en de rest wordt door de Maliebaan afgeschreven. Hun jaarlijkse bijdrage aan de Actie Kerkbalans zal ongetwijfeld sterk teruglopen en zo zitten we in een neerwaartse spiraal. Intussen beschikt de megaparochie over meer dan 14 miljoen Euro aan kapitaal, vooral in de vorm van onroerend goed en afkomstig van de vroegere kleine dorpskerken. Zeven ton aan inkomsten lijkt me niet te hoog geschat. Niet direct een goede herder, die zijn schapen zo in de steek laat.

Daarom vond ik deze uitzending zo deprimerend. Schapen, die zich gewillig naar de slachtbank laten leiden. Een pastoor, die misbruik maakt van het gebrek aan kennis van het kerkrecht, want met de sluiting loopt hij vooruit op een situatie, die zich over tien jaar zal voordoen. Dat mag kerkrechtelijk niet. Maar is er een alternatief? Dat vergt een totaal ander beleid. Het vraagt vertrouwen in gewone mensen, in leken. Het vraagt de bereidheid veel verantwoordelijkheid te leggen bij die lokale geloofsgemeenschap. Het is daarbij nodig jongere randkatholieken dringend uit te nodigen aan de slag te gaan voor de eigen lokale gemeenschap. Het vraagt de inzet van velen en het vraagt offervaardigheid van iedereen. Het gebrekkige geloof van de huidige bisdomleiding verhindert een beleidsomslag aan de Maliebaan. We zullen het zelf moeten doen. We zullen ons niet laten ontmoedigen door een stel ongelovige prelaten. We willen geen handlangers van hen zijn door de lokale gemeenschap in de steek te laten. We houden onze kerken open.

Jaargang 8, Nr. 381.

Individu versus gemeenschap

vrijdag, oktober 16th, 2015

JE KUNT TOCH BEST EEN GOED MENS ZIJN ZONDER BIJ EEN CLUB TE HOREN

Deze week heb ik gecollecteerd voor de Brandwondenstichting. Het was echt wel een succes, want op de ruim 120 adressen kreeg ik maar twee keer een pertinente weigering. Het was erg koud met een snerpende wind ook nog. De mensen zeiden ook, dat het koud was. Opeens antwoordde ik: “Als zoveel mens zo veel geven krijg ik het er warm van.” Ik kreeg vaak een glimlach terug al moesten veel mensen er eerst even over nadenken. Het duidt op een levend gemeenschapsgevoel. Mensen met brandwonden moet je echt helpen. Het waren allerlei mensen: man of vrouw, jong of oud, welvarend of met een krappe beurs. Achter zo’n collecte zit een forse organisatie. Als je brandwondenslachtoffers wilt helpen kun je dat nooit alleen.

Die ervaring heb ik heel vaak in mijn leven opgedaan. Een scoutinggroep oprichten of een lerarenclub of een lokale politieke partij; je doet het nooit alleen. Zelfs dit blog schrijven. Ik heb uiteraard een provider nodig, maar als ik die vier tot vijfduizend unieke bezoekers per maand niet had, dan had al dat schrijven geen zin. Zonder het te beseffen vormen al die mensen een kenmerkende groep.

Ik heb het al vaker geschreven. Het einde van de verzuiling heeft mensen van een soort tehuis beroofd. Binnen de zuil waren er voor mensen in nood vele mogelijkheden. Vaak wordt er tegenwoordig geconstateerd, dat er nogal wat mensen lijden aan eenzaamheid. In ons diaconaal beraad praten we er vaak over. Het blijkt nogal moeilijk om zulke mensen echt uit hun eenzaamheid te verlossen, zelfs als onze bezoekgroep contact met ze heeft. Maar heel veel mensen horen tegenwoordig nergens meer bij. Hoe bereik je die? We stuitten op het probleem, dat mensen zelf geen auto meer kunnen rijden. Ze kennen niemand, die hen kan helpen en voor een taxi is er geen geld. Zo hebben we nu in Odijk een coöperatie opgericht, waarvan iedereen lid kan worden voor 2 Euro per maand. Dan kun je gebruik maken van de dienst “Chauffeur van Odijk”. Het idee is bij de kerken opgekomen, maar juist om iedereen te helpen, hebben we het bij die coöperatie ondergebracht. Elke Odijkenaar kan er vrijwilliger worden en iedereen kan er gebruik van maken. Zo ontstaan overal nieuwe verbanden, waar mensen onderdak vinden.

Lord Robert Baden Powell zag als zijn opdracht in het leven de wereld een klein beetje beter achter te laten dan je hem gevonden hebt. Dat idee vind ik nog steeds zeer inspirerend. Tegelijk besef ik, dat ik in mijn eentje weinig kan. Ja, ik kan een goed mens zijn zonder bij een kerk of een levensbeschouwing of een beweging te horen, maar als ik werkelijk wat wil bereiken, dan kan ik dat nooit alleen. In onze geloofsgemeenschap van de H. Nicolaas in Odijk beseffen we dat allemaal heel goed. We vormen een warme gemeenschap. We zijn er voor elkaar en we zijn er voor al die anderen. Elke zondag vieren we die gemeenschap. Als iemand ernstig ziek is leven velen met hem of haar en de familie mee. Als iemand overlijdt komen honderden mensen naar zijn afscheid. We staan niet alleen.

Een geloofsgemeenschap draait niet om allerlei geboden en verboden, zoals sommigen nog steeds denken. Natuurlijk zijn er kerkelijke potentaten, die hun uiterste best doen dat oude beeld te handhaven. Intussen zijn we druk bezig die wereld waarin we leven een klein beetje beter achter te laten dan we hem gevonden hebben. Jezus van Nazareth is een inspirerend voorbeeld.

Wat zou het fijn zijn als zeer veel jonge mensen zouden ontdekken, wat de waarde en de vreugde is van samen gemeenschap zijn.

Jaargang 8, Nr.380.

Solidair met de armsten en met de natuur

vrijdag, oktober 9th, 2015

DE WAARDEN VAN SECULIERE MEDEBURGERS

Onlangs hoorde ik samen met een groep Rooms-katholieken een boeiende lezing over de groeiende tegenstelling tussen arm en rijk in de wereld. Het onderwerp komt ook in de toespraken en de geschriften van paus Franciscus voortdurend terug. In zijn encycliek Laudato si legt de paus een voortdurend verband tussen het milieuvraagstuk en de armoede. De hele lezing was sterk bijbels gefundeerd. Jezus van Nazareth leert ons hoe wij met de minsten der Zijnen om moeten gaan. Denk daarbij aan de vluchtelingen, die in grote aantallen Europa binnen komen. Na de lezing stelde ik de vraag welke aanknopingspunten er zijn bij die mensen, die aan de Bijbel geen boodschap hebben. Wat kan hen motiveren om de eigen rijkdom te matigen en de armen bij te staan. Wat kan hun houding tegenover Gods schepping verbeteren? De spreker was niet gewend om zich tot die doelgroep van seculiere medeburgers te richten. Maar sindsdien heeft mijn vraag mij bezig gehouden.

Hulp aan armen, verdrukten, zieken, eenzamen, stervenden vormt de kern van de boodschap van Jezus van Nazareth. Je moet er altijd zijn voor je naasten. God liefhebben en de naasten gelijk je zelf is het voornaamste gebod. In moderne woorden: het draait om solidariteit. In elke menselijke beschaving leefde dat besef. Een horde jagers en verzamelaars kon niet overleven zonder onderlinge solidariteit. Dan weer de een , dan weer de andere jager kwam met een jachtbuit binnen en dan was het samen delen vanzelfsprekend, want een volgende keer had een ander het geluk. Bij sommige volkeren zie je prachtige woonhutten en als we ons afvragen hoe iemand zo’n hut in zijn eentje kan bouwen, hoor je dat het hele dorp mee gewerkt heeft. Iemand, die er altijd de kantjes van afloopt krijgt geen hulp. Solidariteit is altijd iets wederzijds.

Dat besef is door de individualisering bij een flink deel van de bevolking weg gezakt. De jonge hoog opgeleide werknemer dopt zijn eigen boontjes. Hij zorgt voor een goed salaris, prima secundaire arbeidsvoorwaarden en een auto van de zaak. Hij weet, dat de baas hem nodig heeft. Daarom is hij ook geen lid van een vakbond. Aan een cao heeft hij geen boodschap. Misschien is dat tijdens de crisis veranderd. Afspraken, die berusten op eigenbelang van werkgever en werknemer houden in een crisissituatie moeilijk stand. In deze tijd zie je hoe werknemers in onderlinge solidariteit een fatsoenlijk loon moeten afdwingen. De arbeidsonrust neemt toe. Er zijn bedrijven, waar de baas zich steeds weer solidair toont met zijn werknemers. Hij geeft een fatsoenlijk loon, maar toont ook interesse in het wel een wee van zijn mensen. In zo’n onderneming zijn de werknemers bereid tot maximale inzet. Ze leveren kwaliteit. Ze komen met goede ideeën. Het besef van onderlinge afhankelijkheid en daarmee de noodzaak van solidariteit moet weer terugkomen in de samenleving. Uit eigenbelang is het verstandig solidair te zijn.

De grootste misdaad van Geert W. is, dat hij de arbeiders van Nederlandse komaf opzet tegen arbeiders van buitenlandse komaf. Zij pikken onze banen in. Zo verstoort hij hun onderlinge solidariteit en daar lijden ze allemaal onder. Het is strijdig met de waarden van christendom en socialisme en het is zeer on-Nederlands. De individualisering, die ontaard is tot egoïsme maakt dit mogelijk. Als mensen dat nu eens gingen inzien.

Dezelfde egoïstische houding zie je terug in het milieugedrag van sommige mensen. Vandaag hoorde ik op het nieuws, dat mensen het roetfilter op hun auto laten uitschakelen om harder te kunnen rijden en minder brandstof te gebruiken. Het roet in de atmosfeer is letterlijk dodelijk voor lijders aan astma en COPD. Hetzelfde geldt voor het Volkswagenschandaal, dat waarschijnlijk meer merken zal treffen. Ik vind dit echt crimineel gedrag.

Bij welke mensen kun je nu aankloppen om steun voor de bescherming van natuur en milieu? Wie zijn de mensen, die de waarde van een schoon milieu en van natuurbehoud inzien? Mensen. die ook bereid zijn daar consequenties aan te verbinden. Ik dacht aan aanhangers van de Dierenpartij en GroenLinks, aan donateurs van Natuurmonumenten en de provinciale landschappen, milieuclubs als Milieudefensie, Greenpeace en Natuur en Milieu, Joden en christenen, die Gods schepping willen beschermen, wetenschappers en bedrijven, die zich met natuur en milieu bezighouden. Ik vrees, dat ze allemaal samen een minderheid vormen. In discussies merk ik vaak, dat argumenten, die redeneren vanuit het eigenbelang van mensen vaak nog het meest aanspreken. Het gaat om je gezondheid. Het gaat om de toekomst van je kinderen. Straks is er nog veel meer geld nodig om de schade te herstellen. Denk aan de enorme kosten, die we moeten maken om droge voeten te houden, dus een antwoord te vinden op de stijgende zeespiegel. Zelfs kennis en inzicht van het probleem leiden niet tot een gedragsverandering. Toch is die ommekeer in je doen en laten nodig. Liefst voor het te laat is.

Jaargang 8, Nr.379.

Een referendum over het associatieverdrag met Oekraïne

vrijdag, oktober 2nd, 2015

EEN BELABBERD IDEE

Het is zo’n belabberd idee, dat we ons af kunnen vragen of het de bedoeling is de hele referendummogelijkheid om zeep te brengen. Dat ligt uiteraard ook aan de vraagstelling. Als je vraagt of iemand voor of tegen het associatieverdrag is, dan vraag je het verdrag inhoudelijk te beoordelen. Slechts een zeer klein deel van de bevolking is daartoe in staat. Ik ook niet.

Dat gold ook voor het Grondwetsreferendum. Mensen stemden niet of ze stemden tegen omdat ze er niets van begrepen. Mensen stemden tegen om het kabinet dwars te zitten. Sommigen waren gewoon tegen de Europese Unie als idee. Ze wilden geen Europese samenwerking in wat voor vorm dan ook. Ze zagen in de EU een neoliberaal complot. Ze begrepen niet dat alleen de EU voldoende macht heeft om de internationale neoliberale elite tot de orde te roepen.

Het kan ook zijn, dat de vraag gaat luiden of men voor of tegen een associatieverdrag met Oekraïne is. De mensen achter de referendumaanvraag beweren, dat het een stap is in de richting van een volledig lidmaatschap en ze noemen Kroatië als voorbeeld. Er zijn echter veel meer landen met een associatieverdrag en zijn geen tekenen, dat ze snel lid willen of kunnen worden. De Kopenhagen regels zijn zeer streng. Denk aan Turkije, dat al heel lang geassocieerd is. Het land maakt in de huidige binnenlandse politieke verhoudingen geen enkele kans op een lidmaatschap. Ook de Oekraïne voldoet in de verste verte niet aan de Kopenhagencriteria. Anderen willen geen enkele uitbreiding meer van de EU. De groei van de EU is echter een “natuurlijk” proces. De economieën van aangrenzende landen raken steeds meer met de EU verknoopt. Er is steeds meer onderlinge handel. Bedrijven vestigen zich over en weer. Jonge mensen komen hier studeren en andersom. Het wederzijds toerisme neemt toe. Het land heeft de wetgeving geheel aangepast aan de EU regels en wetten. Dit buurland voldoet ook voor 100% aan de Kopenhagen criteria. Formeel is er geen lidmaatschap, maar in de praktijk is de grens al weggevallen. Wat staat in zo een situatie een volledig lidmaatschap nog in de weg? Denk aan Noorwegen en Zwitserland. Ze zouden zo lid kunnen worden, maar moeten het wel zelf willen.

Rusland is de grootste tegenstander van het associatieverdrag. Door het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn de oude economische banden minder sterk geworden. De Donbass leverde steenkool voor de ijzer- en staalindustrie. De vruchtbare lössgrond maakte van het land de korenschuur van de Sovjetunie. Nu gaat dit land zich op het Wersten richten en dat is economisch slecht verteerbaar, maar nog veel meer militair-strategisch. Dat het de wens is van de meeste inwoners is voor Rusland geen argument. Men roept, dat het fascisten zijn, die los van Rusland willen. Daar zit wat in. In de 2e Wereldoorlog werkten nogal wat Oekraïners samen met de Nazi’s. Daarna was er nog jarenlang verzet van partizanen tegen het communistische bewind. Ook kerkelijk zijn er verschillen. Dit alles maakt het moeilijker om aan de Kopenhagen criteria te voldoen. Anderzijds maken intensieve contacten met het Westen de kans groter, dat het land zich ontwikkelt tot een fatsoenlijke democratische samenleving. Eigenlijk is er geen reden om tegen een associatieverdrag te zijn, tenzij men Poetin van dienst wil zijn.

Jaargang 8, Nr.378.