Archive for maart, 2014

Toenemende ongelijkheid

zaterdag, maart 29th, 2014

 

VRIJHEID, GELIJKHEID EN BROEDERSCHAP

De leus van de Franse Revolutie was het antwoord op de overheersende rol van adel en geestelijkheid, die kooplieden, ambachtslieden en boeren geen zeggenschap gaven en daarnaast de vele paupers uitbuitten. Ik zie in deze tijd duidelijke parallellen, maar of dat nu tot een revolutie zal leiden is twijfelachtig. Want de broederschap staat nogal in de kou.

Volkskrantredacteur Chris Rutenfrans besprak in het nummer van 22 maart 2014 een boek van Larry Siedentop: Inventing the individual. “Daarin beschrijft hij de ontwikkeling van de gedachte, dat alle mensen gelijk zijn. Deze kwam voor het eerst op in het vroege christendom. Jezus sprak over God als over zijn ‘vader’ die van al zijn kinderen hield en juist ook van de meest marginalen onder hen. En de apostel Paulus, de eigenlijke stichter van het christendom, zette die gedachte voort. In zijn brief aan de Galaten staat: ‘er is geen Jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw, want u bent allen één in Christus Jezus.’
Hiermee zette Paulus de wereld op zijn kop. In die wereld was alleen maar aangeboren ongelijkheid. Je waarde werd bepaald dor je familie en je plaats  binnen die familie. De pater familias oefent de opperheerschappij uit en zijn jongere broers en zonen zijn hem absolute gehoorzaamheid verschuldigd. De positie van de vrouw zag er zo uit: ‘Als meisje staat zij onder controle van haar vader, als haar vader sterft komt ze onder de hoede van haar broers, als ze trouwt valt ze onder de heerschappij van haar man en als die sterft, onder die van haar zoons of van de naaste mannelijke verwanten van haar man.’ Voor wie er al aan moest denken: dat lijkt inderdaad sterk op de situatie in Iran, Egypte of Saoedi-Arabië.
In die wereld introduceert Paulus de gelijkheid van alle mensen  voor God. Een revolutie. Siedentop beschrijft hoe die gelijkheidsgedachte verankerd raakt in de westerse cultuur, via Karel de Grote, het canoniek recht en de scholastiek. De kerk heeft daarin een cruciale rol gespeeld, die heel in het kort, kan worden omschreven als van gelijkheid voor God naar gelijkheid voor de wet.”

Rutenfrans past dit toe op het denken en handelen van Wilders en zijn volgelingen. Hun manier van denken past niet in onze cultuur. Ook de Kerk houdt  en hield zich niet aan de gelijkheidsgedachte. In de feodale standenmaatschappij heerste naast de adel ook de geestelijkheid en vergaarde enorme rijkdommen. Vrouwen worden in de kerk niet bepaald als gelijken gezien. Priesterschap is voor hen niet weggelegd. Over vrouwen gesproken, zouden feministen zich bewust zijn van deze oorsprong van de gelijkheidsgedachte?

Zelf kwam ik tot een andere vraag. Velen verliezen in dee tijd hun geloof in het bestaan van een god en ze verliezen hun geloof in de goddelijkheid van Jezus van Nazareth. Dat betekent overigens niet, dat ze automatisch ook alle christelijke opvattingen rücksichtlos terzijde schuiven. Maar het kan wel. Zo zou ook de gelijkheidsgedachte niet langer aanvaard kunnen worden. Zou secularisatie kunnen leiden tot het niet langer afwijzen van de groeiende ongelijkheid? Zou het loslaten van het christelijk gedachtengoed kunnen leiden tot gewetenloze zelfverrijking, tot massaontslagen om het winstenniveau op te vijzelen, tot bezuinigingen om de vennootschapsbelasting en de belasting op erfenissen en de hoogste belastingschijven te verlagen?

In sterk geseculariseerde partijen als D66 en de VVD wordt het als een van de verdiensten van het huidige beleid gezien. De PvdA hoor je nog maar zelden over solidariteit spreken. De klassenstrijd is voorbij. Maar het poldermodel staat evenzeer op de tocht. Vakbonden hebben het moeilijk. Waarom zou je lid worden? Uit solidariteit? Wat is dat? “Het is tegenwoordig ieder voor zich” reageerde iemand op deze gedachten.

Wij hebben altijd gestreefd naar een rechtvaardige inkomensverdeling.  Uiteindelijk kreeg dat streven vorm in de verzorgingsstaat. Die wordt nu onbetaalbaar genoemd. De bezuinigingen leiden tot een groeiende ongelijkheid. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen situatie. Het recht van de sterkste gaat zo gelden. Zoals in de Verenigde Staten zijn het de Kerken, die proberen iets te doen aan het groeiende onrecht. Maar velen sluiten de ogen voor de toenemende armoede. Gewetenloos?

Jaargang 7, Nr. 311.

Werken sociaaleconomische veranderingen door?

donderdag, maart 20th, 2014

GROENLINKS KLIMT UIT HET DAL

Het is kennelijk tot veel potentiële GroenLinksstemmers doorgedrongen. De partij draait weer goed. Ze komt met goede initiatieven. De fractie doet het prima. Bram van Ojik wekt vertrouwen. Een fors deel van de verliezen bij de TK verkiezingen van 2010 is terug gewonnen. Dat geeft de burger moed, maar we zijn er natuurlijk nog niet. Nu maar hopen, dat het tot onze kiezers is doorgedrongen, dat onze drie in het EP, Judith, Marije en Bas het uitstekend gedaan hebben. Die boodschap moet goed bij onze kiezers belanden.

Vooral de PvdA heeft forse verliezen geleden. Daarvan heeft enerzijds de SP geprofiteerd en anderzijds D66. De winst van de SP duidt erop, dat juist de traditionele PvdA kiezer ontevreden is. Die wordt financieel hard getroffen door maatregelen als een verplicht eigen risico van 360 Euro in de ziektekostenverzekering. Die maakt zich het meest ongerust over de toekomst van de zorg en wordt het hardst getroffen door de werkloosheid. Deze mensen voelen zich verraden door de PvdA. die samenspant met de VVD. Toch is dit een slinkend deel van de bevolking. Ik heb de indruk, dat de sociaaleconomische samenstelling van de stedelijke bevolking is veranderd. Veel goed opgeleide jonge mensen geven blijvend de voorkeur aan een stedelijk leefmilieu. Verouderde woningen in oude wijken worden gerenoveerd. Er vindt gentrification plaats. Er wonen nu alleenstaanden of tweeverdieners zonder kinderen en heel wat gezinnen met jonge kinderen blijven in de stad wonen en trekken niet langer naar de suburbs, die je dan ook ziet vergrijzen. Dit mensentype heeft geen boodschap aan oude waarden als solidariteit van de PvdA of naastenliefde van de christelijke kerken. Ze maken hun eigen keuzes en soms vallen die heel positief uit en doen ze maatschappelijk gezien de meest waardevolle dingen. Even gemakkelijk kiezen ze nergens voor, behalve voor hun strikte eigenbelang. Je weet niet wat je aan ze hebt. Dat zei men ook altijd al van D66. Die partij past precies in hun straatje.

Zulke mensen zijn voor GroenLinks moeilijk bereikbaar. Ze hebben geen boodschap aan steun voor de zwaksten in de samenleving. Het milieu is voor hen volkomen abstract en het belang van een schoon milieu voor hen zelf ontgaat hen. Er is maar een ding belangrijk: veel geld verdienen en het uitgeven ook, Dure auto’s, verre vakantiereizen, luxe party’s, merkkleding en een kostbare woninginrichting verhogen hun status. GroenLinks heeft andere idealen. D66 past beter bij hen en anders wel de VVD. GroenLinks moet op zoek naar mensen, die een schoon milieu voor zich zelf belangrijk vinden, die oog hebben voor alternatieven op energiegebied, die voor zich zelf en hun naasten gezond voedsel willen. Die het niet kunnen verdragen, dat er in Nederland zo veel kinderen in armoede leven en die beseffen, dat het in de Derde Wereld nog veel erger is. Het gaat om mensen, die hun eigen belang niet voorop zetten. Ga er maar aan staan zegt de cynicus. We gaan ze vinden zegt de idealist.

In mijn woongemeente Bunnik deden drie partijen mee. Perspectief 21, opgericht door PvdA en GL, deed in 1998 voor het eerst mee en haalde vier zetels. In de afgelopen periode waren het er zeven en had P21 twee wethouders. We wisten, dat het moeilijk zou worden. Er waren twee heikele kwesties. Bouwen in het buitengebied door een drukke provinciale weg gescheiden van Odijk, wekte veel weerstand bij groene kiezers. Niet bouwen zou veel geld kosten en kennelijk gaf dat voor veel mensen van CDA en de Liberalen de doorslag. In Perspectief 21 werken PvdA, GL en onafhankelijken samen. De PvdA heeft flink verloren en GL was aan het opkrabbelen. Misschien heeft P21 er last van gehad. Er was nog zo’n lastige kwestie: de verbetering van een fietsroute. De buurt wilde niet meewerken en P21 wilde de fiets voorrang geven. Daarvan is echt een rel gemaakt. Een P21 wethouder was verantwoordelijk. De verloren zetel kwam bij de Liberalen (VVD + D66). Ik denk, dat het succes van D66 ook in Bunnik heeft doorgewerkt. Het CDA heeft zich hersteld van de periode met de PVV. Dat hadden velen niet verwacht. En dan waren er ook nog de thuisblijvers. Ik hoorde een paar keer als reden, dat de gewenste partij niet mee deed, maar velen gaven volmondig toe zich niet verdiept te hebben in de politiek. Nu maar hopen, dat ze snappen, dat ze straks geen reden hebben om te klagen over het beleid. Toch is het griezelig, dat zo veel mensen aan de kant blijven staan. Ze begrijpen ook niet, dat vooral de grootste partijen er baat bij hebben. Dat kunnen partijen zijn, waaraan ze een bloedhekel hebben.
Jaargang 7, Nr. 310..

Meer inzicht in bedrijfswinsten van multinationals

vrijdag, maart 14th, 2014

 SCHITTEREND SUCCES VOOR JUDITH SARGENTINI

Het Europees Parlement heeft een aanpassing van een richtlijn tegen witwassen met een zeer grote meerderheid aangenomen. Elke lidstaat moet komen tot een register, waarin alle bedrijven en dochterbedrijven en nevenfirma’s en brievenbusfirma’s worden geregistreerd en waarin van elk wordt aangegeven wie de werkelijke eigenaar is. Zo wordt het gemakkelijker om te achterhalen hoe bedrijven of personen er in slagen belasting te ontwijken of eventueel te ontduiken of hoe door corruptie verkregen geldsommen aan het zicht worden onttrokken. Deze praktijken wekken al vele tientallen jaren de ergernis van velen. Bedrijven en individuele personen betalen nauwelijks belasting over hun winsten of bezit. Normaal zijn zij die belasting wel degelijk verschuldigd. De rijken worden zo steeds rijker. Als de belastinginkomsten dalen kan een land minder doen om de armoede te bestrijden. De armen worden armer. De ongelijkheid neemt toe. Dat zie je in een land, maar ook tussen landen onderling. Je ziet het ook bij bedrijven, waar de top zeer ruim beloond wordt en de laagst betaalden nauwelijks meer dan het minimumloon mogen incasseren. Als er in een land tenminste een minimumloon bestaat.

Waarom veroordelen we ongelijkheid in inkomen en bezit?  Waarom vinden we die enorme ongelijkheid niet rechtvaardig? Tussen het simpelste baantje in een bedrijf en de functie van president-directeur zie je forse verschillen in complexiteit van het werk, in eisen aan opleiding en ervaring, in verantwoordelijkheden, in vereiste leidinggevende capaciteiten en beleidsontwikkeling. Een bedrijf heeft er alle belang bij de beste topmensen aan te trekken. Hun bijdrage aan omzet en winst valt hoog te waarderen. In een ziekenhuis hoorde ik een medewerkster van de schoonmaakdienst zeggen, dat ze “maar” schoonmaakster was. Ik antwoordde, dat als zij niet zorgde voor een goede hygiëne, de mensen nog zieker zouden worden. Ze deed dus reuze belangrijk werk. Het leek nieuw voor haar. Misschien missen mensen met eenvoudig werk voldoende zelfbewustzijn. Het is terecht, dat schoonmakers een betere beloning eisen. Dat mag dan best van de overdadige beloning van de top afgaan.

Lage lonen stimuleren weliswaar de export maar houden de binnenlandse consumptie laag. Ze zorgen voor minder economische groei. Daarom pleiten sommige partijen voor belastingverlaging, want dan stijgt het besteedbaar inkomen, krijg je meer consumptie, dus meer productie, meer economische groei en daardoor weer meer belastinginkomsten. Waarom wordt er zo weinig gepleit voor hogere lonen, terwijl dat bij een aantal bedrijfstakken gemakkelijk kan? Meer inzicht in de opbouw van ondernemingen biedt de mogelijkheid tot verantwoorde looneisen te komen.

Lage lonen en lage collectieve inkomsten zorgen voor lagere onderwijsuitgaven en zo voor een minder goed opgeleide beroepsbevolking. Dat zorgt weer vor lage lonen. Zo wordt de vicieuze cirkel zichtbaar, waarin de armen in de wereld zitten opgesloten. Daarom is het van groot belang, dat overal overheden meer grip krijgen op de winsten, die bedrijven in werkelijkheid maken.

Daarom is het werk van Judith van uitzonderlijk belang. Zij heeft al onderhandelend ervoor gezorgd, dat er een voorstel kwam waar een grote meerderheid (slechts dertig tegenstemmen) van het EP achter kon staan. Nu moet het EP gaan onderhandelen met de Raad van Ministers, een volgende zware opgave voor onze GroenLinksafgevaardigde. Ik wens haar veel succes.

Jaargang 7, Nr. 309.

Korter of langer werken?

donderdag, maart 6th, 2014

  TEKORT AAN WERK OF TEKORT AAN

WERKENDEN?

Iedereen kan het weten. Er komen maar weinig jonge mensen op de arbeidsmarkt en grote aantallen, geboren tussen 1946 en 1964 verlaten met pensioen de arbeidsmarkt. Het bedrijfsleven vreest tekorten en toont zich voorstander van soepele immigratieregels voor hoog opgeleiden. De werkweek moet weer langer worden en we mogen pas later met pensioen. Als de economie weer aantrekt zullen we het merken. De spanning op de arbeidsmarkt zal sterk toenemen. De lonen zullen omhoog gaan. Onze concurrentiepositie op de exportmarkt komt in gevaar. Het klinkt allemaal heel logisch.

Kijken we naar de realiteit, dan zien we een enorme werkloosheid. Tijden lang is de economie gekrompen. De mensen kopen niet meer, want ze willen een reservepotje voor het geval ze zelf werkloos worden. Nu de economie eindelijk weer aantrekt vertaalt zich dat (nog) niet in een dalende werkloosheid.

Waardoor wordt die werkloosheid veroorzaakt? Kijk je naar de bouw, dan zie je een complex geheel van oorzaken. Onzekerheid over je inkomen en over de hypotheekrenteaftrek met in delen van Nederland al bevolkingskrimp zorgde voor geringe koopbereidheid en dus dalende prijzen. Dan wacht je tot de daling stopt en dan koop je pas. Nieuwbouw bleek vaak onverkoopbaar. Dus werd er niet meer gebouwd en wachtte  de bouwvakkers baanverlies. Ten dele is dat tijdelijk en zou je kunnen spreken over conjuncturele werkloosheid, maar er is ook een structureel deel, samenhangend met bevolkingskrimp en met veranderingen bij het werken zoals thuiswerk en flexibele werkplekken in kantoren. Werkloosheid in de detailhandel en de horeca is grotendeels conjunctureel. Overal zie je door automatisering en robotisering massaontslagen en nu ook bij middelbare en hogere functies. Denk aan banken en verzekeringsmaatschappijen. De afgelopen decennia bleef er toch veel werk. Robots moeten geproduceerd worden en vragen onderhoud. Daarnaast komen er allerlei nieuwe producten op de markt en de productie, vervoer en verkoop schept weer werk. Blijft dat zo doorgaan? Kunnen we doorgaan met het kopen van steeds weer nieuwe gadgets? Hebben we tijd genoeg om alle gekochte DVD’s te bekijken? Zijn er grenzen aan ons consumeren en dus aan het produceren?

Dit soort vragen brengt mensen ertoe zich af te vragen of de vergaande automatisering niet leidt tot steeds minder arbeidsplaatsen en zo tot structurele werkloosheid. Is het dan niet wenselijk het werk eerlijk te delen en tot wettelijk voorgeschreven verkorting van de werkweek over te gaan? Meer vrije tijd en meer vakantie!

Toch blijf ik met een vraag zitten. Wij zijn steeds rijker geworden. Dat zie je aan al die apparaten in huis, maar ook aan ons collectieve bezit aan kunst en dus musea, aan vervoermiddelen en dus meer wegen en fietspaden, aan bijzondere gebouwen en dus meer monumenten, die zorg behoeven. We zijn dan wel rijk, maar het kost ons veel geld en hoe verdienen we dat met zijn allen als er nu al zo’n weerstand is tegen hogere collectieve uitgaven? Vooral de no nonsense liberalen willen op cultuur maar al te graag bezuinigen. Het mag allemaal geen geld kosten, het moet juist geld opbrengen. Voor iemand, die gevoelig is voor de waarde van ons collectieve erfgoed, is dat van veel minder belang.
Jaargang 7, Nr. 308.